Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Goede Vrijdag - Pasen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Goede Vrijdag - Pasen

4 minuten leestijd

Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Psalm 22 : 2a lic zal Uw naam mijn broederen vertellen; in het midden der gemeente zal ik U prijzen. Psalm 22 : 23

In uiterste benauwdheid heeft iemand onder de Oude Bedeling eens uitgeroepen: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Vijanden omringden hem (vs. 13). Hun spot doorwondde hem (vs. 8). Ook iiciiamelijk leed hij (vs. 18). Geen enkele vriend stond hem bij (vs. 12). En het ergste was, dat God niet antwoordde op zijn roepen (VS. 3).

Dit lied is één van Israels psalmen geworden. In verdrukking en ellende heeft Gods volk dit nagezongen, en het heeft elke klacht verstaan en met lichaam en ziel doorleefd.

En onze Heere Jezus Christus heeft aan het kruis, toen de benauwdheid het hoogst was, deze psalm \an Zijn volk, die Hij van jongsaf kende, tot de Zijne gemaakt. Ook Hij heeft geroepen: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? De ontzetting van Zijn Godverlatenheid zullen wij

De ontzetting van Zijn Godverlatenheid zullen wij ons nooit, zelfs niet vanuit de verte, kunnen indenken. Het is een geheimenis. Maar een donker geheimenis. Want toen Hij dit riep was het werkelijkheid: God was weg. De Zoon was van de Vader vandaan. Zover van God vandaan, als Israël nooit geweest is: daar waar de toorn Gods in zijn volle zwaarte wordt doorleden. Dit ogenblik noemt onze catechismus Zijn nederdaling ter helle (vr. 44). De hel is immers dit: dat God er niet meer is. „God is bij God vandaan gegaan om bij ons te kunnen komen". In dit donkere geheimenis ligt de zegen van de Goede Vrijdag. Jezus Christus is op het allerdiepste punt geweest, opdat wij daar niet behoefden te komen. Hij is van God verlaten geweest, opdat wij tot God genomen en nimmermeer van Hem verlaten zouden worden (Avondmaalsformulier). In onze uren van eenzaamheid en verlatenheid, ook wanneer wij ons laatste uur doormaken, hebben wij dit te bedenken tot onze troost.

Psalm 22' begint in de Godverlatenheid. Maar reeds op de helft van het lied wordt een geheel andere toon hoorbaar: de toon van de lofzegging. Diezelfde dichter, die zoeven nog tot God geschreeuwd heeft en er was geen antwoord, doet nu in blijde verzekerdheid een gelofte: Ik zal Uw naam mijn broederen vertellen; in het midden der gemeente zal ik U prijzen. Hij, de vereenzaamde en verlatene, weet, dat hij eenmaal weer zal samenkomen met al Gods volk, en dan zal hij roemen over verhoring en uitredding. Dan zal hij God groot maken.

Met welk een vurig verlangen zal het volk Israël, wanneer het deze psalm zong, dat tweede gedeelte hebben meegebeden! Het was dan alsof de donkere beklemming van het heden reeds begon te wijken en de toekomst zeer nabij was. De toekomst, waarin Gods naam niet meer gesmaad en gelasterd zou worden, doch waarin de volkeren tezamen met Gods volk de lof des Heeren uitbundig zouden verkondigen (vs. 28). Ik zal Uw naam mijn broederen vertellen; i}i het

Ik zal Uw naam mijn broederen vertellen; i}i het midden der gemeente zal ik U prijzen. Dit woord, waarmee de blijde opgang van Psalm 22 begint, kunnen wij niet lezen zonder te denken aan Pasen. Immers, Pasen is de verhoring van de roep, die op Goede Vrijdag onbeantwoord bleef: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Pasen is de goddelijke uitredding. Op Pasen wekt God Zijn heihg Kind Jezus, dat in het stof des doods gelegd was (vs. 16), op. En Hij verrijst niet enkel voor Zichzelf, doch als de eerstgeborene onder vele broederen. Hij is van God verlaten geweest, opdat wij nimmermeer van God verlaten zouden worden. Hij is door God opgewekt, opdat wij eenmaal zouden mogen delen in Zijn opstandingsheerlij kheid.

Ons tweede tekstwoord vinden we terug in de Brief aan de Hebreeën. Daar staat: Want èn Hij, die heiligt (Christus), en zij, die geheiligd worden (de Zijnen), zijn allen uit één; om welke oorzaak Hij Zich niet schaamt hen broeders te noemen, zeggende: Ik zal Uw naam Mijn broederen ver-kondigen; in het midden der gemeente zal Ik U lofzingen (Hebr. 2:11, 12). Christus is onzer één geworden. Hij is onze oudste Broeder. Wanneer wij in Hem geloven, zijn wij mede-erfgenamen van het onverderfelijk leven.

Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? De Zoon, die bij de Vader vandaan is gegaan, om bij ons te kunnen komen.

Ik zal Uw naam Mijn broederen vertellen; in het midden der gemeente zal Ik U prijzen. Het heilig Kind, de oudste Broeder, die de Vader looft en die de Zijnen oproept, op Pasen die God te loven, die het leven is en het leven geeft. „En voorwaar, deze leer is ons als een prikkel, opdat wij met vurige begeerte er toe gebracht worden om God te loven, als wij horen zeggen, dat Christus eerst lofzingt en Hij ons de toon aangeeft om Hem na te zingen" (Calvijn).

Dit artikel werd u aangeboden door: Stichting Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1966

Kerkblaadje | 8 Pagina's

Goede Vrijdag - Pasen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1966

Kerkblaadje | 8 Pagina's