De eenvoudige Heidelberger
Jaren geleden schreef Dr. G. Oorthuys een boek over de Heidelbergse Catechismus met de titel „De eeuwige jeugd van Heidelberg". Eeuwig zal ons leerboek nu wel niet blijven bestaan, maar een feit is, dat ook nu nog, na vier eeuwen, telkens opnieuw commentaren of preken over onze oude Catechismus verschijnen. Alleen al in deze maanden kondigden verschillende uitgevers vier nieuwe bundels aan! Onder deze uitgaven neemt de bundel Catechis
Onder deze uitgaven neemt de bundel Catechismus-preken van Dr. Kohlbrugge een geheel eigen plaats in. De eerste druk ervan verscheen in 1942, toen Ds. B. van Ginkel (A'dam) en Dr. P.
A. van Stempvoort alle in druk of handschrift nog aanwezige preken over de Heidelbergse Catechismus van Dr. Kohlbrugge verzamelden, zo nodig vertaalden en uitgaven. Het waren samen 47, ten dele nog nimmer uitgegeven catechismuspreken, alle aanwezig in het Kohlbrugge-archief te Utrecht. Nu, 25 jaar later, doet Uitg. Wever te Franeker een geheel ongewijzigde herdruk ervan verschijnen, dus ook in oude spelling en Statenvertaling. Alleen de naam van Ds. Van Ginkel verdween uit het Woord vooraf, — vermoedelijk in verband met diens sterk gewijzigde theologische en homiletische inzichten. — Het boek is keurig verzorgd en met heldere letter op stevig papier uitstekend uitgegeven.
Een volledige bundel preken over alle 52 zondagen van de Catechismus wordt ons hier dus niet gegeven, slechts over 28 zondagen. Geen preken zijn er bijv. over de Doop, de eerste vijf geboden en over de beden van het Onze Vader. Daarentegen vinden wij hier soms wel verschillende preken over een zelfde vraag of zondag. De bundel opent bijv. met niet minder dan 13 preken of preekschetsen over zondag 1 („uw enige troost"), — en eindigt met zes preken over zondag 45 („wat is het gebed?"). Over zondag 7 („een waar geloof") zijn er vier en over zondag 21 („de Kerk") zijn er twee preken. Voor Kohlbrugge's inzichten over de 24 zondagen, waarover hier geen preken te vinden zijn, blijven wij aangewezen op zijn bekende boekje „Vragen en Ophelderingen", dat Barth indertijd ook ten grondslag legde aan zijn schets van Kohlbrugge's theologie.
Velen, die andere geschriften van Kohlbrugge kennen en daar dankbaar voor zijn, zullen ook door deze preken zeer getroffen worden. Ze zijn in allerlei opzicht typisch voor deze profetische prediker, die — zoals Prof. Van Stempvoort zegt — „als weinigen is doorgedrongen in de Heilige Schrift en de Belijdenis der Kerk". Sterk centraal staat de prediking van de genade Gods, de verzoening door Christus en de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof in Christus. Kenmerkend voor Kohlbrugge is zijn nadruk op het radicale Evangelie van oordeel en genade, van het tegelijk zondaar en gerechtvaardigd zijn, waarbij alle geboden Gods tegelijk beloften van Hem zijn. ,,Er is niemand te noemen, die, wat betreft het sola fide, zo diep op de Gemeente heeft ingewerkt" (Dr. Noordmans).
Ook in deze preken klinkt dit radicale geluid telkens door. Aen de goddelozen wordt de verzoening door Christus gepredikt. De preken hebben een sterk pastoraal en realistisch karakter. En er ligt veel dynamiet onder allerlei vormen van leerstelligheid en werkheiligheid. Telkens weer vindt men hier de meest verrassende uitspraken. Ruimte ontbreekt ons eruit te citeren. Er zou een bundel aforismen uit samen te stellen zijn. Bijzonder belangrijk zijn ook de vijf 136 preken over het vijfde tot en met het negende gebod. Zij doen zien hoe geweldige ernst Kohlbrugge maakt met het gebod Gods, al heeft men dat vaak anders voorgesteld. De laatste zes preken over het Gebed hebben een diep-persoonlijk karakter.
Er zullen toch mensen zijn, die zich vreemd voelen aan deze prediking. Zij vinden deze preken eenzijdig en verouderd, het Schi'iftgebruik te mechanisch, en missen erin de aansluiting aan onze tijd. Nog weer anderen menen, dat deze „voorloper der dialectische .theologie" nu hoogstens nog historische betekenis heeft. Ondanks alle bezwaren blijven wij van mening, dat Kohlbrugge's diepe, radicale prediking ons ook nu nog veel heeft te zeggen. Als Dr. Noordmans hem tot de „kerkelijke klassieken" rekent en Prof. Mönnich nog onlangs sprak van „de zeer grote importantie van Kohlbrugge als theoloog", loont het zeker ook nu nog de moeite, naar deze eenzame, bijzondere Evangelieprediker te luisteren en daarom ook van deze Cathechismus-preken te leren.
Dr. H. F. Kohlbrugge, De eenvoudige Heidelberger. Catechismuspreken. Tweede ongewijzigde druk. Uitg. T. Wever Franeker. 472 blz. Gebonden f 19.50.
NOOT VAN DE REDACTIE
Onlangs publiceerden wij een uitvoerige bespreking van de bundel Catechismus-preken van Dr. H. F. Kohlbrugge, getiteld „De eenvoudige Heidelberger", en wel van de hand van Ds. W. A. Hoek. Nu vonden wij in „Hervormd Nederland" nog een bespreking van „De eenvoudige Heidelberger" door onze medewerker Ds. H. C. Touw, waaraan we hier ook plaats geven. De belangrijkheid van de Catechismus-preken van Dr. Kohlbrugge deed ons besluiten om naast de voortreffelijke bespreking van Ds. Hoek de eveneens voortreffelijke bespreking van Ds. Touw in ons blad op te nemen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1967
Kerkblaadje | 8 Pagina's