Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geslacht Gravemeyer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geslacht Gravemeyer

I

11 minuten leestijd

Een familiekroniek

De m onze kring zo bekende, op 13 februari 1970 overleden dr K H E Gravemeyer stamt uit een geslacht van predikanten, die van vader op zoon sinds het jaar 1727 de Hervormde kerk m Oost-Friesland (Duitse Bondsrepubliek) en Nederland hebben gediend Men zou hier van een apostolische successie kunnen spreken, mits men deze pneumatisch, d i geestelijk, opvat Let wel men moet het mechanisch-juridische element, zoals we dat bij Rome en enkele harer zusterkerken aantreffen, er uit wegdenken Het charisma (geestesgave) van het herder-en-leraarschap is volgens reformatori-( sche theologen met gebonden aan de ononderbroken overdracht van het ambt door oplegging der handen sinds de tijd van Christus en de apostelen, maar vmdt zijn voortzetting „m de geestelijke gehoorzaamheid aan het Woord, betuigd door de apostelen" ') De mogelijkheid, dat m een bepaald geslacht de roeping tot het ambt tot traditie wordt, is daarbij geenszins uitgesloten De Geest waait, waarheen Hij wil We willen ons dan verdiepen m de geschiedenis van het geslacht Gravemeyer, dat het beeld van zulk een apostolische successie vertoont Als meest oorspronkelijke bron geldt hiervoor de „Gedachtenis der gebeurtenissen mijner familien", verzameld en op schrift gesteld door de predikant E C Gravemeijer CEz ') te Weenigermoer, ook wel geheten Weenermoer of Weenermoor, een dorp m Oost-Friesland met ver van de grens met onze provincie Groningen Men vmdt er allerlei bijzonderheden m, niet alleen over de Gravemeijers, maar ook over het kerkelijk leven m Oost-Friesland •*) Als chronologisch verslag van wederwaardigheden, nog-al beknopt en uiteraard onsamenhangend, laat het zich over 't geheel met zo vlot lezen, maar het doet het verleden wel voor ons herrijzen en gunt ons een blik in het leven van mensen, die met hun grote en kleine vreugden, ook hun verdriet en hun zorgen zich geven zoals ze zijn Up verschillende bladzijden voelt men de warmte van het echt menselijke, dat wemig woorden behoeft om zich te uiten Men schreef voor zichzelf, blijkbaar tot steun voor het geheugen, zeker ook voor de nazaten, denkelijk met voor ons om er een verhaal uit samen te stellen Maar dat verleent aan de kroniek juist die onbevangenheid, welke zo weldadig aandoet

De „Gedachtenis" loopt over de jaren 1726— 1846 Ds Gravemeyer begint er m 1813 aan, maar copieert eerst de aantekeningen van zijn grootvader van vaderszijde Eskelhoff Carsjen, naar wie hij vernoemd is, en van zijn vader Carsjen Eskelhoff, om dan verder zijn eigen verhaal te schrijven Het geheel omvat dus de drie generaties van predikanten, die m Oost- Friesland hebben geleefd en gewerkt De nederlandse Gravemeijers vragen dan verder onze aandacht Het loont alleszins de moeite ons ook met hun levens, zo nauw met de nederlandse kerkgeschiedenis verbonden, bezig te houden

Wat misschien enige verwondering wekt, is dat de kroniek m het Nederlands is geschreven Ds Gravemeijer was toch een Duitser en hij leefde m een Duitse staat Hier treedt echter het ook elders te constateren verschijnsel op, dat de taalgrens niet altijd samenvalt met de landsgrens Deze laatste is maar al te vaak het resultaat van een geforceerd compromis Oost- Friesland werd m de middeleeuwen staatkundig wel van onze provincies Groningen en Friesland gescheiden, maar bleef er een geestelijke eenheid mee vormen Het behield ook de eigen volksaard en typische vrijheidszin In de 15de eeuw onderhield de te Gronmgen geboren bijbelse humanist Wessel Gansfort, nadat hij naar zijn geboortestreek was teruggekeerd, levendige betrekkingen met Oost-Friesland, waar sommigen hem om zijn geleerdheid als het licht der wereld prezen, maar anderen hem als de „meester tegenspreker" meden In de twintiger jaren van de 16de eeuw toen de Reformatie m Oost-Friesland vaste voet begon te krijgen, konden George Aportanus van Zwolle en Hmne Rode van Utrecht, beiden stammend uit de kring van de Broeders des Gemenen Levens, er de nieuwe leer verbreiden Van roomse geestelijken werd m die tijd wel verlangd dat zij zich van „utwendige afgodery" zouden onthouden, en van de wereldlijke overheid dat zij zou straffen „wat openbarlic tegen God gesproken" werd Voor Norden werd een orde van eredienst vastgesteld, waarin de schuldbelijdenis begint met „Ie arme sondige Mensce beken, dat IC van Natueren ben een Kmt des Toorns en heb Gods Geboden van Herten met geholden" *) Zulk goed Nederlands werd er m Oost-Friesland gesproken en geschreven Daarom behoeft het ons ook met te bevreemden, dat de bekende, m Gromngerland geboren Wilhelmus Schortmghuis zijn loopbaan als predikant te Weener m Oost-Friesland begon Vandaar is hij m 1734 naar Midwolda m Groningen gegaan We zullen straks zien, dat ook de Gravemeijers wel naar een gemeente m Groningen beroepen werden De kroniek vertelt (1157), dat een kurassier, zeker iemand die van elders kwam, ds Gravemeijer verzocht zijn kind te zijnen huize „in het Hoogduits" te dopen Ds Gravemeijer stemde toe en trof bij de man thuis zestien personen aan, onder wie drie wachtmeesters en vijf kurassierfa En hij doopte niet alleen m het Hoogduits, maar sprak m die taal ook zijn redevoering uit Dat moet dan wel een uitzondering op de regel zijn geweest Maar de kroniek vertelt ons ook (II92), dat er 13 november 1845 een consistoriale aanschrijving wegens de mvoering van de Duitse taal kwam De bedoeling zal zijn geweest het Nederlands te verdringen

Naam en afkomst

De stamnaam Gravemeijer, ,,uit Graven en Maaijen geformeerd", is voor zover bekend reeds gedragen door Jan Carsjens, die te Ladbergen m het Tekelenburgse heeft gewoond (I 77) Het blijkt dus niet juist te zijn dat de naam een verbastering zou zijn van ,Graf von Mir", vertaling van „Count of Mir" welke titel toekwam aan een adellijk geslacht m Schotland s) Toch is op grond van een mondelinge overlevermg een soortgelijke afkomst voor mogelijk te houden 8). Met enige kans op zekerheid zou dat zelfs nog na te gaan zijn De kroniekschrijver Gravemeijer kieeg tenmmste eens van zijn collega L B Folmer te Bonda, toen hij bij deze op bezoek was om bijzonderheden over zijn grootmoeder Geertjen Eskelhoffs aan de weet te komen, de tip zijn onderzoek te Munster, waar de oudste protocollen zouden zijn, voort te zetten Te Bonda dateerden namelijk de optekeningen vanaf het jaar 1725 (I 128) Maar dan is het met uitgesloten te achten, dat te Munster eveneens oudere gegevens over de Gravemeijers dan m de kroniek vermeld te vinden zijn

Jan Carsjens was getrouwd met SijbiUe — Sibijlla (1 59) — en bereikte volgens de overlevering de leeftijd van 104 jaar Hij liet twee zoons, Carsjen Jans en Harmen Jans, na. Dezen verheten beiden het Tekelenburgse om zich metterwoon te Weender (of wel Weener) m Oost-Friesland te vestigen (I 77)

Belangrijker misschien dan het lijkt is het, dat de kroniek vermeldt dat Carsjen Jans' zoon Eskelhoff Carsjen uit „burgerlijke" ouders te Weender geboren is (1.23). De familie Gravemeijer was namelijk een oud boerengeslacht, dat tijdens een „tegenrevolutie" uit het Tekelenburgse m Munsterland naar Oost-Friesland had moeten vluchten •?). Het laat zich verstaan, dat m het nieuwe vaderland het landbouwbedrijf met zomaar kon worden voortgezet Er zal m die tijd net zo mm als nu gemakkelijk aan een boeidenj te komen zijn geweest Maar welke tegenrevolutie kan bedoeld zijn? Wisten we dat, dan zouden we tamelijk nauwkeurig het tijdstip van de vestiging m Oost-Friesland kunnen vaststellen Nu verschaft het kerkprotocol van Weender ons sinds 1677 de doopdata van kinderen uit Carsjen Jans' eerste huwelijk (I 69) Dan ligt het voor de hand te denken aan de regeringsperiode van Christoph Bernhard van Galen (1650—1678), bisschop van Munster, tot wiens gebied, zoals we zagen, ook het Tekelenburgse behoorde. Deze kerkvorst, die we uit onze vaderlandse geschiedenis kennen (hij moest in het rampjaar 1672 voor de stad Groningen de aftocht blazen), was een krachtig regeerder, maar had heel wat met zijn onderdanen te stellen. Ook economisch floreerde het land niet al te best. Revolutie en emigratie worden dan normale verschijnselen. Men zal echter in de lokale geschiedenis van het bisdom Munster moeten onderduiken om er details over te weten te komen.

Een folkloristisch uitstapje ter verklaring van het geven van namen lijkt me hier ook niet overbodig. De huwelijksregisters bevatten hoegenaamd geen stam- of familienamen. Het was gebruikelijk kinderen naar een van hun grootouders te vernoemen — de stamhouder kreeg in het algemeen de naam van zijn grootvader van vaderszijde — en ze dan de gewijzigde naam van de vader (Jan werd Jans of Jansen) als achternaam mee te geven. Vaak liet men bovendien een reeds bestaande achternaam daarop volgen, zodat men zo iets als Jan Willems Janssen kon krijgen. Vandaar dat in het geslacht steeds dezelfde, ook dubbele, namen terugkeerden. Het genealogisch onderzoek ziet zich hierdoor vaak voor grote moeilijkheden geplaatst ^). Ook in het geslacht Gravemeijer komen we steeds dezelfde namen tegen, die van de vader naderhand ongewijzigd, blijkbaar omdat er reods een stamnaam was.

Carsjen Jans Gravemeijer is tweemaal getrouwd geweest, eerst met Stijntje ") Janssen Cramers, die ook uit het Tekelenburgse afkomstig was en in 1699 te Weender overleed (1.77,107), daarna op 29 oktober 1700 te Bonda met Geertjen Eskelhoffs (1.44.70,78).

Uit het eerste huwelijk zijn twee zoons, Jan en Hinderk, geboren. Van Jan, die eveneens tweemaal getrouwd is geweest, kunnen nog nakomelingen, ook die de naam Gravemeijer dragen, in leven zijn; Hinderk is ongehuwd gebleven (1.44,77).

Uit het tweede huwelijk zijn twee zoons, Tonjes en Eskelhoff i"), beiden met als tweede naam Carsjen, en een dochter Grietje geboren (1.78). Van Tonjes en Grietje kunnen nog nakomelingen in leven zijn, door Tonjes ook die de naam Gravemeijer dragen (I. 35, 44, 78). Met Eskelhoff, die de eerste predikant in het geslacht zou zijn, zullen we ons straks uitvoerig bezighouden.

Carsjen Jans overleed 9 (7?) augustus 1734 in zijn 89ste jaar te Weender (1.2,107). Zijn vrouw Geertjen Eskelhoffs was hem 21 januari 1728 in haar 60ste jaar voorgegaan (1.1).

Carsjen Jans' broer Harmen is wel getrouwd geweest en heeft ook kinderen gehad, maar zijn linie is uitgestorven (1.79). Het is niet onmogelijk, dat er zelfs in Ladber

Het is niet onmogelijk, dat er zelfs in Ladbergen nog Gravemeijers wonen. In de kroniek (1.179) lezen we tenminste van iemand die in 1818 vernomen had dat in die plaats er nog twee waren die de naam Gravemeijer droegen. Sindsdien kan er echter al zoveel gebeurd zijn. Voor genealogen anders wel iets om er hun hart aan op te halen.

'We bepalen ons nu verder bij de predikanten Gravemeijer, hun gezinnen en hun wederwaardigheden.


1) Zie het artikel , Apostolische successie" van prof dr A F N Lekkerkerker in Encyclopedie van het protestantisme, onder hoofdredactie van prof dr C W Monnich Amsterdam-Brussel 1959

2) Tot 1900 houden we ons aan het gebruik .Gravemeyer , daarna , Gravemeyer" te schrijven

3) De volledige titel luidt „Gedachtenis der gebeurtenissen mijner familien m derzelver geslachtlinien, wegens geboorte, huwlijk levens en lotgevallen, als ook de dood zo van mijn grootouderlijk, ouderlijk en mijn geslacht Bijeengezameld en veider bijgevoegd wat zich vooial ondei de loop mijner Amtsbedienmg heeft toegedragen — De fotokopieën, waarvan ik gebruik heb gemaakt, zijn bijeengebracht m twee banden Verwijzingen voornamelijk de familiegegevens betreffende, geef ik tussen haakjes m de tekst aan met vermelding van band en bladzijde Ik ben zo vnj geweest kleine veranderingen m spelling en zinsbouw aan te brengen waar zulks gewenst was om het lezen te vergemakkelijken


4) Bovenstaande gegevens heb ik ontleend aan Dr Hemnch Reimers, Die Gestaltung der Reformation in Ostlriesland, Aurich 1917 De schuldbelijdenis, aangehaald uit ,Dese nabeschrevene manier wert gheholden tho Norden alle sondaechs na dat sermoen ', door Reimers als bijlage in zijn boek opgenomen, luidt volledig ,,Ic aime sondige Mensce beken, dat ic van Natueren ben een Kmt des Toorns en heb Gods Geboden van Herten niet geholden, noch ooc can holden, dan heb daer tegen gedaen mit Ghedachten, Wil, Woerden en Wercken, waerom IC van mi selven en van allen Creaturen moet vertwyvelen En weet nergent m Hemel noch op Aerden eenige Hulp noch Troost, utghenomen an Gode mynen hemelsken Vader door Jesum Christum mmen Heere"

5) Ik vervnjs hiervoor naar het artikel van prof dr A J Bronkhorst ,,Koeno Henricus Eskelhoff Gravemeyer" in Kerk en Theologie, XXI2, april/mei 1970, op blz 121 Prof Bronkhorst merkt echter

m een noot aan het slot op , Deze gegevens, die ik niet kon controleren, vond ik in Eiseviers Ken- Schets (Els Weekblad 10 november 1915)" Het valt verder slechts te vei onderstellen, dat termen als Graven en Maaijen (maaien) aan de landbouvi^ zijn ontleend

6) Der Deichwart, Heimatbeilage ,,Rheid6rland' , Weener, den 20 Januar 1968 - Nummer 3, bevat een artikel Woher kam die Familie Gravemeyer? Em famihenkundlicher Beitrag von Diedrich Hensmann, waarin te lezen staat ,,Nach emer mundlichen Ueberlieferung soil sie emst aus England nach dort gekommen sem" (Volgens een mondelinge overlevering moet de familie Gravemeyei eertijds uit Engeland naar het Tecklenburger land zijn gekomen)

7) Der Deichwart: ,,Wahrend der Gegenrevolution ist sie aus dem Munsterland geflohen und nach Ostfriesland gekommen"


8) Vgl. Dr. Theodor Pauls, Aus dem Pfarrarchive einer ostfrlesischen Landgemeinde, Aurich 1910, S. lOf. — Door toevoeging van een uitgang aan doopnamen zijn veel familienamen ontstaan: Jürgen-Jiirgens, Claas-Claassen, Focke-Focken, Evert-Evers, Otto-Otten, Geerd-Geerds of Gerdes, Albert-Albers.

9) lOok wel Christina genoemd (1.44,59). Volgens 1.69 zijn uit het eerste huwelijk ook dochters geboren. 1.44,77 maakt geen melding van dochters.

10) Ook Esklof genoemd (1.107). Tonjes zou als roepnaam van Antonius afgeleid kunnen zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Stichting Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 1973

Kerkblaadje | 8 Pagina's

Het geslacht Gravemeyer

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 1973

Kerkblaadje | 8 Pagina's