Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het ware pastoraat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het ware pastoraat

6 minuten leestijd

Weidt de kudde Gods, die onder uis,... I Petrus 5 : 2a.

Met het woord „weiden" stelt de apostel de emeente, die uiterlijk gezien zich in de geeselijke strijd bevindt, wat het innerlijke betreft .lidden in de vrede. Hij leidt de aandacht van ie oudsten af van de strijd en vestigt die op de nnerlijke vrede in Christus Jezus. Wonderheerijke woorden zijn het. Wij lezen hier niet: Strijdt voor de kudde"; wij lezen: „Weidt de udde!" Dat heeft Petrus onder de leiding van e Heilige Geest geschreven, juist zoals het aar waarheid is, waar slechts het Woord gepredikt wordt, het Woord dat alles alléén doet n de vijanden overhoop werpt.

Oudsten, die begeren trouw bevonden te worien, weten uit deze woorden eens en voorgoed vat zij voortdurend, wat zij vooral onder kruis 'n vervolging te doen hebben; wat zij, wanleer leeuwen, wolven en beren zich vertonen, de de schapen te lijf willen, hebben aan te angen om op geestelijke wijze zulke monsters op de vlucht te drijven of in stukken te .cheuren. Het enige, wat zij te doen hebben, s: de kudde weiden. Deze taak is moeilijk, ja onmogelijk, als oudsten menen zélf iets te kunaen doen of te moeten doen; zij is echter gemakkelijk en het gaat vanzelf, als zij geloven, lat de kudde niet van hen, maar van God is. ~n dezelfde zin spreekt ook de apostel Paulus van het „weiden van de gemeente Gods, die 'iij door Zijn eigen bloed verworven heeft" Hand. 20 : 28b). Hij, die haar door Zijn eigen iloed heeft verworven, beschermt en bewaart laar wel en zal Zich Zijn duur gekochte eigeniom niet laten ontnemen. Zij moet slechts geveld worden, en juist dat is de roeping van de 'udsten. Hij, die Zich deze kudde in het leven .eroepen heeft, laat ook voor haar het groene ;ras groeien. De oudsten mogen elkander wel duizendmaal toeroepen: ,,Weidt de kudde", dat ^s: Blijft zélf in de weide, verlaat die voor nog -io veel niet, blijft bij de kudde en houdt die bijeen in de weide, houdt die daar bijeen, waar het groene gras is, dat de Here heeft laten groeien. Dat is de ware wijsheid en de juiste krijgskunst. Al het andere doet God, en Hij heeft wel een tweede leeuw gereed om de eerste, die de schapen te lijf wil, in stukken te scheuren. Zodra de herder zich buiten de weide begeeft, is hij verloren, en als hij de schapen niet in de weide houdt, zijn de schapen verloren. In tijden van nood en gevaar, van droefenis en vervolging fluiten verstandige herders hun schapen de 45ste Psalm voor en houden vast aan het woord: „Wanneer mensen tegen u woeden, dan legt gij daar eer mee in, en wanneer zij nog méér woeden, dan zijt gij ook nog ten strijde toegerust". De helse Sanherib wil de weide voor zichzelf hebben om ten koste van de schapen uitstel van straf te verkrijgen en, als zijn straf komt, de schapen van God, wiens gezworen vijand hij is, mede in het verderf te slepen. Daarom moeten de herders op zijn dreigen geen acht slaan, maar in de weide blijven en daar de schapen bijeenhouden.

De weide is het Woord; dat is in de zandwoestijn van de wereld de liefelijke oase, waar de schapen veilig zijn en zich in fiere rust kunnen neerleggen, en tot verzadiging toe eten, wanneer zij honger hebben, — al zou ook rondom de weide de verschrikkelijkste storm opsteken. Maar éérst de weide, dat is het Woord; dan de kudde, dan de opzieners van de kudde! Want zó moeten zij de kudde weiden, dat zij slechts van de weide, .dat is: van het Woord, getuigen en op deze wijze ware opzieners zijn bij de kudde, dat is: dat zij opzicht hebben over de kudde Gods, zoals de apostel schrijft: ,,terwijl gij terdege toeziet", dat is: het opzienersambt bekleedt. Dit opzicht bestaat dus hierin, dat de schapen midden in de goede weide worden gehouden en geen enkel schaap zich dicht naar de kant van- of buiten de weide begeeft, opdat het niet door de vijand gepakt wordt. Daarom staat er: „Hebt dan nu acht op uzelf en op de gehele kudde, onder welke de Heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft" (Hand. 20 : 28a). En wat voor alle hoofden van een gezin geldt, geldt zeer zeker ook voor de herders van de kudde van Christus: ,,Zie toe op uw schapen en trek u het lot van uw kudde aan" (Spr. 27 : 23).

Aangezien de apostel de oudsten toeroept: „Hebt opzicht over de kudde", ligt het hem verre te denken, dat h ij moet komen om zélf het opzienersambt waar te nemen; want hij matigt zioh geen gezag over de andere opzieners of over de kudden aan. Hij duidt deze kudde aan als die, „die onder (bij) u is", „die gij voor uw ogen hebt". En hiermee geeft hij voor alle tijden de oudsten wèl te bedenken, dat hun zorg gericht moet zijn op de gemeente, die vóór hen is. Een wenk voor zulke oudsten, die de hun aanbevolen gemeente verwaarlozen, zodat het aangezicht van de hun toevertrouwde schapen hun voor bet merendeel onbekend blijft! Terwijl zij dag en nacht arbeiden en stad en land rondtrekken om, zoals zij uitbazuinen, de vervallen hut van David op te bouwen en de gehele wereld te evangeliseren, laten zij hun eigen huis in puin vallen. Zó moet het echter niet zijn en daarom de woordjes: „die onder u is". Laat hij, die over een stad gesteld is, zorg dragen voor zijn eigen stad! Dan zal zij zeer zeker worden een stad op een berg en voor andere steden een licht worden. Wie echter zijn eigen huishouding niet weet te besturen en, omdat dit hem te gering, te bekrompen of te moeilijk voorkomt, zich naar andere huizen begeeft om zich daar te goed te doen, die heeft het geloof verloochend en is erger dan een heiden.

Uit: Das Amt der Presbyter, 2. Auflage, Elberfeld 1870, S. 21—24. Opnieuw vertaald door Ds. D. van Heyst. De aangehaalde teksten zijn weergegeven naar de door Kohlbrugge gebruikte vertaling van Luther.

Dit artikel werd u aangeboden door: Stichting Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1977

Kerkblaadje | 8 Pagina's

Het ware pastoraat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1977

Kerkblaadje | 8 Pagina's