Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Elberfeld en Ludwig Ingwer Nommensen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Elberfeld en Ludwig Ingwer Nommensen

7 minuten leestijd

Bij het lezen van de naam EIberfeld zullen de lezers van het "Kerkblaadje" direct denken aan H. F. Kohlbrugge, die daar bijna 29 jaar predikant is geweest EIberfeld en Kohlbrugge horen bijeen. De combinatie Elberfeld-Nommensen is minder bekend. In het midden van de vijftiger jaren van de vorige eeuw is de grote zendingsman Nommensen namelijk enkele jaren hulponderwijzer in EIberfeld geweest. Geboren op 6 februari 1834 wist hij zich al op zeer jonge leeftijd geroepen tot het zendingswerk. Hij werd door de Heere in diepe wegen geleid voordat hij op Sumatra voet aan wal kon zetten.

Opnieuw lezend over zijn leven, beschreven door J. H. Hemmers in 1934, trof het mij hoezeer Nommensen zowel in zijn manier van optreden als in zijn wijze van uitdrukken doet denken aan H. F. Kohlbrugge. Het is niet uitgesloten, dat er contacten zijn geweest tussen deze twee groten in het Koninkrijk Gods, die zich beiden klein wisten tegenover de hoge God. Zij hebben zich afhankelijk geweten van Gods vrije genade en ontferming en de uitkomst van hun leven toont, dat ze nooit beschaamd zijn uitgekomen met het rijke Woord van God.

Als hulponderwijzer vinden we Nommensen in 1855 te EIberfeld. Het is daar, dat hij tot volle geloofsovergave gekomen is. In zijn jeugdjaren is hij door menige crisis heengegaan, zodat het leek alsof zijn verlangen om zendeling te worden nooit in vervulling zou gaan. Hoe moest hij leren en geloven: "Alhoewel . . . nochtans . . ."! Een ongeval dreigde al vroeg zijn toekomstplannen geheel m de war te sturen. Hij geraakte onder een voorbijgaande paard en wagen, waardoor zijn beide benen ernstig gewond werden. Genezing bleef uit. Vanuit het Woord werd hij bepaald bij: "Zo gij iets zult begeren in Mijn naam. Ik zal het doen" (Joh. 14 : 14). "Kan dat?" vroeg hij aan zijn moeder. "Ja zeker, jongen! — zei ze — het is Gods Woord". Aan dat Woord klemde hij zich vast. Als hij zou herstellen, dan wilde hij naar de heidenen gaan. En God hoorde hem. Na consultatie van een andere arts kon hij spoedig weer lopen. Van zijn 14de lot zijn 20ste jaar deed hij allerhande klusjes om in het onderhoud van het gezin te helpen voorzien. Hij was schaapherder, wegwerker, boerenknecht en hulponderwijzer. Toen hij twintig jaar oud was kon zijn zuster helpen voorzien in het onderhoud van het gezin. Nommensen pakte toen zijn bijbel, zijn catechismus en zijn psalmboek, en vertrok naar de haven om passage te boeken naar Indie. Maar nergens was er plaats voor hem. Hij ging terug om bij een boer te werken. In deze weg leerde God hem een onverwoestbaar vertrouwen en een geduldig wachten. Als een Jakob heeft hij m die tijd geworsteld om uitkomst. Weer vertroostte God hem uit het Woord.

In die tijd hoorde hij dat, wilde hij zendeling worden, hij dan eerst een zendingsschool moest bezoeken. Er was daar echter geen plaats voor hem. En weer moest hij wachten en in die wachtenstijd vinden we hem dan in EIberfeld. In 1857 kon hij terecht op de zendingsschool te Barmen.

De zendingsgenootschappen van EIberfeld, Barmen en Keulen waren in 1828 tot de "Rheinische Missionsgesellschafl" samengevoegd Dit Rijnse alsook het Bazelse Zendingsgenootschap dragen niet een specifiek kerkelijk karakter. Zowel Gereformeerde als Lutherse gemeenten staan achter hun arbeid

Voor zijn opleiding moest Nommensen zelf de boeken betalen. "Dit is de moeite met waard — zo zei hij — want ik heb een rijke Vader in de hemel, wie het goud en het zilver behoort, het \ee op duizend bergen"

HIJ was aanvankelijk bestemd voor Borneo Dit was voor hem echter niet meer mogelijk, daar in 1859 vier mannen, drie vrouwen en twee kinderen ten offer gevallen waren aan de woede van de daar wonende Dajaks. De Rijnse Zending kon hem toen op Sumatra plaatsen In oktober 1861 werd hij in Unterbarmen als zendeling uitgezonden. Bij die gelegenheid sprak hij: "Ja Heere, ik zal met mijn ganse hart Uw eer vermelden en wanneer Gij het beveelt, zal ik mij buigen op Uw eis". Hoezeer hij zich dienstknecht wist zien we uit zijn geestelijk testament, gemaakt op de Stille Oceaan op weg naar Sumatra op 13 april 1862 " . . Schenk mij steeds Uw Geest en doe mij Uw wapenrusting aan, opdat ik Uw krijg kan voeren, bedekt met het kleed van Uw gerechtigheid, door Uw Zoon voor ons verworven met Zijn bloed ". "O Heere Jezus, ik ben door Uw Woord en door Uw dood op Golgotha met U verbonden en daarop zegt mijn ziel: Amen! En mijn leven en sterven moet ervan getuigen, dat Gij mij verlost hebt en dat ik Uw eigendom ben Schenk mij kracht om U steeds te belijden voor de mensen. Goede Vader, mijn Vader in Jezus Christus, Uw geliefde Zoon, door Uw Heilige Geest! Amen".

Nommensens werk in de Bataklanden werd rijk gezegend. HIJ had een brede visie en voor zijn tijd was hij vrij vooruitstrevend. Spoedig gaf hij de jonge Batakkerk eigen verantwoordelijkheden. De iijd was rijp, zo vond hij, om met een brede zwaai het net van het evangelie uit te werpen. Het "vissen met de hen gel" wees hij af. "De Bataklanden voor Christus"- dat was zijn devies. Hoewel geen redenaar bezat hij toch de gave om op het juiste moment de dingen kernachtig te zeggen "Vriend, heeft het bloed van het Lam ook niet voor u gevloeid?", zo vroeg hij eens aan een bekommerde zeeman. In dialoog met Islamieten vermeed hij iedere kwetsende uitdrukking en elk twistgesprek. Maar wel legde hij hun de diepe vraag voor: "En wie betaalt uw zondeschuld?"

Ruim vijftig jaar mocht hij op het zendingsveld werken. En in al die jaren werd hij niet moede te wijzen op het Lam Gods. Daar waar hij de macht en de kracht van de satan van nabij zag, waagde hij het met het Woord alleen. Hij heeft ze zien komen bij duizen den, die in Christus hun heil hadden gevonden Hij had inderdaad een brede visie, maar dat ging niet ten koste van het ene nodige. Voor hem was de rechtvaardiging van de zondaar het enige motief tot en fundament van de zending. Heel concreet heeft hij steeds het volk van de Batakkers het heil Gods in Christus voor ogen gesteld. Hij verstond de heilige kunst om het m het zendingswerk door God alleen te laten doen. In onze tijd waarin veel zendingswerk bol staat van activisme, prestatiedrang en vleselijke pretenties, is het heilzaam te luisteren naar Nommensen, die zeggen kon: "Aardse grootheid begeer ik niet, alleen wens ik door Christus als een arm zondaar verlost te worden".

De theologische faculteit te Bonn eerde zijn buitengewone verdiensten op het zendingsveld door hem in 1904 ter gelegenheid van zijn 70ste verjaardag de doctorstitel te verlenen. Men bood hem aan naar Duitsland terug te keren met het oog op een rustige oudedag. Maar hij wilde tot het einde van zijn leven op Sumatra blijven. "Levend of dood, onder dit volk dat Gij, o Jezus, met Uw dierbaar bloed hebt gekocht, zal ik blijven en wil ik Uw Woord en Rijk uitbreiden", aldus Nommensen.

Op 23 mei 1918 loste God hem af van zijn post. Zijn graf is bij het Tobameer, waar hij eens als eerste blanke het evangelie begon te prediken. Vlak voor zijn sterven bad hij: "Heere, schenk mij een rustige dood door Uw bloed!"

Hoeveel tegenstand hij ook ondervonden heeft, dooi zijn vertrouwen en geloof kon men hem toch de blijmoedigheid nooit ontnemen. Hij kon schrijven: "De Heere geeft vreugde in het gezegende werk en wij welen immers, dat uit de blijdschap in de Heere de kracht voortvloeit. Welk een zaligheid is het toch om in de wijngaard des Heeren te mogen arbeiden, want daarin gaat het van geloof tot geloof en van kracht tot kracht, met vreugde in het hart, met liefde tot de Heere, in gemeenschap met de broeders van verre en nabij!"

Nommensen: van Nordstrand aan de Oostfriese Waddenkust, waar hij werd geboren, naar Elberfeld en vandaar naar de Bataklanden op Sumatra! Gedragen door het Woord geloofde hij, dat Christus zal overwinnen. "... Mijn geloof ziet dat alles, want het moet, het zal zo komen: alle koninkrijken zullen van God en Christus worden en alle tong zal belijden, dat Jezus Christus de Heere is, tot eer van God de Vader".

Dit artikel werd u aangeboden door: Stichting Vrienden van dr. H.F. Kohlbrugge

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1986

Kerkblaadje | 8 Pagina's

Elberfeld en Ludwig Ingwer Nommensen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1986

Kerkblaadje | 8 Pagina's