Weg van de snelweg!
"Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden".Mattheüs 7 : 13, 14
In de bovenstaande korte gelijkenis tekent de Here Jezus een opvallende tegenstelling: een nauw poortje, waarheen een smalle weg leidt, en een grote, wijde poort, waarheen een brede weg voert. De wijde poort en de brede weg voeren naar het verderf, de enge poort en de smalle weg leiden naar het leven.
Deze beeldspraak laat zich direct verstaan: de brede weg is gemakkelijk begaanbaar, er is veel ruimte en vrijheid; het is de hoofdverkeersweg waarover de meeste mensen voortgaan, de brede weg is de weg der "velen". De smalle weg is moeilijk begaanbaar, een weg met hindernissen en obstakels; de smalle weg is de weg der "weinigen". Een derde weg, een tussenweg of middenweg is er niet.
De Here Jezus spreekt in deze gelijkenis over de toegang tot het Koninkrijk der hemelen. Daarheen leidt geen brede, gemakkelijk begaanbare snelweg, maar de weg erheen is smal, moeilijk begaanbaar en de toegangspoort is nauw.
"De brede weg" en "de smalle weg" zijn bijna spreekwoordelijk geworden. Het woordenboek Koenen-Endepols geeft voor de zegswijze "de brede weg" als uitleg: "de weg der zonde". Nu lezen we in het Nieuwe Testament veel over de Farizeeën, die zich afzonderden van de in hun ogen slechte mensen, die het erg nauw namen en hun heil zochten in de vervulling van honderden wetsbepalingen. Zij hadden dan ook veel kritiek op de Here Jezus, omdat Hij met zondaren omging en zelfs aan één tafel met hen at. Maar de Here Jezus laat Zijn "wee u!" horen: "Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij sluit het Koninkrijk der hemelen toe voor de mensen. Immers, gij gaat er niet binnen en die trachten binnen te gaan, laat gij niet toe daarin te komen" (Matth. 23 : 13). Deze uitspraak — en dergelijke woorden van de Here Jezus zijn er nog veel meer — mag ons op onze hoede doen zijn om bovenstaande tekstwoorden niet op de klank af en klakkeloos op moralistische wijze te gaan versmallen.
De Here Jezus plaatst met deze gelijkenis een ieder voor de vraag: "Op welke weg bevindt ü zich?" Behoort u tot de weinigen die door de enge poort zijn ingegaan en die de smalle weg gevonden hebben en bewandelen? Wie echter zou dit, trots wijzende op eigen gerechtigheden en verdiensten dan wel ziende op zijn eigen gebreken en zonden, volmondig durven beamen? Immers, we dragen toch allen deze wereld die in het boze ligt mee in ons eigen hart!?
Dr. H. F. Kohlbrugge wees er indertijd op, dat de Here Jezus deze woorden niet richtte tot hen, die door de wijde poort ingaan en de brede weg bewandelen, maar tot Zijn discipelen, die Hem vrijwillig volgden. Hij wil hen niet ontmoedigen, maar juist bemoedigen. Zij zijn immers hoogbegenadigd, bevoorrecht boven duizenden, dat juist hun het geluk te beurt gevallen is door de Here Jezus Christus de weg ten leven te hebben gevonden. Daarom moeten ook wij niet vreemd opzien vanwege allerlei aanvechtingen, moedeloosheid, zwakheid, struikelingen en wonden. Dat is niet "iets vreemds", maar dat behoort onvermijdelijk bij het bewandelen van de smalle weg (vgl. I Petr. 4 : 12, 13).
Het is de Here Jezus Zelf, die ons nodigt op de smalle weg. Hij Zelf is voor ons door de enge poort gegaan en is voor ons de smalle weg naar Golgotha gegaan, toen Hij "buiten de poort geleden heeft ten einde Zijn volk door Zijn eigen bloed te heiligen" (Hebr. 13 : 12). De smalle weg waarop de Heiland ons roept is de weg die Hij Zelf gebaand heeft in Zijn verzoenend lijden en sterven en in Zijn daarop volgende opstanding. Voor ons is deze smalle weg de weg van de overgave aan en het geloof in Hem!
De Here Jezus spreekt over het "vinden" van deze weg: "Weinigen zijn er, die hem vinden". Men zou eerder verwachten, dat er zou staan: "weinigen zullen bereid zijn die smalle weg te gaan". Maar, dan zou het misverstand blijven, dat het Christen-zijn een bijzondere prestatie is van onze kant. De Heiland doet echter geen beroep op onze wilskracht en energie, maar Hij laat zien dat het gaat om een ontdekking, om een vinden, zoals bij de man die een schat in de akker vond en die koopman die een kostbare parel ontdekte. Het is de verrassende vondst, de ontdekking, dat de Here Jezus, die zo terzijde lijkt te staan van de brede wegen, waarlangs het leven van deze goddeloze wereld zich voortspoedt, de Levensvorst is, de enige Weg tot het Leven!
Wie zijn nu die velen, die de brede weg bewandelen en door een wijde poort hun verderf tegemoet gaan? Het zijn allen die de Here Jezus afwijzen, die weigeren Hem te belijden, die Hem niet willen volgen. Van nature bevinden wij ons allen op de brede weg. Maar de enge poort is de poort van de bekering tot de Here Jezus Christus. Daar is de Heiland en Hij nodigt ons op Zijn weg, wèg van de brede weg waarop de grote massa's mensen voortgaan, die Hem voorbijgaan. Hem niet nodig denken te hebben en zo hun verderf tegemoet gaan. Maar de Heiland roept ons om te komen op Zijn smalle weg om in Hem het Leven te vinden! Enerzijds is deze weg een weg van verdrukking,
Enerzijds is deze weg een weg van verdrukking, kruisdragen, zelfverloochening, smaad, beproeving. Anderzijds zal het ons op deze weg aan hulp, bemoediging, kracht en troost niet ontbreken. Want de Here Jezus is erbij en Hij gaat voor! Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven. Wie door Hem tot God de Vader gaat, is behouden!
"Het zal ons niet berouwen
de smalle weg te gaan.
Hij riep ons, de Getrouwe,
en Hij ging Zelf vooraan.
Komt en vertrouwt op Hem
die u is voorgetogen
en richt uw hart en ogen
vast op Jeruzalem".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 december 1988
Kerkblaadje | 8 Pagina's