Wat de toekomst brengen moge...
Wat weten wij van de toekomst af?
Velen zullen zeggen: niets. De toekomst is even donker als een duistere winternacht, waarin wij geen hand voor de ogen kunnen zien. Wij weten niet eens. wat de dag van morgen ons brengen zal; nog veel minder, wat wij in het nieuwe jaar aan vreugde en smart zullen doormaken.
En toch weten wij heel wat over de toekomst, ook al zijn wij geen profeten.
Wij weten — en dat is misschien het voornaamste — dat wij moeten sterven, tenzij de wederkomst van Christus nog tijdens ons leven zou intreden. Dat weten wij heel zeker van de toekomst af. Niemand twijfelt hieraan. Toch staan wij er veel te weinig bij stil. Daarom is de bede zo nodig: "Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen", of zoals Luther deze bede vertaalt: "Leer ons bedenken dat wij moeten sterven, opdat wij verstandig worden" (Ps. 90 : 12). Maar wij weten niet, wanneer wij zullen sterven. In het nieuwe jaar zullen alleen in ons land duizenden en tienduizenden mensen heengaan. Of u tot hen behoort, of ik onder hen ben, dat weten wij niet.
Wij weten verder, dat ook in het nieuwe jaar de lente met haar jonge groen en haar bloesempracht zal terugkeren en daarna de zomer waarin alles in de tuinen en op de velden groeit en rijpt, en dat op de zomer weer de herfst en de winter zullen volgen. Dat weten wij met grote stelligheid. Want dat heeft God zó geschikt, en op wat God geschikt heeft kunnen wij ons vast verlaten. Maar wij weten niet, of het nieuwe jaar een goede of een slechte oogst zal opleveren. Wij hebben daarom alle reden. God telkens weer om een goede oogst te bidden.
Wij weten verder over de toekomst, dat in het nieuwe jaar weer Pasen, Pinksteren en Kerstfeest gevierd zullen worden. Dat gebeurt zelfs in Rusland, waar men alles gedaan heeft om het christendom uit te roeien, en daarom ook het vieren van de grote christelijke feesten heeft trachten te verhinderen. Wij weten zelfs, op welke datum Pasen en Pinksteren zullen worden gevierd, namelijk op 26 en 27 maart en op 14 en 15 mei.
Wij weten verder over de toekomst heel nauwkeurig, wanneer op de afzonderlijke dagen van het jaar de zon en de maan zullen opgaan en ondergaan. Wij weten dat, omdat het in de kalender staat en wijze mannen dit hebben berekend. Zij waren hiertoe in staat, omdat wat God heeft geordend niet een menselijke machine is die defect kan raken, maar omdat wij heel zeker staat kunnen maken op wat God geregeld heeft tot op de tijd waarin ook de krachten der hemelen zich zullen bewegen en zon en maan haar schijnsel zullen verliezen. Zo weten wij dus heel wat over de toekomst. En hoe belangrijk is dat wat wij over de toekomst weten! Hoe ontzettend zou het niet alleen voor de landman maar ook voor heel het volk zijn, als wij niet met zekerheid wisten dat over enkele maanden de zomer weer aanbreekt, maar rekening moesten houden met de mogelijkheid dat in het nieuwe jaar de winter ook in juni, juli en augustus zou voortduren en wij met onze levensmiddelen tot de zomer van 1990 zouden moeten rondkomen.
Maar méér dan wat zoeven genoemd is weten wij nauwelijks van de toekomst af. Wat wij niet weten en toch zo graag zouden willen weten is oneindig veel méér dan wat wij weten. Toch spreken velen alsof zij nauwkeurig weten wat zij in het nieuwe jaar op een bepaalde tijd zullen doen en wat er dan zal gebeuren. Zij zeggen bijvoorbeeld: Op vrijdag na Pasen zullen wij in het huwelijk treden — of: in het voorjaar zal ik examen doen — of: in de zomer zal ik een nieuw huis bouwen — of: in de herfst zal ik mijn zaak of mijn bedrijf vergroten — of: begin juni zal ik een grote reis gaan maken, waarop ik mij reeds lange tijd heb verheugd. Reeds onder de eerste christenen waren er, die zó dachten en plannen voor de toekomst maakten alsof zij nauwkeurig wisten hoe de toekomst er uit zou zien. Tot hen is het ernstige woord uit Jacobus 4 : 13—16 gericht: "Welaan nu, gij die daar zegt: Wij zullen heden of morgen naar zulk een stad reizen en aldaar een jaar doorbrengen en koopmanschap drijven en winst doen; gij die niet weet, wat morgen geschieden zal! Want hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een weinig tijds gezien wordt en daarna verdwijnt. In plaats dat gij zoudt zeggen: Indien de Here wil en wij leven, zullen wij dit of dat doen. Maar nu roemt gij in uw hoogmoed; alle zodanige roem is boos".
Hoe weinig weten wij toch van de toekomst af! Wie kan weten, of oorlog of andere noodtoestanden als kernrampen, overstromingen, aardbevingen, hongersnoden, enz. — God moge ons hiervoor genadig bewaren — niet alle plannen overhoop kunnen werpen. Wie kan weten, of hij over een maand nog leeft en of de dood niet spoedig uit zijn familiekring iemand zal wegnemen, die hem bijzonder lief is. Wie kan weten, of ziekte of andere noden niet alles onmogelijk maken, waarop men zo stellig gerekend heeft. Het kan vóór de avond anders worden dan het op de vroege morgen was. Ja, de toekomst ligt donker vóór ons en alle pogingen om door het leggen van kaarten of door het raadplegen van waarzegsters iets over haar te weten te komen, zijn dwaasheid en zonde. Alleen God de HERE weet, wat de toekomst en ook wat het nieuwe jaar ons brengen zal. De meeste mensen zouden het niet verdragen, als zij vooruit wisten wat voor leed zij nog hebben door te maken. Zij zouden óf zwaarmoedig worden en wanhopen óf zich overgeven aan een ongebonden leven van genot en denken: "Laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij".
En toch, wij weten nóg iets van de toekomst af. Wij zijn een wandelaar gelijk, die in een duistere winternacht nauwelijks enkele stappen ver kan zien en daarom gemakkelijk verdwaalt, temeer omdat het hem ook niet mogelijk is de plaatsnamen op de wegwijzers te lezen. Maar aan de hoge hemel schitteren de sterren. En zoals een ster eens de wijzen uit het Oosten de weg naar Bethlehem wees, zo weet hij ook dat hij de richting naar huis inslaat als hij steeds een bepaalde ster voor ogen houdt. Zo willen ook wij in het donker van de toekomst onze blik op God de HERE richten en op wat Hij ons heeft geopenbaard. Dan behoeven wij niet te vrezen, dat wij verdwalen; neen, wij wandelen dan op de weg naar het eeuwig vaderland. De beloften van onze God zijn als sterren, waarvan wij weten dat zij ook in de toekomst, dus ook in het jaar 1989, zullen schitteren. Wij denken aan woorden als: "Wentel uw weg op de HERE en vertrouw op Hem, Hij zal het maken" (Ps. 37 : 5) — of: "Bidt, en u zal gegeven worden" (Matth. 7:7) — of: "Ik ben verze- 212kerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch overheden noch machten, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here" (Rom. 8 : 38, 39).
Als u verder nadenkt, zult u nog tal van andere heerlijke beloften vinden. Deze beloften zijn niet slechts tot 31 december 1988 van kracht geweest; zij gelden ook in het nieuwe jaar, ja, tot de jongste dag. Dat weten wij van de toekomst. En hoe belangrijk is dat, oneindig veel belangrijker dan dat wij weten of wij in het nieuwe jaar een ernstige ziekte zullen moeten doormaken of sterven! Maar ook de ernstige woorden van de Bijbel gelden voor de toekomst. Woorden als: "Wij moeten door vele verdrukkingen ingaan in het Koninkrijk Gods" (Hand. 14 : 22) — of: "Indien u de wereld haat, zo weet, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft . . . Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen" (Joh. 15 : 18, 20). En er zijn nog genoeg andere ernstige woorden die wij niet mogen vergeten, want: "De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan" (Matth. 24 : 35).
Zo is voor ons de toekomst niet als een donkere winternacht, waarin wij geen hand voor de ogen kunnen zien; neen, ons geldt het woord van de Here Jezus: "Wie Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar het licht des levens hebben" (Joh. 8 : 12). "Wat de toekomst brengen moge, ons geleidt des Heren hand", ook in 1989.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 december 1988
Kerkblaadje | 8 Pagina's