Refomoeders en de tijdgeest

Arbeidsparticipatie

Enige tijd geleden besteedde het Reformatorisch Dagblad uitgebreid aandacht aan arbeidsparticipatie van vrouwen uit de reformatorische gezindte. Uit een onderzoek onder 1476 respondenten bleek dat in 54 procent van de reformatorische gezinnen met thuiswonende kinderen twee ouders buitenshuis werken. Zes jaar eerder was dat nog slechts 35 procent. Al zitten de vrouwen hiermee ruim onder het landelijk gemiddelde van 68 procent, het is een duidelijk verschil. Dat dit niet alleen door het Reformatorisch Dagblad werd opgemerkt bleek wel uit de reacties die op het onderzoek volgden. Verschillende media berichtten over het onderzoek en deskundigen gaven hun verklaringen voor de opmerkelijke uitkomsten daarvan. Eén reactie bleef hangen.

Tijdgeest

In haar column in de Volkskrant van 26 december 2019 geeft ook Elma Drayer haar visie op het onderzoek. Ze schrijft: ‘Ik kon een kleine glimlach niet onderdrukken. Als je het mij vraagt laat dit onderzoek bovenal zien dat orthodoxie een mythe is. Zelfs onwrikbaar geachte Bijbelse principes blijken op een dag wrikbaar, om de simpele reden dat bevindelijke christenen net zo gevoelig zijn voor de tijdsgeest als u en ik. Wat ze zelf ook mogen beweren, cultuurveranderingen dringen er onherroepelijk door – zij het met een vertraging van enige decennia.’ Dat deze veranderingen door haar niet worden betreurd blijkt als zij in het vervolg van haar column opmerkt: ‘Zou er ook hoop zijn voor andere gevoelige thema’s binnen de achterban? Voor, ik noem maar wat, de acceptatie van homoseksualiteit?’ Als ze opmerkt dat het standpunt van de hoofdredactie van het Reformatorisch Dagblad rondom homoseksualiteit ongewijzigd blijft, sluit ze af met de opmerking: ‘Nee, rijk zou ik me als refohomo zeker nog niet rekenen. Maar de opmars der werkende refomoeders laat zien dat niets in steen gebeiteld staat.’ Wat dat betreft is de toegenomen arbeidsparticipatie van refomoeders voor Drayer een hoopgevende ontwikkeling.

De geesten beproeven

Nu verwacht ik niet dat de lezers van dit Kerkblad dezelfde hoop koesteren als Drayer. Maar haar column heeft wel degelijk wat te zeggen. Sterker nog: als ‘buitenstaander’ legt Drayer de vinger op een gevoelige plek. Volgens haar laat het onderzoek zien dat bevindelijke christenen net als ieder ander gevoelig zijn voor de tijdgeest. Dat is een eerlijke maar ook ontluisterende constatering. En dat niet alleen op het vlak van de werkende refomoeders. Ook op tal van andere terreinen gebeurt het dat eerdere opvattingen worden losgelaten. Daar waar jaren geleden oprecht gewaarschuwd werd voor televisie en bioscoopbezoek, worden nu op grote schaal programma’s en films via internet bekeken. Op het gebied van huwelijks(on) trouw krijgt de tijdgeest ook onder bevindelijke christenen steeds meer grip. En wat te denken van het mate-rialisme en het consumentisme? In heel veel opzichten worden ook bevindelijke christenen beïnvloed door de opvattingen van deze tijd. Het getuigt van weinig zelfkennis wanneer we denken voor die tijdgeest immuun te zijn. De tijdgeest wordt als het ware ingeademd. Dat is eerlijk om op te merken. Een bevindelijke christen hoeft zich wat dat betreft boven niets en niemand te verheffen. Sterker nog: die zal moeten belijden dat hij ook na ontvangen genade geneigd is tot alle kwaad. Die wetenschap heeft waakzaam te maken. De column van Drayer vormt een aansporing om de geesten te beproeven ‘of zij uit God zijn’ (1 Joh. 4) en ons bij alle keuzes steeds weer af te vragen of zij overeenkomen met Gods geopenbaarde wil.

Orthodoxie

Het tweede dat in de column opviel was dat Drayer orthodoxie als een mythe beschouwt en de reden daarvoor is dat ‘onwrikbaar geachte Bijbelse principes’ op een dag toch veranderlijk blijken te zijn. Voor Drayer bestaat er dan ook geen zuivere leer. Bijbelse principes die eerder normgevend waren voor het dagelijks leven blijken mee te bewegen met de tendens van de tijd. Het is een spiegel die wordt voorgehouden. Als eerder, op grond van de Bijbel, een stevig standpunt werd ingenomen en bepleit, dan zullen er eveneens Bijbelse redenen moeten zijn om van zo’n standpunt af te kunnen wijken. Anders maken we onszelf ongeloofwaardig bij anderen. De waarheid wordt hiermee gerelativeerd. Want, dat wat vandaag als waarheid wordt gepredikt, hoeft het morgen blijkbaar niet meer te zijn. Als rondom de arbeidsparticipatie andere inzichten zijn ontstaan, waarom zou dit op andere gebieden dan niet mogelijk zijn? Drayer is hoopvol gestemd als zij wijst op een ander onderzoek van het Reformatorisch Dagblad, waarin gesproken wordt over de acceptatie van homoseksualiteit. Ze schrijft: ‘Zonnige conclusie: veel refo’s lijken homoseksualiteit ‘voor een belangrijk deel’ te accepteren’. En dat terwijl Gods Woord de homoseksuele praxis duidelijk afwijst.

Houdt wat gij hebt

De column van Drayer is ontdekkend en mag ons tot verootmoediging brengen. Wat is het nodig dat bevindelijke christenen voor zichzelf helder hebben wat nu werkelijk tot de kern van het geloof behoort en wat niet. Om vervolgens aan die kernzaken ook vast te houden én te blijven houden. Dat is waar Christus de gelovigen van Thyatira en Philadelphia toe aanspoort: ‘Maar hetgeen gij hebt, houdt dat, totdat Ik zal komen’ (Openb. 2:25 en 3:11). Om er daarnaast voor te waken dat randzaken tot kernwaarden worden verheven en kernwaarden naar de randen weg gaan glijden.

Ja, om ervoor te waken dat er onder de druk van de tijdgeest ten diepste niets meer echt belangrijk is en de waarheid van Gods Woord wordt betwijfeld. Om, op grond van Zijn Woord, helder en klaar te spreken: ‘Alzo zegt de Heere’. Om vast te houden aan Zijn Woord dat ook in deze tijd gegeven is als een lamp voor onze voet en een licht op ons pad.

Hardinxveld-Giessendam, ds. B.D. Bouman

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen