Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De realiteit van de opgestane Zaligmaker

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De realiteit van de opgestane Zaligmaker

‘… ONZEN ZALIGMAKER JEZUS CHRISTUS, DIE DEN DOOD HEEFT TENIETGEDAAN, EN HET LEVEN EN DE ONVERDERFELIJKHEID AAN HET LICHT GEBRACHT DOOR HET EVANGELIE.’ 2 TIMOTHEÜS 1:10

4 minuten leestijd

De pelgrim schrijft aan hem die hij uit Gods hand ontving als medebroeder, medelijder en medestrijder. In leeftijd is Timotheüs zijn mindere, maar dat maakt de band die wordt uitgedrukt in de woorden ‘mijn geliefde zoon’ des te inniger. Pelgrim en apostel, gezondene van Jezus Christus, is hij, een brenger van een tijding die op tegenspraak kan rekenen omdat het menselijke zekerheden afschrijft en daartegenover stelt de Gekruisigde als enige en toereikend fundament. Smaad, hoon en lijden worden dan je deel, alsof je je hebt te schamen voor de Gekruisigde. Daar geef je toch niet alles voor op? Je eer, je waardigheid, je vrijheid, je leven?

Soms wordt gezegd, om iemand tot rede te brengen: ‘Ga eens met je beide benen op de grond staan!’ Of ook: ‘In wat voor realiteit leeft u eigenlijk?’ De realiteit, de werkelijkheid, waarin Paulus leeft, is Jezus Christus, zijn Heere. ‘Want hetzij dat wij leven, wij leven den Heere, hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere’ (Rom. 14:8). Die werkelijkheid is de echte werkelijkheid, reëler en werkelijker dan alles buiten God in Christus. Dat is waar, zelfs al beweert heel de wereld dat het dwaasheid en onzin is en dat het tijd wordt je verstand eens te gebruiken… Maar let op: dat is niet een rationele belijdenis met het verstand, een uitwendig erkennen dat het waar is, terwijl ons hart ten volle deel uitmaakt van deze wereld. Het is de realiteit van zalig gemaakt worden door geroepen te worden met een heilige roeping (vers 9). ‘Volg Mij!’ Die roeping brengt op plekken waar wij niet willen en waar onze natuur niet kan zijn omdat ze daar wordt afgebroken, onder het oordeel gesteld en waar blijkt dat wat wij voor leven hielden, geen leven is, maar dood. Dáár echter, daar alleen en daar ook op een ongeveinsd hartelijke, innemende wijze, is de bereidheid van Hem Die niet maar Zaligmaker heet, maar zalig máákt door Zelf Zich te stellen in onze plaats en zo onze schuld te dragen, weg te dragen tot en met in de dood aan het kruis! Gaat Gods liefde, barmhartigheid en ontferming zo ver? Ja, zo ver! Zo ver gaat dat, opdat Hij ons daardoor aan Zich zou verbinden. Dat is liefde, liefde van God!

Dan komen we in een totaal andere realiteit te staan, meer reëel dan deze wereld met al haar begeerlijkheid, die er totaal bij verbleekt, zodat al neemt men ons dat alles af, eigenlijk niets van ons wordt afgenomen omdat juist dat aardse, juist dat wereldse toch maar schijn is. Het echte, het ware, het kostbare, het zekere kan men niet eens afnemen omdat het vastligt buiten ons in Gods eigen voornemen (vers 9) en daarmee in de genade in onze Zaligmaker Jezus Christus, Die de dood heeft tenietgedaan, reeds toen, toen Hij het uitriep: ‘Het is volbracht’ en Die daardoor het leven en de onverderfelijkheid aan het licht heeft gebracht.

Zijn graf was open en sprak niet van de dood, maar van de overwinning op de dood. De dodelijke strik is gebroken! ‘Die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven’, zegt Hij. Hij roept en stelt daardoor in die realiteit (ook al zinken wij met Petrus dikwijls weg in de golven), waar de dood overwonnen is! Daar aan de andere zijde is de rust voor pelgrims. Daar worden voor altijd de tranen van hun ogen gewist… door God Zelf! Maar hier, hier reeds, geeft Hij in die realiteit de moeden kracht en bedeelt Hij niet met de geest der vreesachtigheid, maar met de Geest der kracht en der liefde en der gematigdheid (vers 7). Dat geeft rust, een onuitsprekelijke rust (die niet als baren van de zee op en neder geworpen wordt).

Dan kun je ogenschijnlijk misschien alleen staan in de naar wereldse maatstaven bespottelijke zaak van de Gekruisigde (‘In mijn eerste verantwoording is niemand bij mij geweest’), in de steek gelaten en verraden door hen die medestrijders zouden moeten zijn (allen die in Azië zijn, hebben zich van mij afgewend), maar van de weegschaal van het lijden vult God die andere schaal met de tegenwoordigheid van Jezus Christus, Die dood was en Hij leeft: ‘Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld’. Dat geeft zoveel rust en daarmee zoveel moed, zoveel moed om in deze wereld de kruisbanier van de Gekruiste op te heffen: ‘want ik weet Wien ik geloofd heb!’ (vers 12). Dan kan de loopbaan tot het einde gelopen worden. Dat kan… door Hem!

Ziet echter de wereld die getuigenis nog, zodat zij vraagt (juist in onze dagen): ‘Wat bezielt deze dwazen toch dat zij toch de dood niet vrezen? In wat voor realiteit leven zij toch?’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 2020

Kerkblad | 24 Pagina's

De realiteit van de opgestane Zaligmaker

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 mei 2020

Kerkblad | 24 Pagina's