Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zacharia: de Heere gedenkt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zacharia: de Heere gedenkt

ZACHARIA 2:6-13 DE MAN MET EEN MEETSNOER (II)

5 minuten leestijd

In het visioen van de man met een meetsnoer wordt Zacharia gewezen op de toekomst van Jeruzalem. De HEE- RE zal in haar midden wonen en Hij zal haar heerlijkheid zijn. In het tweede gedeelte van dit visioen wordt het volk dat nog in Babel verkeert aangespoord om Babel te verlaten en zich te begeven naar de plaats die de Heere verkoren heeft om daar te wonen. Ook vele heidenen zullen daar mogen wonen en Zijn volk mogen zijn.

Toen de joden door het edict van Kores de gelegenheid werd geboden om terug te keren naar hun eigen land maakte lang niet iedereen daar gebruik van. Men had het zo goed in Babel en men deelde in haar welvaart. Er was geen beter oord op aarde te vinden. Waarom zou je dan teruggaan naar het land der vaderen? Daar zijn alleen maar wat puinhopen. Jawel, zo is het in het heden, maar dat zal door de bemoeienissen des Heeren veranderen. Jeruzalem zal worden uitgebreid, beveiligd en verheerlijkt. Babel daarentegen heeft geen toekomst, hoe machtig zij in het heden ook is, haar staat de ondergang te wachten. Daarom wordt het volk aangespoord om te vluchten uit het Noordenland, opdat men niet meegezogen zal worden in het oordeel. Het woordje ‘hui’ is een aansporing om het volk in Babel met zijn rijkdommen en genot van de wereld aan te zetten om deze wereldstad te verlaten en zich te wenden tot de stad die God verkoren heeft.

Vanwege hun zonden heeft de Heere Zijn volk indertijd verstrooid naar de vier winden van de aarde. Hij heeft hen gekastijd. Hij heeft de mate van de straf bepaald en Hij heeft daarbij Babel gebruikt om die straf ten uitvoer te brengen. Maar Babel is veel verder gegaan in de maat van de straf waarmee de Heere Zijn volk wilde kastijden. En dat kan Hij niet dulden. Babel heeft zich aan Zijn volk, dat ondanks hun ongerechtigheden Zijn volk is gebleven, vergrepen. Zij hebben hen beroofd, hen uitgeschud en tot hun knechten gemaakt. Die misdaad kan niet ongewroken blijven. God heeft de Zijnen lief als Zijn oogappel, wie hen aanraakt raakt Hem Zelf aan en nog wel op de meest tere plek. Daarom zal Hij de macht van hun belagers breken, zoals dat reeds voorspeld is in het visioen met de smeden. En Zijn volk woont te midden van hen. Als zij daar blijven, zullen zij onvermijdelijk moeten delen in Gods straf en dat wil Hij niet. Vandaar die oproep. In Babel, met de tijdelijke genietingen van het leven en de schijnbare voorspoed, zijn zij niet veilig, want God zal opstaan en het nu nog zo vredige en stille Babel, waarin zij nog steeds wonen, bezoeken met zijn oordelen en straffen. Babel zal er niet aan kunnen ontkomen en wanneer zij daar blijven zullen zij met Babel vergaan. Laten zij daarom terugkeren als in een vlucht en met grote haast. ‘Hui, hui, Sion, vliedt uit het Noordenland. Ontkomt, gij die woont bij de dochter van Babel!’ Het grote en machtige Babel zal ten ondergaan. Maar Jeruzalem, de stad van Sions grote Koning zal steeds verder en verder uitdijen en de HEERE zal in het midden van hen wonen.

Zacharia mag nog meer tot zijn vertroosting horen. De heidenen, die Gods volk hebben geplunderd, zullen nu zelf tot een buit van Israël zijn. Zo was het ook in de dagen van Esther na de terechtstelling van Haman, zo was het in de tijd van Hizkia, toen de Assyriërs het beleg om Jeruzalem hadden geslagen. ‘Alzo zult gijlieden weten, dat de HEERE der heirscharen mij gezonden heeft.’ Deze woorden komen niet uit de mond van Zacharia, alsof hij zichzelf hier sprekende heeft ingelast. Maar ze worden gesproken door de Middelaar Gods en der mensen. We horen Hem in het Hogepriesterlijk gebed bidden en smeken om de eenheid van de Zijnen ‘opdat de wereld bekenne dat Gij Mij gezonden hebt.’ Zij die terugkeren uit Babel hebben reden te over om te juichen en zich te verblijden. Want de Heere zal komen en Hij zal in het midden van hen wonen. En dit woord is vervuld bij de komst van Christus in ons vlees. Johannes geeft het aan ons door als hij schrijft: ‘En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborene van den Vader, vol van genade en waarheid’ (|Joh. 1:14).

Niet alleen de gelovige joden zullen behoren tot het volk in het midden waarvan de Heere zal wonen. Ook vele heidenen zullen Hem toegevoegd worden. Eertijds vervreemd van het burgerschap Israëls, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld (Ef. 2: 12). Maar door de werking van Gods Geest zijn zij die eertijds verre waren nu nabij gebracht. Zij worden geteld als in Israël ingelijfd en mogen de naam van Sions kinderen dragen. Hieruit mag Zacharia niet de conclusie trekken dat dit heil alleen voor de heiden bestemd zal zijn. Daarom wordt er aan toegevoegd: ‘Dan zal de HEERE Juda erven voor zijn deel, in het heilige land, en Hij zal Jeruzalem nog verkiezen’.

Een groot gedeelte van deze profetie is al in vervulling gegaan. De Zone Gods, het vleesgeworden Woord heeft onder ons gewoond. De Geest is uitgestort om blijvend in de gemeente te wonen. In onze dagen zien we hoe velen van het volk der joden zijn teruggekeerd naar het land der vaderen, waar men, als de appel van Gods oog, wordt bewaard, ondanks het deksel dat nog op hun hoofden rust. We zien hoe al Gods beloften heerlijk worden vervuld. En voor allen die Christus mogen kennen door een oprecht geloof volgt er nog meer. God zal straks in het midden van hen wonen en zij zullen Zijn volk zijn en God zal Zelf bij hen zijn en hun God zijn.

Oldebroek, J.C. den Toom v.d.m.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2020

Kerkblad | 24 Pagina's

Zacharia: de Heere gedenkt

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2020

Kerkblad | 24 Pagina's