Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brasserijen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brasserijen

5 minuten leestijd

‘ZO PA, DAAR BEN IK WEER, MOOI VOOR TWAALF UUR HÈ?!’ ‘MOET HET WEER ZO OP HET NIPPERTJE? EN WAAR HEB JE EIGENLIJK DE HELE AVOND UITGEHANGEN?’ ‘DAT WEET U BEST. GEWOON MET DE JONGENS EEN BEETJE CHILLEN ENZO.’ VADER ZUCHT. ‘RICHARD, DIE KEET VAN JULLIE BEVALT ME NIKS. WEET JE NIET DAT DE BIJBEL WAARSCHUWT VOOR BRASSERIJEN?’ ‘MOOI WOORD IS DAT! MAG IK EENS VRAGEN, WAAR BENT Ú EIGENLIJK GEWEEST?’

Vader hoefde aan zijn zoon natuurlijk geen verantwoording af te leggen, maar een beetje gelijk had Richard wel met zijn vraag. Voor zijn ouders was het die zaterdagavond ook een latertje geworden. Tot half twaalf waren ze op de verjaardagsvisite geweest. En terwijl Richard tussen twee biertjes door nog met één van zijn vrienden een gesprekje had gehad over de hemel, had zijn vader eigenlijk alleen maar gepraat over het nieuwe huis, coronamaatregelen en de vraag of ze dit jaar nog op vakantie zouden kunnen. Nee, echt zinvolle gesprekken hadden ze niet gehad, moest vader bekennen, maar de sfeer en de hapjes waren goed geweest.

Volle tafels

Wat zijn brasserijen? Het woord ‘brasserij(en)’ komen we vier keer tegen, telkens als een grove zonde. In Romeinen 13:13, Galaten 5:21, 1 Petrus 4:3 en Lukas 21:34 (met een ander Grieks woord). In alle gevallen staat het in één adem genoemd met ‘dronkenschap’, en soms ook met ‘wijnzuiperij’. Het gaat dus om overmatig drinken, vaak ook overmatig eten. De Grieken en Romeinen kenden hun orgieën. Feesten ter ere van de god van de wijn, Dionysus en Bacchus. Ons woord ‘bacchanaal’ komt daar vandaan.

Zulke uitbundige feesten, waar drank, overmatig eten, muziek en zedeloosheid de boventoon voeren, waar kennen we die van? Misschien kent u die wel helemaal niet. Of bent u alleen bang voor uw puberkinderen, dat zij naar dergelijke gelegenheden gaan. Maar vergis u niet! Er is in feite geen zonde die geen aansluiting vindt bij ons hart. En die niet hier of daar in ons leven de kop op steekt. Wie herkent het niet, dat u bij een lopend buffet eigenlijk wel zou kunnen blijven eten? Of dat hij ’s avonds aan zijn maag merkt dat de karbonades bij de barbecue al te lekker smaakten? Of nog wat breder gezien, dat we een avond of zelfs een hele dag besteedden alleen aan uitwendig plezier? Het is niet voor niets dat in onze traditie kermissen altijd gemeden werden. Tegenwoordig blijkt dat nog niet zo gemakkelijk aan kinderen uit te leggen. Dat hangt vast hiermee samen, dat velen zonder bezwaar Walibi bezoeken, dat op allerlei plaatsen de popmuziek ons niet eens meer opvalt en dat we gewend zijn aan verjaardagen waar hapjes, drankjes en oppervlakkige gesprekken het hoofdgerecht vormen.

Een leeg hart

’t Is eigenlijk wel prettig, plezier maken zonder te hoeven nadenken, zonder ernstige gesprekken: even alles vergeten. Maar na die tijd blijft er een leeg gevoel over. Je had eigenlijk best eens écht met je broer willen spreken. Of dat nichtje van wie je weet dat ze het moeilijk heeft: een gemiste kans om alleen maar wat grappen over en weer te maken. Haar mond lachte, maar haar ogen huilden. En dat voelt u achteraf. En ’s zondags, als de preek zo echt ernstig is, en u zo zeker weet dat u alleen gelukkig kunt zijn als Christus uw Zaligmaker is, dan dringt de vraag zich op hoe u het eigenlijk kón, zo oppervlakkig plezier maken tijdens het dagje uit.

Maar de volgende keer gaat het weer net zo, bijna vanzelf. Het is zo gemakkelijk, om de ernst van het leven wat van ons af te kunnen houden. Maar het voelt toch niet goed. Het vreet aan je: is dít nu mijn leven? Waarom leef ik soms toch zo gemakkelijk, waarom houd ik zo van de wereld, waarom stel ik het toch zo uit om mijn geluk in Christus te zoeken?

Vervulling

Dit herkende ook Aurelius Augustinus in het jaar 387. Toen hij wat jonger was, leefde hij losbandig. Nu waren zijn wilde jaren achter de rug, hij ging geregeld naar de kerk, hij verlangde naar een christelijk leven. En toch, het kwam er niet echt van. Daar worstelde hij mee. ‘Hoe lang, hoe lang nog zal het zijn: ‘morgen, altijd door morgen?’ ‘Waarom niet nu? Waarom niet in deze ure het einde van mij smaadheid?’ Totdat hij, in zijn worsteling, een kind hoorde zingen: ‘Tolle lege, neem en lees!’ Hij liep terug naar de tafel en las de Bijbel daar waar deze open viel. Romeinen 13:13-14 zag hij als eerste, en dit sloeg naar binnen: ‘Laat ons, als in de dag, eerlijk wandelen; niet in brasserijen en dronkenschappen, niet in slaapkamers en ontuchtigheden, niet in twist en nijdigheid, maar doet aan de Heere Jezus’. De banden werden gebroken en zijn hart viel Christus toe.

Wat gebruikte de Heere daarvoor? Het aanwijzen van zijn zonden. En het wijzen op Christus. Als in één beweging. Zijn brasserijen en ontucht kwamen hem zo leeg voor in verge-lijking met Jezus Christus. Van Hem had hij al lang gehoord, maar steeds was hij bij Hem vandaan gebleven. Maar o, in dit woord lag door Gods Geest nu zo veel kracht. Die twee tegenover elkaar: de leegheid van de zonde en de volheid van Christus – hoe zou hij nog langer dralen? Eerst kon hij niet breken. Nu kon hij niet overeind blijven. Onze brasserijen zijn een middel om ons bij Christus vandaan te houden. Maar Christus is een nog krachtiger middel om ons bij brasserijen weg te trekken!

Nog één keer Augustinus: ‘Wie en hoe was ik? Wat voor kwaad is er dat ik niet gedaan heb? Of als ik het niet gedaan, (…) dan toch gewild heb? Maar U, Heere, bent goed en barmhartig. En terwijl U acht gaf op de diepte van mijn dood, reinigde Uw rechterhand mijn hart tot op de bodem van de afgrond van het verderf. En dat betekende, dat ik ophield te willen al wat ik gewild had, en begon te willen wat U wilde.’

Oldebroek, ds. M. van Reenen

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2020

Kerkblad | 24 Pagina's

Brasserijen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juni 2020

Kerkblad | 24 Pagina's