‘Zo zult gij hem namaals uithouwen.’
LUKAS 13:9B
Een zekere man had een vijgenboom, geplant in een wijngaard. Zoals bij iedere goede investering komt de eigenaar kijken of die mooie boom al vijgen voortbrengt. Van die vlezige, zoete vruchten. Mild van smaak en zacht op de tong. Kijk, we zien hem kijken onder de bladeren. Hij vindt niets. Helemaal niets.
De man gaat in gesprek met de wijngaardenier. De Schrift vertelt ons: ‘Zie, ik kom nu drie jaren, zoekende vrucht op dezen vijgenboom en vind ze niet, houw hem uit, waartoe beslaat hij ook onnuttelijk de aarde?’ De wijngaardenier heeft tijd en energie in de verzorging van de vijgenboom gestoken. Hij gaat een goed woordje doen voor die boom. Je proeft de liefde voor de boom. Luister maar naar het antwoord: ‘Heere, laat hem ook nog dit jaar, totdat ik om hem gegraven en mest gelegd zal hebben.’ De wijngaardenier voelt zijn verantwoordelijkheid. Al drie jaar heeft hij er tijd aan besteed. Hij zal nog een jaar de aarde loswoelen zodat het regenwater goed de wortels kan bereiken en de meststoffen tot aan de kleinste vertakkingen van het wortelstelsel door kunnen dringen. ‘En indien hij vrucht zal voortbrengen, laat hem staan; maar indien niet, zo zult gij hem namaals uithouwen.’ Als de boom geen vrucht voortbrengt zal de eigenaar van de wijngaard zijn bijl pakken en de boom bij de wortels uithouwen.
Wie zijn de personen in deze gelijkenis? De eigenaar is God de Vader. De wijngaardenier? Dat is de Heere Jezus. In de eerste betekenis denken we bij deze gelijkenis aan het volk van Israël. Zij hebben Johannes de Doper gehoord en velen wezen hem af. Ze hebben Christus gehoord en zeer velen wezen Hem af. En dan, na de rondwandeling van drie jaren, was daar het moment gekomen dat het laatste jaar aanbrak. Waarin de Heiland zou lijden en sterven, op zou staan en ten hemel zou varen. En werd de Heilige Geest uitgestort, daar in Jeruzalem. Velen kwamen tot geloof. Maar ook daar kwam weerstand, vervolging. Het oordeel is over Jeruzalem gekomen.
De tweede betekenis is dat het Evangelie dat wordt verkondigd door de gezanten van Christus, die zondag aan zondag de bazuin van Gods Woord aan de mond zetten, waarmee de Meester de meststoffen rondom onze levensbomen aanbrengt, dat dat Evangelie geen vruchten voortbrengt. Wat heeft al die arbeid van al die voorgangers uitgewerkt? Wat heeft Gods Woord uitgewerkt in ons persoonlijke leven? Wie is de Wijngaardenier voor u? Is Hij uw alles? Verwacht u alles van Hem? Omdat Hij u als eerste heeft lief gehad? Legt u heel uw levenslot in Zijn handen? Is het de nood van uw ziel dat u eens zult moeten verschijnen voor de Eigenaar van de wijngaard? Kunt u dat? Verschijnen voor de rechtvaardige, heilige God? Bent u gereinigd door het bloed van het Lam? Of beslaat u, of jij, onnuttelijk de aarde?
U leidt een keurig, onberispelijk, christelijk bestaan. U geeft uw gaven, u praat eens over de preek, door de week luistert u ook nog een preek. Maar mag ik u vragen: Heeft het u al gebracht aan de voet van het kruis, met een belijdenis van zonde en schuld? Is uw hart brandende in u? Staat u in vuur en vlam in de dienst van de Heere en brengt u vruch-ten voort van geloof en bekering? Of is uw belijdenis ook te midden van de coronacrisis, waar de versoepelingen er weer komen en de vakantieparken weer volstromen en het ‘normale’ leven weer wordt opgestart, is uw belijdenis: we jagen weer verder, maar geen vrucht! Petrus zegt in Handelingen 2: Bekeert u! Hoe vaak hebben wij dat al gehoord? Bekeer je? Keer je om naar de levende God? Maar altijd weer: ‘ja maar’, ‘Ja maar, ik kan niet.’ Is het ten diepste niet zo, dat wij als mensen niet willen?
Kent u écht uw eigen verlorenheid en uw zonden? Door de verlichting van uw verstand door de Heilige Geest? Dan gaat de Heilige Geest u laten zien wie u bent in de ogen van God. Zondig, ellendig, onwillig, ongehoorzaam, rebels. Hebben wij het al tot God uitgeschreeuwd en vergeving gezocht voor onze zonden aan de troon van de genade? Hebben we gebeden: ‘O God, wees mij de zondaar genadig’?
Het gaat over uw ziel. Het gaat over de eeuwigheid. U staat al in de eeuwigheid. Als vandaag de boom wordt uitgehouwen, voordat het komt tot een belijdenis van zonden en schuld, zonder geloof in Christus, zonder te weten of uw zonden zijn vergeven, dan is het eeuwig roepen: ‘Had ik maar geluisterd, had ik maar geluisterd’.
Het begint vandaag! Stel het niet uit! ‘Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden’ (Hand. 3:19), zei Petrus. De bijl is scherp. De bijl ligt klaar. De Wijngaardenier heeft de vijgenboom trouw verzorgd. Water gegeven, mest rondom de boom gelegd. De aarde losgewoeld met Zijn handen. Kijkt u eens naar de handen van de Wijngaardenier. Daar zitten littekens in, eretekens, medailles. Liefdevol is de boom verzorgd. De Wijngaardenier heeft er alles aan gedaan. Maar als die liefde keer op keer genegeerd wordt dan zal er een moment komen dat de Vader de Bijbel ter hand neemt, de wortels blootlegt en de boom omhakt. Zie en kom, haast u! ‘Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!’ (Joh. 1:29).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 2020
Kerkblad | 24 Pagina's