Het bevindelijke aspect in de prediking (5)
Het bevindelijke element mag nooit gemist worden
Geliefde ambtsbroeders, we gaan naar het einde van de lezing. Ik hoop u te hebben laten zien dat het bevindelijke aspect niet straffeloos achterwege kan blijven. Waar dat gebeurt, wordt de gemeente onthouden te horen hoe de Heere werkt in het hart. Dát te laten horen is anno 2019 niet minder nodig dan altijd. Gods volk dient zich toch te kunnen toetsen aan de kenmerken van het bevindelijke leven. Onze Dordtse vaderen noemen deze op wanneer zij zeggen (in Dordtse Leerregels I,12) hoe de Heere de Zijnen verzekert van het geloof ‘als zij de onfeilbare vruchten der verkiezing, in het Woord Gods aangewezen (als daar zijn: het waar geloof in Christus, kinderlijke vreze Gods, droefheid die naar God is over de zonde, honger en dorst naar de gerechtigheid enzovoorts) in zichzelven met een geestelijke blijdschap en heilige vermaking waarnemen’. De onbekeerden moeten ontdekt worden aan hun gemis en aan hen moet de weg tót de Weg worden gewezen, de ware bekeerden moeten geleid worden op de weg die ten leven leidt. Hun leven lang hebben en houden zij de leiding nodig van de Heilige Geest Die hen in al de waarheid leidt, hoe langer hoe meer. Dat houdt dus in, niet alleen voor het eerst, maar ook meer en meer, de afbraak van het eigen ik, de verloochening van zichzelf en het kruisdragen achter de Meester. Hun leven wordt een stervend leven of een levend sterven, om eens der zonde volkomen af te sterven en dan eeuwig te leven. Het gaat door de dood tot het leven, in de weg van strijd tot de overwinning, via het kruis naar de kroon, door lijden tot heerlijkheid. In het christenleven is en wordt het bevindelijke werkelijkheid: Groter zondaar worden, minder zonde doen. Gods kind durft niet te zeggen dat hij minder zonde doet. Hij vreest gedurig nog veel te veel zonden te doen. De allerheiligsten hebben maar een klein beginsel van de gehoorzaamheid. Zij krijgen de zonde in dit leven nooit onder de knie. Luther heeft gezegd dat een kind van God ‘simul iustus simul peccator’ is: tegelijk rechtvaardig en tegelijk zondaar. Zo is dat.
Ik eindig met een Bijbels voorbeeld van een ontdekkende preek. Wie rond Pinksteren preekt over de preek van Petrus, die het scherpsnijdend zwaard van de prediking zó hanteert dat hij in de ontdekking harten opent, ziet dat het Woord dwars door de ziel heengaat en het hart doorboort. Als dat letterlijk plaatsvindt, is ons hart geperforeerd. Er is een gat in gemaakt, het is kapot gestoken. Dan is ons hart stuk en is het niet meer te herstellen. Wie dat lichamelijk meemaakt, weet dat er geen doen meer aan is. Het wordt sterven, het betekent onze dood. Het zwaard door de ziel is letterlijk de doodsteek voor de mens. Waar geestelijk gesproken het zwaard van Gods Woord door de Heilige Geest ons hart doorboort, is het niet anders. Daar komt een gebroken hart, een verslagen geest. Daar moet de mens sterven aan zichzelf, aan de wet, aan de zonde, aan de wereld. Daar gaat het met onze oude mens de dood in. Zo functioneert een ontdekkende preek in de hand van Gods Geest. Daar word ik op het slagveld van Gods recht uitgeschakeld en dodelijk verwond neergelegd aan Zijn voeten. Daar wordt de taal van Psalm 51 geleerd, voor het eerst en steeds bij vernieuwing, in de aanvang en in de verdere voortgang van het leven der genade. ‘Want ik gevoel de grootheid van mijn kwaad. Mijn zonde zie ‘k mij steeds voor ogen zweven. ‘k Heb tegen U, ja, U alleen, misdreven, Uw wil en wet, hoe heilig, stout versmaad. Ik heb gedaan wat kwaad was in Uw oog. Dies ben ik, Heere, Uw gramschap dubbel waardig. ‘k Erken mijn schuld, die U tot straf bewoog. Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig.’
Hier is de verslagenheid van hart. ‘De offeranden Gods zijn een gebroken geest. Een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God, niet verachten.’ Ja, dat laatste staat er ook. Eerst moet er een doorboord hart zijn. Dat is een door Gods Geest overwonnen hart, een hart dat erkent de strijd te hebben aangebonden tegen de Heere, maar het nu niet meer te kunnen. Een hart dat de strijd tegen de Heere heeft opgegeven en dat mag zijn ingewonnen voor Zijn heilig recht. Een hart dat erkent vloek- en doemwaardig, ja helwaardig te zijn, waardig weggeworpen te worden van voor Gods heilige ogen. Leedwezen om de zonde is er, droefheid over het door mij bedreven kwaad, erkenning van de verdiende straf. Dit is er niet zomaar bij iedereen. Het is er alleen als Gods Geest werkt en het hart doorboort. Veel mensen huilen wel eens een nachtje [of korter…!] over hun zonden, maar dat is heel wat anders dan de diepe doorleving van onze schuld. Bij menigeen wordt wel eens een teer plekje geraakt aan de buitenkant van het hart, als een gevoelig woord klinkt in een preek. Maar dat is niet hetzelfde als dat het hele hart wordt doorboord, doorstoken en de mens het hoofd moet neerleggen op het blok, op het schavot, erkennend de dood te hebben verdiend. In het laatste geval ontvalt alle hoop de ziel, komt benauwdheid over u heen en weet u zich verdoemelijk voor God. Het zijn geen woorden, maar zaken. Het is niet slechts belijdenis, het is beleving. Persoonlijke zielsbeleving.
Bevinding is een onvergetelijk en een onmisbaar aspect in de prediking, want het geeft het leven aan de ziel, die door God wordt bewerkt. Weet u daarvan? Hebt u daarom de bevindelijke prediking lief, omdat u mag weten van het léven?
Een woord tot besluit
Tot slot. Er is slechts iets over het onderwerp gezegd, maar ik realiseer mij dat er ook zoveel niet [!] is gezegd. De Heere zegene wat gezegd is. Ik heb gezegd.
Harskamp, ds. A. Vlietstra
Lezing, gehouden op de Ambtsdragersbijeenkomst van de Stuurgroep in de Hersteld Hervormde Kerk in het kerkgebouw van de HHG te Achterberg op zaterdag 23 november 2019.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 juli 2020
Kerkblad | 24 Pagina's