Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Artikel 17: Over de volharding der heiligen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Artikel 17: Over de volharding der heiligen

WESTMINSTER CONFESSIE

6 minuten leestijd

De zaligheid van een verloren zondaar begint in de eeuwigheid met het verkiezend besluit van God drie-enig. Dat is de eerste schakel van de keten en orde van het heil. De laatste ervan is de verheerlijking van die zondaar na de algemene opstanding en het laatste oordeel. Die keten is onbreekbaar. Niet omdat een mens met genade ook maar enigszins de doorslag geeft. Allerminst. Als zalig worden ook maar voor het minste en kleinste deel in de hand van een adamskind ligt, dan is het voor eeuwig verloren. Nee, die keten is onbreekbaar, omdat de onveranderlijke God Zijn verbond van genade voor genade handhaaft. Gods uitverkoren kinderen worden zeker zalig, omdat ze aan de Borg Jezus Christus zijn toevertrouwd door de Vader. Niemand rooft hen uit Zijn Hand. Hun zaligheid ligt onwankelbaar vast in het Hoofd van het genadeverbond. Dat is wat de mannen van Westminster onder woorden brengen in artikel 17. We vinden dit ook voortreffelijk en voor de Kerk vertroostend verwoord in onze Dordtse Leerregels hoofdstuk vijf.

God is niet afhankelijk van de medewerking van of inwilliging door de begenadigde zondaar, op welke wijze en in welke mate dan ook. Immers, Hij vindt ze in Zijn opzoekende zondaarsliefde midden in hun vijandschap tegen Hem. Hij vindt ze in de afkerigheid van hun verdorven natuur. Hij vindt ze met het hart vol verkeerdheid en boosheid. Daar grijpt Hij in met Zijn wederbarende genade. Dat moet Hij niet doen, maar dat wil Hij in soevereine vrijheid en almacht doen. Dat maakt het wonder uit. De Westminster Confessie belijdt op grond van Gods getuigenis dat God degenen die Hij in Zijn Geliefde aanneemt ook bewaart en vasthoudt tot het eind. In de tijd worden zij allen krachtdadig geroepen en geheiligd door Zijn Geest. Ze worden uit de staat van het geestelijk dood zijn overgebracht in de staat van de genadige aanneming tot kind van God. Paulus schrijft in 1 Korinthe 6:11: ’maar gij zijt afgewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd in den Naam van den Heere Jezus en door den Geest onzes Gods’. Krachtdadig betekent: door de onweerstaanbare kracht van de Geest van Christus. Die kracht werkt Gods Raad uit. De roepstem van God dringt met licht, leven en kracht door in het hart. Ze krijgen oren om te horen, ogen om te zien, een hart om op te merken, voeten om te komen en handen om te ontvangen. Ze worden gewillig gemaakt en door de Geest des geloofs geleid tot het inwilligen van het genadeverbond.

Hoe vast ligt de zaligheid van de Kerk. Zo zeker als dat God God is. Zijn besluit om gevallen zondaren genade te bewijzen vloeit voort ‘uit de vrije en onvoorwaardelijke liefde van God, de Vader’. Hij heeft geen voorwaarden gesteld waar een mens aan moet voldoen om tot het gestelde doel te komen. O nee, geloof en bekering worden volgens Zijn besluitende wil aan een zondaar gegeven. Hoe zou je er anders ooit aan moeten komen? Gods kinderen worden als machtelozen in hun onwaardigheid en verlorenheid tot Christus en Zijn genaden geleid. Dat is een ergernis voor de natuur-lijke mens. Die wil meegeteld worden. Echter, de liefde van de Vader is zonder voorwaarde. Ze is ook vrij. Dat wil zeggen dat niets buiten God Zelf er invloed op uitoefent. God is niet bewogen tot Zijn besluit door iets of iemand buiten Hem. Hij is geheel onafhankelijk tot Zijn besluit gekomen. We zeggen dan wel eens: God neemt redenen uit Zichzelf. ‘Ik doe het niet om uwentwil’ (Ezech. 36:32). Hij doet het dan ook om Zichzelf te verheerlijken. Ook dit is een struikelblok voor de onwedergeboren mens. Die verdraagt het niet dat hij er geheel buiten staat. Die zoekt enige geschiktheid of waardigheid bij zichzelf. Die kan zijn schuldige doodstaat en volslagen verlorenheid niet mijnen. Maar de Kerk leert jubelen door deze gesmaakte liefde Gods: uit U, door U en tot U zijn alle dingen!

Zalig worden ligt vast verankerd in de drie-enige God. Dat is ten tweede ‘de vrucht van de verdienste en voorbede van Christus’. Hij maakt volkomen zalig die door Hem tot God gaan, want Hij leeft altijd om voor hen te bidden (Hebr. 7:25). Met een eeuwige begeerte wil Hij dat de verworven zaligheid hen wordt toegeëigend. Ons doopformulier onderwijst dat de Geest hen toe-eigent wat zij in Christus hebben. Wat zij hebben krachtens Gods verkiezend besluit. De Heere Jezus weet voor wie Hij de eeuwige nacht van Gods ondraaglijke toorn overwinnend doorworsteld heeft. Zijn Kerk lag Hem nauw op Zijn Middelaarshart. Hij kent ze alle bij name, voor wie Hij Zijn reine en heiligend bloed heeft gestort onder onuitsprekelijke benauwdheid en helse verschrikking. Kent u de kracht van dat bloed? Ontving u door de toepassing van dat bloed de vrede met God in hart en geweten? Welk een troost beleven Gods zwakke kinderen, die dagelijks in vele struikelen en hun paadje maar niet recht kunnen houden, uit de geloofskennis aan die voorbiddende Hogepriester. Ze roemen in Zijn trouw en volharding, want daarom zullen ze zalig worden. Kent u Christus in de kracht van Zijn voorbede? Heeft Hij u verkwikt met Zijn bidden voor u?

Gods kinderen kunnen nog vreselijk zondigen. In de Westminster confessie wordt in het derde punt van artikel 17 het volgende beleden: ‘Niettemin kunnen zij wel, door verzoeking van satan en wereld, het overwicht van de overblijvende verdorvenheden die in hen zijn en het verwaarlozen van de middelen tot hun bewaring, in zware zonden vallen en voor een tijd daarin voortgaan, waardoor zij Gods ongenoegen over zich halen en Zijn Heilige Geest bedroeven, in zekere mate beroofd worden van hun genade en vertroosting, hun hart daardoor verharden en hun consciëntie verwonden, anderen daardoor kwetsen en ergernis geven en tijdelijke oordelen over henzelf halen’. Gods kinderen zondigen niet goedkoop. De gevolgen worden ze gewaar. Wie denkt niet aan een Jona die in ongehoorzaamheid willens en wetens Gods roeping negeert en weigert Gods wil te doen. Hij doet er alles aan om te vluchten in zijn eigen weg volgens zijn eigen wijsheid. Dat is een donkere weg waarop ze de HEERE in Zijn verbolgenheid zullen ontmoeten. En toch, Hij zal hen niet vernielen, maar tot boetvaardigheid brengen. Ze zijn in Christus toch het voorwerp van Zijn liefde en Christus blijft toch voor hen bidden.

Ten derde, vanwege de blijvende inwoning van de Geest en het beginsel van geestelijk leven zullen zij volharden tot behoud. Hun oude mens blijft zich verzetten en ze bedroeven de Geest door hun zonden van overtreding en ongeloof. Dat kan ver gaan. De Geest houdt dan wel Zijn invloeden in. De troost wijkt en donkere twijfel bedekt hun ziel, maar Hijzelf gaat niet weg. Ze kunnen het wel vrezen, zoals David, maar het zal niet gebeuren. Ook de Geest weet wel wat maaksel zij zijn.

Tenslotte zullen de heiligen volharden vanwege de natuur van het genadeverbond. Dat kan niet gebroken worden door enige zonde en het hangt niet aan het volbrengen van enige voorwaarde. De drie-enige God staat daarvoor in. ‘Uit dit alles komt ook de zekerheid en de onfeilbaarheid van de volharding voort.’

Nieuw-Lekkerland, Ds. A.J. Britstra

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 2020

Kerkblad | 24 Pagina's

Artikel 17: Over de volharding der heiligen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 september 2020

Kerkblad | 24 Pagina's