Een vreemd’ling hier beneên
‘IK BEN EEN VREEMDELING OP DE AARDE, VERBERG UW GEBODEN VOOR MIJ NIET.’ PSALM 119:19
Wat een vreemdeling is, weten wij allemaal. Je komt ze bijna overal tegen. Mensen uit andere landen en culturen. Je ziet het aan hun kleding. Je hoort het ook aan hun spraak. Zij passen zich niet aan naar de gewoonten van het land waarin zij wonen. Zij willen hier ook een vreemdeling zijn en blijven. En als zij gestorven zijn worden zij begraven in het land waar zij uiteindelijk vandaan komen.
Maar over deze vreemdelingen gaat het niet in onze tekst. Het gaat hier niet over mensen die een vreemdeling in een ander land zijn maar die een vreemdeling op de aarde zijn. Als je een vreemdeling op de aarde bent, zoals onze tekst bedoelt, ben je overal een vreemdeling. Dan ben je het zelfs in je eigen huis. Dat ben je niet van jezelf maar door Gods genade, door het werk van Zijn Geest. Daardoor word je een vreemdeling op de aarde. Als je dat bent, besef je heel goed dat je hier niet thuis bent maar dat je op doorreis bent. Op doorreis naar het Kanaän, dat hier boven is. Daarom kun je het hier op aarde ten diepste niet meer vinden. De aarde kan je niet geven wat je nodig hebt en waar je hart naar uitgaat. Dat zijn hele andere zaken dan die voor de wereld zo belangrijk zijn. Het hart van Gods kind ligt, als hij op zijn plaats is, hier niet meer. Dat ligt het niet omdat hij weet dat deze wereld vanwege onze zonden zal vergaan. Daarom kon Christen het in zijn stad, die hij stad Verderf noemt, niet meer uithouden en is hij op reis gegaan naar het hemelse Sion. Maar niet alleen Christen, al Gods kinderen zijn reizigers geworden op weg naar een beter vaderland.
Maar als je van Gods genade niet weet, voel je je hier op de aarde heel goed thuis en zit je met al de vezels van je bestaan aan deze aarde vast. Dat zit je zelfs al ga je iedere zondag trouw naar de kerk, voor zover dat in onze tijd nog mogelijk is. Want van nature willen wij niet eens zo’n vreemdeling zijn waar onze tekst over spreekt. Ondanks dat Gods Woord ons zegt dat wij de pinnen van onze levenstent niet vast in de aarde mogen slaan, doen wij het wel. Want wij zijn vanuit onszelf uit de aarde aards. Daardoor zetten wij, tegen beter weten in, ons hart op deze wereld en al haar begeerlijkheid. En leven wij ook als kerkmensen, die beter weten, alsof er aan ons leven hier op aarde nooit een einde komt.
Wie zo leeft, vindt de dichter maar een vreemde man, omdat hij niet opgaat in het leven dat voor hem alles is. Maar
De dichter die door genade een vreemdeling op de aarde geworden is, is ook een pelgrim. Want hij is op reis naar een beter vaderland. Maar om door dit moeitevolle leven met al zijn noden, aanvechtingen en strijd, veilig aan te komen in het Kanaän dat hier boven is, is een betrouwbare reisgids nodig. Daarom vraagt hij de Heere: ‘verberg Uw geboden voor mij niet’. Die gids zijn voor hem Gods geboden. Dat is Gods Woord. Zijn Woord dat hem dierbaar geworden is, is zijn onmisbare gids op zijn levensweg. Dat is zijn betrouwbare Gids die hij ijverig bestudeert. Daar gaat al zijn lust en liefde naar uit. Daarom zingt hij: ‘Uw inzettingen zijn mijn vermaking de ganse dag’.
En een andere keer zingt hij weer: ‘Uit al den schat van ‘t grote wereldrond zo denkt die vreemdeling er ook over. Hij vindt zich niet alleen een vreemdeling, hij is het ook. Hij zegt: ‘Ik ben een vreemdeling op de aarde’. Hij zegt dat omdat hij zo anders is dan zij die opgaan in de dingen die vergaan. Hij zoekt zijn heil en geluk in die dingen die eeuwigheidswaarde hebben. Het is ook aan zijn gang door dit leven te zien dat hij er lust in heeft de Heere te dienen en voor Hem te leven. Maar het is ook aan zijn spraak, aan zijn getuigenis, te horen dat hij hier op aarde een vreemdeling is. Want wat hij spreekt is tot eer van de Heere. Het is aan zijn getuigenis te horen dat hij het eigendom des Heeren is. De dichter die door genade een vreemdeling op de aarde geworden is, is ook een pelgrim. Want hij is op reis naar een beter vaderland. Maar om door dit moeitevolle leven met al zijn noden, aanvechtingen en strijd, veilig aan te komen in het Kanaän dat hier boven is, is een betrouwbare reisgids nodig. Daarom vraagt hij de Heere: ‘verberg Uw geboden voor mij niet’. Die gids zijn voor hem Gods geboden. Dat is Gods Woord. Zijn Woord dat hem dierbaar geworden is, is zijn onmisbare gids op zijn levensweg. Dat is zijn betrouwbare Gids die hij ijverig bestudeert. Daar gaat al zijn lust en liefde naar uit. Daarom zingt hij: ‘Uw inzettingen zijn mijn vermaking de ganse dag’. En een andere keer zingt hij weer:
‘Uit al den schat van ‘t grote wereldrond
Is nooit de vreugd in mijn gemoed gerezen,
Die ‘k steeds in Uw getuigenissen vond,
Door mij betracht, en and’ren aangeprezen.’
Al Gods kinderen zijn vreemdelingen op de aarde. En omdat zij hier vreemdelingen zijn en er niet één uit zichzelf de weg naar het Vaderland hier boven weet, kunnen zij Gods Woord niet meer missen.
Wat is die vreemdeling een gelukkig mens want hij is op reis is naar de eeuwige Godsstad hier boven. Daardoor stemt hij met Paulus in: mijn wandel is in de hemelen. Daar ligt zijn hart en daar zal hij komen door de Heere die hem leidt door Zijn Woord. En daarom vraagt hij: ‘Verberg Uw geboden voor mij niet’. Bewaar mij voor de zonde waardoor U Uw aangezicht voor mij moet verbergen en ik mijn weg in het donker moet gaan. Want hij kan niet zonder de Heere en Zijn Woord leven. Maar omdat Gods Woord zijn Gids is, zingt het in zijn ziel:
‘Nu reis ik getroost onder ‘t heiligend kruis
naar ‘t erfgoed hierboven, naar ‘t Vaderlijk huis.
Mijn Jezus geleidt mij door d’ aardse woestijn.
“Gestorven voor mij!” zal mijn zwanenzang zijn.’
Deze vreemdelingen komen thuis, in het vaderhuis met zijn vele woningen. Want God heeft hun die stad bereid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020
Kerkblad | 24 Pagina's