Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Auto's met een verleden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Auto's met een verleden

6 minuten leestijd

Over welke wegen heeft deze oldtimer gereden? En wie zouden er in deze klassieker hebben gezeten? Elke auto bij Prins Classics heeft zijn eigen verhaal. Laurent van de Weerd en Jonathan van Engelen bezoeken het autobedrijf in hun woonplaats Nunspeet.

Langzaam lopen de klasgenoten Laurent en Jonathan door de grote klassiekershal. Het is stil, koud en de lampen zijn gedempt. Rijen auto’s staan stil te wachten. Aan het einde van de hal kijken de jongens om het hoekje in de volgende ruimte. Hier is het nog donkerder en hier staan nog meer auto’s. Een aantal daarvan is verstopt onder een doek. Wat zou daaronder zitten, een Lamborghini van vijftig jaar oud of een veertigjarige Alfa?

Alfa

De jongens gaan terug naar de hal. Ze lopen steeds sneller, rennen bijna en roepen wat ze allemaal zien: een politieporsche, een Volkswagenbusje, zelfs een oud vliegtuig. Bij een blauwe auto staat Laurent stil. „Een dikke Lambo!” Hij weet het zeker: dit is de mooiste. Jonathan maakt een rondje om de auto. Hé, die is open! Hij steekt zijn arm door de raamopening.

De deur van de klassiekershal gaat open: Arie komt naar de jongens toe. Hij zal hen van alles vertellen over de oldtimers van Prins Classics. Direct beginnen Laurent en Jonathan te vragen. „Hoe snel kan die? Hoe oud is deze? Hoeveel PK heeft die?” Arie geeft antwoord of zoekt het even op. Langzaam lopen de drie langs de auto’s. Arie vertelt over het bedrijf. „Dertig jaar geleden begon Wim Prins met de verkoop van Alfa Romeo’s. De eigenaar had veel met klassiekers en startte na een aantal jaar met de handel in oldtimers. Die kun je hier vinden, bij Prins Classics.”

Bij de politieporsche uit 1983 staat hij stil. „In de jaren tachtig reed de politie hierin. Ze hadden Porsches omdat dat meer indruk maakte. Nu is het echt een verzamelobject geworden.”

„Kenden jullie Prins eigenlijk al?”, wil Arie weten. De jongens knikken. „Ik rijd elke dag langs Prins aan de Galvaniweg”, vertelt Jonathan. Laurent: „Ik ga er vaak auto’s spotten. Ik maak foto’s van de auto’s die er staan.” „Ja”, lacht Arie. „Er staan elke dag wel jongens bij het hek om naar de auto’s te kijken.”

Maar bij dit pand zijn de jongens nog niet eerder geweest.

Italië

Arie wijst naar een bordeauxrode Alfa Romeo. „Dat is een Alfa GT1300 junior uit 1972: voor ons een speciale auto. We hebben hem zelf uit Italië gehaald. Hij was in slechte staat en we hebben hem helemaal gerestaureerd. Hij is nu echt als nieuw.”

Het is aan Arie te zien dat hij trots is op de wagen. De jongens lopen een rondje om de klassieker en gaan erin zitten. Ruim is het niet; het voelt heel anders dan een gewone auto. In de hoek van de ruimte staat een blikvanger: een Volkswa-genbusje uit 1971 in wit en grijs.

„Iedereen kent deze busjes”, vertelt Arie. „Ze blijven bekend omdat ze zo sprekend zijn en heel sterk. Dit is een van de bekendste oldtimers.” Voor het busje staat een stel motoren, in alle soorten en maten en jaartallen.

„Een Ducati”, wijst Laurent.

„Moet je daar op liggen, of zo?”

„Probeer het maar eens”, zegt Arie.

Laurent zwaait zijn been over het zadel en gaat zitten. Hij ligt met zijn buik op de motor om het stuur vast te kunnen houden.

„Dit is een racemotor”, vertelt Arie. „Die daar is heel anders.” Hij wijst naar een Harley Davidson. „Dat is een tourmotor. Daar zit je rechtop.”

Het zilverkleurig chroom van de Harley glanst. „Oude auto’s en motoren hadden vaak veel chroom. Let maar eens op, je ziet hier heel veel chromen bumpers.” En ja, als je rondkijkt, glimt en blinkt het overal.

Driewieler

Naast de motors staat misschien wel het bijzonderste voertuig dat in de hal te vinden is: de Messerschmitt. De kleine driewieler ziet er grappig uit. De Messerschmitt werd na de Tweede Wereldoorlog gemaakt door een Duits bedrijf dat eerst jachtvliegtuigenbouwde. Deze Messerschmitt lijkt door de glazen kap op een cockpit. Aan de linkerkant van de hal staat een aantal Ferrari’s. „Dit is de Testarossa uit de jaren tachtig”, vertelt Arie. „Wat valt je op aan deze auto?” Jonathan ziet het. „Hij heeft maar één buitenspiegel.” Arie knikt. „Klopt. In de jaren tachtig was het toegestaan dat je maar één spiegel had. Dit model heet dan ook de Monospecchio.”

Favoriet

Het rondje door de hal is bijna klaar. „In deze hoek staan een paar dure auto’s.” Arie wijst naar een zilvergrijze wagen. „Deze Maserati Sebring uit 1957 kost ruim driehonderdvijftienduizend euro. En die Lamborghini is zeshonderdduizend euro.” De laatste auto is een roomkleurige, statige wagen. Het zou een prachtige bruidsauto zijn. „Dit is een Bentley zeker?” vraagt Jonathan. „Nee”, zegt Arie, „een Nash Roadster uit Amerika.” Jonathan is eruit: dit is zijn favoriet.

Vanuit de hal lopen de jongens naar de werkplaats. Een oudgroene klassieker staat op de brug. De jongens bukken eronder en kijken omhoog. „Oude auto’s zijn minder ingewikkeld”, vertelt Arie. „Daarom is het leuker om zelf aan te klussen. Tegenwoordig heb je altijd een computer nodig om nieuwe auto’s uit te lezen. Bij klassiekers is het nog echt handwerk.”

Ritje

Door de werkplaats lopen ze naar buiten. „Jullie moeten hier even wachten, jongens.” Dan gaat langzaam de schuifdeur open en met grommende motor rijdt er stapvoets een Ferrari naar buiten.

„Zo…” zegt Jonathan. De jongens stappen in, Arie schuift achter het stuur. De auto glijdt het terrein af en draait de weg op. Arie geeft gas en de wagen brult. Al snel laat Arie het gas los, want hij wil geen ongelukken. „We kunnen wel langs de school rijden, het is bijna pauze”, stelt Laurent voor. Maar Arie schudt zijn hoofd. „Hij maakt te veel lawaai om Nunspeet in te gaan.” De rit gaat het dorp uit. „Daar woon ik, in dat huis!” roept Jonathan. Even later keert Arie de auto en rijden ze weer terug.

„Het is trouwens een V12 uit 2015.” Niet bepaald een oldtimer dus… Het ritje is een moderne afsluiting van een klassiek bezoek.


Verliefd op oldtimers

Waarom koopt iemand een oldtimer? Is het niet gewoon een hoekige rammelbak met veel kans op pech?

„Mensen kopen in de eerste plaats een oldtimer vanwege de nostalgie”, vertelt Arie. „Een oude auto doet denken aan vroeger. Andere mensen verzamelen ze en breiden zo hun collectie uit. Weer anderen kopen een oldtimer om gespaard geld te investeren, want oldtimers worden alleen maar meer waard.”

Arie komt veel mensen tegen die verliefd zijn op klassiekers. „Zij vinden het rijden in een nieuwe auto geen autorijden meer. Alles gaat automatisch. In een oude auto rijden is echt werken: je moet de auto warm rijden en nadenken hoe je goed voor de auto zorgt.” Wanneer is een auto eigenlijk een oldtimer? „Als een auto ouder is dan veertig jaar, noem je het een oldtimer.” Tien jaar geleden was dat nog anders: toen mocht je een auto van vijfentwintig jaar al oldtimer noemen. Toen dat veranderde, waren er auto’s die de ene dag nog oldtimer waren en de volgende dag niet meer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2022

Kits | 32 Pagina's

Auto's met een verleden

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2022

Kits | 32 Pagina's