Drukpers

Baanbrekende uitvinding

In de middeleeuwen bedachten uitvinders een apparaat waarmee je gemakkelijk meerdere kopieën van een boek of afbeelding kon maken. In het jaar 1050 was er in china al zo’n machine. Die bespaarde veel tijd en geld, want je hoefde niet steeds hetzelfde te schrijven of tekenen.

Slimme vondst

De duitser johannes gutenberg kreeg rond 1450 een geniaal idee: hij maakte losse ‘drukletters’, die je steeds opnieuw kon gebruiken om woorden te maken. Hij smeerde ze in met inkt en drukte ze af op vellen. Door dat te herhalen, kon hij gemakkelijk teksten ‘kopiëren’.

Weetje:

Door Gutenbergs uitvinding kon de Bijbel wordengedrukt.

De Bijbel die hij drukte, heette de Gutenbergbijbel.

Voor het drukken van 1 pagina was 4 tot 5 kilo aan drukletters nodig.

Door de boekdrukkunst werden boeken populair én goedkoper. Daardoor konden ook ‘gewone mensen’ (en dus niet alleen rijken) ze kopen. Zo werd de bijbel steeds verder verspreid.

Johannes Gutenberg wordt nog steeds geroemd. Er is bijvoorbeeld een letterype naar hem genoemd.

Bij de eerste drukpersen kwam nog steeds veel kijken: het ininkten van de letters, het plaatsen van papier en het aandrukken van de pers kostte ook tijd.

Wie nu écht de boekdrukkunst heeft uitgevonden? Niemand weet het, maar vaak wordt de chinees bì sheng genoemd.

Vroeger kon men ook al afbeeldingen drukken, door ze in hout of metaal te graveren.

De drukwerkkunst is al ouder: al in de tijd van de bijbel gebruikten koningen zegelstempels met een afbeelding, waarmee ze een zegel drukten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen