Paniek!
„We zijn het zat.” Overal in het Israëlitische kamp staan groepjes mensen met elkaar te praten. Hun gezichten staan boos, hun stemmen klinken ongeduldig. ”Waarom heeft Mozes ons uit Egypte weggehaald? We hebben geen water en geen eten. Straks zullen we allemaal sterven in deze woestijn!” Ja, ze krijgen wel elke dag manna, maar ze hebben dat hemelse brood al zo vaak gegeten dat ze het niet meer lusten. Ze zijn deze reis spuugzat!
Opeens klinkt er een stem: „Pas op, een slang!” Mensen gillen, kinderen rennen. Maar waarheen? ”Kijk uit, daar is er ook één!” „En daar!” „En daar…” Van alle kanten kronkelen grote, boze slangen het kamp in.
Iemand wordt gebeten: hij schreeuwt van de pijn en valt op de grond. Doodziek… In een mum van tijd liggen er overal mensen in het zand en is het hele kamp in paniek.
„Mozes, we hebben gezondigd!” roepen de mensen. „Ons gemopper en geruzie was verkeerd, we verdienen deze straf van de Heere. Maar wilt u voor ons bidden of Hij de slangen weg wil sturen?” Even later zet Mozes een grote paal in het zand, midden in het kamp. Boven aan de paal schittert een nagemaakte slang van koper in het felle zonlicht. Al snel wordt het goede nieuws rondverteld: „De Heere heeft beloofd dat iedereen die naar deze slang kijkt, weer gezond zal worden.”
Het wonder gebeurt: mensen die eerst vuurrode wangen van de koorts hadden, staan gezond op en kloppen het zand van hun kleren. Wat is de Heere goed, Hij geeft genade aan mensen die dat niet verdienen!
Net als de Israëlieten zijn wij ook vaak ondankbaar en zondigen we tegen de Heere. Wij verdienen ook straf en moeten sterven. Maar kijk nu nog eens naar die paal met de koperen slang. Zie je dat het lijkt op het kruis waar de Heere Jezus aan is gestorven? Zoals de Israëlieten gezond werden door naar de koperen slang te kijken, zo kan ook jij ‘gezond’ worden door naar Jezus te kijken: door in Hem te geloven, ontvangen we vergeving van onze zonden. Wat een wonder, hè!
„GELIJK MOZES DE SLANG IN DE WOESTIJN VERHOOGD HEEFT,ALZO MOET DE ZOON DES MENSENVERHOOGD WORDEN.OPDAT EEN IEGELIJK DIE IN HEM GE- LOOFT, NIET VERDERVE, MAAR HET EEUWIGE LEVEN HEBBE.”(JOHANNES 3: 14-15)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 22 oktober 2024
Kits | 32 Pagina's