Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Handleiding 5a: Nehemia bidt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding 5a: Nehemia bidt

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lezen
Nehemia 2:11-20

Kerntekst
Toen gaf ik hun tot antwoord, en zeide tot hen: God van de hemel, Die zal het ons doen gelukken, en wij, Zijn knechten, zullen ons opmaken en bouwen (Nehemia 2:20a).

Zingen
Psalm 63:5 en 7
Psalm 74:18 en 21
Psalm 79:5
Psalm 99:2
Psalm 124:1, 2, 3 en 4
Psalm 127:1
Psalm 138:4

Vertelschets

In het paleis van de koning van Babel zit een man in zijn kamer. Zijn gezicht staat verdrietig. Er zit een diepe rimpel boven zijn ogen. Af en toe rolt er een traan over zijn wangen. Dan buigt hij zijn hoofd en vouwt zijn handen.

Wie is die man? De man, die daar zo verdrietig zit, is Nehemia. Hij is een Jood, maar hij is geboren in Babel. Nehemia weet dat hij niet in Babel hoort. God heeft zijn voorvaderen gestraft voor hun zonden en hen naar Babel laten wegvoeren. Toen de koning gezegd had dat de Joden vrij waren om terug te gaan naar het land Israël, is Nehemia gebleven. Nehemia heeft in het paleis van de koning een belangrijke baan. Hij is de schenker van de koning. Voordat hij koning Arthahsasta zijn beker wijn geeft, proeft hij eerst zelf. Zo zorgt hij ervoor, dat niemand de koning kan vergiftigen.

Waarom is Nehemia zo verdrietig? Is de koning boos op hem omdat hij zijn werk niet goed heeft gedaan? Nee, dat is het niet. Nehemia heeft bezoek gehad van zijn broer Hanani met een paar vrienden. Hij heeft aan zijn broer gevraagd hoe het is in het land Israël. Of het goed gaat met de mensen, die teruggegaan zijn uit het land Babel en nu weer in het land Israël wonen. Ook heeft Nehemia gevraagd hoe het gaat met de stad Jeruzalem.
Als Nehemia terugdenkt aan het antwoord van Hanani, komen er weer tranen in zijn ogen. Hanani vertelde een heel verdrietig bericht. Het gaat niet goed met de Joodse mensen, die teruggekeerd zijn. Ze worden door de vijanden, de Samaritanen, bespot en gehaat. De stad Jeruzalem is wel weer voor een groot deel opgebouwd. De tempel is weer hersteld, maar de muren van de stad staan er nog niet. Die liggen in puin. De oude poorten zijn verbrand en er zijn nog geen nieuwe poorten. Iedereen kan zo de stad inlopen. Mensen die helpen met het opbouwen van de stad, maar ook de vijanden kunnen zomaar binnen komen. De wilde dieren lopen 's nachts langs de huizen.
Dat was de boodschap van Hanani. En daarom is Nehemia erg verdrietig. Hij had gehoopt op goede berichten van zijn broer. Nehemia is nog nooit in de stad Jeruzalem geweest. Maar toch is er veel liefde in zijn hart voor die stad. De stad waar de tempel staat. Waar elke dag de offers aan de Heere worden gebracht. Nehemia voelt veel liefde voor het volk van Israël, waarvan de Heere heeft gezegd dat het Zijn volk is. Hij is zo verdrietig, dat hij zelfs niet wil eten. Er is maar één ding dat hij kan doen in dat verre Babel. Dat is bidden. Bidden tot de God van Israël. Hij vouwt zijn handen en vertelt alles aan de Heere. “O Heere,” bidt hij, “wilt U toch horen naar mijn gebed. Wij hebben gezondigd. Wij hebben niet verdiend, dat U naar ons luistert. Maar U heeft toch een verbond gesloten met ons, Uw volk Israël? U heeft toch beloofd, dat U voor Uw volk zal blijven zorgen?”
Nehemia gaat met zijn verdriet naar de Heere toe. Zo mag jij ook al je verdriet aan de Heere vertellen. De Heere hoort het gebed van alle mensen. Ook van kinderen. David heeft dat in de psalmen ook gezongen: Gij hoort het gebed; tot U zal alle vlees komen. Misschien weet je soms geen oplossing voor je verdriet of het verdriet van andere mensen. Je zou willen helpen, maar je weet niet hoe. Ook dat mag je aan de Heere vertellen. Hij kan zorgen dat er toch een oplossing komt.

Nehemia denkt diep na. Zou er iets gedaan kunnen worden aan die gebroken muren en verbrande poorten? Zou hij kunnen helpen? Wat zou hij dat ontzettend graag doen! Er komt een mooi plan in hem op. O, als dat eens zou lukken. Wat zou het fijn zijn als hijzelf naar Jeruzalem kan gaan om te helpen de muren te herbouwen. Nehemia vouwt zijn handen. Weer bidt hij tot de Heere. Hij vraagt de Heere of het plan mag lukken.

Er gaat een hele tijd voorbij. Het gezicht van Nehemia staat nog steeds somber. Elke dag moet hij aan de stad Jeruzalem denken. Van zijn plan is nog niets terechtgekomen.
Op een dag moet Nehemia de beker met wijn bij de koning brengen. De koning kijkt hem ineens aan en vraagt: “Waarom kijk je toch zo verdrietig, Nehemia? Je bent toch niet ziek? Ik zie dat je een groot verdriet hebt.” Nehemia schrikt. Hij weet dat je bij de koning nooit verdrietig mag kijken. Bij de koning moet je altijd opgewekt en blij zijn. Zal koning Arthahsasta nu boos worden? Zal hij hem wegsturen of misschien wel laten doden? Nehemia kijkt de koning even aan. Hij zal het maar eerlijk vertellen. “O koning, leef in eeuwigheid. Dat ik zo verdrietig ben, heeft een reden. De muren van de stad Jeruzalem zijn nog steeds verwoest. De poorten zijn nog steeds verbrand. En het is nog wel de stad waar mijn vaderen begraven liggen.” De koning luistert en vraagt: “Nehemia, wat zou je graag willen?” Nehemia kan het bijna niet geloven. Mag hij aan de koning zijn plan vertellen? Maar zal de koning dat plan goed vinden? Er komt een stil gebed in het hart van Nehemia. De Heere kan ervoor zorgen dat zijn plan lukt. Dat weet hij zeker. Hij vouwt zijn handen niet. Zijn ogen zijn ook niet dicht. Toch bidt hij. Hij roept tot God. Zomaar een zucht.

Is dat ook bidden? Ja, zeker! Het maakt voor de Heere niet uit of je lang bidt of kort. Als het maar een gebed is dat uit je hart komt. Als het maar een eerbiedig gebed is. Bid jij zo ook weleens tot de Heere?

Nehemia bidt. Het is maar een heel kort gebed. Dan vertelt hij zijn plan aan de koning. “Koning, als u het goed vindt, laat mij dan naar de stad Jeruzalem gaan om de muren weer op te bouwen en de poorten weer nieuw te maken.” Koning Arthahsasta denkt na. Hij wil Nehemia niet missen. Hij wil Nehemia wel weer graag terug zien. “Hoe lang denk je weg te blijven, Nehemia?” vraagt de koning. Als Nehemia vertelt hoeveel tijd hij denkt nodig te hebben, vindt de koning het goed. Nehemia mag naar de stad Jeruzalem gaan. Hij krijgt zelfs brieven mee, waarin staat dat hij hout mag gebruiken. Hij heeft veel hout nodig om de poorten weer op te bouwen. De baas van de bossen woont vlakbij de stad Jeruzalem.
Wat heeft de Heere zijn gebed wonderlijk verhoord. De Heere zal er voor zorgen dat het plan van Nehemia lukken zal. Zo mag Nehemia een knecht zijn van de Heere, Die ervoor zorgen zal dat de muren weer herbouwd zullen worden!

Het is nacht. De mensen in de stad Jeruzalem slapen. De deuren zitten stevig op slot. Door de straten van de stad gaat een groepje mannen. Het is Nehemia met een paar knechten. Ze zijn op weg naar de poort. Drie dagen geleden is Nehemia in de stad aangekomen. Nu gaat hij kijken hoe het met de poorten en de muren is. Daar komen ze bij de eerste poort. Nehemia voelt aan de stukken van de muur, die nog overeind staan. Hij kijkt goed, waar de poort heeft gezeten. Zo gaat Nehemia met zijn knechten de hele muur langs. Wat valt het tegen! De muur is heel slecht. Zelfs de stukken, die nog overeind staan, zijn slecht. Nehemia kan er zo een stuk van af breken. Er liggen ook veel stukken steen op de grond. Als hij alles gezien heeft, kan hij een plan gaan maken om de muur weer op te bouwen. Nehemia weet het. Dit kan hij niet alleen. Het opbouwen van de muur en de poorten zal alleen lukken als God helpt.

De volgende morgen roept Nehemia de belangrijkste mannen van de stad en de priesters bij elkaar. “Jullie weten dat het niet goed gaat in Jeruzalem,” zegt hij. “De stad is verwoest. De poorten zijn met vuur verbrand. Kom, laten we de muren van de stad weer opbouwen, zodat de vijanden ons niet langer kunnen bespotten.”
Nehemia vertelt dat de Heere alles zo wonderlijk geleid heeft. Hij heeft ervoor gezorgd, dat koning Arthahsasta het plan van Nehemia goed vond. Nehemia laat de brieven van de koning zien aan de belangrijke mannen van de stad. De Joden kijken elkaar verwonderd aan. Wat is het fijn, dat de Heere een man als Nehemia stuurt. Ze krijgen weer nieuwe moed. Ze zeggen: “Nehemia, je hebt gelijk. We zullen de muren weer op gaan bouwen!”

Door de zonde was de stad Jeruzalem verwoest. Nu worden door Gods goedheid en genade de muren weer opgebouwd. Maar waar de Heere werkt, komen ook vijanden. De duivel kan het niet uitstaan, dat de Heere genadig is. Dan doet hij alles om Gods plannen in de war te sturen. En altijd vindt hij wel mensen, die hem daarbij willen helpen.
Sanballat, de stadhouder van Samaria, hoort van de plannen van Nehemia. Er komt boosheid in zijn hart. Samen met zijn vrienden, Tobia en Gesem, bespotten zij Nehemia en zeggen: “Wat denken jullie wel? Jullie willen zeker in opstand komen tegen de koning!”
Wat is het antwoord van Nehemia? Hij zegt: God van de hemel, Die zal het ons doen gelukken en wij Zijn knechten zullen ons opmaken en bouwen.
Hoor je wat Nehemia zegt? Nehemia vertrouwt op de Heere. Dat geeft hem kracht en moed om deze vijanden antwoord te geven. “De Heere zal geven dat het ons lukt,” zegt hij. Als je zó op de Heere vertrouwt, mag je Zijn zegen en hulp verwachten. Ook als je iets heel moeilijks moet doen. Of als je iets niet ziet zitten. Vertrouw niet op prinsen, zegt de Heere, maar stel al je vertrouwen op Míj!

De Israëlieten worden aan het werk gezet. Overal bij de muur zijn mannen aan het werk. Het puin wordt opgeruimd. Daarna kan de muur weer opgebouwd worden. Nehemia gaat overal kijken hoe het gaat. Soms helpt hij mee. Een andere keer spreekt hij de mannen moed in om door te gaan.
Sanballat, Tobia en Gesem blijven proberen om de herbouw van de muur te stoppen. Elke keer bedenken ze boze plannen. Ze bespotten de mensen, die aan het bouwen zijn. Een andere keer dreigen ze met een leger te komen. Weer een andere keer proberen ze Nehemia bij de bouw van de muur weg te halen. Het komt zelfs zo ver, dat de bouwers in hun ene hand een zwaard hebben om te kunnen vechten als de vijanden komen. Hun andere hand gebruiken ze om te bouwen.
Alle boze plannen mislukken. Waar gewerkt wordt in vertrouwen op de Heere, geeft Hij genade om door te gaan. Na twee en vijftig dagen is de muur klaar. Het plan van Nehemia is gelukt. Niet door hemzelf. Maar God van de hemel, Die heeft er voor gezorgd dat de muur af is.

Nehemia leefde dicht bij de Heere. Weet je hoe je dat kan zien? Elke keer als er zorgen waren, ging hij bidden tot de Heere. Hij vroeg de Heere om hulp. Hij vertrouwde er ook op dat de Heere er voor zou zorgen, dat de poorten en muren weer opgebouwd zouden worden.
Ken jij de Heere ook, net als Nehemia? Als je zorgen of verdriet hebt, als er ziekte is in je familie, als het leren op school niet lukt, als niemand je vriend of vriendin wil zijn, dan mag je al je zorgen en verdriet aan de Heere vertellen. Dat deed Nehemia ook. Dan wil de Heere luisteren en helpen op Zijn tijd. Vraag maar aan de Heere of Hij jou wil leren alleen op Hem te vertrouwen!

Aantekeningen bij de tekst

Nehemia 2
Vers 1 Nisan: de maanden maart/april Nooit treurig: voor alle hovelingen gold de eis de koning een opgewekt gezicht te laten zien.
Vers 2 vreesde ik: Nehemia was bang voor boosheid van de koning vanwege zijn droevige gezicht.
Vers 4, 5 toen bad ik tot God van de hemel. En ik zeide tot de koning: een duidelijk voorbeeld van een zucht, een schreeuw tot God, wat ook een gebed is.
Vers 6 een zekere tijd: hoelang Nehemia heeft voorgesteld, is niet bekend. Het is twaalf jaar geworden.
Vers 7 brieven: bewijzen dat Nehemia met goedkeuring van Arthahsasta gestuurd is.
Vers 12 des nachts: als hij zijn plannen gelijk verteld had, zouden de vijanden meteen gekomen zijn.
Vers 15 brak aan de muur: hij onderzocht de muur, betastte die.

Achtergrondinformatie

Nehemia
De naam Nehemia betekent 'de HEERE troost'. Nehemia was schenker aan het hof van Arthahsasta. Hij had een belangrijke en vertrouwelijke functie en was vaak dicht bij de koning. Hij moest zorg dragen voor het proces van druiven tot wijn. Elke dag moest hij de wijn voorproeven om te bewijzen dat de wijn niet vergiftigd was. Het was een functie waarin hij elke dag in levensgevaar verkeerde. Nehemia was één van de achtergebleven Joden in Babel.

Terugkeer naar Israël
In het jaar 538 voor Christus heeft koning Kores verlof gegeven aan de Joden om terug te keren naar het land Israël. Deze eerste terugkeer was onder leiding van de hogepriester Jozua en Zerubbabel en de profeten Haggaï en Zacharia. Door hen is de tempel weer opgebouwd en ingewijd.
In het jaar 458 voor Christus was er de tweede terugkeer onder leiding van Ezra. Ezra komt diep verval tegen onder de teruggekeerden. Hij wil graag de muur herbouwen, maar de vijanden benauwen het volk. De vijanden sturen bericht naar Perzië en zeggen dat er opstand komt onder de Joden. Het werk komt stil te liggen. Deze tijd duurt dertien jaar.
Hierna begint de geschiedenis van Nehemia bij koning Arthahsasta.

Koning Arthahsasta
Deze koning regeerde van 465-424 voor Christus. Hij was een goedmoedig man, die makkelijk te leiden en te beïnvloeden was. In zijn twintigste regeringsjaar heeft hij Nehemia toestemming gegeven naar Jeruzalem te gaan, om de muren van de stad op te bouwen.

Sanballat en Tobia
Sanballat was stadhouder van Samaria. Nehemia spreekt hem nooit zo aan, maar noemt hem 'de Horoniet'. Dat was waarschijnlijk de plaats, waar hij vandaan kwam.
Tobia hoorde tot een van de voornaamste geslachten van de Ammonieten. Nehemia noemt hem 'knecht' of 'slaaf'. Vanaf het begin zijn Sanballat en Tobia vijanden van Nehemia. Soms wordt er nog gesproken over Gesem, de Arabier.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2012

Kompas Handleiding | 14 Pagina's

Handleiding 5a: Nehemia bidt

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2012

Kompas Handleiding | 14 Pagina's