Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Handleiding 3a: Door de Jordaan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding 3a: Door de Jordaan

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toelichting op het thema
Dit jaar behandelen we in Kompas het thema ‘Gods eigenschappen’. In deze schets zal het gaan over de trouw van God in de geschiedenis van de doortocht van het volk van Israël door de Jordaan.

Doel van de vertelling
In de vertelling willen we laten zien dat God trouw is. Hij is trouw aan ontrouwe mensen. God doet wat Hij heeft beloofd. Hij brengt het volk van Israël in het beloofde land. Gods trouw wordt zichtbaar in het wonder van de doortocht door de Jordaan. Gods trouw mag niet worden vergeten, maar moet worden herdacht. Dat wordt zichtbaar door de gedenkstenen in de Jordaan.

Introductie van het thema voor de kinderen
Schrijf op een wit vel papier het woord ‘trouw’. Vraag de kinderen waaraan ze denken bij het woord trouw.
Vertel het onderstaande verhaaltje over Matthias en Daan. Stel de kinderen vooraf de vraag: Hoe laat Daan zien dat hij trouw is aan zijn vriend Matthias?

Zal hij nog meegaan? Matthias tuurt naar zijn schrift. Hij heeft met Daan afgesproken om te gaan vissen. Maar in de klas had hij gehoord dat een paar jongens een hut gaan bouwen en ze vroegen Daan mee te doen. Toen de bel ging moest Matthias zijn rekensommen nog afmaken en die zijn zo moeilijk! Eindelijk is Matthias klaar. Zal Daan op hem wachten bij het fietsenhok, zoals ze hadden afgesproken, of is hij met de andere jongens mee gegaan? Buiten gekomen ziet Matthias niemand meer. Het hele plein is leeg. Dan ineens springt Daan achter de bosjes vandaan en vraagt: “Is het gelukt met je sommen?” “Ja gelukkig wel,” zegt Matthias. “Gaaf, dat je op me gewacht hebt!”
“Natuurlijk,” reageert Daan, “dat hadden we toch afgesproken?” Ja, Daan is een echte vriend. Hij doet wat hij zegt.

Trouw, daar gaat de vertelling uit de Bijbel over. Luister maar goed hoe je het woord ‘trouw’ terug hoort komen.

Zingen
Psalm 18:9
Psalm 66:2
Psalm 78:3, 4 en 7
Psalm 105:5 en 24
Psalm 111:5
Lied uit ‘Tot Zijn eer’:
God is getrouw, Zijn plannen falen niet
Groot is Uw trouw, o Heer’

Lezen
Jozua 3:14-4:7

Kerntekst
Wanneer uw kinderen morgen vragen zullen, zeggende: Wat zijn u deze stenen? Zo zult gij tot hen zeggen: Omdat de wateren van de Jordaan zijn afgesneden geweest voor de ark des verbonds des HEEREN; als zij toog door de Jordaan, werden de wateren afgesneden. Zo zullen deze stenen den kinderen Israëls ter gedachtenis zijn tot in eeuwigheid (Jozua 4:6, 7).

Vertelling

Bij de rivier de Jordaan staat het volk van Israël. Het water stroomt en stroomt. Aan de overkant van de rivier ligt het beloofde land. Het land vloeiende van melk en honing, zoals de Heere het heeft beloofd.
Kijk, op het land staat het koren, het schittert als goud in de zon. Het is bijna klaar om geoogst te worden. Wat een prachtig land geeft de Heere Zijn volk. Een land waar genoeg te eten zal zijn. Een land met uitgestrekte korenvelden en vruchtbare wijngaarden. Bijna is het volk in Kanaän. Vóór hen stroomt de rivier de Jordaan. Wat is de rivier breed! Juist nu, in de tijd van de oogst, is de rivier extra breed. En diep! Wel drie meter! Hoe komt het volk hier doorheen?

Het volk heeft zich klaar gemaakt om door de Jordaan te trekken. Drie dagen hebben ze gewacht bij het plaatsje Sittim. Jozua heeft het volk toegesproken. Hij heeft precies verteld wat het volk moest doen voordat ze door de Jordaan kunnen trekken. Het volk moest zich voor de Heere heiligen. Iedereen heeft zich voorbereid op het grote wonder dat de Heere zal doen. Door te bidden en te denken aan de wonderen die de Heere gedaan heeft bij de uittocht uit Egypte en tijdens de reis door de woestijn.

Wat een wonder dat de Heere Zijn volk in Kanaän brengt. Een lange reis door de woestijn ligt achter hen. Wat is er veel gebeurd in de woestijn. Elke dag heeft de Heere het volk beschermd tegen de felle zon door de wolkkolom te geven. Iedere nacht zijn de wilde dieren op afstand gebleven omdat de Heere zorgde voor Zijn volk. De vuurkolom was er elke nacht als teken van Gods aanwezigheid. Elke dag gaf de Heere manna, het volk had genoeg te eten. En wat deed het volk? Klagen! De mensen werden het manna zat, ze wilden vlees. “Waren we maar in Egypte gebleven!” zei het volk boos tegen Mozes. Ook als het water op was, klaagde het volk. De Heere heeft iedere keer door een wonder water gegeven. Twaalf verspieders waren naar Kanaän gestuurd. Ze kwamen terug en vertelden over de reuzen die in het land woonden. Het zou onmogelijk zijn te winnen van die reuzen. Vroeg het volk de Heere om hulp? Nee, het volk riep opnieuw naar Mozes: “Waren we maar in Egypte gebleven!” Wat hebben ze veel geklaagd. Wat zijn ze ontrouw geweest aan de Heere door niet te geloven en niet op Hem te vertrouwen. En toch brengt de Heere Zijn volk in het beloofde land. Wat een wonder!

Jozua staat voor de rivier. Achter hem staan de priesters met de Ark. De priesters dragen de Ark met draagbomen die op hun schouders liggen. In de Ark ligt de wet van de Heere. Het volk staat op afstand. Het volk mag niet dicht bij de Ark komen, de Ark is heilig.
Jozua geeft de priesters de opdracht met de Ark in de rivier te stappen. De Ark gaat voorop. De Heere laat zien: Ik ga jullie voor, Ik breng jullie in het beloofde land. Daar gaan de priesters. Daar is het water van de Jordaan. Zullen ze stoppen? Nee, ze lopen door, de bruisende rivier in. En dan… zodra de priesters hun voeten in het water zetten, stopt de Jordaan met stromen. Aan één kant blijft het water staan. Zie je de muur van water? Aan de andere kant stroomt het water weg. Kijk, er komt een pad! Het wordt steeds breder. Het volk van Israël ziet het gebeuren, wat een wonder! Het pad wordt nog breder, wel dertig kilometer. In het midden van de Jordaan staan de priesters stil. De Ark van de Heere is op hun schouders.
Vanaf de oever van de rivier dalen de eersten af naar het pad in de rivier. Het zijn de soldaten uit de stammen van Ruben, Gad en Manasse. Daarachter komt de rest van het volk. Iedereen loopt over het pad door de Jordaan naar de overkant. God brengt Zijn volk in het land dat Hij aan hen heeft beloofd, de Heere is trouw aan Zijn Woord.

Daar lopen twaalf mannen naar het pad en gaan terug de Jordaan in. De Heere heeft tot Jozua gesproken. Uit iedere stam van Israël is één man geroepen. Deze mannen moeten uit het midden van de rivier waar de priesters staan allemaal één steen halen. Die steen moeten ze meenemen naar de overkant. De mannen zoeken op de bodem van de rivier een grote steen. De steen leggen ze op hun schouder. Dan lopen de mannen naar de oever van de Jordaan en klimmen het land op. De stenen brengen ze in het leger en leggen ze bij elkaar. Het hele volk van Israël krijgt een belangrijke opdracht. Niemand mag vergeten wat de Heere heeft gedaan. Niemand mag vergeten dat de Heere trouw is. Daarvan zijn de twaalf stenen een teken. Als later de kinderen zullen vragen: “Wat betekenen deze stenen?” dan zullen de vaders en de moeders vertellen: “Omdat in het water van de Jordaan een pad is ontstaan voor de Ark van het verbond van de Heere. Toen de Ark van het verbond in het water kwam, ging het water aan de kant.”
Zo zijn de twaalf stenen een gedenkteken van de grote trouw van de Heere. Die God is vandaag nog Dezelfde als toen. Hij zorgt voor jou iedere dag. Je hebt eten en drinken, kleren en een warm bed om in te slapen. Je kunt vast nog wel meer dingen opnoemen. Je mag net als het volk van Israël nooit vergeten dat de Heere in alles voor je zorgt. Denk je daar aan? En dank je de Heere voor alles wat je krijgt?

Daar gaan de twaalf mannen weer. Nu lopen ze terug naar de priesters die met de Ark nog steeds in de rivierbedding staan. Ze hebben opnieuw een steen bij zich. Ze leggen die twaalf stenen bij elkaar in de rivier, op de plaats waar de priesters staan. Een teken van Gods trouw op de oever van de Jordaan en ín de Jordaan. Het volk Israël mag het nooit vergeten. Ze zullen het hun kinderen moeten blijven vertellen. Ze moeten vertellen over het pad dat is ontstaan toen de Ark van het verbond van de Heere in het water ging. Ze zullen vertellen dat het hele volk van Israël veilig door de Jordaan is gegaan. De Heere heeft een weg gemaakt, waar dat onmogelijk leek. Wat onmogelijk is bij de mensen, is mogelijk bij God.

Door Gods macht en trouw heeft Jozua het volk mogen leiden door de Jordaan. Al die jaren na het vertrek uit Egypte is Mozes de leider van het volk geweest. Mozes is gestorven. De Heere heeft Jozua aangesteld tot leider van het volk. Jozua heeft de priesters de opdracht gegeven met de Ark de Jordaan in te stappen en het water is daarvoor aan de kant gegaan. Nu ziet het volk, dat de Heere met Jozua is, net zoals Hij met Mozes was. Ze zullen nu Jozua volgen en ze hebben ontzag voor hem.
Weer spreekt de Heere tot Jozua. Hij moet de priesters de opdracht geven met de Ark uit de Jordaan te komen. De priesters lopen met de Ark vanuit het midden van de rivier naar de overkant. Ze stappen uit het water. En dan begint de muur van water te stromen. Het water stroomt weer verder zoals het altijd heeft gedaan. Daar in het midden van de rivier liggen nog de twaalf stenen. En aan de oever van de Jordaan liggen de andere twaalf stenen. Die stenen vertellen: de Heere is trouw. Looft de HEERE, maakt Zijn daden bekend onder de volken.

Het volk van Israël is door een wonder in het beloofde land, in Kanaän, gekomen. Zelf konden ze daar nooit komen. Niemand mocht dat vergeten, daarom is het gedenkteken van de stenen gemaakt. Hoe kun jij ooit bij de Heere in het hemelse Kanaän komen? Dat kan ook alleen door een wonder. Door al onze zonden hebben we een schuld bij de Heere. We verdienen straf. Die schuld kunnen we zelf nooit betalen, wat we ook proberen. Nu heeft de Heere laten zien dat Hij trouw is voor zondige mensen. Weet je hoe? Door Zijn Zoon, de Heere Jezus, naar de aarde te sturen. De Heere Jezus heeft geleden en moest sterven aan het kruis. Sterven is de straf op de zonde. Zo heeft de Heere Jezus de straf gedragen die Zijn kinderen hebben verdiend. Hij heeft de schuld betaald. De Heere gaf het volk van Israël een weg door de Jordaan. De Ark ging voorop. De Ark is een beeld van de Heere Jezus. De Heere Jezus heeft een weg gemaakt naar de Heere God toe. Hij wil dat jij van die Weg hoort. Net zoals de kinderen van het volk van Israël hebben gehoord over het wonder van het pad in de Jordaan. Hij wil dat je weet, dat er nog altijd zo’n weg is, waardoor je bij de Heere mag komen. Die Weg is de Heere Jezus Zelf!

Aan de oever van de Jordaan staat Jozua, samen met het volk. Met de twaalf stenen die uit de Jordaan zijn gehaald, maakt hij het gedenkteken. Dan spreekt hij het volk van Israël toe. “Als jullie kinderen zullen vragen: “Wat zijn deze stenen?” Vertel dan dat de Heere door een wonder de rivier de Jordaan droog heeft gemaakt, zodat het volk door de rivier kon trekken. Vertel dat we allemaal veilig zijn aangekomen in het beloofde land. Zo heeft de Heere ons ook geleid door de Schelfzee, toen we werden achtervolgd door Farao. Al jullie kinderen en kleinkinderen, ook iedereen die nog geboren zal worden, moet weten dat de Heere trouw is. Jullie kinderen moeten het ook weer vertellen aan hun kinderen. Van geslacht tot geslacht, zodat het volk zijn hoop stelt op de Heere, Zijn daden niet vergeet en Zijn geboden houdt. De Heere is sterk en machtig en iedereen moet Hem dienen. De Heere is trouw, Hij doet wat Hij zegt.”

God zal Zijn waarheid nimmer krenken,
Maar eeuwig Zijn verbond gedenken.

Zing je dat mee? Met heel je hart? De God Die het volk Israël door de Jordaan heeft geleid, leeft! Hij is trouw!

Achtergrondinformatie bij het Bijbelgedeelte

Het Bijbelboek Jozua
De geschiedenis van de doortocht door de Jordaan staat in het Bijbelboek Jozua. Het boek toont ons dat God getrouw is in het vervullen van Zijn beloften.

De Jordaan
De Jordaan is de belangrijkste rivier van het land van Israël. De Jordaan is ongeveer 30 meter breed. Maar in de oogsttijd staan de oevers blank. Dan is het een snelstromende rivier, die niet eenvoudig is over te steken. De diepte varieert van 1 tot 4 meter. De rivier heeft vele grotere en kleinere watervallen, zodat ze niet overal bevaarbaar is. Het Jordaandal is het allerdiepste plekje grond op de wereld. Waar het dal uiteindelijk afdaalt in de Dode Zee, zinkt de bodem zo’n vierhonderd meter onder de zeespiegel. Gewoonlijk is de Jordaan een rustige, smalle rivier. Aan de oevers is dicht struikgewas.

De Ark als teken van Gods aanwezigheid
De Ark van het verbond is voorop gegaan. De Ark bevatte de twee stenen tafelen met de tien geboden. Op het verzoendeksel stonden twee cherubs. God toonde te midden van Zijn volk te zijn. De Ark was ongeveer 125 cm lang, ongeveer 75 cm breed en ongeveer 75 cm hoog. De Ark werd gedragen met handbomen. In de Ark bevonden zich naast de twee stenen tafelen ook de kruik met manna en de staf van Aäron die gebloeid had. Voor het vervoer moest de Ark worden bedekt met kleden. Uit de plaats waar de Ark gezet moest worden blijkt de belangrijke plaats van de Ark. De Ark wees het volk de weg. Toen het volk aankwam bij de rivier de Jordaan, werd de Ark gedragen door de priesters die 2000 ellen voor het volk uitgingen.

Tijdens de 40 jarige omzwerving door de woestijn is het telkens gebleken dat het volk niet op zichzelf moest vertrouwen, maar alleen op God. Nu, voordat ze het beloofde land intrekken, moet het volk de les leren van de doortocht door de Jordaan. Gewoonlijk had de Ark in het reizen een plaats tussen het volk. Nu moeten de priesters met de Ark voorop. Hij moet als eerste de Jordaan in. Dat er 2000 ellen (ong. 1 km) tussen moeten blijven, is omdat iedereen hem moet kunnen zien. Het volk van Israël moet een weg gaan, die ze niet weten en nog nooit gegaan zijn. De doortocht door de Jordaan is van grote betekenis geweest. Dat blijkt ook wel uit het feit dat de Heere er eeuwen later in Micha 6:5 nog op terugkomt.

Belijdenisgeschriften
Zondag 9 vraag en antwoord 26
“Wat gelooft gij met deze woorden: Ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper des hemels en der aarde?
Dat de eeuwige Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die hemel en aarde, met al wat er in is, uit niet geschapen heeft, Die ook door Zijn eeuwigen raad een voorzienigheid ze nog onderhoudt en regeert, om Zijns Zoon Christus’ wil mijn God en mijn Vader is; op Welken ik alzo vertrouw, dat ik niet twijfel, of Hij zal mij met alle nooddruft des lichaams en der ziel verzorgen, en ook al het kwaad, dat Hij mij in dit jammerdal toeschikt, mij ten beste keren dewijl Hij zulks doen kan als een almachtig God, en ook doen wil als een getrouw Vader.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 2017

Kompas Handleiding | 21 Pagina's

Handleiding 3a: Door de Jordaan

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 2017

Kompas Handleiding | 21 Pagina's