Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verzoeking in de woestijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verzoeking in de woestijn

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vertelschets


Lezen:
Mattheüs 4 : 1-11 of
Mattheüs 26 : 36  6

Zingen:
Ps. 95 : 5, 6 en 7
Ps. 91 : 5 en 6
Avondzang : 5
Gebed des Heeren : 4, 7 en 8

Kerntekst: Mattheüs 26 : 41: "Waakten bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak."


Daar gaan ze. Ze moeten weg. Achter hen staat een engel. Het zwaard in zijn hand vlamt fel op. Het is duidelijk: ze mogen nooit meer terugkomen. Alles is anders geworden...

Het zijn Adam en Eva die daar lopen. De Heere stuurde hen weg uit het Paradijs omdat ze ongehoorzaam zijn geworden.
Ze weten nog precies wat de slang tegen hen zei: "Als je eet van de vruchten van de boom der kennis des goeds en des kwaads, dan word je als God, dan weet je alles en je kent dan het goede en het kwade. Je zult heus niet sterven, eet maar." 't Was de duivel die sprak door de slang. Hij loog tegen Eva, maar hij zei dat God een leugenaar was. Eva werd in verzoeking gebracht door zijn listige vragen: "Is het waar dat God gezegd heeft, dat jullie niet van de vruchten van alle bomen mogen eten?" Hij verleidde haar om toch van die ene boom te eten. En Eva liet zich verleiden. Ze vroeg niet aan de Heere of het waar was wat de duivel zei. Ze geloofde de duivel en ze at van de vruchten. Ook Adam at er van.
En toen kwam de angst. Adam en Eva voelen het nog als ze er aan terugdenken. Ze merkten opeens dat ze naakt waren. Wat schaamden ze zich! Ze voelden dat ze gezondigd hadden. Ze werden bang voor de Heere en ze verstopten zich. Maar de Heere zocht hen op. "Adam, waar ben je?" Toen pas durfden Adam en Eva tevoorschijn te komen. Ze moesten alles vertellen! Toen strafte de Heere hen en hij stuurde hen weg uit het Paradijs. Omdat ze de leugens van de duivel geloofden. Omdat ze geloofden dat God een leugenaar was.

Adam en Eva hebben gezondigd. Ze hebben vriendschap met de duivel gesloten. Ze zijn vijanden van God geworden.
Zijn ze nu helemaal alleen? Nee, God heeft hen niet verlaten. Adam en Eva werden Hem ontrouw, maar Hij bleef hun trouw. Ook buiten het Paradijs bleef Hij bij hen. Maar wat een wonder! De Heere beloofde hun dat er eenmaal een Zoon geboren zou worden, de Zoon van God. En Hij zou de duivel verslaan. "En Ik zal," zei de Heere, "vijandschap zetten, tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad: datzelve zal u de kop vermorzelen en gij zult het de verzenen vermorzelen."

Merk jij dat ook wel eens? Dat je twijfelt. Je denkt: "Is het wel waar wat de Heere zegt? Kan dat eigenlijk wel wat er in de Bijbel staat? Zou de Heere echt willen dat ik bekeerd word?"
Heb je wel eens de zaadjes van een uitgebloeide paardebloem van de steel geblazen? Als je er tegen blaast, zweven ze overal heen en ze vallen ergens op de grond. Als je de volgende dag gaat kijken, vind je die zaadjes nergens meer. Maar volgend jaar bloeien er overal paardebloemen op de plekken waar de zaadjes zijn gevallen. Zo doet de duivel het ook. Hij zaait twijfel in je hart, zoals de zaadjes van de paardebloem die jij wegblies. Soms komt er zo'n zaadje van twijfel ook iri jouw hart. Dan denk je dat de Heere niet naar jou wil luisteren als je bidt. Dan val je in verzoeking, want als je dat denkt, denk je eigenlijk dat het niet waar is wat de Heere in de Bijbel zegt. Maar het is wél waar wat er in de Bijbel staat. De Heere wil dat jij Hem dient en liefhebt. Hij wil dat je tot Hem bidt en dat je om vergeving van je zonden vraagt. De duivel is een leugenaar. En om te zorgen dat jij niet gelooft wat de Heere zegt, gebruikt hij de twijfel en de verzoeking. Dat zijn z'n wapens.
Maar de Heere heeft ons veel sterkere wapens gegeven: Zijn eigen Woord, de Bijbel en het gebed.
Daarom: Waak en bid opdat je niet verzoeking komt.

in de woestijn loopt een Man. Hij is alleen. Overal om Hem heen is zand en liggen ruwe stenen en rotsen. In deze woestijn leven wilde dieren. De zon brandt fel op het hoofd van de man. Nergens is een beekje of een bron om wat uit te drinken. Hij heeft honger, maar er is niets te eten. Veertig dagen en veertig nachten is Hij al in de woestijn. En al die tijd heeft Hij niets gegeten en gedronken. Die Man is de Heere Jezus.
De duivel heeft gewacht op dit moment. Hij is de grote tegenstander van God en van alle mensen die Hem dienen. Hij probeert hen altijd te verzoeken en te verleiden tot zonden en ongeloof. Maar het mooiste zou zijn als het hem lukt om de Heere Jezus te verzoeken. Als het hem lukt om de Heere Jezus te laten zondigen, dan heeft hij zijn doel bereikt. Dan is hij machtiger dan God.
De duivel heeft knarsetandend toegezien hoe Johannes de Doper de Heere Jezus doopte en hoe de Heilige Geest in de gedaante van een duif neerdaalde. Hij heeft de stem van God gehoord: "Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde in Dewelke ik Mijn welbehagen heb."
Nu ziet de duivel zijn kans. Hij weet dat de Heere Jezus al veertig dagen niets gegeten en gedronken heeft. Hij weet dat de Heere Jezus verzwakt is. Daarom gaat hij nu naar de Heere Jezus toe in de gedaante van een mens, zoals hij in het Paradijs in de gedaante van een slang kwam. Hij zegt tegen de Heere Jezus: "Als U Gods Zoon bent, zeg dan tegen deze stenen dat ze broden worden. Zo machtig bent U toch wel? U hoeft toch geen honger te lijden?" 't Is alsof de duivel wil zeggen: "Uw Vader had toch een welbehagen in Zijn Geliefde Zoon? Waarom laat Hij U dan zo'n honger leiden? Hij zorgt helemaal niet als een vader voor U. Hij is slecht voor U."
De Heere Jezus komt niet in opstand tegen Zijn Vader. Het volk Israël kwam wel in opstand in de woestijn. De mensen mopperden toen het water op was en ze mopperden ook toen ze het manna zat waren.
De Heere Jezus weet onmiddellijk dat dit de duivel is die tegen Hem spreekt en Hij antwoordt: "Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door de mond Gods uitgaat". Aan brood heb je niets ais God het niet zegent. Het is belangrijker om God te gehoorzamen en te doen wat Hij vraagt. De Heere Jezus zegt: "Er is geschreven..." Hij gebruikt het Woord van Zijn Vader als antwoord. Daar kan de duivel niet tegenop.
Maar de duivel geeft het niet op hij probeert de Heere Jezus opnieuw te verzoeken. Hij neemt Hem mee naar Jeruzalem, naar het dak van de tempel. Samen kijken ze over de dakrand. Wat een diepte. Als je daar eens af viel... "Laat nu eens zien dat U echt Gods Zoon bent," zegt de duivel, "bewijs het eens. Spring maar naar beneden. Er staat toch in de Bijbel dat God Zijn engelen zal sturen om U te beschermen. Zij zullen u dragen zodat U Uw voet aan geen steen zult stoten." De duivel gebruikt een tekst uit Psalm 91, maar hij misbruikt de tekst om Jezus te laten zondigen. Zo is de duivel.
De Heere Jezus bezwijkt niet voor de verleiding, Hij zegt: "Er is wederom geschreven: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken." Het is niet goed om iets gevaarlijks te doen en dan te zeggen: God zal mij wel beschermen. Dan dagen we de Heere uit. Dan verzoeken we de Heere. En dat is zonde.
De duivel heeft een tweede nederlaag geleden. Maar hij is vastbesloten om de Heere Jezus te laten zondigen. O, als dat eens lukt! Dan zal er niemand meer zalig kunnen worden. Dan zullen alle mensen ongelukkig zijn en blijven. Dan heeft hij het gewonnen!
Nu neemt de duivel de Heere Jezus mee naar een hoge berg. Daar laat de duivel de Heere Jezus alle koninkrijken van de wereld zien.
"Ziet U die landen om U heen?" zegt de duivel, "daar heers ik. Al die landen geef ik aan U als U voor mij knielt en mij aanbidt." Maar voor de derde keer antwoordt de Heere Jezus met een tekst uit de Bijbel: "Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen."
Het is niet gelukt! De Heere Jezus is niet op Zijn knieën gevallen voor de duivel. Hij is staande gebleven. Hij heeft de strijd tegen de verzoekingen gewonnen. De duivel gaat weg. Hij heeft verloren. De Heere Jezus is machtiger dan hij.
Dan stuurt God de Vader Zijn engelen en zij dienen de Heere Jezus.

Het is donker, in de hof van Gethsémané ligt een Man op de grond. Hij is alleen verder gelopen nadat Hij Petrus, Johannes en Jakobus heeft achtergelaten. "Blijf hier en waakt met mij," heeft de Heere Jezus tegen hen gezegd. Maar toen de Heere Jezus terugkwam vond Hij hen slapend. "Kunnen jullie dan niet één uur wakker blijven om Mij te steunen en voor Mij te bidden?" heeft Hij gevraagd. Nee, dat konden ze niet. Ze zijn bezweken voor de verzoeking. Ze waren zó moe... en toen vielen ze in slaap. "Waakt en bidt, opdat gij niet verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak," heeft de Heere Jezus nog gezegd voordat Hij terug ging de hof in, maar ze zijn toch weer in slaap gevallen...

De Heere Jezus is in zware strijd. Hij is bedroefd en heel angstig. Hij zweet grote druppels bloed, zo bang is Hij. Hij strijdt met de duivel. Hij is immers mens geworden om de duivel te overwinnen. Want hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken van de duivel verbreken zou.
Zou de duivel dan toch gaan winnen? Hoor! De Heere Jezus bidt: "Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker van Mij voorbijgaan!" Hij vraagt of Hij dat zware lijden niet hoeft te ondergaan. Valt Hij nu toch in verzoeking? Bezwijkt Hij voor de verleiding? Is de duivel dan toch machtiger?
Nee! De Heere Jezus bidt verder: "Doch niet, gelijk ik wil, maar gelijk Gij wilt." De Heere Jezus doet de wil van Zijn Vader tot het einde. Hij zal de duivel toch overwinnen.

Het is nog donkerder dan in de hof van Gethsémané. Op de heuvel Golgotha staan drie kruisen. Aan twee kruisen hangen moordenaars en aan het middelste kruis hangt de Heere Jezus. Je kunt de kruisen en de mensen die er omheen staan niet zien, zó donker is het. De mensen die de Heere Jezus uitscholden en bespotten toen het licht was, zwijgen. De Heere Jezus strijdt nu al drie uur in het donker. De duivel valt Hem voortdurend aan. Waar is nu Zijn Vader Die een welbehagen in Zijn Geliefde Zoon had? Waar is nu de Heilige Geest Die in de vorm van een duif uit de hemel neerdaalde? Hoor, Hij roept Zijn Vader: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Heeft de duivel nu toch nog zijn zin?
Krijgt hij nu de kans om te overwinnen, nu de Heere Jezus is verlaten door Zijn Vader, nu Hij alleen moet strijden?
Nee! Nee! Als de Heere Jezus om Zijn Vader roept, dan klampt Hij Zich aan Hem vast in het geloof! Kijk! Het wordt licht! De duisternis is voorbij! De Heere Jezus roept: "Het is volbracht!" Alle verzoekingen zijn voorbij. Hij heeft het gewonnen van de verleidingen. De strijd tegen de vorst der duisternis is voorbij en het Licht, de Heere Jezus heeft overwonnen!

Omdat de Heere Jezus onschuldig stierf aan het kruis, kun je zalig worden. Omdat Hij in alle verzoekingen staande bleef, kun je Hem om hulp vragen als je verzocht wordt. Ja, mag je Hem om vergeving vragen als je in verzoeking bent gevallen. Hij kent al jouw verzoekingen, want Hij heeft ze Zelf gevoeld. Maar Hij heeft er nooit aan toegegeven. Hoe vaak geef jij er wel aan toe? Hoe vaak verzin je een leugen, omdat dat goed uitkomt? Hoe vaak ben je hoogmoedig, terwijl God alle eer moet krijgen? Hoe vaak denk je alleen aan jezelf, terwijl je aan je naaste moet denken?
Je hebt verdiend dat je moet sterven, want je bent zondig en je doet dagelijks zonden. Maar, zelfs als je in de ergste verzoeking bent gevallen, ben je niet te zondig om vergeving te ontvangen. Gods genade is oneindig veel groter dan jouw zonden zijn. Waakt en bidt, opdat gij niet verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. Als je Hem om vergeving vraagt, zal Hij je genadig zijn. Dan zul je eenmaal samen met de Heere Jezus in het eeuwige leven zijn. Daar zal de duivel niemand meer kunnen verzoeken!

Achtergrondinformatie 

BIJBELGEDEELTEN
Voor de vertelling is gebruik gemaakt van bijbelgedeelten uit Genesis 3, Mattheüs 4, 26 en 27. De duivel is de bron van alle kwaad, maar hij kan van zichzelf, zonder de wil en van God, niets doen. Hij voert Gods verborgen raadsbesluit uit en dient God als uitvoerder van Zijn oordelen.

VERHAALLIJN
De vertelling begint in het Oude Testament. Adam en Eva zijn weggestuurd uit het Paradijs na de zondeval. Benadrukt wordt dat ze in verzoeking zijn gevallen, maar dat ze uit het Paradijs zijn weggestuurd met de moederbelofte. Vanuit het Oude Testament wordt de lijn doorgetrokken naar het Nieuwe Testament. De Heere Jezus wordt vlak na Zijn doop verzocht in de woestijn door de duivel. Hij heeft de verzoekingen doorstaan. Daarna wordt de lijn doorgetrokken naar Zijn lijden in Gethsémané en aan het kruis. Hij doorstond alle verzoekingen en Hij overwon de duivel. Dat is de basis voor ons om te vragen om de vergeving van onze zonden.

Genesis 3

DUIVEL
De duivel is een van God afgevallen engel. Het is een boze geest geworden. De boze en onreine geesten worden 'duivel' of 'satan' genoemd. 'Duivel' komt van het Griekse 'diabolos' en betekent 'lasteraar' of 'aanklager'. 'Satan' betekent 'tegenstander' of 'vijand'.

GENADEVERBOND
Genesis 3 : 15 is de eerste openbaring van het genadeverbond, de eerste toezegging van genade voor zondaren. God zelf zal de verhouding tussen de mens en de duivel verbreken en een vijandschap tussen hen stellen en in plaats daarvan het verbond met God weer herstellen. Deze belofte spreekt al over de menswording, het lijden, sterven en de opstanding van de Heere Jezus.

Mattheüs 4

VERZOEKER
De duivel wordt verzoeker genoemd. Hij probeert de mensen van God af te trekken. Hij zaait twijfel en wantrouwen aan Gods Woord, aan Zijn liefde, almacht, goedheid en rechtvaardigheid. Hij wil dat de mens in opstand komt tegen God.
De verzoeker kwam tot Christus in zichtbare  gestalte.  Matthew Henry merkt hierbij op: Zie, hoe die verzoeking was aangelegd. Vers 3: "De verzoeker  kwam tot Hem." De duivel is de verzoeker, en daarom is hij - Satan - een tegenstander. Want diegenen zijn onze ergste vijanden, die ons tot zonde verleiden en Satans agenten zijn, zijn werk doen en zijn plannen volvoeren. Hij wordt nadrukkelijk 'de verzoeker' genoemd, omdat hij dit was voor onze eerste ouders, en het nog is, en alle andere verzoekers worden door hem in het werk gesteld. De verzoeker kwam tot Christus in een zichtbare gestalte, niet afschrikwekkend, zoals later bij Zijn doodstrijd in den hof. Nee, indien de duivel zich ooit veranderd heeft in de gedaante van een engel des lichts, dan deed hij het nu, zich voordoende als een goede genius, een beschermengel.

VERZOEKING VAN CHRISTUS
De Heere Jezus wordt verzocht omdat de hele mensheid in Adam is bezweken voor de verzoeking van de duivel. De Heere Jezus laat als tweede Adam zien dat het onze eigen schuld is dat we voor de verzoeking zijn bezweken. Hij blijft staande in veel grotere verzoekingen. Hij kent onze verzoekingen uit eigen ervaring: Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, doch zonder zonde. Want in hetgeen Hij Zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij degenen die verzocht worden, te hulp komen. (Hebreeën 2 : 18)
Calvijn merkt hier nog bij op: "Toen Hij - de Heere Jezus - het ambt van Verlosser aanvaarden zou, trad Hij het worstelperk in naam Zijner Kerk in. En wanneer nu Christus in Zijn persoon als het ware voor alle gelovigen de verzoeking ondergaan heeft, laat dit ons dan leren, dat de verzoekingen die ons overkomen, niet toevallig of naar goeddunken van de satan, zonder de toelating Gods ons treffen, maar dat de Geest Gods onze kamp bestuurt om ons geloof te oefenen."

VERZOEKINGEN
1. De duivel wil de Heere Jezus, Die honger heeft, verleiden om Zijn almacht te misbruiken voor Zichzelf.
2. De duivel kent de Schrift en hij citeert er ook uit. Hij laat alleen een deel van de tekst heel wat anders zeggen dan de Heilige Geest bedoelt, als hij beweert dat de engelen Gods kinderen onder alle omstandigheden beschermen. De Heere Jezus corrigeert hem met dezelfde Schrift door te zeggen dat dit niet geldt als wij ons moedwillig in gevaar begeven. Dat is God verzoeken.
3. De duivel weet dat de Heere Zijn volk een nieuwe aarde belooft in het eeuwige leven. Daarom probeert hij de Heere Jezus te verleiden om te buigen voor hem voor een aards koninkrijk. De Heere Jezus doorstaat de verzoeking waarmee de duivel heel veel mensen verzoekt: om voor deze wereld te leven.

Mattheüs 26 en 27

DE ANGST VAN DE HEERE JEZUS
De Heere Jezus is zeer droevig en beangst. Hij schaamt Zich niet Zijn angst te tonen. Nooit is iemand zo bang geweest. De Heere Jezus beseft dat Hij de volle toorn van God moet dragen, die geen ander mens kan dragen.

VERZOEKING VAN JEZUS
De verzoeking het lijden te willen ontgaan is Jezus niet bespaard gebleven. Hij doorstaat deze verzoeking om ons in dezelfde verzoeking te hulp te kunnen komen.

DE GODSVERLATENHEID VAN JEZUS
De Heere Jezus roept: "Mijn God, Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten?" Dat is geen wanhoopsuitroep, maar een droeve uiting van vertrouwen op God. Hij klampt Zich, midden in deze verlatenheid aan Zijn God vast. Hij is van God verlaten opdat wij nooit meer van God verlaten zouden worden.

Aantekeningen bij de tekst

Mattheüs 4 : 1-11
vers 1: Toen werd Jezus van de Geest weggeleid (...) om verzocht te worden: Christus zoekt de verzoeking niet op, maar God brengt Hem er in.
vers 2: veertig dagen en veertig nachten: Ook Mozes en Elia vastten zolang, maar van de Heere Jezus lezen we dat Hem hongerde: Hij aanvaardt de verzoeking als Mens, terwijl Hij verzwakt is.
vers 8: en toonde Hem al de koninkrijken: hij liet Hem alle windstreken en de daar gelegen koninkrijken zien, óf hij liet het Hem in een visioen zien. De kanttekeningen laten ruimte voor beide verklaringen.
vers 9: Al deze dingen zal ik U geven: de duivel heeft niets te bieden, wat God hem niet geeft, dus dit is grootspraak.
vers 11: de engelen zijn toegekomen en dienden hem: zij eren Hem en ze voorzien Hem van voedsel.

Mattheüs 26 : 3-46
vers 41: Waakt en bidt...: de discipelen moeten onafgebroken bidden om niet in verzoeking te vallen. Hun Meester zal gevangengenomen worden, gemarteld en gekruisigd. Zij beseffen niet wat Jezus door moet maken. 

Antwoorden bij het ledenblad

Weet je het nog?
1. Een engel.
2. Veertig dagen en veertig nachten.
3. Door Johannes de Doper.
4. Van stenen.
5. De duivel wilde dat de Heere Jezus van het dak af naar beneden zou springen.
6. Alle koninkrijken van de wereld.
7. De duivel wilde dat de Heere Jezus voor hem zou knielen en hem aanbidden.
8. Petrus, Johannes en Jakobus.
9. Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan!
10. Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Cij Mij verlaten?

Om over te praten
1.a. De duivel wilde de Heere Jezus verleiden om zijn almacht te misbruiken voor Zichzelf en niet op God de Vader te vertrouwen. Daarom was het wel erg. Want het is belangrijker om naar Gods geboden te leven dan je zorgen te maken over brood dat niet door de Heere is gezegend.
b. Hier zullen verschillende antwoorden op komen: Te denken valt aan: Als ik lieg, als ik roddel, als ik iets gemeens zeg tegen iemand, als ik tijdens bidden, Bijbelezen of de preek aan andere dingen moet denken.
c. God wil dat wij Hem onze zonden belijden en om vergeving vragen. Is de zonde tegen onze naaste bedreven, dan past het ook om die naaste om vergeving te vragen,
2.a. De grootste verzoeking is, dat de Heere Jezus terug zou schrikken voor het zware lijden.
b.Als de Heere Jezus In één van de vele verzoekingen zou zijn gevallen, zou Hij gezondigd hebben. Als dat gebeurd zou zijn, zou er niet betaald zijn voor de zonden van de mensen. Want iemand die zelf zondig is kan nooit de zondeschuld van een ander dragen. Dan zou er niemand zalig kunnen worden.
3.a. Hij vraagt of Hij niet hoeft te lijden, maar als de Vader wil dat het wel gebeurt, dan zal Hij gehoorzaam zijn. Zijn wil moet uitgevoerd worden.
b. In het 'Onze Vader'.
c. Het bewaart ons voor zelfzuchtig bidden (naar ons zelf toe), het bewaart ons ook voor hoogmoed. Gods wil moet boven onze wil staan. Soms vragen wij ook onverstandige dingen voor onszelf.
4. Hier zullen verschillende antwoorden komen. Een antwoord zou kunnen zijn: Let er altijd op dat de duivel je in verzoeking probeert te brengen. Hij doet dat op de momenten dat je het zwakst bent, want dan luister je naar de duivel. Paulus zegt in Romeinen 7 dat hij het goede wil doen, maar dat het niet lukt omdat er niets goeds in hem is. Hij zegt ook dat hij het kwade dat hij niet wil doen juist wel doet. Daarmee tekent hij zijn 'zwakke vlees'.

Puzzels
1. Oplossing: Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt. (Matthetis 26 : 41)

2. Oplossing: En leid ons niet In verzoeking maar verlos ons van de boze. (Mattheüs 6 : 13 ) 

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2005

Mivo -12 | 19 Pagina's

De verzoeking in de woestijn

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 augustus 2005

Mivo -12 | 19 Pagina's