Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Feesten in de Bijbel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Feesten in de Bijbel

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerngedachte: Lof en dank zij de Heere onze God

In de Bijbel wordt gesproken over verscheidene feesten: maanfeest, het sabbatsjaar, het jubeljaar, het paasfeest en het feest der tempelwijding. Het is veel te omvattend al deze feesten nader te belichten. Twee van bovengenoemde feesten willen we hier behandelen en wel de grote verzoendag en het loofhuttenfeest, daar de twee feesten een scherpe tegenstelling vormen.

A. de Grote Verzoendag

De Grote Verzoendag wijst op de heiligheid des Heeren en op de plicht, dat Zijn volk Israë1 heilig is. Maar ook toont deze dag arm, hoe onheilig alles is: zelfs de tabernakel moet gereinigd worden.
De ritus (pl. Gods handeling) van de Verzoendag is hoogstmerkwaardig. Daardoor wordt meer dan door enig ander ceremonieel, afgschaduwd, de verzoening der zonde door de grote Hogepriester. Die met Zijn eigen bloed de eeuwige gerechtigheid heeft teweeggebracht.
De vervulling van de grote verzoendag door het werk van Jezus Christus, als de grote Hogepriester wordt ons verhaald in Hebr. 5: 3, 7 : 27 en 28 en in hoofdstuk 9.

De bok voor Azazel

In de Statenvertaling staat: "de weggaande bok". De kanttekenaren merken daarbij op: "Hebreeuws Azazel". Dit woord komt naar het gevoel van de meesten, van twee woorden, waarvan één geit en het andere weggaan betekent. Het schijnt zoveel te beduiden als: De levende bok die losgelaten werd om weg te gaan of: de plaats waarheen de bok gezonden wordt.
Tegenwoordig heeft men over het algemeen van dit woord 'een andere opvatting. Het wordt verklaard als een eigennaam, dus niet de weggaande bok, maar "Azazel".
In de Afrikaanse vertaling ook: "Een vir die Heere en een vir die Asésel."
Dan verstaat men onder Azazel een boze geest, een woestijndemon. Sommigen stellen hem gelijk met satan. Dr. C. Keizer schrijft erover in de Chr. Encyclopedie I: "Het bevel, om twee bokken ten zondoffer te nemen en die te stellen voor het aangezicht des Heeren en over die twee bokken het lot te werpen, één lot voor de Heere en één voor Azazel, eist reeds om zich Azazel voor te stellen als een geestelijk wezen dat staat tegenover de Heere en dat gedacht wordt in de woestijn te wonen (vgl. Matth. 12: 43 en Luk. 11: 24).
Daar dit wezen tegenover de Heere wordt gesteld, mag men daarbij niet denken aan één der boze geesten van lager orde, maar veeleer aan die geest, die in het rijk der duivels heerscbappij voert en later satan heet." Men kan vergelijken: Jes. 13: 21 en 34: 14, Openb. 18: 2. De veronderstelling wordt weleens gemaakt en is dat Azazel de naam is geweest van een oudheidense afgod, die dan door het oudere Jodendom is gemaakt tot de overste der demonen, zoals later gebeurd is met Baäl-Zebub, een afgod der Filistijnen. Als bezwaar wordt weleens geopperd, dat God toch geen offer aan satan kan hebben voorgeschreven. Dit is ook niet steekhoudend want de bok "voor Azazel" wordt niet geofferd, maar in de woestijn gebracht en losgelaten. De bok was beladen met de zonden van het volk en kon dus niet meer dienen als offerdier. Later werd - tegen de bedoeling des Hoeren - de bok van een rots te pletter geworpen, omdat eens een bok was teruggekeerd.

B. Het Loofhuttenfeest

Het vrolijk Loofhuttenfeest vormde een scherpe tegenstelling met de vijf dagen eerder gevierde Grote Verzoendag. Het feest werd gevierd van 15-22 Tisjri. De eerste en de laatste dag werden als rustdagen gevierd, waarop het volk zich verzamelde.
Het Loofhuttenfeest had tweeërlei betekenis:
a. Het was een feest der gedachtenis aan de woestijnreis en het wonen in tenten.
b. Het was een dankfeest aan het eind van het landbouwjaar, als de inzameling der vruchten grotendeels gebeurd was. Lof en dank zij de Heere onze God. (kerngedachte)

Wonen in hutten

Gedurende de feestweek woonde men in hutten, gemaakt van samengevlochten takken van olijven, oleaster, mirten, palmen en beekwilgen. Deze hutten werden gemaakt op de daken, in de tuinen en ook wel op straat. Lev. 23: 48: "Opdat uwe geslachten weten dat Ik de kinderen Israëls in loofhutten heb doen wonen, als Ik hen uit Egypteland uitgevoerd heb; Ik ben de Heere uw God."
De kanttekenaar verklaart: "Te weten de veertig jaar, die zij in de woestijn wandelden, dat is Ik heb wonderbaarlijk onderhouden, zonder huizen te hebben ter woning en zonder vruchten der aarde ter voeding."
Hierbij kan nog gevoegd worden dat "de hut" in de Bijbel een beeld is voor bescherming (Ps. 27: 5). In Kanaän konden deze hutten gemaakt worden, omdat de Heere Israël dat land gegeven had. (Deut. 8).
Het volk, samengekomen in Jeruzalem (voorheen te Silo), bleef daar de hele week. Op andere feesten was dat vaak niet mogelijk vanwege de oogstdrukte. Hierdoor was het Loofhuttenfeest altijd iets bijzonders, mede door de buitengewone feestoffers.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1974

Mivo -16 | 16 Pagina's

Feesten in de Bijbel

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 oktober 1974

Mivo -16 | 16 Pagina's