Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zeven gelijkenissen over het Koninkrijk der Hemelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zeven gelijkenissen over het Koninkrijk der Hemelen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als we de stof indelen dan horen bij elkaar:

a. de gelijkenis van het mosterdzaad en van het zuurdeeg;
b. de schat in de akker en de parel;
c. het onkruid tussen de tarwe, het visnet en de vijf wijze- en dwaze maagden.

a. De gelijkenissen van het mosterdzaad en van het zuurdeeg wijzen ons er op dat het Koninkrijk der Hemelen een gering begin heeft. Zo gering als een mosterdzaadje of een stuk gist. Wat is eenvoudiger dan een mosterdzaadje te zaaien in een akker. Je verwacht er iets van, anders doe je het niet. Er zit leven in. Het ontkiemt. Er komen takken en bladeren aan en het wordt een boom. Wat is er eenvoudiger dan een stukje gist te nemen en dat in het deeg te doen. Je verwacht er iets van, anders doe je het niet. Er zit kracht in het zuurdeeg, zodat het hele deeg gezuurd wordt. Zoals het mosterdzaad wordt gezaaid in een toebereide aarde en zoals het gist gekneed wordt door het deeg, zo is het ook met het Woord van God. Zoals de Heere het hart van Lydia opende, zodat ze acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd, zo kan de Heere een eenvoudige vertelling op school of op de club gebruiken om kinderen te bekeren. Meer behoeven we niet te doen. Dit Woord zal, als de Heere er in mee komt, de mens vernieuwen, het zal de gehele aarde vernieuwen, want het Koninkrijk van Christus zal tenslotte alle Koninkrijken der wereld overwinnen. Spreek daarover met elkaar, maar ook tegen anderen, verwacht biddend dat God het zal zegenen.

b. Ook de gelijkenis van de schat in de akker en de parel van grote waarde horen bij elkaar. De landarbeider die op het veld aan het werk is, vindt een schat. Hij zocht er niet naar, hij was vervuld van andere dingen. Zo zijn er mensen die vervuld zijn met de dingen van deze wereld en in het geheel niet bezig zijn met de dingen van het Koninkrijk Gods. Door de vrijmachtige genade Gods worden ze echter opmerkzaam gemaakt op het Koninkrijk Gods, verlost van de dingen dezer wereld en zaliggemaakt. De gelijkenis van de koopman die schone parels zoekt, wijst ons op iemand die naarstig zoekt. De gelijkenis wijst op zoeken en vinden, verkopen en kopen. Deze man is vervuld van zijn levensdoel: schone parels. Als hij eindelijk een parel van grote waarde vindt, heeft hij er alles voor over om die parel in zijn bezit te krijgen. Ieder mens heeft een levensdoel. Van nature hebben we alleen als levensdoel deze wereld en de dienst aan de overste van deze wereld: de duivel. Als we door genade stilgezet worden op ons levenspad als de Heilige Geest ons leert wie wij zijn voor God en wie de Heere is voor ons, dan gaan we vragen: "Heere wat wilt Gij dat ik doen zal?" Op die vraag krijgen we een antwoord in de gelijkenis van de parelkoopman. De Heere Jezus wijst in deze gelijkenis op de ijver die we moeten tonen om Hem te leren kennen als ons eigendom, ook al gaat dat ten koste van dingen waaraan wij gehecht zijn. We zullen alles moeten "verkopen"; alles wat het verkrijgen van Gods heil in de weg staat moeten we prijsgeven: onze afgoden (Fil. 3 vers 7 en 8) onze gerechtigheden, onze kennis, onze vrienden, onze carrière, want zoekt eerst het koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid en alle andere dingen zullen u toegeworpen worden.

c. De gelijkenissen van het onkruid tussen de tarwe, het visnet en de vijf wijze en dwaze maagden leren ons dat onder hen die de naam "Christen" dragen, ware- en schijngelovigen zijn. Beide leven op het erf van het Verbond, de zichtbare kerk, behoren bij het Koninkrijk. Wij kunnen en mogen niet oordelen wie ware en wie schijngelovigen zijn, want wij zien slechts aan wat voor ogen is. De Heere kent alleen het hart. Daarom mogen de arbeiders het onkruid niet uittrekken.

Deze gelijkenissen dringen aan op zelfonderzoek. Waar horen wij bij? Mensen die alleen voor het oog van anderen geloven, hebben geen olie in hun vaten; geen olie des Geestes in hun harten; geen olie der genade waardoor wij onszelf leren kennen als goddelozen, die hun behoud in Christus zoeken en alle zonden doet haten en vlieden. De Bijbel tekent zulke geveinsden in Judas, Ananias en Saffira, Saul enz. Zij komen allen openbaar. God zal Zijn engelen uitzenden om al de ergernissen en al degenen die de leugen liefhebben uit Zijn Koninkrijk weg te doen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1977

Mivo -16 | 20 Pagina's

Zeven gelijkenissen over het Koninkrijk der Hemelen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1977

Mivo -16 | 20 Pagina's