Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mirjam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mirjam

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de oever van de rivier de Nijl staat een meisje. Ze tuurt in de verte. Een heel eind bij haar vandaan, verscholen tussen het riet, drijft een mandje. Het is gemaakt van de biezen, de rietstengels, die hier overal langs de rivier groeien. Dat meisje heet Mirjam. Ze hoort bij het volk van Israël. In het mandje ligt haar jongste broertje. Het is nog maar drie maanden oud. Vanmorgen heeft moeder het hier neergezet en Mirjam moet kijken wat er met hem gebeurt, ze durven het broertje niet langer in huis te houden. De koning van Egypte, heeft gezegd dat alle jongetjes van het volk van de Israëlieten verdronken moeten worden in de rivier de Nijl. Toch hebben de ouders van Mirjam niet geluisterd naar dat bevel. Ze hebben het kindje verborgen, omdat ze geloven dat de Heere dit kind zal gebruiken in Zijn dienst.
Opeens klinken stemmen. Een poosje later komen er een paar vrouwen bij het water van de Nijl. Mirjam weet wel wie het zijn. Het is de prinses, de dochter van Farao. Ze komt hier dikwijls met haar hofdames om zich te wassen. Niet ver van de plaats waar het mandje tussen het riet drijft, gaat ze het water in en al gauw ontdekt ze het mandje. Eén van haar hofdames moet het voor haar halen. Als ze het deksel eraf haalt, ziet ze dat in het mandje een jongetje ligt. Ze zegt medelijdend: 'Dat is vast een jongetje van de Hebreën!' Mirjam heeft alles gezien. Snel komt ze tevoorschijn. 'Wilt u dat ik iemand voor u roep die voor het kindje kan zorgen?', vraagt ze. Dat wil de prinses graag. Ze wil dit kind zelf houden. Maar het is nu nog te klein om bij haar in het paleis te komen. Mirjam roept haar moeder. Dadelijk gaat moeder Jochebed naar de prinses. Die geeft haar de opdracht goed voor het jongetje te zorgen. Als het groot genoeg is, zal het in het paleis mogen wonen. Het zal de zoon van de prinses worden. En dat is ook gebeurd. Toen het kind drie jaar was, heeft Jochebed het naar de prinses gebracht. Deze noemde hem Mozes 'want ik heb hem uit het water gehaald.' Wat de ouders van Mozes geloven, gebeurt! De Heere roept Mozes om Zijn knecht te zijn. Hij mag het volk van Israël, dat zo door Farao onderdrukt wordt, uit Egypte leiden. En niet alleen Mozes wil de Heere daarvoor gebruiken, maar ook zijn jongere broer, Aäron. Samen gaan Mozes en Aäron heel wat keren naar Farao om hem de wil van de Heere te vertellen: 'Laat Mijn volk Israël trekken, dat het Mij een feest viere in de woestijn!' Maar Farao verhardt zijn hart. Hij wil de Heere niet gehoorzamen. Hij wil het volk van Israël niet laten gaan. Dan komt de straf. Die bestaat uit tien plagen. Bij de laatste plaag worden alle eerstgeborenen gedood. Dan geeft Farao toe en zegt: 'Jullie mogen weg uit het land van Egypte.'
Daar gaan de Israëlieten. Wat zijn ze blij! Eindelijk zijn ze vrij. Eindelijk zijn ze verlost van Farao en zijn knechten, die hen zo onderdrukten. En nu zijn ze op reis naar het land dat de Heere hen beloofd heeft. Voor het grote volk uit gaat de wolkkolom, het teken dat de Heere bij hen is. Hij Zelf wijst de weg die ze moeten gaan. Maar die weg gaat zo anders dan het volk verwacht. De Heere wijst hen de weg naar de Schelfzee. Voor hen is water en aan beide kanten zijn bergen. Maar het wordt nog erger. Plotseling horen de Israëlieten de grond dreunen. Het lijkt wel als of er een geweldig leger achter hen aankomt. En dat is ook zo! Farao heeft er spijt van gekregen dat hij het volk heeft laten gaan. Nu komt hij hen achterna om hen terug te halen of te doden. Als de Israëlieten dat zien, schrikken ze geweldig. Ze gaan murmureren.
Tussen al die duizenden Israëlieten loopt ook Mirjam, de zus van Aäron en Mozes. Ze heeft in Egypte de wonderen gezien die de Heere gedaan heeft. In het hart van Mirjam is stille verwondering en aanbidding. De Heere heeft gedaan wat Hij beloofd heeft. Ook Mirjam hoort het geluid van wagens en paarden. Ze merkt hoe de Israëlieten beginnen te murmureren. Ze vragen Mozes: 'Waarom hebt u ons uit Egypte geleid? Hebt u ons in de woestijn gebracht om te sterven?' Mirjam schrikt! Nee, zelf weet ze ook niet hoe het nu moet. Maar zal de Heere, Die hen uit Egypte verloste, hen ook nu helpen? Mirjam ziet dat Mozes niet boos wordt op het volk, maar dat hij voor hen gaat bidden. Ook hoort ze hoe haar broer het volk op de Heere wijst. Hij is immers de Enige Die kan en wil en ook zal helpen! Het volk hoeft niets te doen. De Heere zal voor hen strijden. Ze hoort hoe Mozes zegt dat iedereen zich klaar moet maken om verder te reizen. Het is het bevel van de Heere Zelf. Hij Zelf zal strijden tegen de Egyptenaren. De Israëlieten gehoorzamen. En daar gaan de Israëlieten. Ook Mirjam loopt mee. Het duurt niet lang en dan staan ze vlak voor de Schelfzee. Mozes steekt zijn staf uit en dan gebeurt er een wonder. De Heere stuurt een oostenwind. Hij maakt voor Zijn volk een pad door die zee. Tussen twee muren van water lopen de Israëlieten. Heel de nacht duurt de doortocht. Als het de volgende morgen licht begint te worden, is het volk van Israël aan de overkant. Maar... kijk eens. Daar komen opeens de Egyptenaren! Ze komen ook het pad op dat de Heere maakte. Als ze in het midden van de zee zijn, opent de Heere hun ogen en laat hen zien waar ze zijn, midden in de zee met aan twee kanten een muur van water die elk ogenblik kan instorten. Dan spreekt de Heere opnieuw tot Mozes: 'Strek uw hand uit over de zee'. Mozes gehoorzaamt. De Heere zendt een sterke wind waardoor de muren van water instorten. De Israëlieten zien hoe het water over de Egyptenaars heenspoelt en hoe ze verdrinken in de zee. Dan begint Mozes te zingen. Het is een lied tot eer van de Heere. 'Zingt de Heere, want Hij is hoog verheven; het paard en zijn ruiter heeft Hij in de zee geworpen'. Zo zingt Mozes en de mannen die hem horen zingen, zingen met hem mee.
Kijk daar eens. Daar komt ook een groep vrouwen. Voorop loopt Mirjam die de leiding heeft. Achter haar komen de andere vrouwen. Mirjam heeft ook gezien hoe Farao en zijn ruiters in de Schelfzee verdronken zijn. Ze heeft gezien dat de Heere de Getrouwe is! Wat is de Heere goed! En nu Mozes begint te zingen en de mannen achter hem aan komen, kan ook Mirjam haar mond niet dicht houden. Mozes en Mirjam voelen zich verbonden aan elkaar. Niet alleen omdat ze broer en zus zijn, maar er is meer. Er is een geestelijke verbondenheid. Mozes en Mirjam zijn kinderen van God. Beiden hebben ze een nieuw hart. Een hart dat uitgaat naar de Heere en Zijn dienst. In hun liederen loven ze de Heere voor wat Hij heeft gedaan.
Als de vrouwen van Israël Mirjam horen zingen en zien spelen op haar trommel, nemen ook zij hun muziekinstrumenten en lopen zingend en spelend achter Mirjam aan. Ze luisteren naar wat Mirjam hen voorzingt en zingen dat na. Ja, eigenlijk zingen ze na wat de Heere Mirjam leert. Mirjam mag dat doorgeven. Zij mag de vrouwen van Israël onderwijzen en vertellen Wie de Heere is en welke grote wonderen Hij gedaan heeft. Heel het volk van Israël looft en prijst die God Die hen verloste van Farao en zijn leger. Iedere keer als de mannen een stukje gezongen hebben, geven de vrouwen antwoord: 'Looft de Heere, want Hij is hoog verheven, het paard en zijn ruiter heeft Hij in de zee geworpen'.

Het is een jaar later. Midden in de woestijn staan de tenten van de Israëlieten. Veel is er al gebeurd. Ze hebben van de Heere eten en drinken gekregen. Zelfs hebben ze de stem van de Heere gehoord, toen Hij bij de berg Sinaï sprak. Daar heeft de Heere hen Zijn Wet gegeven en hen geboden dat ze Hem alleen zouden liefhebben en dienen. Ook Mirjam heeft dat bevel gehoord. Daar staat ze samen met Aäron voor Mozes. Mirjam is ontevreden. Ze vindt het helemaal niet goed, wat haar jongste broer allemaal doet. Mozes hoeft zich heus niet te verbeelden dat hij meer is dan alle andere Israëlieten. Dat de Heere hem tot die taak geroepen heeft, daaraan denkt ze niet. Mirjam is er boos over dat hij een vrouw heeft, die niet bij het volk van Israël hoort. Ze is van heidense afkomst. Mirjam heeft er met Aäron over gesproken en die vindt eigenlijk wel dat zijn zus gelijk heeft. Mozes had toch veel beter een vrouw uit het volk van Israël kunnen kiezen...! Hij moet toch als leider het goede voorbeeld geven! En nu hebben ze samen Mozes opgezocht. Ja, Mozes is de leider, dat is waar, maar Mirjam is toch ook profetes en Aäron is door de Heere aangewezen om hogepriester te zijn. Dus zij zijn ook heel belangrijk! Dat de Heere hen die gaven geschonken heeft, daar denken ze niet aan. Dat Hij wil dat ze die gaven zullen besteden tot Zijn eer, vergeten ze. Nee, Mirjam en Aäron worden er trots op. Ze zeggen tegen Mozes: 'Heeft de Heere ook niet door ons gesproken?' En wat voor antwoord geeft Mozes aan zijn broer en zus? Mozes zegt niets! Hij hoeft ook niets te zeggen, want de Heere gaat voor hem spreken. Mozes, Aäron en Mirjam moeten bij de tabernakel komen: de plaats waar de Heere spreekt van boven het verzoendeksel, dat op de ark ligt. De Heere gaat Zelf vertellen wie Mozes is en welke grote gaven hij gekregen heeft. De Heere spreekt met Mozes niet door gezichten of dromen, maar van mond tot mond. Niet omdat Mozes geen zonde heeft, of omdat hij beter zou zijn dan de andere Israëlieten, maar omdat de Heere hem heeft uitgekozen! En nu doen Mirjam en Aäron Mozes verdriet! Daarmee zondigen ze ook tegen God. Als straf wordt Mirjam melaats. Als Aäron dat ziet, schrikt hij vreselijk. Nu zien hij en Mirjam wat ze eigenlijk hebben gedaan. Ze zijn tegen God in opstand gekomen. Daarom zendt Hij die vreselijke straf. Aäron vraagt Mozes of hij de Heere vergeving wil vragen voor Mirjam en voor hem. En wat doet Mozes? Hij luistert naar die vraag van zijn broer. Hij bidt de Heere Mirjam toch te genezen en haar de zonde te vergeven. De Heere hoort uit genade en Hij verhoort het gebed van Mozes. Wel zal Mirjam zeven dagen onrein zijn. Zeven dagen zal ze niet bij de Israëlieten mogen wonen. Zeven dagen zal ze buiten het leger van de Israëlieten moeten blijven. Zeven dagen zal ze ook niet in het huis van de Heere mogen komen. Daarna zal ze weer rein zijn. Dan zal ze het offer der reiniging moeten brengen. Als het volk dat hoort, blijven ze nog zeven dagen op de plaats waar ze nu zijn. Pas als Mirjam ook weer bij het volk mag komen, zullen ze verder reizen. Dan zal Mirjam ook weer meegaan.

Veertig jaar heeft het volk van Israël in de woestijn rondgezworven. De meeste Israëlieten die aan de Schelfzee hebben meegezongen, leven niet meer. Eén van degenen die daar zong, is Mirjam. Ze is al ongeveer 130 jaar. Nu is het volk voor de tweede keer bij het land Kanaän gekomen. En dan sterft ook Mirjam. Ook zij mag het land Kanaän niet binnengaan. Zij sterft in de woestijn, in Kades. Daar wordt ze ook begraven. Haar reis door de woestijn is ten einde. Al blijft het land Kanaän voor haar gesloten, ze mag het hemelse Kanaän binnen gaan. Daar is geen ontevredenheid meer en geen straf. Daar zingt ze opnieuw haar lied, het lied van Mozes en van het Lam.


Ter inleiding

Opnieuw mogen we hierbij twee schetsen aanbieden ter behandeling op de + 12 verenigingen. De eerste schets gaat over Mirjam. Geen onbekende stof, maar door de geschiedenis vanuit Mirjam te behandelen, zit er iets verrassends in. En dat is belangrijk voor +12.

Het tweede thema gaat over vergeving. We hebben gekozen voor een 'collage'-vertelling waarin wraak nemen en vergeving schenken aan de orde komen. Het is geen gemakkelijk thema, maar wel belangrijk in een tijd waarin aandacht gevraagd wordt voor kinderen die geplaagd worden. We wensen u goede verenigingsavonden toe.

Namens Mivo +12

J. Leune

De komende nummers

Januari

* Actieschets

Maart

* Petrus rondom Pasen
* Naaman de Syriër

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1994

Mivo +12 | 32 Pagina's

Mirjam

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1994

Mivo +12 | 32 Pagina's