Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Grote Verzoendag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Grote Verzoendag

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Midden tussen de duizenden tenten van de Israëlieten staat de tabernakel. De tent is vijf meter hoog en steekt daardoor boven alle andere tenten uit. Boven de tabernakel hangt een wolk. Het is de wolkkolom, het teken dat de Heere in de tabernakel wonen wil. De Heere wil wonen in een tent, midden tussen de Israëlieten, midden onder een zondig volk. Wat een wonder is dat! Hoe kan de heilige God wonen bij zondige mensen? Hoe kan de Heere komen wonen in het hart van een zondig mens zoals jij en ik? Want dat is dezelfde vraag! Dat kun je niet begrijpen. Door de zonde is er juist een scheiding gekomen tussen God en de mens. Maar in de tabernakeldienst wil de Heere laten zien hoe Hij toch kan wonen tussen zondige mensen.
Elke dag opnieuw werden in de voorhof op het brandofferaltaar de offers gebracht. Iedere morgen en iedere avond werd een lam geslacht ten brandoffer. Maar ook als een Israëliet zelf een erge zonde gedaan had, kon hij naar de tabernakel gaan om een offer te brengen. Door zo'n offer beleed de offeraar als het ware: ik heb de dood verdiend door mijn zonden, maar nu mag in mijn plaats een onschuldig dier sterven. Alleen door een offer kan er voor de zonden betaald worden.
In de tabernakel werden dus heel veel offers gebracht. Toch konden al die duizenden offers de zonden niet wegnemen. Dat kon alleen de Verlosser doen, Die eenmaal komen zou. Hij zou Zijn leven geven voor de zonden van Zijn volk. En opdat de Israëlieten nooit tevreden zouden zijn met de offers die zij brachten, had de Heere de Grote Verzoendag ingesteld.
Op de Grote Verzoendag begint het werk in de tabernakel al heel vroeg. Twee priesters blazen op zilveren trompetten als teken dat de Israëlieten bij de tabernakel moeten komen. En de mensen komen, hongerig en dorstig, want vanaf de vorige avond hebben ze niets gegeten. De Grote Verzoendag is een dag van vasten. Het wijst op de ernst van de dag. Ook is het te zien aan de hogepriester Aäron. Gewoonlijk draagt hij zijn hogepriesterlijke kleding met de borstlap (de zak met de twaalf stenen die hij op zijn borst draagt) en de efod (de twee stenen die hij op zijn schouder draagt), maar nu heeft hij een eenvoudig wit kleed aan, net als de priesters, met een witte gordel. Alles aan de hogepriester wijst erop dat God heilig is. Maar de mensen zitten vol zonden. God kan zo niet bij hen wonen. Daarom moeten ze berouw hebben over hun zonden.
Aäron heeft het erg druk. Hij moet al het werk alleen doen op de Grote Verzoendag. Eerst brengt hij het morgenoffer en gaat hij in het Heilige het reukoffer brengen. Ook de gouden kandelaar moet goed branden. Als hij dat gedaan heeft, beginnen de eigenlijke offers van die dag.
Bij het brandofferaltaar staat een jonge stier. Aäron heeft het dier zelf gekocht en betaald, want het is een offer voor zijn zonden en voor de zonden van de priesters. Hij loopt ernaar toe en legt zijn handen op de kop van het dier. En terwijl het hele volk het kan horen, bidt Aäron. Hij vraagt om vergeving van de zonden die hij en zijn familie gedaan hebben. Dan pakt hij het offermes en doodt het dier. Het bloed vangt hij op in een schaal. De mensen kijken gespannen toe wat Aäron nu gaat doen. Bijna is nu het hoogtepunt van de dag aangebroken. Aäron loopt naar het brandofferaltaar met een gouden vuurpan en neemt een paar kolen van het altaar. Met de pan met kolen in zijn ene hand en met het reukwerk in zijn andere hand gaat Aäron door het Heilige naar het Heilige der Heiligen. Hij strooit het wierook over de brandende kolen heen en gehuld in die reukwolk loopt hij naar de ark toe. De gouden pan zet hij neer tussen de draagbomen van de ark en vervolgens gaat hij terug naar de voorhof om de schaal met bloed te halen. De hele dag blijft die vuurpan zijn reuk verspreiden. Zonder dat reukwerk mocht Aäron niet in het Heilige der Heiligen komen, dan zou hij sterven. Pas aan het einde van de dag zal hij de schaal weer terug halen.
Als Aäron opnieuw in het Heilige der Heiligen komt, is het vertrek vervuld van de heerlijke geur van het reukwerk. Hij loopt op de ark toe. Zijn vingers doopt hij in het bloed en dan sprengt hij het bloed op het verzoendeksel. Daarna sprengt hij het ook zeven keer op de grond voor de ark. Eerbiedig doet Aäron zijn werk. Als hij klaar is, gaat hij naar het Heilige en doet wat bloed aan de hoornen van het reukofferaltaar en daarna sprengt hij het ook weer zeven keer op de grond. Zo ligt er op de grond een spoor van bloed, dat loopt van het reukofferaltaar naar het voorhangsel, waarachter de ark staat. 
Wanneer Aäron weer terug in de voorhof is, gooit hij de rest van het bloed uit onderaan het brandofferaltaar. Intussen staan er bij het altaar twee bokken. Aäron gaat tussen de bokken staan en een priester houdt hem een vaas voor, waarin twee loten zitten. Op het ene lot staat "Voor de Heere" en op het andere lot staat "Asasel". Hij pakt de loten uit de vaas, met elke hand één. Zonder te kijken legt hij de loten op de bokken. De bok voor Asasel, krijgt een strook rode wol rond de horens. De bok voor de Heere moet Aäron nu gaan offeren voor de zonden van het volk. Ook dit bloed wordt opgevangen en in het Heilige der Heiligen gebracht. Daar sprengt hij het weer op het verzoendeksel en zeven keer voor de ark.
Als hij bij het volk terug komt, neemt hij het andere dier, de bok met de rode wol om de horens. Hij legt zijn handen op de kop van het dier en opnieuw bidt hij hardop. Hij vraagt nu vergeving voor de zonden van het volk. Daarna komt een man op de bok toelopen. Hij maakt het dier los en neemt het mee een heel eind de woestijn in. Daar laat hij het dier los en jaagt hem weg. Zo moeten de zonden niet alleen worden verzoend, de zonden moeten ook worden weggedaan. Wat anders in één offer werd uitgebeeld, werd nu met twee bokken gedaan. De zonde van het volk moest worden verzoend. Dat werd duidelijk gemaakt met de geslachte en geofferde bok. De zonde moest ook worden weggedaan, dat werd uitgebeeld met de bok die de woestijn ingejaagd werd.
Als Aäon deze offers gebracht heeft, moet hij zich gaan wassen en zijn hogepriesterlijke kleding weer aantrekken. In die "gouden" kleding brengt hij het brandoffer van die dag: een ram voor zichzelf en zijn familie en een ram voor het volk.
Daarna ging de gewone offerdienst weer verder. Het avondoffer moest gebracht worden. Nog dezelfde dag. En elk jaar opnieuw moest de Grote Verzoendag gehouden worden.
Aäron is gestorven en Eleazar, zijn zoon nam zijn plaats in. Zo is het doorgegaan iedere dag en ieder jaar. Totdat de Heere Jezus riep aan het kruis: "Het is volbracht." Het voorhangsel scheurde als teken dat de offers niet meer nodig waren, want HET Offer was gebracht. De Heere wilde toen laten zien dat het offer van Christus voldoende was. Christus had betaald voor de zonden. En nu kunnen mensen die last hebben gekregen van hun zonden nog vergeving krijgen. Heb jij al last van je zonden? Of heb je er geen last van? Wat leef je dan gevaarlijk! Dan leef je zonder de Heere en dan moet je, als je zo door gaat, ook zonder de Heere sterven. Wat vreselijk is dat. 
Het kan ook zijn dat je voelt dat de Heere in jouw zondige hart niet wonen kan. Door het offer van de Heere Jezus kan het weer! Hoe vuil je hart ook is en wat je ook gedaan hebt: Zijn bloed kan je reinigen van al je zonden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 1997

Mivo +12 | 24 Pagina's

De Grote Verzoendag

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 1997

Mivo +12 | 24 Pagina's