De roeping van Levi

Een tollenaar

Vanuit het tolhuis in Kapernaüm kan hij precies de weg overzien. De drukke handelsweg vanuit Egypte naar Syrië. In het tolhuis moeten de handelaren de belasting over hun goederen betalen. Het is in opdracht van de Romeinen dat dit tol heffen gebeurt. Levi werkt dan ook in dienst van de Romeinen. Zelf kan hij daar niet zo mee zitten. Z'n werk wordt goed betaald en bovendien laat hij de mensen meer betalen dan eigenlijk noodzakelijk is. Logisch, dat doen toch bijna alle tollenaren! 't Is niet voor niets dat de meeste tollenaren erg rijk zijn. Levi is ook niet arm. Hij heeft een groot huis.
Als Levi op straat iemand tegen komt, wordt hij niet vaak gegroet. En zeker niet door de farizeeërs. Die draaien gewoon hun hoofd om. Tollenaren staan niet in hoog aanzien bij het volk! Nee, wat wil je: ze werken immers voor de Romeinen! En bij hun eigen volk kloppen ze het geld uit de zak om er zelf beter van te worden. Als je daarbij bedenkt dat ze niet eens in de tempel komen om te offeren en het ook met veel andere wetten niet zo nauw nemen, kun je begrijpen dat ze onder de nette Joden niet veel vrienden hebben. Hun vrienden moet je zoeken onder de mensen die in grote zonden leven.

Een grote verandering

Als Levi daar in het tolhuis zit, ziet hij een grote stoet mensen aankomen. Zijn aandacht wordt meteen getrokken. Nieuwsgierig kijkt hij naar al die mensen die voorbij zijn kantoortje gaan. Maar de mensen kijken niet naar hem. Levi voelt de minachting wel. Niemand wil met hem te maken hebben. Niemand? Terwijl iedereen passeert, blijft er ineens Iemand staan voor zijn kantoor. En deze Man kijkt Levi aan. Waarom doet Hij dat? Is het Iemand Die boos op hem is? Die Hem even de waarheid gaat zeggen? Nee, integendeel! Hij leest in de ogen van die Man liefde! Deze Man veracht hem niet, maar wil juist met hem te maken hebben! Het is alsof in één keer zijn hart breekt. Het pantser van onverschilligheid dat hij zo zorgvuldig al die jaren heeft opgebouwd, breekt in een keer. Hij ziet hoe leeg zijn leven eigenlijk is. Het draaide tot nu toe bij hem alleen om zichzelf en om het geld.
Bij de mensen ontmoet Levi gewoonlijk alleen maar haat... en nu? Bij deze Man vindt Hij liefde, mededogen. Onweerstaanbaar wordt zijn hart tot Hem getrokken. Hoor wat de Profeet zegt: "Volg Mij!" Twee woorden slechts, maar voor Levi is het genoeg. Hij hoeft zich niet te bedenken: hij gaat! Het is de Heere Jezus Zelf Die hem roept! Wie anders spreekt er met zo veel gezag? Alle vijandschap van Levi wordt overwonnen. Het is de Heere Die zijn verstand verlicht en zijn wil vernieuwt. Onmiddellijk laat hij zijn werk in de steek. Hij zal Jezus volgen! Wat een wonder dat de Heere Jezus naar hem om wil kijken. Daar heeft Levi het helemaal niet naar gemaakt. Net zoals Simon en Andreas, Jakobus en Johannes mag hij zijn leven in dienst van de Heere Jezus gaan besteden. Wie had dat kunnen denken, zo'n verachte tollenaar, een dief en een landverrader, geroepen door de Heere. Wat eerst zo belangrijk was in het leven van Levi, het geld, dat vindt hij nu helemaal niet meer belangrijk! Hij heeft nu de Heere Jezus gevonden. Hij verlangt ernaar zijn leven in Zijn dienst te gaan besteden.
Wat is in jouw leven het belangrijkst? Waar draait het bij jou om? De Heere roept ook jou: "Volg Mij!" Heb jij Zijn stem al gehoord? Hij roept, elke keer als Zijn Woord opengaat, ook op de club. Hij roept ook jou, terwijl je het zo druk hebt met andere dingen, terwijl je andere dingen eigenlijk veel belangrijker vindt. Wat doe jij? Volg je de Heere? Of... laat je Hem roepen? De Heere zag Levi. De Heere ziet en hoort ook jou en Hij wil niets liever dan dat je Hem gaat dienen.

Een maaltijd

Levi gaat een afscheidsmaaltijd verzorgen. Al zijn vroegere vrienden zijn welkom. De Heere Jezus en Zijn discipelen zijn er ook. Nu kan iedereen horen van het wonder dat in het leven van Levi heeft plaatsgevonden. Zijn vrienden zien wel hoe blij Levi is. Levi heeft vast niet kunnen zwijgen over de goedheid van de Heere. Hij hoopt dat zijn vrienden ook zullen breken met hun zondige leven, dat ook hun harten vervuld zullen worden met liefde tot de Heere.

Een vraag

Als de maaltijd afgelopen is, verlaten de Heere Jezus en Zijn discipelen het huis. Bij de deur worden ze opgewacht door een groepje farizeeërs. Die hebben gezien hoe de Heere Jezus en Zijn discipelen naar binnen zijn gegaan bij Levi. Ze hebben ook gezien dat er nog meer tollenaren naar binnen gingen om aan de maaltijd deel te nemen. En de farizeeërs begrijpen er niets van. Daarom vragen ze het aan de discipelen: "Waarom eet uw Meester met de tollenaren en zondaren?" Hoe kan Hij dat nu doen, als vrienden aan een maaltijd zitten? De farizeeërs zelf willen niets met de tollenaren en andere wetsovertreders te maken hebben. Mensen die zo gemakkelijk allerlei wetten overtreden zijn onrein en als je met hen omgaat, word je zelf ook onrein.

Het antwoord

De Heere Jezus Zelf gaat antwoord geven op deze vraag. "Die gezond zijn, hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. Doch gaat heen en leert wat het zij: Ik wil barmhartigheid en niet offerande; want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering." De farizeeërs zijn gezond, dat denken zij tenminste. Zij hebben de Heere Jezus niet nodig. De tollenaars met wie de Heere Jezus om gaat zijn ziek, doodziek! Dan haalt de Heere Jezus een tekst aan van de profeet Hosea. "Ik wil barmhartigheid en niet offerande." Nee, de Heere Jezus wijst de offers hier niet af. Maar het belangrijkste is hoe die offers gebracht worden. Als het niet uit liefde tot God is, hebben die offers geen waarde. Je kunt allerlei goede dingen doen. Dat deden de farizeeërs ook. Maar waarom doe je die dingen? Wat wil je er mee bereiken? Gaat het je om de eer van de Heere of vind je het belangrijker wat de mensen van je vinden?
"Ik wil barmhartigheid en niet offerande." Je mag deze tekst ook zo uitleggen: de Heere wil in de eerste plaats iets geven, barmhartigheid of ontferming. Dat vindt Hij belangrijker dan het ontvangen van de offers.
"Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering." De Heere Jezus wilde de zondaren juist opzoeken. En dat wil Hij nog! Hij wil hen verlossen uit de macht van de zonde. Heb jij de macht van de zonde wel eens gevoeld? Heb jij je wel eens voorgenomen: die of die zonde doe ik nooit meer? Is het je gelukt? Echt? Kun jij uit jezelf breken, niet met één, maar met alle zonden? Je zult er snel achterkomen: dat gaat niet. Elke keer weer overtreden wij de wet van de Heere en daarmee verdienen wij Gods toorn. Maar wat een wonder dat God Zijn eniggeboren Zoon naar deze aarde wilde zenden. Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was! Bij Hem is redding! Bij Hem is vergeving! Hij wil je hart vernieuwen zodat je Gods Wet gaat liefhebben. Of heb jij Hem niet nodig? De farizeeërs hadden Hem ook niet nodig. Ze brachten toch trouw hun offers en onderhielden toch heel precies de spijswetten? Zij hadden geen besef van hun levensgrote schuld. De Heere Jezus kon Zijn ontferming aan hen niet kwijt! 
Heb jij vergeving nodig? Smeek er de Heere om! Zou jij de Heere willen volgen? Dan wordt het je gebed: "Leer mij, o God van zaligheden, mijn leven in Uw dienst besteden. Gij zijt mijn God, vat Gij mijn hand; Uw goede Geest bestier mijn schreden, en leid' mij in een effen land." Kies dan heden wie gij dienen zult! Zonder Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen