Wat doe jij?

Het 8^e gebod verbiedt niet alleen een heleboel dingen. Het heeft ook een opdracht. In vraag 111 van de Heidelbergse Catechismus kun je dat precies lezen; er staat:

Vraag:
Maar wat gebiedt u God in dit gebod?

Antwoord:
Dat ik mijns naasten nut, waar ik kan en mag, bevordere; met hem alzo handele, als ik wilde dat men met mij handelde; daarenboven ook, dat ik trouwelijk arbeide, opdat ik den nooddruftige helpen moge".

De Heere wil dus dat je je uiterste best doet om geld of goederen te verdienen voor je naaste die in nood is!
In het antwoord van deze vraag staat zelfs dat je op alle mogelijke manieren moet proberen je naaste te helpen en te ondersteunen als die dat nodig heeft. Jij zou toch ook graag geholpen worden als er hier een aardbeving plaats zou vinden? Aarzel dan niet om enthousiast mee te doen met bepaalde acties of collectes voor een goed doel. Je bent dan wel verplicht na te gaan of het door jouw gegeven geld echt goed terechtkomt. Het is meestal het veiligste om je geld te geven aan doelen binnen je eigen kerk of aan erkende stichtingen.

Wat de Heere Jezus deed

De Heere jezus vond het niet belangrijk om in een mooi huis te wonen. Hij wilde niet steeds mooiere en betere spullen. Hij wilde niet veel geld bezitten. Hij gaf uiteindelijk Zijn eigen leven. Hij offerde Zichzelf op voor Zijn volk. De Heere Jezus is dan ook de Enige, Die het gebod van de Heere om onze naasten lief te hebben als onszelf, echt vervuld heeft.

Wat jij doet

"Doch Jezus, dit horende, zeide tot hem: Nog één ding ontbreekt u; verkoop alles, wat gij hebt, en deel het onder de armen, en gij zult een schat hebben in de hemel; en kom herwaarts, volg Mij. Maar als hij dit hoorde, werd hij geheel droevig; want hij was zeer rijk."
Je kent de geschiedenis wel. De rijke jongeling loopt verdrietig bij de Heere vandaan, als hij hoort dat hij zijn spullen moet weggeven. Kijk eens eerlijk naar jezelf. Lijk je niet een beetje op deze jongen?
De rijke jongeling was een keurige jongen, maar hij had één grote zonde: Hij hield meer van zijn geld en van zijn mooie spullen dan van God. De Heere Jezus vraagt hem daarom om zijn geld en zijn spullen weg te geven.
Hij moet alles opruimen, om alleen de Heere lief te leren krijgen. Jammer genoeg was hem dat teveel; hij kon z'n oude leven niet opgeven.
De Heere vraagt van jou hetzelfde. Niet dat je alle spullen moet verkopen en je geld moet weggeven, maar wel dat je Hem helemaal gaat dienen.
Jouw hart moet naar Hem leren vragen, anders blijf je heel je leven achter geld en goed aanhollen.
Vraag maar of Hij al jouw zonden wil vergeven; ook die tegen het 8^e gebod!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen