Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

3. Alkohol

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

3. Alkohol

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Door de eeuwen heen diende alkohol voor vele volkeren als symbool voor vriendschap, blijdschap en voorspoed. Het alkoholgebruik is dan ook al heel oud bij feestelijke en plechtige gebeurtenissen.

In veel streken is iets-te-drinken aanbieden (meestal alkohol) een teken van gastvrijheid. Waarom wordt alkohol aan de orde gesteld in een schets over verslaving? Wel, omdat er ook - en zelfs op grote schaal - sprake is van alkoholmisbruik.

 

1. Enkele bijbelse gegevens

In de Bijbel komt het woord "wijn" meer dan 100 keer voor en ongeveer 21 maal wordt er over "sterke drank" gesproken.

Enkele teksten: Genesis 9:21; Deuteronomium 14:26; Psalm 104:14 en 15; Spreuken 23:29-35; Spreuken 31:4 en 5; Efeze 5:18.

Er wordt in de Bijbel zowel in positieve als in negatieve zin over alkohol gesproken. Zo lezen we in Psalm 104 over de wijn als goede gave van God en als een middel dat het hart verheugt. De Heere Jezus veranderde op de bruiloft in Kana water in wijn.

Vooral in het Oude Testament gebruikten de profeten vaak het beeld van de wijnoogst om zowel de bedreigingen van de Heere (Zefanja 1:13) als Zijn beloften (Jesaja 65:21) aan het volk Israël te vertellen.

Het valt op dat Gods Woord over wijn en sterke drank niet spreekt als over iets dat in zichzelf verkeerd is. Geheelonthouding gold alleen voor de priester in funktie en voor de Nazireeër (Lev. 10:8 e.v. en Num. 6:2 en 3).

Een duidelijk gegeven is echter wél de matigheid waartoe de Bijbel ons oproept. Gods goede gaven mogen niet misbruikt worden. Niet voor niets lezen we in de Schrift over Noachs dronkenschap ter waarschuwing.

Wanneer we alle gegevens bezien, kunnen we stellen dat het gebruik van alkohol niet veroordeeld wordt, maar wel het misbruik.

 

2. Een stukje geschiedenis

Alkoholgebruik is in ons land bekend vanaf de tijd van de Batavieren. De drank die zij gebruikten bestond uit gegist honingwater; een drank met een laag alkoholgehalte. In de middeleeuwen dronk men dit soort bier algemeen. Wijn was ook wel bekend, maar werd vrijwel alleen door rijke lieden gebruikt. Het gebruik van alkohol nam langzaam maar zeker toe. Toch is van een onrustbarende stijging pas echt sprake tegen het einde van de 19e eeuw.

Omstreeks 1880 was er een fors alkoholgebruik in Nederland. Vooral het jenevergebruik nam sterk toe. Eén van de oorzaken van deze enorme stijging was de grote nood die er onder de arbeiders heerste. Fabrieken verrezen en met de fabrieken ook de kroegen. De maatschappelijke nood steeg.

Het gevolg was dat ook de bestrijding van het drankmisbruik op gang kwam. Er kwamen verenigingen voor drankbestrijding.

Sedert omstreeks 1925 werd er steeds minder over het alkoholprobleem gesproken en het was ook minder groot dan voorheen.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam met de toenemende welvaart ook dit kwaad terug. Het was nu geen armoede-alkoholisme meer, maar een welvaart-alkoholisme. Drank in huis werd een statussymbool. In de meeste gezinnen werd er regelmatig geschonken: een glaasje voor het eten of voor het naar bed gaan. Jongeren raken nu al heel vroeg vertrouwd met alkohol. De leeftijd waarop men alokoholische drank gaat gebruiken wordt voortdurend lager. Tegenwoordig is het voor jongelui van 15 of 16 jaar al heel gewoon als ze een pilsje of een glas sherry nemen.

De maatschappij begint tegenwoordig steeds meer de gevolgen van het toenemende alkoholmisbruik te ervaren. De zorgen nemen toe. Staan we voor een nieuw alkoholprobleem?

 

3. Wat is alkohol?

In het dagelijks spraakgebruik verstaat men onder "alkohol" allereerst ethanol of ethylalkohol. Dit is de enige soort alkohol die voor konsumptie geschikt is. Het wordt in verdunde vorm gebruikt. Alkohol bevat veel kalorieën, maar de zouten, vitaminen en mineralen die voor een gezonde voeding vereist zijn ontbreken erin.

Als we van alkohol spreken, bedoelen we alkoholische dranken.

Volgens de Nederlandse Drank- en Horecawet is een alkoholhoudende drank, een drank die bij een temperatuur van 15oC voor 1,5 of meer volumeprocenten uit alkohol bestaat.

Om t.a.v. de grote verscheidenheid aan alkoholische dranken enige duidelijkheid te verschaffen, heeft men de volgende  indeling gemaakt (zie PDF):


250 cc bier = 12,5 cc alcohol; 100 cc wijn = 12 cc alcohol; 50 cc sherry = 9 cc alcohol; 35 cc gedistilleerd = 12,3 cc alcohol.

Uit: Alcohol en alcoholisme. Amsterdam. SWO, AD. 1981


Wie meer wil weten over bet bereidingsproces van de drie soorten alkoholiscbe dranken kan daarvoor  een encyclopedie raadplegen.

 

4. Hoeveel alkohol wordt er gedronken?

 

Uit een onderzoek dat in 1982 gedaan is, bleek dat in Nederland per hoofd van de bevolking 8,4 liter pure alkohol (100%) per jaar werd gebruikt. Het komt er op neer dat iedere Nederlander (ook kinderen erbij gerekend) een tafel voor zich heeft waar zo'n honderd literflessen alkoholhoudende dranken op staan: 84 literflessen bier (of 280 gewone bierflesjes), 11,4 liter wijn (ca. 15 flessen) en 2,5 liter gedestilleerd.

Uit een wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat:

- van alle Nederlanders in de leeftijd van 12-70 jaar 81% weieens een glas alkoholhoudende drank drinkt,

- na het 18e jaar sprake is van een algemeen alkoholgebruik,

- van de mannelijke jongeren (12-18 jaar) 45% zeker eenmaal per week drinkt, terwijl 10% dagelijks een of meer glazen drinkt. Voor de dames in deze leeftijdskategorie (12-18 jaar) zijn de getallen respektievelijk 14% en 5%.

Zie PDF voor de tabel "Het verbruik van bier, wijn en gedistilleerd, per hoofd van de bevolking: 1980-1982" en voor de tabel "Het percentage gebruikers van alkoholhoudende dranken in verschillende bevolkingsgroepen: 1976".

 

5. Wat doet alkohol?

Van de alkohol die met het bloed door het lichaam stroomt wordt ongeveer 2% via de adem en in de urine uitgescheiden.

De overige 98% moet in het lichaam worden afgebroken.

De lever doet dit wat betreft de alkohol in een bepaald tempo, waarbij slechts kleine hoeveelheden per uur verwerkt worden.

Onderstaande grafiek laat zien, hoe lang het duurt voor de alkohol uit het lichaam is verdwenen en het alkoholgehalte van het bloed een punt heeft bereikt dat het geen gevaren meer oplevert (zie PDF).

Hoe reageert het lichaam op alkohol?

Mond: alkohol prikkelt de slijmvliezen.

Maag: alkohol prikkelt het maagslijmvlies, waardoor er meer maagsap geproduceerd wordt. Een enkel glaasje kan dus stimulerend werken op de eetlust en spijsvertering.

Darmen: darmslijmvlies kan geïrriteerd worden door de toegevoegde smaakstoffen. Daardoor wordt extra veel darmsap ontwikkeld wat kans op diarree geeft.

Lever: per uur kan de lever ongeveer driekwart standaard glas alkoholhoudende drank verwerken. Als iemand regelmatig meer drinkt kan zijn lever de verwerking niet op een normale manier aan waardoor de lever langzamerhand gaat vervetten. Levercellen kunnen op den duur te gronde gaan en vervangen worden door overwoekerend bindweefsel. 

Huid: alkohol verwijdt de bloedvaten onder de huid en dat geeft afkoeling. Daarom is het erg riskant om mensen die onder invloed zijn, aan lage temperaturen bloot te stellen.

Hersenen: alkohol heeft een verdovende werking op de hersenen. Anderzijds heeft alkohol een ontremmend effekt op de hersenen: het praten gaat de drinker beter af, de gedachten worden wat vrijer en de handen soms wat "losser". De reakties op alkohol zijn echter niet voor iedereen gelijk. Sommige mensen worden agressief, anderen gaan stilletjes in een hoek zitten kniezen. Mensen die jarenlang grote hoeveelheden alkohol drinken, hebben kans op hersenbeschadiging.

 

6. Stadia van alkoholgebruik

Kennismaking: Het eerste glaasje alkoholische drank.

Experimenteren: Men probeert de verschillende soorten alkolische dranken. Het grootste gedeelte van de mensen drinkt volgens de geldende regels en normen; men spreekt van sociaal gebruik. Sommigen stoppen, anderen maken er een soort gewoonte van. Het drankgebruik wordt geïntegreerd. In dit stadium is er nog geen sprake van geestelijke afhankelijkheid.

Excessief gebruik (6 borrels per dag): Een relatief klein deel gaat steeds meer drinken tot gesproken kan worden van excessief gebruik. Alhoewel dit deel verhoudingsgewijs klein is, zijn het er in 1983 al 800.000. Er wordt "te veel" gedronken. Het drinken heeft gevolgen op allerlei gebied (lichamelijke en psychische gezondheid, de sociale kontakten, financiën...).

Verslaving (10 borrels per dag): Alkohol is de baas geworden in het leven. De gebruiker is zowel lichamelijk als geestelijk afhankelijk van alkohol. De verslaafde is in de greep van de alkohol.


De Wereld Gezondheids Organisatie zegt: Alle overmatig gebruik van alcoholica dat het sociale gebruik te boven gaat kan als alcoholisme beschouwd worden, ongeacht de aanleiding of oorzaak van dit overmatig gebruik, die van allerlei aard kunnen zijn. Overmatig drinken leidt bij velen tot een zucht naar alcohol en tot verslaving, d.w.z. tot onvermogen het drinken binnen de perken te houden.


 

7. Oorzaken van alkoholisme

Biologische faktoren: Een mogelijke oorzaak van het feit dat iemand alkoholist wordt, is een stoornis in liet hormoonstelsel. Sommige biologen menen dat de oorzaak ligt in een stoornis van de stofwisseling. Weer anderen zijn van mening dat alkoholisme erfelijk is.

Psychische faktoren: De belangrijkste psychische faktoren die genoemd worden, zijn spanning en angst. De meeste mensen vinden het prettig om te drinken, aangezien zij zich na een paar drankjes meer ontspannen voelen.

Sociaal-kulturele faktoren: Sociale faktoren als armoede en werkloosheid, of juist welvaart en een teveel aan vrije tijd, kunnen het drankgebruik doen stijgen. Verder is het bekend dat in sommige kulturen meer alkoholmisbruik voorkomt dan in andere kulturen. In Frankrijk bijvoorbeeld wordt, als onderdeel van de Franse levenswijze, veel gedronken.

Vaak is alkoholisme een gevolg van een kombinatie van bovengenoemde faktoren. Op de vraag welke faktoren doorslaggevend zijn, geven deskundigen geen eensluidend antwoord.


Wat drink ik nou helemaal? 

Wa drink ik nou helemaal? 

Wa dlink ik nou helemaal? 

Wa dlink ik nou helmaal? 

Wadlinkik nouholmaal? 

Wadlinkknouhlmaal? 

Wadlinkknouhlmal?

Wadlcknouholmel? 

Alcknouholmel?

Adlcnouholm? 

Hik

Alcouhohikhm 

Aloouhohismh 

Alcoholismhe 

Alcoholisme


In dit hoofdstuk hebben we het verhaal "Een alcoholist aan het woord" opgenomen. Ga eens na bij lezen van dit verhaal of je de bovengenoemde oorzaken herkent!

 

Een alkoholist aan het woord

Jaren geleden ontdekte ik dat een gematigd gebruik van alcohol een verruimend middel was (leek te zijn) om van nature aanwezige spanning, verlegenheid, geremdheid, op te heffen. Na enkele glazen gedronken te hebben, was je wat meer jezelf. Op een wat beter en normaler niveau. Je kon je vlotter onder de mensen begeven en bewegen. Je stond niet meer met knikkende knieën en hartkloppingen voor een deur, waar je toch moest aanbellen. Het was eigenlijk meer een medicinaal gebruik. Door velen onschuldig beoordeeld - ook door artsen - soms zelfs aangemoedigd. In wezen onredelijke gevoelens van angst en fobie-achtige verschijnselen werden verminderd. En het verdwijnen van allerlei emotionele remmingen werd als bijzonder stimulerend ervaren. In alle eerlijkheid kan ik verklaren dat ik niet zelden 'onder invloed' grote hoeveelheden werk heb verricht. Maximale prestaties heb geleverd, zeker ook ten dienste van allerlei vormen van kerkewerk.

Iedere gelegenheid werd aangegrepen om een glas te nemen. Was er een feestelijke stemming? - de fles op tafel en drank in overvloed. Had ik een wat drukke dag gehad? - een borrel extra. Een beetje kiespijn? - een paar borrels. Tegenslag in het zaken doen? - de fles bood de oplossing.

"Hoe houdt die man het vol", zei de omgeving. Van de (veelal stiekeme) borrel had men geen weet. "Wat een energie, wat een inzet - nooit doe je tevergeefs een beroep op Joop". Zo bouwde ik mijn reputatie op! Ten diepste wist ik wel beter. Eigenlijk moest ik bekennen dat ik al een prooi was van de verslaving...

Altijd net wat meer drinken, stiekem drinken. Dit leidde er toe dat flessen verstopt gingen worden. Vooral de bekende zakflacon is snel ergens weggemoffeld. Wanneer mijn vrouw even naar de keuken liep gauw de la open - een flinke teug - en de fles weer terug. Wie herkent dit beeld?

Flessen achter een rij boeken - in de kelder - op zolder - in de schuur. Een bergplaats die het heel lang goed deed, was de stortbak van het toilet. Wie doet me wat? Steeds was ik haar de baas, maar ook en in veel sterkere mate werd de drank mij de baas.

Naarmate het drinken toeneemt, neemt ook het bedriegen van zichzelf en van anderen toe. Het leven van de alcoholist wordt gekenmerkt door een aaneenschakeling van leugens...

Hij weet terdege dat hij teveel drinkt - hij gaat gebukt onder het feit dat hij het drinken onvoldoende of in het geheel niet meer onder controle heeft. Maar hij kan met deze afschuwelijke gewoonte niet breken. Hij. kan zijn fles niet inleveren - de drank tiranniseert hem. De rem is er af! Hij kan niet meer stoppen tot de roes bereikt is. En heel zijn gedachtenleven wordt beheerst door de drank. 

Een nieuwe fase in m'n drinkpatroon was aangebroken. De drank was ook de werksituatie binnengetreden. De eerste morgen ging het tot 11 uur goed, toen snakte ik naar een borrel - ik begon ook weer te beven. Het heeft vijf weken geduurd en het werd een vreselijke ervaring. Ik kwam in de fase van chronisch alcoholisme. Na een paar dagen stond de fles in m'n kamer - achter een paar ordners.

Terwijl de ene klant de deur uitging liet ik de volgende even wachten. Om bij te tanken. Ik had drop, kauwgom, after shave, sigaren en tandpasta bij de hand.

Op een avond - ik had die dag goede zaken gedaan en de transactie werd met een borrel beklonken - reed ik naar huis. Hé, politie. Stoppen, eh... gedronken mijnheer? - blaaspijpje - de stoppen sloegen door! Ik was door de mand gevallen. Nu hulp vragen. De Anonieme Alcoholisten kwamen bij mij langs, zij hebben mij op weg geholpen Het ging zes maanden goed - en opeens ging het fout. De tweede keer twee maanden, toen liep het helemaal uit de hand.

Na een bijzonder nare ervaring kwam deze man in het ziekenhuis. Daar begon het proces van vooraf aan: leren zonder alcohol leven, eerst het lichaam, maar dan je geest. Hij had de alcohol immers nodig als medicijn. Met veel moeite, strijd en teleurstellingen is het gelukt.

Artsen, anonieme alcoholisten en vrienden hebben hem daarbij geholpen. De grootste kracht heeft hij geput uit het woord van God, de Bijbel. De God van de Bijbel heeft hem geholpen en bevrijd uit de macht van de verslaving. Zo kan het.

Voor vele verslaafden verloopt de weg anders, met honderd-en-één teleurstellingen. Huisarisen. consultatiebureaus, klinieken en opvangcentra ten spijt. Pas daar, waar de verslaafde zelf gaat inzien het niet te redden, hulp nodig te hebben, daar gaat langzamerhand een verandering ten goede optreden.

Uit: "Echo"

 

 

8. Gevolgen van alkoholisme

We hebben gezien dat alkohol gevolgen heeft voor lichaam en geest. Er zijn echter nog meer dingen te noemen. Het misbruik van alkohol richt in de direkte omgeving van de alkoholist ook enorme schade aan, vaak aangeduid met de sociale gevolgen.

1. Onenigheid in de relatie man/vrouw, ouders/kinderen

Alkoholisme van één van de gezinsleden brengt een wereld van nameloos verdriet met zich mee. Het is moeilijk om van een levenspartner, vader of moeder te aksepteren dat deze dwangmatig drinkt. De eerste reaktie is om het in ieder geval t.o.v. de buitenwereld te verbergen. Minder op bezoek gaan, minder bezoek ontvangen. Het drinken in banen proberen te leiden. Flessen verstoppen.

Maar 't heeft vaak geen enkele zin. De alkoholist is slim, weet altijd wel een manier om aan alkohol te komen.

De voornaamste rol van de familieleden zal die van "verwijzer" naar deskundige helpers moeten zijn.

2. Het werk

De alkoholist zal vaak niet in staat zijn om te werken. In het begin valt het nog wel mee, maar na verloop vari tijd wordt de kwaliteit van het werk minder. Er is een verminderde besluitvaardigheid. De alkoholist kan met name hoofdzaken niet meer van bijzaken onderscheiden. De werkverhoudingen raken verstoord. Ontslag dreigt, met alle gevolgen die dat voor het gezin met zich meebrengt.

3. Het verkeer

Het gevaar in het verkeer is niet alleen de verminderde rijvaardigheid en het onjuiste oordeel, maar vooral het feit dat een onder invloed rijdende automobilist minder en trager overzicht krijgt over de verkeerssituaties. Uit onderzoek is gebleken dat men mét alkohol minder potentieel gevaarlijke situaties opmerkte dan zonder alkohol. Ook bleek dat het opmerken later gebeurde. Deze stoornis is al na één of twee glazen aantoonbaar.

Ongeveer 10% van de ongelukken met dodelijke afloop is een gevolg van alkoholgebruik.

 

9. De behandeling

Het zijn in eerste instantie de familieleden, later de kennissen, kollega's die ontdekken dat hun man/vrouw, ouder/ kind, vriend(in) of kollega alkoholist is en hulp nodig heeft. Met elkaar kunnen zij het probleem niet oplossen, wel kunnen ze proberen het te leren begrijpen, er over te lezen. Daarnaast moeten zij "wijzers" zijn naar deskundige hulp.

 

Mijn man drinkt

"Ik kan niet meer, ik wil niet meer, ik doe het niet meer," zegt Hannie luidop in de lege kamer. "Ik ga weg. de hele troep kan barsten." Ze laat de halfopgeruimde ontbijttafel staan en loopt naar boven, grist een jurk uit de kast en een paar schoenen. Haar ochtendjas smijt ze op het onopgemaakte bed: bruusk haalt ze een kam door het haar. In de spiegel kijkt ze maar liever niet. Die wallen onder haar ogen, die verbitterde trek om haar mond... Ze haalt haar fiets uit de schuur, zo zachtjes mogelijk. Ze heeft geen zin in kletspraatjes met de buren. Ze kent ze nauwelijks, ze is nu eenmaal niet iemand die snel contacten maakt. Ze fietst de straat uit alsof de duivel haar op de hielen zit. Al die mensen. Zouden ze iets gehoord hebben gisteravond? Zouden de kinderen er wel eens met anderen over praten? Ze weet het niet, ze heelt het zo lang ze kon verborgen gehouden.

Monoloog van de wanhoop

"Niet aan denken," zegt ze weer tegen zichzelf. Waar moet ze heen? Niet naar haar moeder. Die merkt natuurlijk dat het weer mis is, dat Jaap weer teveel gedronken heeft. "Die vent maakt je nog kapot met zijn gedrink," heeft ze al dikwijls gezegd. "Waarom moet hij zo nodig? Hij heeft een lieve vrouw, drie schatten van kinderen, een goede baan."

Naar vriendinnen ook niet. Wat begrijpen ze ervan. Als ze er weleens wat van zegt, een doodenkele keer, is het: "Ik zou de drank verstoppen, ik zou zeggen dat hij heeft te kiezen tussen jou en de drank."

Of ze dat niet allemaal geprobeerd heeft! Met vleien, met dreigen. Honderd keer heeft hij beloofd dat hij ermee zou ophouden. Dure eden heeft hij gezworen. Soms houdt hij het ook vol, één, twee weken.

Juist na zo'n periode komt het des te harder aan als hij weer opnieuw begint, zoals gisteravond. "Twee borreltjes, meer niet" zegt hij. "Niks zeggen," denkt ze dan. hoewel ze altijd direct gespannen is als de fles op tafel komt.

Bij die eerste twee borreltjes gaat het goed. Dan maakt een kleinigheid hem razend. Het kan van alles zijn. Eén van de kinderen die te laat thuiskomt; de jongste, die om geld voor een schoolexcursie vraagt; zijzelf, die een verkeerd begrepen opmerking plaatst. De twee borrels werden er vijf. Toen was de ruzie al hoog opgelopen. Hij begon te schreeuwen en zij te huilen. Arnold, de oudste zoon, kwam erbij en begon zijn vader de les te lezen Dat schoot helemaal in het verkeerde keelgat. Jaap woest de deur uit, met die drank op achter het stuur. De andere kinderen wakker.

Met de kinderen heeft ze nog een uur zitten praten: ze is ervan geschrokken hoeveel ze wisten, hoe hard ze oordeelden. Ze is maar naar bed gegaan. Niet slapen natuurlijk, totdat ze de auto weer hoorde en later het gestommel op de trap. Toen hij er eindelijk in lag - ze was. zoals dikwijls, op het zolderbed gaan liggen - is ze naar beneden gegaan, heeft de lampen uitgedaan en de deuren gecontroleerd. Gelukkig is Jaap deze keer direct ingeslapen. Soms komt hij nog drie, vier keer naar boven om te praten.

Wat moet ik, toch vraagt ze zich moedeloos af, boven haar tweede kopje koffie en bij haar vijfde sigaret. Ze is maar een café binnengelopen. Wat moet ze anders, niemand kan haar immers helpen. Ze weet dat ze straks weer naar huis gaat, naar de dagelijkse routine. Naar dat uitzichtloze leven van haar, waar niets meer telt, niets meer van belang is dan dat ene: het drinken van haar man.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1983

Mivo +16 | 56 Pagina's

3. Alkohol

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 november 1983

Mivo +16 | 56 Pagina's