Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

1. Wat betekent Pinksteren nu?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Wat betekent Pinksteren nu?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Iedereen denkt als het over het Pinksterfeest gaat direkt aan de uitstorting van de Heilige Geest. Maar als je even doordenkt, stuit je direkt op een aantal vragen: Betekent het dat de Heilige Geest er voor die tijd niet was? En, wat is het verschil dan met de tijd voor Pinksteren toen de Heilige Geest nog niet was uitgestort? Ook toen werkte Hij in harten van mensen. David bidt in Psalm 51:13: "Verwerp mij niet van Uw aangezicht, en neem Uw Heilige Geest niet van mij".

Om de betekenis van Pinksteren beter te begrijpen, is het goed om eerst eens stil te staan bij het Pinksterfeest zoals dat onder het Oude Testament bekend was. 

 

Feest des oogstes ...

Er staat in Handelingen 2:1 dat de dag van het Pinksterfeest vervuld werd. Dat wil zeggen dat de dag van het Israëlitische Pinksterfeest is aangebroken. Op de 50e dag na het Pascha werd in Israël dit feest gevierd. In het O.T. staat het bekend als het wekenfeest: "Het feest der weken zult gij ook houden, zijnde het feest van de eerstelingen van de tarweoogst ..." (Exodus 34:22, vgl. Deut. 16:10). Ook wordt het aangeduid als het feest van de oogst of het feest van de eerstelingen: "En het feest der oogsten, der eerste vruchten van uw arbeid, die gij op het veld gezaaid zult hebben ..." (Exodus 23:16).

Pinksteren was dus oorspronkelijk een oogstfeest, het feest waarmee de oogst werd afgesloten.

Vijftig dagen daarvoor, op het Paasfeest, was de eerste bundel aren van de oogst aan de Heere aangeboden. Zolang dat niet was gebeurd, mocht niemand iets van de nieuwe oogst gebruiken. Deze eersteling had de hoeveelheid van een gomer, het gewicht aan meel bedroeg ongeveer drie en een half pond. Na de aanbieding van de eerste gave begon men te tellen, 7 weken lang. Deze weken worden daarom ook wel de gomer-weken genoemd. Na afloop hiervan was het wekenfeest aangebroken. Alle arbeid liet men op die dag rusten.

De joden trokken naar Jeruzalem om het feest te vieren. Niet alleen de joden in Israël, maar zelfs ook de joden uit andere landen kwamen naar de tempel. Dit blijkt wel uit de opsomming van de landen die in Hand. 2:9-11 wordt gegeven. De feestgangers kwamen om de Heere hun gaven te geven en Hem te danken voor de nieuwe oogst. Van tarwemeel werden er twee broden gebakken, de eerstelingen van de nieuwe oogst. Zij werden aan de Heere aangeboden waarbij de priester een beweegoffer bracht. Dit betekent dat hij de broden langzaam in de hoogte bewoog. Hiermee bracht hij tot uitdrukking: HEERE, het komt van U, het is van U en wij mogen het van U ontvangen.

Het Pinksterfeest was dus voor de joden in eerste instantie een oogstfeest. De Heere heeft de Pinksterdag uitgekozen om Zijn Geest uit te storten. Dat is niet zomaar gebeurd.

Op het Pinksterfeest was het graan tot brood geworden. De oogst was afgesloten. Het volk kon nu van het brood eten. Zo komt nu de Geest van Christus om het heil, dat door Zijn sterven en opstanding (het Pascha!) verworven was, toe te passen. Christus zegt het Zelf tot Zijn discipelen in Joh. 16:13 en 14: "Maar wanneer Die zal gekomen zijn, de Geest der Waarheid, Hij zal u in alle waarheid leiden ... Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen en zal het U verkondigen". Pinksteren is dus het feest van Christus' oogst. Het is de bekroning van het Paasfeest als de Heilige Geest met al Zijn gaven gaat wonen in Christus' gemeente.

 

Op alle vlees ...

Onder het Oude Testament bleef de gave van de Heilige Geest voornamelijk beperkt tot de leidslieden en ambtsdragers, met name de profeten. Bij de verkiezing van de 70 oudsten in de woestijn zei de Heere tot Mozes: "... en van de Geest, Die op u is, zal ik afzonderen, en op hen leggen ..." (Numeri 11:17). Naar aanleiding van het profeteren van Eldad en Medad in het leger zei Mozes: "Och, of al het volk des HEEREN profeten waren, dat de HEERE Zijn Geest over hen gave!" (Numeri 11:29).

De profeet Joël profeteerde dat God in de laatste dagen Zijn Geest zal uitstorten op alle vlees. Dit betekent dat de Heilige Geest na de uitstorting op Pinksteren niet meer alleen aan de leidslieden en profeten gegeven zal worden. Op alle vlees, d.w.z. "allerlei mensen, van wat staat, ouderdom of geslacht zij zijn" (kanttekening op Hand. 2:17) zal de Heilige Geest uitgestort worden. Het uitstorten ziet dan op de rijke mate waarin de Heilige Geest gegeven wordt. De Heilige Geest gaat nu blijvend in Christus' gemeente wonen.

H. Bavinck zegt: "Evenals de Zone Gods wel meermalen in het O.T. op aarde verscheen, maar pas bij de ontvangenis in Maria's schoot de menselijke natuur blijvend Zich ter woning verkoos, zo was er ook vroeger wel allerlei werkzaamheid van de Heilige Geest, maar op de Pinksterdag maakt Hij pas de gemeente tot Zijn tempel, die Hij voortdurend heiligt en opbouwt en nimmermeer verlaat".

Calvijn zegt in zijn kommentaar op Hand. 2:33: "Niet dat de Heilige Geest toen (op het Pinksterfeest) pas begonnen is gegeven te worden, daar de heilige vaderen met hem begiftigd waren vanaf het begin van de wereld, maar omdat God deze overvloedige volheid der genade zolang heeft uitgesteld, totdat Hij Christus op Zijn koninklijke troon geplaatst had".

 

De Heilige Geest was nog niet ...

In het bovenstaande citaat legt Calvijn verband tussen de komst van de Heilige Geest en het werk van Christus. In Johannes 7:39 staat: "... want de Heilige Geest was nog niet (uitgestort), overmits Jezus nog niet verheerlijkt was". Christus zegt in Zijn grote afscheidsrede tot Zijn discipelen: "Doch Ik zeg U de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden" (Joh. 16:7). Nadat de zaligheid door Christus op Goede Vrijdag en Pasen tot stand is gebracht, komt de Heilige Geest om dit toe te passen in mensenharten. De Heilige Geest zal het uit Christus nemen en het de mensen verkondigen (Joh. 16:14). In Zondag 20 van de Heidelbergse Catechismus (vraag 53) staat van de Heilige Geest: "... dat Hij ook mij gegeven is, opdat Hij mij door een waar geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig make, mij trooste en bij mij eeuwiglijk blijve".

Door de uitstorting van de Heilige Geest wordt de kroon gezet op het werk van Christus. Nu is de laatste periode, die eindigt met de wederkomst van Christus op de wolken om te oordelen de levenden en de doden, aangebroken. Dan heeft de Heilige Geest Zijn werk volbracht.

Met Pinksteren is de Heilige Geest van woonplaats veranderd. Onder het Oude Testament werkte Hij vanuit de hemel in de harten van zondaren. Na de uitstorting op de Pinksterdag woont de Heilige Geest op aarde, in Zijn Gemeente.

 

De middelmuur des afscheidsels verbroken ...

Christus' gemeente zal een gemeente zijn uit het ganse menselijke geslacht. Het werk van de Heilige Geest blijft niet meer beperkt tot het volk Israël. De heidenen waren voor Pinksteren vervreemd van het burgerschap Israëls (Efeze 2:12). Met het Pinksterfeest is het onderscheid tussen Israël en de volken opgeheven en hebben zowel de joden als heidenen door één Heilige Geest toegang tot de Vader (Efeze 2:18). Zij die eerst vreemdelingen en bijwoners waren, worden nu medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods (Efeze 2:19). Johannes op Patmos ziet voor de troon van het Lam een schare staan uit alle natie en geslachten en volken en talen (Openbaring 7:9).

De dag waarop de Heilige Geest werd uitgestort, wordt dan ook niet voor niets het geboorte-uur van de christelijke kerk genoemd. Het Pinksterfeest is het zendingsfeest. De discipelen hadden van hun Zender de opdracht gekregen Zijn getuigen te zijn, eerst in Jeruzalem, Judéa en Samaría, maar daarna ook tot aan de einden der aarde (Hand. 1:8). Tot aan Christus' wederkomst gaat de Heilige Geest door met Zijn werk.

Volgens Zondag 21 van de Heidelbergse Catechismus is Christus bezig door Zijn Geest uit het ganse menselijke geslacht Zich een gemeente, tot het eeuwige leven uitverkoren, in enigheid des waren geloofs, van den beginne der wereld tot het einde te vergaderen, beschermen en onderhouden.

Naar Christus' komst ziet de Heilige Geest uit. Dan zal Zijn werk voleindigd zijn: "En de Geest en de Bruid zeggen: Kom! En die het hoort zegge: Kom! (Openbaring 22:17).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1986

Mivo +16 | 24 Pagina's

1. Wat betekent Pinksteren nu?

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1986

Mivo +16 | 24 Pagina's