Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dordtse Leerregels

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dordtse Leerregels

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lees de eerste vier artikelen van hoofdstuk 1 uit de Dordtse Leerregels en beantwoord aan de hand daarvan de volgende vragen:

a. Waarom zou "God niemand ongelijk hebben gedaan" als hij alle mensen verloren zou laten gaan?

b. Geef in één zin weer wat de inhoud is van het eerste artikel.

a. Heeft God mensen lief? Motiveer je antwoord.

b. Wie hebben volgens dit artikel "het eeuwige leven'?

c. Geef in één zin weer wat de inhoud is van het tweede artikel.

a. Hoe worden mensen tot het geloof gebracht?

b. Wie worden er geroepen tot bekering en geloof?

c. Geef in één zin weer wat de inhoud is van het derde artikel.

a. Op wie blijft de toorn Gods? Motiveer je antwoord.

b. Wie ontvangen het eeuwige leven? Motiveer je antwoord.

c. Geef in één zin weer wat de inhoud is van het vierde artikel.

Art. 1 t/m 4

Schrijf de antwoorden die je bij c. hebt gegeven hieronder neer:

Weerleg de volgende uitspraak op grond van de inhoud van de eerste vier artikelen uit hoofdstuk 1 van de Dordtse Leerregels:

Uiteindelijk kun je niets doen aan je eigen zaligheid. De verkiezing is een muur waar je telkens op vastloopt.

Art. 1:

Art. 2:

Art. 3:

Art. 4:


Art. 1

1. Aangezien alle mensen in Adam gezondigd hebben, en des vloeks en eeuwigen doods zijn schuldig geworden, zo zou God niemand ongelijk hebben gedaan, indien Hij het ganse menselijke geslacht in de zonde en vervloeking had willen laten en om de zonde verdoemen, volgens deze uitspraken van den Apostel „De gehele wereld is voor God verdoemelijk. Zij hebben allen gezondigd en derven de heerlijkheid Gods" (Rom. 3 : 19, 23); en: „De bezoldiging der zonde is de dood" (Rom. 6 : 23).

Art. 2

2. „Maar hierin is de liefde Gods geopenbaard, dat Hij zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe" (1 Joh. 4 : 9; Joh. 3 : 16).

• . o J

3. En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wien Hij wil, en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, den gekruisigde. „Want hoe zullen zij in Hem geloven, van welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden?" (Rom. 10 : 14, 15).

Art. 4

4. Die dit Evangelie niet geloven, op die blijft de toorn Gods. Maar die het aannemen, en den Zaligmaker Jezus met een waarachtig en levend geloof omhelzen, die worden door Hem van den toorn Gods en van het verderf verlost en met het eeuwige leven begiftigd (Joh. 3 : 36, Mark. 16 : 16).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1990

Mivo +16 | 24 Pagina's

Dordtse Leerregels

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 april 1990

Mivo +16 | 24 Pagina's