Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

4. Oosterse religiositeit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

4. Oosterse religiositeit

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Nieuwe Tijd-denken is niet alleen geworteld in het holisme, maar ook in oosterse religiositeit. In het voorgaande werd al een paar keer verwezen naar hindoeïsme en boeddhisme. Nu willen we op enkele elementen uit deze Oosterse religies in het bijzonder ingaan, namelijk de "tao", het hindoeïsme en het boeddhisme.

De "tao"

Een zekere Capra heeft een boek geschreven met de titel "De tao van de fysica". In dit boek zet hij de verhouding tussen het moderne holisme en de natuurkunde (fysica) uiteen. Volens hem is hetgeen de holisten hebben ontdekt (namelijk dat het alles bestaat uit positieve en negatieve elementen) niet nieuw. Capra maakt duidelijk dat deze gedachten reeds lange tijd bestond in de religies van het oosten.

"De tao van de fysica". Het woord "tao" komt uit de chinese religiositeit en betekent "de weg". Met "de tao" wordt bedoeld de weg, de gang die het heelal aflegt. De mens moet zich aan deze gang, deze weg ("tao") onderwerpen en "meegaan". "Tao" openbaart zich op allerlei manieren.

Het is de taak van mensen om de verschillende manieren te leren kennen en zo de weg af te leggen.

Tao wordt zichtbaar in de twee hoofdbeginselen van het heelal: de tegenpolen yin en yang. Yin staat voor vrouwelijk, passief, aards, koel en donker, samenwerkend en emotioneel, terwijl yang te maken heeft met mannelijk, aktief, hemels, warm en licht, wedijverend en verstandelijk.

De beide principes doordringen elkaar in het heelal, maar in sommige perioden is één van de twee sterker dan de ander.

In de afgelopen tweeduizend jaar zou yang gedomineerd hebben. Na een tijd van yin-overheersing zal een periode van allesdoordringende harmonie komen.

Om zich zo goed mogelijk in te stellen op "de weg heeft men vooral in China allerlei praktijken uitgedacht, die de mens kan volgen om de band met tao te versterken: eetgewoonten, waarzeg-technieken, magie van getallen, aardstralen, enz. Er is een grote verscheidenheid in deze praktijken en technieken.

Hindoeïsme

India, waar het hindoeïsme ontstaan is, is een zeer groot land. Het gevolg is, dat er zich allerlei plaatselijke varianten van hindoeïsme hebben ontwikkeld, met eigen goden, met eigen gewoonten en eigen leraars (goeroe s). Toch zijn er wel enige gemeenschappelijk trekken aan te wijzen. Eén van deze is de erkenning dat zich in het heelal de goddelijke macht "brahma" openbaart. De "brahma" schept alles en bindt alles samen. Deze scheppende macht openbaart zich als een godheid, naast wie ook Visjnoe en Sjiva als algemene hindoe-godheden erkend worden.

Visjnoe is bekend vanwege zijn incarnaties, nederdalingen in menselijke gestalte. Dit gebeurt in het bijzonder als de mensheid weer op rechte spoor gebracht moet worden. Eén van de bekendste incarnaties van Visjnoe is Krisjna, die ook door sommige sekten in het westen wordt vereerd.

Sjiva is vooral de god van de vruchtbaarheid, maar ook van de extase en de vernietiging. Sjiva wordt vaak zittend op een stier afgebeeld. Naast deze hoofdgoden worden zeer vele plaatselijke godheden vereerd.

Een ander gemeenschappelijke trek is dat Hindoe's geloven in de werkelijkheid van "karma". Met het begrip "karma" doelt men op de afrekening van iemands daden in het leven. Iemand die in zijn leven veel goede daden heeft verricht, zal reïncarneren naar een hogere status in zijn volgend leven.

Om een goed karma te bereiken kunnen hindoe's zich een bepaald juk opleggen, een methode van heiliging volgen, waardoor ze een stap dichter bij een gelukkig leven in het hiernamaals komen. Het hindoewoord voor juk is "yoga". Er zijn allerlei vormen van yoga. Sommige hebben vooral te maken met heiliging door daden, andere zijn vooral op het denken toegespitst.

Boeddhisme

Het boeddhisme heeft zich uit het hindoeïsme ontwikkeld. Het kan gezien worden als een speciale yoga, waarvoor de verlichte prins Siddharta Gautama het pad ontdekt heeft. Dat pad leert een weg van zelfverlossing, waardoor de mens in één leven de verlichting kan bereiken. Sommige vormen van boeddhisme zijn vrijwel godloos, in deze zin, dat alleen het oer-principe van "brahma" erkend wordt. Maar er zijn ook vormen van boeddhisme, die veel meer op het hindoeïsme lijken en waarin Boeddha als een godheid vereerd wordt. Ook het boeddhisme heeft geleid tot allerlei vormen van religiositeit.

Zowel in hindoeïsme als boeddhisme zijn groepen van mensen ontstaan, die het zich in het bij- zonder tot een plicht rekenen om de juiste wegen te bewandelen. Zo zijn goeroe's bezig om in een asram (een leerhuis) zijn volgelingen te onderwijzen. Er zijn kloosters waarin de religie in praktijk wordt beoefend. Er zijn groepen van mensen die zich op een bijzondere manier verantwoordelijk achten voor het juiste handhaven van de weg.

Men heeft zich in de westerse wereld wel afgevraagd hoe in het algemeen de genoemde typen van oosterse religiositeit het best zijn te typeren.

Wellicht kunnen we ons dat het beste voorstellen door te letten op het besef van de goddelijkheid in de dingen. Voor het denken van velen in de oosterse religies is veel van het alledaagse doortrokken van goddelijkheid. De mens kan in zijn alledaagse leven oog in oog staan met het goddelijke. Dat kan leiden tot pan-theïsme, de overtuiging dat alles wat is, ook goddelijk is. In zichzelf kan de mens dat goddelijke waarnemen: "tat tuam asi" ("dat ben jij") is een spreuk die de mens eraan herinnert, dat in hem (in zijn "atman") het goddelijke (het brahma) te voorschijn treedt. In zijn boek "De New Age beweging" schrijft prof. Verkuyl dan ook: "Pantheisme (of pankosmisme) gaat altijd gepaard met de neiging tot vergoddelijking van de mens" (pag. 63). Ook in medemensen, dieren en dingen kan de mens dan de goddelijke bron en het draagvlak van al het bestaande ontmoeten, dat zich in eindeloze wisselwerking nu eens zus, dan weer zo. openbaart. Het strakke tijdsbesef, zoals dat in het westen nogal eens opgeld doet, is bij velen die zich door oosterse religiositeit laten inspireren dan ook nauwelijks aanwezig. De zee van het zijn golft voort in eindeloze deining, waarbij de mens zich af en toe als bewust-zijn kan verheffen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1991

Mivo +16 | 60 Pagina's

4. Oosterse religiositeit

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1991

Mivo +16 | 60 Pagina's