Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

1. Jakobusbrief

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Jakobusbrief

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Gij zijt het zout der aarde" en "gij zijt het licht der wereld". Zo spreekt de Heere Jezus de discipelen toe in de Bergrede. Zittend op de berg heeft Hij Zijn onderwijs gegeven. Hij leerde hen als machthebbende en niet als Schriftgeleerde (Matth. 7: 29).

Duidelijk kwam het verschil naar voren tussen het onderwijs van de Heere Jezus en het onderwijs van de Farizeeërs en Schriftgeleerden. De Heere laat zien dat een uiterlijke godsdienst, bestaande uit allerlei verplichtingen, niet genoeg is. In wetsonderhouding kan geen zaligheid worden gevonden. De Heere vraagt het hart. De Heere vraagt liefde tot Zijn geboden. En Christus is de volkomen Wetsonderhouder. Een christen moet leven tot eer van God en tot welzijn van de naaste. "Gij zijt het zout der aarde". "Gij zijt het licht der wereld". "Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien en uw Vader Die in de hemelen is, verheerlijken".

Tegelijkertijd voegt Jezus bij Zijn woorden een ernstige vermaning: "Indien nu het zout smakeloos wordt, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen en van de mensen vertreden te worden". De discipelen moeten hun roeping om het zout der aarde te zijn, niet verwaarlozen.

Zo is ook de gemeente geroepen om het zout der aarde te zijn en het licht der wereld. Zoals zout smaak geeft en bederfwerend is, zo staat de gemeente in een wereld die vol bederf is. Als zout het zoutend vermogen verliest, heeft het geen waarde meer. Vandaar de klemmende waarschuwing aan de gemeente om te midden van de wereld haar roeping te verstaan. De gemeente kan aangevallen worden, van binnenuit en van buitenaf: door wetticisme en door wereldgelijkvormigheid. De gemeente kan gemakkelijk luisteren naar verkeerde opvattingen of ze kan gemakkelijk meedoen met de wereld. Maar dan is het zout wel smakeloos geworden. Het leven van de gemeenteleden is dan niet tot zegen.

De Heere heeft de gemeente een middel gegeven, waardoor Hij hen waarschuwt voor de gevaren van wetticisme en wereldgelijkvormigheid, namelijk Zijn Woord. Paulus noemt het Woord "het zwaard van de Geest '. Door Woord en Geest onderwijst God Zijn gemeente, verlicht haar en beweegt haar om te leven overeenkomstig het Woord,

ledereen moet hoorder en dader van het Woord zijn en vruchten voortbrengen van geloof en bekering. "Een iegelijk dan die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots heeft gebouwd". Maar: "Een iegelijk die deze Mijn

Maar: "Een iegelijk die deze Mijn woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwaze man vergeleken worden, die zijn huis op het zand heeft gebouwd". En van het laatste huis wordt gezegd: "en het is gevallen en zijn val was groot".

De brief van Jakobus is geschreven om de gemeente te waarschuwen tegen veel zonden en gevaren van zonden. Jakobus roept hen op om hoorder en dader van het Woord te zijn. Ze moeten niet volgens eigen wil leven, maar leven overeenkomstig Gods Woord. Alleen geleid door Woord en Geest zullen ze vruchten kunnen voortbrengen van geloof en bekering, en dit tot Gods eer.

De schrijver

De brief begint met het noemen van de schrijver: "Jakobus, een dienstknecht van God en van de Heere Jezus Christus". Ook Petrus en Johannes noemen aan het begin van hun brief slechts hun naam en zij laten er direkt op volgen: "een dienstknecht van Jezus Christus". Dienstknecht-zijn duidt enerzijds op hun dienende positie: ze zijn dienstknecht en dus ondergeschikt aan een ander. Maar deze uitdrukking laat aan de andere kant ook zien dat zij gezag hebben omdat ze dienstknecht van God en van Jezus Christus zijn. Ten diepste spreken zij niet tot de mensen, maar is het God Die tot mensen spreekt door middel van Zijn knechten. De summiere omschrijving van de naam doet vermoeden dat deze Jakobus een bekend persoon is geweest.

Als nadere aanduiding staat bij Petrus nog dat hij apostel is, en bij Judas dat hij een broer van Jakobus is. Bij de schrijver van de Jakobusbrief staat verder niets vermeld. Wie is de schrijver van deze brief geweest?

In het Nieuwe Testament komen meer mensen voor met de naam Jakobus. Heel bekend is de apostel Jakobus, de broer van Johannes (Matth. 10: 2). Deze is echter reeds in het jaar 44 door Herodes gedood. Er is nog een apostel met de naam Jakobus, namelijk de zoon van Alfeüs.

Verder worden nog genoemd "Jakobus de kleine", zoon van ene Maria (Mark. 15: 40) en Jakobus, de vader van Judas Thaddeüs (Mark. 3: 18). Van deze drie personen is weinig bekend.

Als laatste nog Jakobus, de broer van de Heere Jezus (Hand. 15: 13). Hij bezat een gezaghebbende positie in de Jeruzalemse moedergemeente. Hij is rond 62 na Chr. als martelaar gestorven.

Waarschijnlijk is deze Jakobus, die bekend was bij velen, de schrijver van de brief. Reeds de vroege kerkvaders hielden hem voor de schrijver.

Tijd/geadresseerden

De brief van Jakobus is één van de vroegst geschreven brieven. Hij is geschreven in het Grieks aan de twaalf stammen die in de verstrooiing zijn (1: 1). Dit kunnen Griekssprekende joden zijn, die voor de vervolgingen gevlucht zijn of die reeds langere tijd in de diaspora (verstrooiing) leefden. In ieder geval zijn de geadresseerden bekend met het Oude Testament en met de synagoge (2: 2). Hun woonplaats ligt waarschijnlijk in Syrië, het achterland van Antiochie (Hand. 11: 19).

Inhoud

In tegenstelling tot Petrus en Johannes noemt Jakobus slechts tweemaal de naam van de Heere Jezus Christus. Ook haalt hij de heilsfeiten niet aan. Wel herinnert hij de lezers telkens aan de woorden van de Heere Jezus. De inhoud van de brief doet denken aan de Bergrede in Matth. 5-7, waarin Jezus de zonden van het Jodendom aan de kaak stelt. Men ging op in het onderhouden van de wet van Mozes, de werken van de wet (uiterlijk), maar tegelijk zondigde men omdat men de voornaamste eis van de wet overtrad, namelijk de liefde. Het was een uitwendige godsdienst zonder de liefde van het hart.

De manier waarop Jakobus de christenen de levenswijsheid wil leren, doet sommigen denken aan de Spreuken. Vergelijk bijvoorbeeld Spr. 2: 3-6 en Jak. 1: 5 eens met elkaar. In Spreuken staan ook veel spreukenreeksen over verschillende levenssituaties na elkaar genoemd, zonder dat de samenhang altijd even duidelijk is.

Zonder persoonlijke mededelingen te doen en groeten over te brengen, gaat Jakobus hen aanschrijven. Hij gaat de jonge christenen in Syrië vermanen om uit het geloof te leven. Ze verkeren wel in moeilijke omstandigheden, maar dit moet hen niet in verwarring en twijfel brengen. Moeite en ellende moeten hen niet weerhouden een heilige levenswandel te vertonen.

Ze moeten de vruchten van het geloof laten zien, vanuit het geloof in Jezus Christus, het fundament van het geloof. Uit Hem moeten ze leven. Jakobus gaat niet in op Wie Christus is en wat Hij gedaan heeft; hij legt de nadruk erop dat in het dagelijkse leven het geloof in Jezus Christus zijn uitwerking moet krijgen. De gave van Jezus Christus stelt een christen voor de opgave om een heilige levenswandel te openbaren. Het geloof in de Heere Jezus Christus vraagt een volkomen overgave aan Hem, een bereidwilligheid en gehoorzaamheid om uit Hem te leven tot Zijn eer. Jakobus schrijft hen geen ordelijke lijst met nieuwe regels voor. Wel noemt hij heel veel voorbeelden uit het dagelijkse leven waaruit de vruchten van het geloof moeten blijken. Worden die vruchten echter niet gevonden, dan moet het geloof dood zijn.

Indeling

Het is mogelijk de brief van Jakobus als volgt in te delen:

1: 1-18 het verdragen van verzoekingen/beproevingen

1: 19- 2: 26: hoorders en daders/geen aanzien des persoons/ geloof en werken

3: 1-18: de tong in toom houden

4: 1-12" waakzaamheid tegen onverzadigbare begeerlijk heden

4:13-17: indien de Heere wil en wij leven

5: 1-6: de onbarmhartige rijken

5: 7-20: weest geduldig en draagt elkaar in de gebeden.

Er zijn echter ook andere indelingen mogelijk. In de schets worden eerst de twee centrale themci\ van de brief behandeld, namelijk "hoorders en daders" en "geloof en werken" (hfdst. 2). In het derde hoofdstuk worden enkele onderwerpen behandeld, die aan de orde komen in de brief, namelijk verzoekingen, aanziens des persoons, rijkdom, de tong en het gebed.


Opdracht 1

Hoe wordt er in de onderstaande teksten gesproken over "De werken"? Matth. 5: 16; Jak. 2: 17 en 18; 1 Petr. 2: 12 en Rom. 3: 20

Schrijf enkele kernwoorden op in de tabel bij opdracht 5

Opdracht 2

Hoe wordt er in de onderstaande teksten gesproken over "Het geloof"? Luk. 17: 5; Rom. 10: 17: Jak. 2: 17 en Matth. 17: 19 en 20

Schrijf enkele kernwoorden op in de tabel bij opdracht 5

Opdracht 3

Hoe wordt er in de onderstaande teksten gesproken over "Het horen"? Spr. 8: 34; Jak. 1: 19; Luk. 8: 15; Luk. 16: 31

Schrijf enkele kernwoorden op in de tabel bij opdracht 5

Opdracht 4

Hoe wordt er in de onderstaande teksten gesproken over "De daden"? Jak. 1: 22, Matth. 7: 21; Joh. 3: 17 en Rom. 2: 13

Schrijf enkele kernwoorden op in de tabel bij opdracht 5

Opdracht 5

De bovenstaande kolom is nu ingevuld.

a. Zijn er tegenstrijdigheden in de tabel te vinden? Zijn dit echte of schijnbare tegenstrijdigheden? Hoe moet je hier op grond van Gods Woord over denken?

b. Wat is het verband tussen het geloof en de werken, tussen het Woord en de daden?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 1993

Mivo +16 | 24 Pagina's

1. Jakobusbrief

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 1993

Mivo +16 | 24 Pagina's