Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

1. Twee werelden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Twee werelden

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Enkele jaren vóór Christus wordt Saulus in Tarsen geboren. Hij krijgt van zijn ouders de Joodse naam Saul. In het Grieks wordt dit Saulos en in het Latijn Saulus. Saul betekent 'de afgebedene' of 'welkom'. Beide betekenissen duiden erop dat de ouders blij waren met de geboorte van hun zoon.

Saulus ontvangt bovendien een Romeinse naam, namelijk Paulus, dat 'kleine' betekent, aangezien zijn vader het Romeinse burgerrecht bezit.

Saul de Jood

Saulus was een Jood naar het vlees, maar ook naar de geest. Hij geeft daar zelf een krachtig getuigenis van: Besneden ten achtsten dage, uit het geslacht van Israël, van de stam van Benjamin, een Hebreër uit de Hebreën, naar de wet een farizeeër' (Fil. 3:5).

In Hand. 23: 6 wordt gesproken over 'eens farizeeërs zoon'. Dit houdt niet alleen in dat Saulus een zoon van een farizeeër was, maar dat zijn voorvaders farizeeërs waren.

Hoe kan het zijn dat Saulus in Tarsen is geboren, terwijl hij een Jood is? Immers, Tarsen is gelegen in Cilicië in Klein-Azië; het huidige Turkije. Bij de kerkvader Hiëronymus vinden we de overlevering dat Saulus' ouders oorspronkelijk in het stadje Gisjkala in Noord-Galilea woonden. Bij de verovering van deze stad door de Romeinen in 4 v. Chr. zouden zij als krijgsgevangenen zijn weggevoerd. Op deze wijze zijn zij in Tarsen terecht gekomen.

Van Saulus' jeugd in Tarsen weten we weinig. Saulus heeft een orthodox Joodse opvoeding ontvangen. Voor een Jood is de sterke verbondenheid met Jeruzalem van groot belang. Deze verbondenheid was er ook bij de ouders van Saulus. Sterker nog, zij hadden familiebetrekkingen in Jeruzalem. Uit Hand. 23: 16 blijkt dat Saulus een getrouwde zuster in Jeruzalem had wonen.

Zijn orthodox-Joodse opvoeding blijkt ook uit het feit dat Saulus later zelf naar Israël gaat voor studie aan een rabbijnenschool. Het was gebruikelijk dat men de studie bij een rabbijn begon op vijftienjarige leeftijd. Paulus geeft echter zelf aan in Hand. 22: 3 dat hij is opgevoed te Jeruzalem.

We weten van Paulus dat hij een ambacht heeft geleerd. Het handwerk werd door de Joden veel hoger geschat dan door de Grieken. Bij de rabbijnen was het een vrij algemene gewoonte om naast de studie van de wet een handwerk uit te oefenen. In de 'Spreuken der vaderen' wordt gezegd: "Schoon is de studie der Thora in uerbinding met wereldlijke bezigheid, want het bezig zijn met beide uerjaagt de zonde. Alle Thora-studie zonder uerbinding met arbeid gaat tenslotte teniet en geeft aanleiding tot zonde". Saulus leerde het vak van tentenmaker (Hand. 18: 3). Hierbij wordt veel gedacht aan het weven van tentdoek, Saulus zou dan wever zijn geweest. Hier is echter nogal wat tegenin te brengen. Het weversvak was bij de rabbijnen in minachting omdat de wever beroepshalve regelmatig kontakt had met vrouwen, en niet alleen met hoogstaande vrouwen. Daarom is het de vraag of een rabbijnen-leerling als wever opgeleid zou worden. Oude vertalers geven een aanwijzing dat voor 'tentenmaker' ook 'lederwerker' gelezen kan worden. Het schijnt dat we bij deze 'tenten' moeten denken aan een soort kleine tenten die men op reis mee kon nemen, om daaronder te schuilen tegen de zon. Saulus' werk zou dan zijn geweest het op maat snijden en het aan elkaar naaien van stukken leer.

Welke plaats nam dit handwerk in het leven in? Waarom moest Paulus een handwerk leren? De spreuk uit de 'Spreuken der vaderen' geeft niet het enige motief aan dat de rabbijnen aan het ambacht zette. Velen moesten er eenvoudig mee in hun levensonderhoud voorzien. Later zien we dat Paulus als apostel met zijn handwerk zijn brood gaat verdienen. Het farizeeërschap ging dus niet altijd gepaard met maatschappelijke welstand. We moeten het farizeeërschap zien als een bijzondere taak binnen de synagoge en niet als een beroep.

Als een echte Jood beheerste Saulus ook hierin dat hij de taal van de Joden beheerste. De omgangstaal in Israël was in die tijd het Aramees. Saulus beheerste echter de Griekse taal ook uitstekend, zodat de vraag naar welke taal nu zijn moedertaal is geweest nog niet zo gemakkelijk te beantwoorden is.

Paulus de Romein

Met zijn tweede naam is Saulus gekarakteriseerd als burger van het Romeinse wereldrijk. Zoals we al zagen, heeft zijn vader hem naast een Joodse ook een Romeinse naam gegeven: 'Paulus' dat 'de kleine' betekent. Waarschijnlijk paste deze naam bij zijn postuur want in de Korinthebrief vertelt Paulus dat zijn vijanden zeggen 'hij kan wel geweldig brieven schrijven, maar zijn verschijning is weinig imponerend en een redenaar is hij al helemaal niet'. Deze grieven waren in de Grieks-Romeinse wereld zeer ernstig. Juist in deze wereld lag er een sterk accent op het lichaam van de mens en de redenaarsgave van een man.

De jaren waarin Paulus opgroeide vallen samen met het meest bewogen tijdperk van de Romeinse geschiedenis. Toen Paulus geboren werd, was keizer Augustus aan het bewind. Tijdens Paulus' jeugd werd deze opgevolgd door Tiberius en Caligula. Beroemde tijdgenoten waren Livius, Ovidius, Seneca en Plinius. De Joodse filosoof Philo van Alexandrië was ongeveer twintig jaar ouder dan Paulus. De wereld van Griekse en Romeinse filosofen was de wereld waarin Paulus geleefd en gewerkt heeft.

Tarsen behoorde, toen Paulus geboren werd, al tot de oudere steden van de Hellenistische wereld. De stad lag aan de zee en had een belangrijke haven. Daarnaast groeven Tarsische ingenieurs een weg in een woeste bergpas die wordt aangeduid als de Cilicische Poorten en openden daarmee een doorgaande weg vanuit het Eufraatgebied naar Efeze en Rome. Tarsen was een beroemde havenstad en middelpunt in de karavaanhandel. Tevens was het een belangrijk knooppunt dat de oosterse en de westerse werelden met elkaar verbond. Tarsen was een wereldstad zowel door haar grootte als door de levendige handel die mensen uit alle windstreken samenbracht.

Daarnaast was het bovendien een centrum van kuituur. De Griekse schrijver Strabo stelt de universiteit van Tarsen boven die van Athene en Alexandrië. De stad vormde een hoofdzetel van de Griekse filosofie.

Paulus beroept zich later meermalen op zijn Romeins burgerschap. Hij had dit verkregen door geboorte, ook zijn vader moet dit burgerschap dus hebben gehad. Misschien heeft zijn vader dit, zoals gebruikelijk was, na vrijlating uit krijgsgevangenschap verkregen, maar we weten dit niet zeker.

Welke kennis de jonge Paulus heeft genomen van het Tarsische kuituurleven is niet te zeggen. Soms wordt verondersteld dat hij een Griekse rhetorenschool (school waarin men de redenaarskunst leert) zou hebben bezocht. Ongetwijfeld heeft Paulus op de straten en pleinen in de stad Griekse filosofen gehoord die hun stellingen en verdedigingen voordroegen. Op die manier is hij zeker met de Griekse gedachtenwereld in aanraking gekomen. Het is opmerkelijk dat Paulus er later in zijn brieven blijk van geeft, behalve de Joodse manier van redeneren, ook de Grieks-Romeinse stijlvormen en diskussietechnieken uitstekend te beheersen. Zijn verblijf in deze stad heeft de grondslag gelegd voor zijn vertrouwdheid met het Grieks, het koinè-Grieks dat in die dagen in de landen rond de Middellandse zee de algemene omgangstaal was. In zijn brieven blijkt dat Paulus deze taal volkomen beheerste. Opmerkelijk is bijvoorbeeld dat hij voor de vele citaten uit het Oude Testament bijna altijd de Griekse Septuagint gebruikt. De Septuagint is een vertaling van het Oude Testament voor de Joden die niet in Israël woonden, maar in de verstrooiing.

Al met al zal het voor Paulus, ondanks zijn farizeïsche opvoeding in het gezin, praktisch niet mogelijk zijn geweest om in Tarsen op te groeien zonder iets van de kuituur in te ademen dat hem, de Jood, tot een Romeins wereldburger maakte.


Degenen die meer over deze personen willen weten, kunnen dit nagaan ineen encyclopedie.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1993

Mivo +16 | 24 Pagina's

1. Twee werelden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 1993

Mivo +16 | 24 Pagina's