Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Israël het uitverkoren volk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Israël het uitverkoren volk

45 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

"Vier Palestijnen zijn donderdagochtend om het leven gekomen tijdens een grootscheepse Israëlische inval in het noorden van de Gazastrook. (...) In het naburige vluchtelingenkamp Jabaliya schoten Israëlische militairen een 31-jarige man dood. Zeker 16 Palestijnen raakten gewond. (...) Het optreden was volgens een woordvoerder een reactie op de beschietingen van Israëlische doelen met Palestijnse raketten. Daardoor zouden eerder deze week in de omgeving van de Israëlische stad Sederot gewonden zijn gevallen. (...) In de Palestijnse gebieden is donderdag de 'Dag van de Catastrofe'. Palestijnen herdenken dan de stichting van de staat Israël in 1948 met demonstraties."
(RD, 15-05-2003)

"Een Palestijnse zelfmoordaanslag dinsdagavond op een lijnbus in het centrum van Jeruzalem heeft zeker achttien personen het leven gekost. Ongeveer honderd personen raakten gewond. Onder de slachtoffers zijn talrijke kinderen. (...) De radicale Palestijnse organisaties Islamitische Jihad en Harnas hebben beide de verantwoordelijkheid voor de zelfmoordaanslag opgeëist. (...) In een Palestijns vluchtelingenkamp bij de Libanese stad Tripoli gingen dinsdagavond honderden mensen de straat op om snoepjes uit te delen om de aanslag te vieren. (..)"
(RD, 20-08-2003)

Zomaar twee berichten over de situatie in Israël. Israël dat bijna dagelijks in het nieuws is. Bomaanslagen en beschietingen op Israëli's en Palestijnen, vredesbesprekingen, weer bomaanslagen... Het volk Israël, waarvoor vaak in de kerk gebeden wordt. Israël, wat door God uitverkoren is. Over dit Israël zal deze schets gaan. In hoofdstuk 1 duiken we de geschiedenis in om de huidige politieke situatie van Israël beter te begrijpen. Hoofdstuk 2 gaat over de religie in Israël. Vervolgens bekijken we in hoofdstuk 3 wat de Bijbel over Israël zegt en of er een Bijbelse houding ten opzichte van Israël uit af te leiden is. Tenslotte gaan we in hoofdstuk 4 na of er vanuit de Bijbel iets te zeggen valt over de toekomst van Israël.

1. Historie van Israël

HET BEGIN VAN ISRAËL LIGT VER TERUG IN DE GESCHIEDENIS. IN DE BlJBEL LEZEN WE IN HET OUDE TESTAMENT DAT ABRAHAM DOOR GOD GEROEPEN WERD OM ZIJN GEBOORTELAND UR DER CHALDEEËN TE VERLATEN. HIJ MOEST OP REIS GAAN NAAR HET LAND DAT GOD HEM ZOU WIJZEN. HIERBIJ KREEG ABRAHAM EEN BELOFTE: GOD ZOU HEM TOT EEN GROOT VOLK MAKEN EN HET LAND KANAAN TOT BEZIT GEVEN. OOK BELOOFDE DE HEERE AAN ABRAHAM DAT IN HEM "ALLE GESLACHTEN DES AARDRIJKS GEZEGEND ZULLEN WORDEN". HIER WERD DE KOMST VAN DE MESSIAS MEE BEDOELD. UIT HET ZAAD VAN ABRAHAM ZOU DE MESSIAS VOORTKOMEN. NA EEN LANGE WEG VAN SLAVERNIJ IN EGYPTE EN 40 JAREN OMZWERVEN IN DE WOESTIJN, KWAM HET VOLK ISRAËL IN HET BELOOFDE LAND KANAÄN AAN. HET LAND WERD INGENOMEN EN DE ISRAËLIETEN GINGEN IN KANAÄN WONEN. WAAR PRECIES DE LANDSGRENZEN VAN HET VROEGERE KANAÄN LIGGEN, IS NIET UIT DE BIJBEL AF TE LEZEN. GLOBAAL KUNNEN WE ZEGGEN DAT EEN DEEL VAN HET HUIDIGE ISRAËL OP DE PLAATS VAN HET VROEGERE KANAÄN LIGT.

Ballingschap en verstrooiing
In de tijd dat het volk in Kanaan woonde, week Israël steeds weer af van de geboden van de Heere. De Heere stuurde profeten die het volk waarschuwden, maar het keerde zich elke keer weer af van de Heere. Daarom werd Israël uiteindelijk weggevoerd in ballingschap. Hettienstammenrijk werd naar Assyrië gevoerd, en zo'n 150 jaar later werd het twee-stammenrijk naar Babel weggevoerd. Slechts een gedeelte van het volk kwam na deze ballingschap weer terug naar het beloofde land. In het jaar 70 na Chr. werd Jeruzalem met de tempel verwoest. In 135 na Chr. ontstond een Joodse opstand tegen de Romeinen, waarop weer een ballingschap volgde, nog groter en langer dan de vorige. De Romeinen verwoestten de stad Jeruzalem, en de Joden werden verstrooid onder alle volken (diaspora). Van Israël als natie was weinig meer over. De Joden woonden eeuwenlang verspreid over de hele wereld.

Antisemitisme
Door de eeuwen heen zijn er onder de Joden vele vervolgingen geweest. In bijvoorbeeld de Middeleeuwen werden de Joden vernederd: men dacht het volk verworpen was omdat het de Heiland aan het kruis genageld had. Tijdens de pestepidemie die rond 1350 uitbrak werd het Joodse volk als oorzaak gezien van deze ziekte. De Joden zouden de bronnen vergiftigd hebben. De haatuitbarsting tegen de Joden die hierop volgde, zorgde ervoor dat honderden Joodse gemeenschappen in West-Europa uitgeroeid werden.

Ook tijdens de kruistochten die in de Middeleeuwen georganiseerd werden, trok men ten strijde tegen de 'Christusmoordenaars'. Veel Westeuropese landen duldden de Joden niet meer binnen hun grenzen waardoor zij hun toevlucht zochten in de landen van Oost-Europa. Maar ook daar bleven de vervolgingen bestaan. In Rusland vonden eind 1800 en begin 1900 verschillende keren 'pogroms' (vervolgingen) plaats. Deze vervolgingen, en alle andere uitingen in woord en daad die gericht zijn tegen de Joden als groepering, worden geschaard onder de noemer 'antisemitisme'.
Van recenter datum is het antisemitisme dat Adolf Hitler in de Tweede Wereldoorlog ten toon spreidde. Zes miljoen Joden werden uitgeroeid als gevolg van Hitiers rassentheorie; die hield onder andere in dat het Joodse volk een minderwaardig ras was. Maar ook na de Tweede Wereldoorlog hield het antisemitisme niet op te bestaan. Wel ontstond er een taboe op het openlijk en herkenbaar uiten ervan. Maar de kritiek, zowel op de Joden als volk als op Israël als natie, bleef bestaan. Hoewel niet elke kritiek op Israël antisemitisch is, wordt wat Israël verkeerd doet, nogal eens overbelicht. Of er wordt een vergelijking getrokken met Israël en de nazi's uit de Tweede Wereldoorlog. Israels houding tegenover de Palestijnen zou dan dezelfde zijn als die van de nazi's tegenover de joden.


ISRAËL

TOEN HET VOLK ISRAËL (GENOEMD NAAR DE NAAM DIE AAN JAKOB GEGEVEN WERD) IN HET OUDE TESTAMENT HET LAND KANAÄN INNAM, ONTSTOND OP DEN DUUR HET KONINKRIJK ISRAËL. NA DE BALLINGSCHAPPEN EN DE DIASPORA KWAM HET LAND IN HANDEN VAN VERSCHILLENDE ISLAMITISCHE VOLKEN. SLNDS 1948 IS ER ECHTER WEER EEN THUISLAND VOOR DE JODEN: DE STAAT ISRAËL.

JODEN
MET JODEN WORDEN VERSCHILLENDE GROEPERINGEN BEDOELD:
1. DE LEDEN VAN HET VOLK ISRAËL DAT ZICH IN KANAAN VESTIGDE. LATER WERDEN OOK DE NAKOMELINGEN VAN JUDA ISRAËLIETEN GENOEMD, TERWIJL HET OMGEKEERDE ALGEMEEN WORDT GEDAAN DOOR ALLE ISRAËLIETEN DIE UIT DE BABYLONISCHE BALLINGSCHAP TERUGKEERDEN, 'JODEN' (NAAR DE NAAM JEHOEDI=JUDA) TE NOEMEN.
2. DE NAKOMELINGEN VAN HET JOODSE VOLK DIE NA 70 NA CHR. OVER DE HELE WERELD VERSTROOID WERDEN.
3. DE AANHANGERS VAN HET JODENDOM. IN DEZE GODSDIENSTIGE BETEKENIS SPREEKT MEN OOK VAN ISRAËLIETEN.
4. DE ONDERDANEN VAN DE STAAT ISRAËL, DIE VOORAL IN DE TEGENSTELLING ARABIEREN - JODEN ZO WORDEN GENOEMD, MAAR VAN WIE DE EIGENLIJKE NAAM "ISRAËLI'S" IS.

ANTISEMITISME
DEZE TERM IS EEN AFLEIDING VAN DE VROEGERE SEMIETENVOLKEN, DE NAKOMELINGEN VAN SEM (ZOON VAN NOACH). DE SEMIETEN SPRAKEN HUN EIGEN SEMITISCHE TAAL. DE TERM ANTISEMITISME BETEKENT DUS OORSPRONKELIJK UITINGEN IN WOORD OF DAAD, GERICHT TEGEN DE VOLKEN MET DE SEMITISCHE TALEN. DE TERM 'ANTISEMITISME' ZOALS WIJ DIE GEBRUIKEN, IS DAN EIGENLIJK ONJUIST. DE HUIDIGE BETEKENIS VAN ANTISEMITISME IS IMMERS: UITINGEN IN WOORD OF DAAD, GERICHT TEGEN DE JODEN ALS GROEPERING. MAAR EVENALS DE JODEN, SPREKEN BIJVOORBEELD DE ARABISCHE VOLKEN OOK DE SEMITISCHE TALEN.


Hoe komt het dat het joodse volk vaak het slachtoffer is van haatuitbarstingen? Hier kunnen godsdienstige motieven aan ten grondslag liggen: de joden hebben Jezus gekruisigd en daarbij geroepen: 'Zijn bloed kome over ons en onze kinderen'. De Joden zouden dan moeten boeten voor deze 'godsmoord'. Dit werd in de vroege eeuwen vooral door kerkvaders, priesters en andere geestelijken verkondigd. Een andere motief is de 'zondebokfunctie' die het Joodse volk heeft (gehad). In perioden van economische teruggang wordt er naar een zondebok gezocht. Dit zijn vaak de 'vreemde' elementen in de samenleving. De Joden hebben door de eeuwen heen een minderheidsstatus gehad, en werden daardoor als oorzaak gezien van rampen en problemen in de samenleving. Zij werden als 'vreemd' gezien omdat ze vast wilden houden aan hun eigen godsdienstige regels en tradities. Dat riep argwaan op. In de Middeleeuwen werden de Joden geweerd uit de gilden en waren zij aangewezen op beroepen in de handel en het bankwezen. In deze beroepen wisten de Joden het vaak tot een zekere welstand te brengen. Daarbij schroomden zij niet om van degenen die een geldlening bij hen afsloten, rente te vragen die nogal eens hoog kon oplopen. Temeer daar de kerk in die tijd verbood om van de naaste rente te vragen, ontstond het vertekende beeld van de Jood die als woekeraar de christenen uitbuit en mens en maatschappij bezoedelt.
Wellicht zit de diepere oorzaak van de tegenstand tegen Israël in het feit dat Israël Gods uitverkoren volk is. Er is een band tussen God en Israël. Dit wekt haat en woede van de wereld op. Alles wat bij God hoort en aan Zijn kant staat, wordt niet geduld. Al eeuwenlang wordt geprobeerd om de Joden en Israël te vernietigen, vanaf de tijd van het Oude Testament tot op de dag van vandaag. In het Oude Testament probeerde de satan de komst van de Messias te verhinderen. In de tijd na de komst van de Messias werden en worden er pogingen gedaan om het Joodse volk te vernietigen om te voorkomen dat het zich tot God gaat wenden. De satan zal altijd proberen Gods werk te verhinderen en te vernietigen. Maar toch zal Israël altijd Gods volk blijven, want God zal aan Zijn verbond met Israël vasthouden.

Zionisme
ls gevolg van de diaspora woonden de Joden verspreid over de hele wereld. Maar alle eeuwen door heeft bij veel Joden het verlangen geleefd om nog eens terug te mogen keren naar het land der vaderen, naar Zion, één van de heuvels in Jeruzalem waar eens de tempel stond. Ook het antisemitisme, waar de Joden mee geconfronteerd werden, was een grote stimulans om te streven naar een eigen vaderland. Verschillende Joden keerden daarom terug en vestigden zich in Palestina. Bij veel Joden leefde de hoop dat er ooit een eigen land zou zijn voor het Joodse volk. Het streven van de Joden naar het stichten van zo'n eigen staat wordt ook wel zionisme genoemd. Het zionisme nam steeds duidelijkere vormen aan en verbreidde zich onder de Joden. De journalist Theodoor Herzl, die eind 19e eeuw leefde, was de man die dit zionistisch streven vorm en organisatie gaf. Onder zijn leiding werd het eerste zionistisch congres gehouden, wat daarna jaarlijks plaatsvond.


IN 2002 KWAMEN IN ISRAËL 33.000 IMMIGRANTEN AAN, ONGEVEER 10.000 MINDER DAN IN 2001. NOG STEEDS VORMEN JODEN UIT DE VOORMALIGE SOVJETREPUBLIEKEN HET OVERGROTE DEEL VAN DE IMMIGRANTEN, MAAR OPVALLEND WAS DAT DE IMMIGRATIE UIT ARGENTINIË VERDRIEVOUDIGDE, WAARSCHIJNLIJK DOOR DE SLECHTE ECONOMISCHE SITUATIE IN DAT LAND. DE IMMIGRATIE UIT FRANKRIJK VERDUBBELDE, DEELS VANWEGE EEN DOOR JODEN GEVOELDE TOENAME VAN ANTISEMITISME. DE IMMIGRATIE VANUIT DE VERENIGDE STATEN NAM TOE MET 23%.
BRON: RD, 07-02-2003.


Stichting van de staat Israël
Steeds meer Joden begonnen zich vanaf het eind van de 19e eeuw in Palestina te vestigen en voegden zich bij de daar reeds bestaande Joodse gemeenschap. Na 1914 tot op heden kwamen en komen er duizenden per jaar.
De immigratie van de Joden bracht spanningen mee tussen de in Palestina wonende Arabieren en de Joodse immigranten. Onlusten volgden elkaar in een steeds sneller tempo op. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verklaarde de Engelse minister van Buitenlandse Zaken, Balfour, dat de Joden recht hadden op een nationaal tehuis in Palestina en dat de Engelse regering de oprichting hiervan zou bevorderen (Balfour-Declaration). Na de Eerste Wereldoorlog kreeg Engeland het mandaat (bestuur namens de Volkenbond, de voorloper van de Verenigde Naties) over Palestina. In 1939 werd door Engeland verklaard dat er in Palestina geen grond meer mocht worden aangekocht, en dat de immigratie van de Joden afhankelijk zou worden gesteld van de goedkeuring door de Arabieren. Palestina zou een onafhankelijke staat worden onder Arabische leiding. Dit zorgde voor veel Joodse protesten tegen Engeland. Daarom besloot Engeland in 1947 te stoppen met het bestuur over Palestina. Het land werd toen door de Verenigde Naties verdeeld in een Arabische en een Joodse staat. Een paar maanden later, in mei 1948, werd de nieuwe Joodse staat Israël door premier Ben Goerion geproclameerd.

Israël en de Arabieren
De verdeling van Palestina in een Joods en Arabisch deel stuitte op verzet bij de omliggende Arabische staten. Ook de Arabieren in Israël gingen niet akkoord met de beslissing van de VN. De Arabische staten vielen dan ook al snel de nieuwe Joodse staat aan. De Joodse strijders wisten de vijandelijke legers tot staan te brengen en veroverden zelfs meer gebied dan was toegewezen door de VN. Op verzoek van hun Arabische leiders, en uit angst voor de Joden, vluchtten veel Arabieren die nog in Israël woonden het land uit. Deze Arabieren die wegvluchtten worden 'Palestijnse vluchtelingen' genoemd. Ze vonden onderdak in Palestijnse vluchtelingenkampen, die werden opgericht op de Westelijke Jordaanoever, in de Gazastrook, in Jordanië, Syrië en Libanon.
Na deze eerste Arabisch-lsraëlische oorlog volgden er meer Er bleven spanningen bestaan tussen Israël en de buurlanden, wat meerdere malen uitmondde in strijd. In 1956 kwam het tot een groot gewapend conflict. De voortdurende guerilla-aanvallen van door Egvpte gesteunde Palestijnen en de blokkade van het Suez-kanaal door de Egyptische president dwongen Israël tot actie. Met steun van Engeland en Frankrijk werd de Egyptische verdediging overwonnen. Israël veroverde de Gazastrook en de Sinaï. Onder druk van de VN kwam het tot een wapenstilstand. De Israëli's trokken zich terug uit de Sinaï, waar hun plaats werd ingenomen door een VN-vredesmacht. Toen de VN in 1967 hun vredesmacht op verzoek van Egypte uit de woestijn weghaalden, bleek dat Egypte en Syrië Israël wilden aanvallen. Israël was beide landen een slag voor, en in een poging tot zelfbehoud werd in de zogenaamde Zesdaagse oorlog het Sinaï-schiereiland, Judea, Samaria en de Golanhoogte onder controle van Israël gebracht. Het grondgebied van Israël werd daardoor drie keer zo groot als oorspronkelijk toegewezen was door de VN. Na zes jaren van schermutselingen en terreuraanslagen hebben de Arabieren in 1973 op Grote Verzoendag (Yom Kippoer) hun strijd tegen de joodse staat hervat. Terwijl Israël feest vierde, verrasten de Arabische legers de weinige mensen die op wacht stonden met een grote aanval. Reeds na enkele dagen werd het Arabische leger door Israël tot staan gebracht, na zware verliezen aan joodse zijde.
In de loop van de tijd zijn er verschillende vredesonderhandelingen geweest tussen Israël en de omliggende Arabische staten. Dit heeft geleid tot een vredesakkoord met Egypte en Jordanië, hoewel de verhoudingen tussen Israël en deze landen koel zijn gebleven.

Het Palestijnse vraagstuk
Sinds de Arabieren uit Israël wegvluchtten, zijn er vele groepen en organisaties die voor de Palestijnen opkomen. De belangrijkste Palestijnse organisaties verenigden zich in 1964 in de Palestine Liberation Organization (PLO, Palestijnse Bevrijdingsorganisatie). Het doel van de PLO was met geweld de staat Israël te vernietigen en een Palestijnse staat te stichten die het hele grondgebied van Palestina zou omvatten.
Israël en de PLO onderhandelden voortdurend over een vestiging van een eigen staat voor de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Deze onderhandelingen werden telkens onderbroken door gewelddadigheden. In 1993 kreeg de vrede een kans. De minister-president Rabin van Israël en de PLO-leider Arafat sloten het akkoord van Washington. In dat akkoord werd afgesproken dat de PLO het gezag over de Gazastrook en de Westoever kreeg. De uitwerking van dit akkoord verliep echter moeizaam. De Palestijnen bleven zelfmoordaanslagen plegen in Israël. Het vredesproces leidde tot verdeeldheid, zowel aan Palestijnse als aan Israëlische kant. Het verzet van sommige Israëli's tegen de uitwerking van het akkoord kwam in 1995 tot uiting in de moord door een Israëlische jongen op Rabin. In 2000 kwam het weer tot een ontmoeting tussen de toenmalige premier van Israël (Barak) en Arafat, de leider van de PLO. Dit overleg leverde weinig op, voornamelijk door de houding van Arafat, die weigerde om voorstellen van premier Barak te accepteren. Het daarop volgende bezoek van de nieuwe premier Sharon aan de Tempelberg vormde de aanleiding tot een nieuwe volksopstand onder de Palestijnen.
In 2003 kregen de Palestijnen een eigen premier, die zich openlijk tegen de Palestijnse politiek van aanslagen gekeerd heeft. Er kwam meer ruimte voor onderhandelingen over een vredesplan, dat opgesteld werd door de Verenigde Staten, de Verenigde Naties, de Europese Unie en Rusland. Deze vier grootmachten riepen de Palestijnen op om een eind te maken aan de aanslagen op Israëlische doelen. Tegelijkertijd eisten zij van Israël dat het een eind maakte aan de bouw van Israëlische nederzettingen in Palestijnse gebieden (Judea en Samaria). Dit laatste is een complexe factor in het vredesproces, want sommige joden zien Judea en Samaria juist als behorend tot het land dat de Heere in de tijd van Abraham aan het volk Israël heeft beloofd . Daarom willen zij vasthouden aan het bezit van de nederzettingen.

Amerika
De Verenigde Naties, de Europese Unie, Rusland en vooral Amerika zetten zich in voor een oplossing voor het Palestijnse vraagstuk. Amerika heeft steeds meer invloed in Israël gekregen. Amerika leverde wapens voor Israël in verschillende oorlogen, en het Israëlische leger nam methoden van het Amerikaanse leger over. Bij alle belangrijke politieke overeenkomsten van Israël met de Jordaniërs, Egyptenaren en Palestijnen zijn de Amerikanen betrokken. Omdat Amerika de staat Israël steunt, wordt Israël in de Arabische wereld gezien als voorpost van de Westerse (christelijke) wereld. De verworven Westerse cultuur van Israël staat haaks op de islamitische cultuur van de omliggende Arabische landen. Bij spanningen tussen Amerika en Arabische landen loopt Israël al gauw het risico om in de strijd betrokken te raken vanwege de sterke verbondenheid met Amerika.

De achtergrond van het Palestijnse vraagstuk is de strijd om een eigen onafhankelijke Palestijnse staat in Palestina. Maar naast dit politieke aspect heeft het probleem ook een religieuze kant. De strijd tegen Israël wordt door streng-islamitische bewegingen (zoals de terreurgroepen Harnas en de Islamitische Jihad) als onderdeel van een heilige oorlog gezien. Palestina, en in het bijzonder Jeruzalem, is voor moslims heilig omdat zij geloven dat Mohammed vanaf de Tempelberg opvoer naar de hemel. Daarom hoort Jeruzalem volgens hen in islamitische handen te zijn tot de wederkomst van Mohammed. Overheersing door de Joden is voor hen onaanvaardbaar. Het is de verstrengeling van deze politieke en religieuze wortels die het Palestijnse probleem vrijwel onoplosbaar maakt.

2. Religie In Israël

BINNEN ISRAËL ZIJN VERSCHILLENDE RELIGIES TE VINDEN: JODENDOM, ISLAM EN CHRISTENDOM (O.A. ROOMS-KATHOLIEK, GRIEKS-KATHOLIEK, MESSIAS-BELIJDENDE JODEN). IN DIT HOOFDSTUK BEKIJKEN WE HET JODENDOM EN HET CHRISTENDOM IN ISRAËL WAT NADER.

Jodendom
Er is veel diversiteit in de leer van verschillende orthodoxe groeperingen. We bespreken daarom enkele kernpunten van het Jodendom zoals die bij de meeste orthodoxe groeperingen gevonden worden.
De leer van het Jodendom bestaat uit twee hoofdthema's: het geloof in de enige God, en de uitverkiezing van het volk Israël om de drager van dit geloof te zijn. Dit wordt samengevat in de ene geloofsbelijdenis (het Shema) uit Deuteronomium 6 : 4: "Hoor Israël! De HEERE, onze God, is een enig HEERE!" Geloof in een Drie-enig God kent het Jodendom niet. Het Jodendom ziet God als de Schepper van de wereld en de mens.
Het Jodendom is gericht op het doen van goede werken. Op die manier kan men vergeving van zonden ontvangen. De Joden kennen niet de noodzaak van het bloed van Christus als enige grond voor verzoening tussen God en de mens. Dit wordt niet begrepen en niet nodig geacht. Schriftgedeelten zoals Jesaja 53, dat handelt over de lijdende Knecht des Heeren Die Zijn volk zal verlossen van de zonden, worden door de Joden op een andere manier uitgelegd. Met de lijdende Knecht des Heeren zou dan een Messias bedoeld worden, een soort historische figuur, maar zeker niet God. Tegenwoordig ziet men de lijdende Knecht veelal als een beeld van het volk Israël, dat ook veel te lijden heeft voor de zonden van de hele wereld. De Joden geloven dat zij zelf moeten zorgen voor hun bekering en vergeving van zonden. De gebeden zijn hiervoor heel belangrijk. Zij geven de bidder een zekere waardigheid voor God. Ook het houden van de honderden geboden en verboden in de Talmoed en de andere geschriften van rabbijnen is een belangrijk werk om vergeving van zonden te ontvangen.
Ook is er bij de Joden nog een uitzien naar de komst van de Messias. Omdat zij niet geloven dat de Heere Jezus de Messias is, verwachten zij nog steeds dat er ooit een Messias zal komen. Dit wordt ook weer op verschillende manieren geïnterpreteerd. Sommige Joden zien de Messias niet als een persoon, maar als een beeld van een periode van verlossing. Anderen verwachten juist meer een leidersfiguur, die het Joodse volk zal verlossen van de aardse vijanden.
Het Joodse volk ziet zichzelf als een bijzonder volk dat door God uitverkoren is. Maar anderen hoeven zich niet bij hen aan te sluiten om gelukkig te worden. Ze vinden het dan ook niet nodig om zending te bedrijven. De Joden zien verschillende wegen naar het heil en de zaligheid. Dit hoeft niet per se de Joodse manier te zijn. Ook bijvoorbeeld islamieten, die geen drie-eenheid in God leren en geen beeldendienst hebben (de Joden verwerpen beide), kunnen zalig worden.

De Tenach
De Tenach is het heilige boek van de Joden. Dit bestaat uit de Thora (de eerste vijf boeken van het Oude Testament), de Profeten en de Geschriften. Samen vormen deze het Oude Testament, zoals wij dit kennen. Deze Thora wordt al eeuwen bestudeerd. Door mondeling onderwijs van de leraren worden de resultaten van deze studie bij de kinderen ingeprent. Zo werd het van geslacht tot geslacht doorgegeven en bewaard. Later zijn deze mondelinge onderwijzingen schriftelijk vastgelegd. Over deze geschriften zelf werd ook gediscussieerd. Hierdoor ontstonden commentaren op de commentaren van de Thora. De schriftelijk vastgelegde onderwijzingen en de commentaren daarop vormen samen de Talmoed.
Het Jodendom benadrukt de heiliging van het leven als het centrale gebod. Alles wat de mens doet, doet hij voor Gods aangezicht. De weg van het Joodse leven (halacha, weg, een stel sel van 613 geboden en verboden) is leven in gehoorzaamheid aan Gods Woord en de uitleg daarvan door de geleerden. Om te weten wat mag of niet mag, moet men bezig blijven met studeren. Het bestuderen van de torah en de talmoed neemt bij het Jodendom dan ook een centrale plaats in.

Orthodoxe en liberale Joden
Ongeveer twintig procent van de Israëlische bevolking behoort tot het orthodoxe Jodendom. De aanhangers daarvan willen zich zoveel mogelijk aan de overleveringen met betrekking tot hun godsdienst houden. Zij houden zich streng aan de wetten en leven op de manier zoals zij denken dat die wetten letterlijk overgeleverd en bedoeld zijn. Tussen deze orthodoxe Joden bestaan ook nog grote verschillen. Sommige orthodoxe Joden zijn tegen het bestaan van de staat Israël. Die had volgens hen pas gesticht mogen worden bij de komst van de Messias. Naast de orthodoxe Joden zijn er de liberale Joden, die het met de naleving van de wetten minder nauw nemen. Zij willen een wat vrijere, meer tijdgebonden uitleg aan de Thora geven. De meerderheid van de Israëli's is echter niet godsdienstig. De zionisten, die actief waren bij de stichting van een eigen staat, waren over het algemeen beïnvloed door de manier van leven in Europa, en vaak niet religieus.
Toch heeft de godsdienst in Israël grote invloed. De sabbat, zaterdag, is de rustdag. De godsdienstige feesten, zoals de grote verzoendag, worden in het hele land gevierd. Restaurants houden zich bijna allemaal aan de spijswetten van de rabbijnen. Wel neemt, vooral onder de jeugd, het verzet tegen de grote invloed van de rabbijnen toe.

Christendom in Israël
In Israël leeft ook een klein aantal christenen. Zij behoren tot verschillende soorten kerken: de Grieks-Orthodoxe Kerk, de Rooms-Katholieke Kerk, de Anglicaanse Kerk, lutherse gemeenten, baptistengemeenten en nog allerlei kleine protestantse groepen en andere geloofsgemeenschappen. De leden van deze kerken zijn veelal niet-Joden.
Verder is er verspreid door het land een flink aantal gemeenten van Messiasbelijdende Joden. Deze gemeenten bestaan uit Joden die tot geloof in de Messias gekomen zijn. Er is veel diversiteit binnen deze gemeenten. Sommige van hen noemen zich bijvoorbeeld uitdrukkelijk geen christenen, omdat dit teveel doet denken aan de kerk in het westen of aan de gemeenten die ontstaan zijn uit de heidenen. De Messiaanse gemeenten zijn niet ontstaan van buitenaf door het werk van zendelingen, maar worden gevormd door Joden die tot het geloof in Messias Jezus komen. Anderen mensen uit de Messiasbelijdende gemeenten willen zich juist wel christen noemen.
Veel Joodse tegenstanders van het Evangelie zien de bekering van een Jood tot Christus als verraad aan het Joodse volk. Zo'n bekeerling zou dan partij kiezen voor degenen die de Joden tweeduizend jaar lang vervolgd hebben. Er zijn geen wettelijke beperkingen ten opzichte van evangelisatie in Israël. Maar er wordt door de maatschappij en ambtenaren wel een sfeer gecreëerd waarin evangelisten aan banden gelegd worden. Hierdoor voelen Joodse gelovigen zich niet altijd veilig. Er zijn organisaties en bewegingen die zich erg verzetten tegen de verbreiding van het Evangelie. Zij voeren van tijd tot tijd campagnes tegen de Joods-christelijke kerk en vallen mensen lastig die tot de christelijke kerk behoren. Het verzet komt vooral van de kant van de orthodoxe Joden, die ondanks dat ze in de minderheid zijn, relatief veel invloed hebben. Zo worden bijvoorbeeld Russische Joodse christenen die willen emigreren naar Israël, geweerd als zij aangeven dat zij christen zijn. Zij krijgen daarom geen verblijfsstatus.

Maar de meeste christenen in Israël ondervinden nauwelijks enige hinder wegens hun geloof. Christenen die door hun levensstijl respect verdienen binnen hun gemeenschap, krijgen dat ook, en christenen die goed werk leveren, hebben meestal geen enkel probleem om een goede baan te vinden.

3. Bijbelse visie op Israël

WE HEBBEN GEZIEN DAT DE WORTEL VAN HET jOODSE VOLK LIGT BI] DE ROEPING VAN ABRAHAM. OP GROND VAN DE BIJBEL KUNNEN WE DUS ZEGGEN DAT HET JOODSE VOLK ANDERS IS DAN ANDERE VOLKEN OMDAT HET SPECIAAL DOOR GOD GEROEPEN IS. MAAR IN HET NLEUWE TESTAMENT STAAT OOK DAT JUIST DE JODEN JEZUS VERWORPEN HEBBEN EN AAN HET KRUIS GENAGELD HEBBEN. HET GROOTSTE DEEL VAN DE JODEN IS AFGEWEKEN VAN GOD. VELEN GELOVEN NIET IN EEN DRIE-ENIG GOD EN WETEN NIET VAN DE ENIGE WEG VAN EEN MIDDELAAR DIE DE RELATIE TUSSEN DE MENS EN GOD KAN HERSTELLEN.

Toch is het duidelijk dat het Joodse volk een aparte plaats heeft. Zij zijn de 'beminden om der vaderen wil' (Rom. 11:28). Maar het Joodse volk heeft bij de kruisiging van Jezus toch geroepen: "Zijn bloed kome over ons en onze kinderen"? Is dit een reden om Israël dan maar links te laten liggen? Er zijn mensen die zo redeneren. Zij zien de Jodenvervolgingen en de holocaust als voltrekking van hun eigen vonnis. Israël heeft zijn God verworpen, en zelf het onheil over zich afgeroepen. Deze redenering is echter niet Bijbels. Hoewel de uitleg van deze tekst niet gemakkelijk is, mag deze tekst nooit een vrijbrief zijn om de Joden te vervolgen.

Romeinen 9-11
Laten we eens kijken naar wat hier over staat geschreven in de Bijbel. In de brief aan de Romeinen spreekt Paulus over Gods weg met Israël. In de hoofdstukken 9 t/m 11 wordt ingegaan op de vraag waarom de Heere Jezus Christus verworpen is door Zijn eigen volk. Hoe kwam het dat de meeste Joden afzijdig zijn gebleven, terwijl vele heidenen tot God waren bekeerd?

Het gevaar bestaat om een of meerdere aspecten uit deze hoofdstukken eenzijdig te belichten. Dan wordt bijvoorbeeld de conclusie getrokken dat Israël als volk heeft afgedaan en dat de Heere zich hooguit nog bemoeit met een enkeling. De zogenaamde 'vervangingstheologie' leert bijvoorbeeld dat de kerk uit de heidenen in de plaats van Israël gekomen is. Israël is door de kerk vervangen en de beloften voor Israël in het Oude Testament zouden dan niet meer voor het volk Israël gelden, maar voor de christelijke kerk. Anderzijds wordt de verantwoordelijkheid van het volk Israël soms te sterk belicht, waardoor de bekering van het joodse volk afhankelijk wordt van onze inzet, en van de Joodse bereidheid om de boodschap te aanvaarden. Het is daarom belangrijk de teksten uit deze hoofdstukken in hun verband te lezen. We bespreken hier kort de inhoud van de hoofdstukken 9, 10 en 11 van Paulus' brief aan de Romeinen.
In hoofdstuk 9 spreekt Paulus vooral over de vrijmacht van God met betrekking tot Israël. Paulus geeft uiting aan zijn grote droefheid over het ongeloof in Israël. Het heeft Paulus pijn gedaan dat het volk Israël zich afgekeerd heeft van de Zaligmaker en zich verhard heeft. Hij heeft geworsteld met het 'waarom' hiervan. Maar Paulus heeft hier geen antwoord op gevonden. Wel heeft hij rust gevonden in deze worsteling toen de Heere hem liet zien dat de mens God niet ter verantwoording kan roepen. Want wat is de zondige mens vergeleken met de machtige God die hem geschapen heeft? Maar toch, 0 mens, wie zijt gij die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot degene die het gemaakt heeft zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt? (Rom. 9 : 20). Als Paulus het van deze kant bekijkt, kan hij de vraag laten rusten en alleen op God vertrouwen. De Heere is vrij in Zijn handelen met Israël. Hij hoeft hier geen verantwoording van af te leggen aan mensen. Gods wil is er niet alleen de oorzaak van dat sommigen in de verharding blijven, maar ook dal er anderen juist lot God mogen komen. En dat niet alleen uit de joden, maar ook uit de heidenen! Zo vergadert God een gemeente uit jood en heiden.
Romeinen 10 legt de nadruk op de verantwoordelijkheld van de mens, van het volk Israël. De joden hebben wel een ijver tot God, maar niet met verstand. Daarmee bedoelt Paulus dat ze proberen God te dienen door op een wettische manier bezig te zijn met de wet van God. Op die manier hebben ze geen oog voor Christus, en verwerpen ze Zijn genade. Ze gaan doelbewust voorbij aan het woord van Christus. Zo ernstig is het ongeloof van Israël.
Tenslotte vertelt Paulus in hoofdstuk 11 wat het doel is van Israëls verharding en ongeloof, en mag hij wijzen op de toekomst van dit volk overeenkomstig Gods raadsplan. Ondanks Israëls ongeloof heeft God Zijn volk niet verstoten. De Heere zal doorgaan met Zijn werk onder Israël. Maar toch, Israël als volk is gestruikeld. Men heeft zich gestoten aan Christus en Israël is ten val gekomen. Paulus houdt zich bezig met het doel van deze val. Waarom is Israël gestruikeld? Paulus noemt drie zaken.
• Deze val moest ertoe dienen dat de zaligheid gebracht werd bij de heidenen. God openbaarde daardoor Zijn goedertierenheid aan andere volken.
• De zaligheid wordt bij de heidenen gebracht om het gevallen Israël tot jaloersheid te brengen, waardoor Israël tot inkeer gebracht zal worden en tot de Heere zal gaan roepen.
• Israëls val moet de gemeenten uit de heidenen tot ootmoed bewegen. Zij mogen zich niet verheffen boven Israël. Zij zijn niet beter dan Israël, want zij kunnen ook vallen. Bovendien had God Israël uitverkoren als volk boven de andere (heiden)volken. Het Evangelie is later pas naar de heidenen gebracht. Redenen tot ootmoed dus voor de gemeenten uit de heidenen!
Dit alles laat ons zien dat God Zelf Israël niet verworpen heeft. Hij zal nog werken onder het volk Israël. Daarom mogen ook wij Israël niet links laten liggen.

Zending onder de Joden?
Hoe moet wij dan tegenover Israël staan? Is het nodig om zending te bedrijven onder de Joden? Kan de christelijke kerk dat eigenlijk wel maken na alles wat er gebeurd is in de kerkgeschiedenis? Het antisemitisme kwam helaas ook binnen de kerk voor. Het leidde tot jodenvervolgingen in Oost-Europa en tot slachtpartijen door de kruisvaarders in West-Europa. Zelfs Maarten Luther deed in 1543 een oproep om joodse synagogen, scholen en huizen te vernietigen. Je zou kunnen denken dat de kerk dan maar af moet zien van zending onder de Joden, omdat zij niet zo'n fraaie geschiedenis achter de rug heeft. Maar mag een christen zwijgen van Jezus als enige weg tot zaligheid? Het is duidelijk dat dit niet kan. Het zou onbarmhartig zijn, want een kerk die Israël het Evangelie onthoudt, onthoudt Israël het beste dat zij heeft: het enige middel tot heil voor tijd en eeuwigheid.
Ds. Maoz (predikant van een Messiasbelijdende gemeente in Israël) schrijft hierover dat het nalaten van Evangelieverkondiging onder de Joden 'niet alleen ongehoorzaamheid is aan de duidelijke bevelen van God, maar de realisatie van een geestelijke holocaust tegen het Joodse volk'.

Een andere vraag is of het wel juist is om van 'zending' te spreken. Het brengen van het Evangelie aan landen en volken die daar nog volledig onbekend mee zijn, wordt vaak geschaard onder de naam zending. Het joodse volk is echter door God Zelf uitgekozen en is niet geheel onbekend met het Evangelie. Zij hebben al een gedeelte van de Bijbel. Daarom spreken wij van 'evangelieverkondiging' onder de Joden in plaats van zending.

Deputaatschap voor Israël
Vanuit de kerken, ook vanuit de Gereformeerde Gemeenten, kreeg Israël steeds meer aandacht. Er kwam in de jaren 'So bezinning op de vraag of onze gemeenten ook geroepen zijn om de Evangelieverkondiging onder het Joodse volk ter hand te nemen.
Onder andere de Golfoorlog en contacten met de Messiasbelijdende predikant Maoz uit Israël brachten de nood van het Joodse volk onder ogen. In 1993 ontstond het begin van het huidige Deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten. Voor het specifieke werk onder de Joden was het het meest praktisch om een apart Deputaatschap voor Israël op te richten. Daarnaast was er nog een principieel punt: de unieke plaats van het volk Israël in de volkerenwereld. In Romeinen 3 : 2 staat immers dat hun de Woorden Gods zijn toebetrouwd.
Hierdoor heeft Israël een aparte plaats in vergelijking met andere volken. Door Bijbel- en lectuurverspreiding probeert het Deputaatschap voor Israël orthodoxe, liberale of seculiere Joden met het Evangelie te bereiken. Ook zijn er contacten in Messiasbelijdende gemeenten. In maart 2003 is er een eerste medewerker benoemd om zich in Israël te vestigen en daar het werk verder ter hand te nemen.

4. Toekomst van Israël

HOE ZAL HET VERDER GAAN MET ISRAËL? ZAL ER ALTIJD STRIJD ZIJN? ZAL ER NOG EEN GROTE TERUGKEER VAN JODEN NAAR ISRAËL KOMEN OF IS DAT AL GEBEURD? HOE ZIT HET MET DE BELOFTE DAT ER NOG MENSEN UIT ISRAËL ZALIG ZULLEN WORDEN? KUNNEN WE HIER EIGENLIJK WEL WAT OVER ZEGGEN?

Profetieën met betrekking tot Israël
In het Oude Testament staan veel profetieën. Een aantal daarvan heeft duidelijk betrekking op het volk Israël en de weg die God met dit volk zal gaan. God sprak vroeger door de profeten Zijn woorden tot Zijn volk. Veel van de oudtestamentische profetieën zijn al lang in vervulling gegaan, zoals de profetieën over verlossing uit de ballingschap, of over de komst van de Messias. Toch zit er vaak ook nog een diepere laag in de profetieën die nog niet vervuld is. Hierbij denken we dan bijvoorbeeld aan verschillende oudtestamentische profetieen die spreken over verlossing. Deze profetieën zijn gedeeltelijk vervuld bij de verlossing van het volk Israël uit de ballingschap, maar wachten nog op een geestelijke vervulling waarbij Israël verlost zal worden van zijn ongeloof. Ook in het Nieuwe Testament zijn er profetieën die spreken over Israël na de komst van de Messias. In Lukas 21 : 24 staat bijvoorbeeld: "En zij zullen vallen door de scherpte des zwaards, en gevankelijk weggevoerd worden onder alle volken; en leruzalem zal van de heidenen vertreden worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen worden". Het eerste deel van de profetie is vervuld toen de Joden onder alle volken verstrooid werden en Jeruzalem verwoest werd. Maar wat betekent het tweede deel van deze tekst? Welke omkeer in de geschiedenis van het Joodse volk wordt hier voorspeld? Sommigen zien hierin de terugkeer van Joden naar Israël zoals dat begin 20e eeuw begonnen is en nog steeds doorgaat. Anderen zien de terugkeer vandejoden naarlsraëlnogniet als vervulling van deze tekst, want zeggen zij, terugkeer naar het land moet samengaan met een terugkeer tot God en dat gebeurt nu (nog) niet. Het is dus niet gemakkelijk om sommige Bijbelteksten uit te leggen. Soms rijzen er meer vragen dan te beantwoorden zijn. We moeten oppassen om te snel een verband te leggen tussen profetieën in de Bijbel en gebeurtenissen die we nu meemaken. Het is niet de bedoeling om met teksten te gaan puzzelen, en een strategie voor de toekomst te ontwerpen. De toekomstprofetieën zijn niet geschikt om de tot'kflst In gaart te brengen, maar wel onn de vervulling,  in wanneer die komt, in alle voorzlchtigheld te herkennen. Uiteindelijk zal het er ook niet om gaan in welk land men woot, of dat nu lsraël is of een ander land, maar of je persoonlijk Christus kent als Zaligmaker.

Beloften van het land en van het beloofde heil
De twee belangrijkste beloften voor Israël zijn de belofte van het land en de belofte van het beloofde heil. De belofte van het land 'tot een erfelijke bezitting' is één van de meest duidelijke beloften in de Bijbel. Al in Genesis staat hoe God het land Kanaän aan Abraham en zijn nakomelingen belooft. Dit eigendomsrecht wordt de hele Bijbel door erkend.

De belofte van het beloofde heil die al in vervulling is gegaan, is de belofte van de komst van de Messias, de Heere Jezus Christus op de aarde, Jesaja heeft hiervan gesproken in Jesaja 53. De Messias zou komen en de zonden en ongerechtigheden van Zijn volk wegnemen. Hij zou Zijn volk verlossen van de zonden. Dit is vervuld toen de Heere Jezus op aarde is gekomen en aan het kruis stierf en na drie dagen opstond. Hij heeft de dood en de zonden overwonnen eri verlossing voor Zijn kinderen gebracht.
Een belofte van heil, waarvan we geloven dat deze nog niet vervuld is, komt onder andere uit Ezechlël 37. Hier voorzegt Ezechlël aan de Joden een totale vernieuwing van hun volk. Ook in het Nieuwe Testament komt deze belofte van heil terug. We zagen net al kort dat Paulus in Romeinen 11 zegt dat 'geheel Israël zalig zal worden'. Dit wordt gezien als een bij zondere belofte voor het volk Israël, God heeft Zijn volk niet verstoten. Door de eeuwen heen zijn er Joden toegebracht tot de gemeente die zalig wordt. Daar zal de Heere mee doorgaan. En eenmaal zal Hij Zich opnieuw wenden tot Israël als volk. Dan zullen er velen worden toegebracht. 'En alzo zal geheel Israël zalig worden' (Rom. 11 : 26). Calvijn noemt dit in zijn verklaring een 'zeer ingewikkeld onderwerp'. Deze tekst wordt dan ook door verschillende verklaarders op verschillende manieren uitgelegd. Wordt met Israël het geestelijke volk van God bedoeld, onder Joden en heidenen? Of is geheel Israël alleen het 'ware Israël': de uitverkorenen, de ware gelovigen onder Israël, die er al de eeuwen door geweest zijn? De Kanttekeningen bij de Statenvertaling scharen zich achter de opvatting dat deze tekst betekent dat een groot deel van Israël als volk nog tot de zaligheld gebracht zal worden. De Joden zullen 'met grote hopen en menigte het Evangelie aannemen', het wil niet zeggen dat alle Joden die dan leven bekeerd zullen worden. Maar wel dat het er velen zullen zijn en dat Israël als volk zal worden tot een christelijke natie. Wanneer dit zal gebeuren en hoe dat zal gaan, weten we niet. Paulus noemt het ook een 'grote verborgenheid' in Romeinen 11:. "Maar ondanks de afkeer, de vijandschap en de verharding opent God een weg van behoud. Die Weg is Christus. Hij is de enige Weg. In Hem Is voor jood en voor heiden bekering mogelijk!

Kort voorstellen

Sjaloom, ik ben Rieneke Sonnevelt (20). Mijn vader werd door gemeenten in Israël gevraagd om les te geven aan ambtsdragers en gemeenteleden. Ook het Deputaatschap voor Israël vroeg hem werk in Israël te verrichten voor wat langere tijd. Omdat ons gezin, de gemeente van Veenendaal en de kerkenraad dit steunden, kon mijn vader een tijdje 'uitgezonden' worden. Rond die tijd zat ik met m'n handen in m'n haar; "Wat zal ik na school eens gaan doen?" "Waarom ga je niet met me mee?", vroeg m'n vader. Dat leek me wel wat! Zodoende heb ik bijna een jaar (2001-2002) modern Hebreeuws geleerd, vrijwilligerswerk gedaan op een school en mijn vader geholpen.

Samenleving
De Israëlische samenleving is een mengelmoes van culturen. De Joden zijn teruggekomen uit de hele wereld, vanuit Rusland, Amerika en Japan, vanuit Irak, Frankrijk, enzovoort. Zij brachten allemaal hun culturen, talen en keuken mee. Natuurlijk heb je ook Joden van wie de familie altijd in Israël heeft gewoond. De nationale taal die al deze mensen spreken is het modern Hebreeuws. De Arabieren in het noorden van Israël en de Bedoeïnen in het zuiden leren behalve Arabisch, ook deze taal op hun scholen.

Israëli's zijn vaak erg openhartig en recht-voor-z'n-raap. In de trein bijvoorbeeld wordt vaak van alles besproken. Ieder geeft z'n mening en vraagt de ander honderduit.
Een soldate zag een keer dat 't me veel tijd kostte een artikel te ontcijferen. "Hé, lukt dat, de krant lezen?" Ik: "Nou..., nog niet echt." Zij: "Ben je hier al lang en waar kom je vandaan?" "Holland? O, leuk." Waarop we over het Hollands verzet tijdens de 2e wereldoorlog praatten, over onze wetten en de moslims in Holland. En over Israël: het leger, waar je al zo jong in dienst moet, de aanslag waarbij ze een nichtje verloor, haar oma die nog in Auschwitz gezeten had... En toen moest ze er al weer uit. "Sorry, en ik wilde je nog wel helpen met je krant!" Ik vertelde wel eens dat ik in Holland vaak een uur in een lijndienst kon zitten, zonder dat iemand wat zei tegen elkaar. Daar snapten ze in Israël niks van!

Spanningen
Er wordt ook heel veel gepraat over de problemen met de Palestijnen. 80% van de Israëli's heeft ondertussen een traumatische ervaring opgelopen met aanslagen in verschillende vormen. Ze snakken naar vrede, maar praten heeft hen al die jaren geen stap verder gebracht. Daardoor is men somber, bijna depressief gestemd. Een Israëlische kennis zei: "We zouden bijna onze vader en moeder verkopen voor vrede." Ondertussen gaat het leven zijn gewone gang in Israël. Daar houden de mensen bewust aan vast. Als ze dat niet deden, zou het immers een overwinning voor de terroristen zijn. Onderhuids leeft de spanning echter sterk.
Ik paste eens op twee kleine meisjes van drie en vijf jaar. Het was een mooie vrijdagavond, vlak voor het aanbreken van de sjabbat en we gingen naar het speeltuintje in hun buurt. Het oudste meisje fietste vast wat vooruit. Opeens kwam ze hard terugfietsen. Haar ogen waren groot van angst. "Niet verder gaan, er staat een tas!" Het duurde even voor ik het begreep. "Oké, er staat een tas bij de glijbaan. En dus?" Ze keek me verbaasd aan. "Maar een achtergelaten tas kan altijd ontploffen!"
Het trof me. Zo'n stempel drukt het geweld al op zulke kleine kinderen. Ze zijn gewend aan de bewaking van de supermarkt. De gewapende wacht bij de kleuterschool zien ze niet eens meer. Maar zelfs in hun eigen buurtspeeltuintje moeten ze al zo alert zijn!
Bang zijn voor een schooltas, die -wat later bleek- een jongetje vergeten was. Bang zijn dat die tas neergezet is om je kwaad te doen. In Israël is dat helaas de realiteit waar je rekening mee moet houden...

Christenen in Israël
In Israël is er geen overkoepelende jeugdorganisatie voor de christelijke gemeenten, zoals wij die hebben voor onze gemeenten. Over het algemeen zijn het erg jonge gemeenten die min of meer op zichzelf staan. Er worden wel met enige regelmaat conferenties en een soort kampen georganiseerd op initiatief van een echtpaar.

Natuurlijk kent elke gemeente een stuk jeugdwerk. Dit is ook hard nodig, omdat jongeren in een heel moeilijke positie verkeren. Ze zijn een heel kleine minderheid binnen de Israëlische samenleving. De orthodoxe Joden vervloeken hen, en zien hen niet meer als Joods. Ook voor veel seculiere Israëli's is het nog steeds onverenigbaar: Jood én christen te zijn.

Met name de Russische jongeren moeten in het jeugdwerk niet vergeten worden! Zij kennen eigenlijk geen christelijke opvoeding. Hun thuissituatie wordt vaak gekenmerkt door problemen als dranken drugsmisbruik en werkeloosheid. Ook bestaan er veel éénoudergezinnen of worden kinderen opgevoed door oj5a en/of oma. Deze jongeren komen uit de voormalige Sovjet Unie, willen zich zo gauw mogelijk aanpassen en pikken de taal - in tegenstelling tot hun ouders - snel op. Er ontstaat op deze manier in korte tijd een enorme generatiekloof. In het leger, waarin elke jongere dient, hebben chris-telijke jongeren het ook erg moeilijk, o.a. vanwege de losse moraal. Ze willen niet anders zijn en vertonen vaak onderduikgedrag. Ook buiten het leger is het leven erg modern (Tel Aviv is gewoon Amsterdam). De druk zich zoveel mogelijk aan te passen is een groot gevaar.
De christelijke gemeenten zouden zich dus intensief met deze jongeren bezig moeten houden. Enkele gemeenten doen dat ook zeker. Die richten zich op overdracht van het christelijke geloof. Richten zich ook op de ouders m.b.t. de opvoeding. Laten we bidden dat dit werk gezegend mag worden en dat veel gemeenten deze nood zullen onderkennen zich en hun jeugdwerk ook hierop zullen richten!

Is er ook affiniteit met de gereformeerde leer in deze Joods-christelijke gemeenten? Veel van deze gemeenten zijn er nog nooit of nauwelijks mee in aanraking gekomen. Enkele gemeenten weten wel degelijk wat de gereformeerde leer inhoud, maar hebben er liever niet mee te maken. In een paar gemeenten vindt je echter openheid ervoor. Dan is er een luisterend oor voor de waarheid 'waarin de mens op het diepst vernederd wordt, en God op het hoogst verheerlijkt'.
Joodse christenen hebben niet zoveel affiniteit met de orthodoxen. Zelf komen ze meestal uit een seculier (wereldlijk) milieu. Daarbij komt dat de orthodoxen hen regelmatig tegenwerken. Zo worden er door hun toedoen soms Joodse christenen ontslagen of uit hun gebouw van samenkomst gezet. Seculiere Joden komen de christenen dagelijks veel meer tegen, bijvoorbeeld op het werk en op school. Dan wordt geprobeerd te evangeliseren door middel van vriendschappen en het uitdelen van evangelisatiemateriaal.

Met Arabische christenen die in Israël wonen is er contact. Er is zelfs een voornamelijk Joodse gemeente met een Arabische voorganger. Soms doet men samen een bijbelstudie of houdt men een conferentie. Ondanks wat onwennigheid kan het dan toch. Kan het dat Jood en Arabier elkaar vinden rondom het Evangelie. Eigenlijk bestaat er op het moment geen relatie met Palestijnse christenen, hoewel er pogingen zijn gedaan om nader te komen. De Palestijnse christenen stellen zich in het algemeen hard op tegen de staat Israël. Misschien doen zij dit uit angst. Ze worden zo gauw door de moslims beschuldigd verraders te zijn. "Jullie christenen zijn zeker vrienden van die 'andere kruisvaarders'... (de Joden). Zij bevinden zich dus in een moeilijke positie.

De verenigingsavond

Het thema 'Israël' is een boeiend onderwerp dat zeker een keer aan de orde moet komen op de vereniging. Aan de andere kant is de problematiek rondom Israël zeer complex. De actuele, politieke stand van zaken, de profetieën in de Bijbel die op Israël betrekking hebben zijn niet altijd gemakkelijk te duiden. Een verenigingsavond over dit thema moet dus een duidelijke doelstelling en afbakening hebben. Het is ook aan te bevelen om over dit thema het Deputaatschap voor Israël uit te nodigen. Voorlichters van het deputaatschap kunnen hun verhaal met beelden ondersteunen.
Voor meer informatie kan contact opgenomen worden met de algemeen secretaris van het deputaatschap: J.J. de Jong, tel. 0348-489929, e-mail jj.d.jong@cbgg.nl.

Verwerking

A. Opdracht
1. Verzamel gedurende twee weken knipsels uit de krant over Israël en de Palestijnen. Spreid ze uit op de tafel.
a. De problemen in Israël zijn erg complex. Welke haal je uit de kranten knipsels?
b. Wat is volgens jou het grootste probleem in het huidige Israël?
c. Kun je de Bijbel naast de krant(enknipsels) leggen?
Leg je standpunt uit.
d. Beïnvloed de Bijbel jouw standpunt in dit conflict?
2. Eén van de problemen in Israël is de eventuele verdeling van het land tussen Israël en de Palestijnen. Dit probleem is niet alleen van politieke aard, je kunt er ook vanuit bijbels oogpunt naar kijken.
a. Hoe?
b. Noem eens wat teksten die daarover gaan?

B. Oudtestamentische profetieën
Een profetie in het Oude Testament kan meerdere mogelijkheden van vervulling hebben:
a. in de eigentijdse geschiedenis van de profeet
b. geestelijk-typologisch: betrekking hebbend op de christelijke gemeente
c. letterlijk-eschatologisch: handelend over Israël en de volken nu en in de toekomst (Gods rijk) op aarde
d. in de eeuwigheid, tijdens de nieuwe hemel en de nieuwe aarde
Soms vindt dit binnen één profetie plaats, veel beloften hebben echter betrekking op een eenmalig feit en een eenmalige vervulling. Neem als voorbeeld het visioen van de vallei met doodsbeenderen uit Ezechiël 37.
Welke betekenis heeft deze profetie:
1. voor de bijbelse tijd?
2. geestelijk?
3. eschatologisch?

C. Vragen
1. Is er voor de jood een andere weg tot God dan voor de heiden (de zogenaamde twee wegenleer):
a. Voor de Jood in het houden van Gods geboden (Bijvoorbeeld Deut. 6 : 1-4 en vers 25).
b. Voor de heiden in het bloed van Christus (Joh. 14 : 6).
Vergelijk ook Rom. 3 : 9-12 en 23, 24; Ef. 2 : 11-13.

2. Wat is de vijandschap tegen het kruis (Ef. 2 : 16)? Geldt dat alleen Joden, of ook heidenen? En jou? Leg dat eens uit.

D. Onze houding
Hoe dient onze houding te zijn ten opzichte van het Joodse volk?
a. Terughoudend; onze eerste opdracht is 'troosten' (Gen. 12 : 3) en tot jaloersheid verwekken (Rom. 11 : 14), zonder directe evangelieverkondiging.
b. Passief; alleen bidden voor de bekering van de Joden, in de verwachting dat God bekering zal schenken (2 Kor. 3 : 14-15).
c. Actief; evangeliserend onder Joden en/of steun verlenen aan Messias-belijdende gemeenten.
1. Kun je de argumenten noemen die achter deze drie standpunten zitten?
2. Waarvoor kies jij en waarom?

E. Bekering van Israël
De Bijbel geeft aanleiding voor een toekomstverwachting die uitziet naar de bekering van het Joodse volk en een bloeitijd voor Gods kerk.
1. Leidt dit in eigen woorden af uit Romeinen 11 : 23-26:
23 Maar ook zij, indien zij in het ongeloof niet blijven, zullen ingeënt worden; want God is machtig om dezelve weder in te enten.
24 Want indien gij afgehouwen zijt uit den olijfboom, die van nature wild was, en tegen nature in den goeden olijfboom ingeënt; hoeveel te meer zullen deze, die natuurlijke takken zijn, in hun eigen olijfboom geënt worden?
25 Want ik wil niet, broeders, dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt, bij uzelven), dat de verharding voor een deel over Israël gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn.
26 En alzo zal geheel Israël zalig worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.

2. Leg de cursief gedrukte tekst uit. Betrek hierbij eventueel de rest van het hoofdstuk, gebruik de Kant tekeningen bij deze teksten en/of een verklaring.

3. In vers 25 is sprake van een 'verborgenheid'. Paulus spreekt hier over de toekomst van Israël. 'Totdat de volheid der heidenen is ingegaan' wil zeggen:
a. wanneer alle volken het evangelie gehoord hebben, zal er een massale bekering van Joden komen
b. 'totdat' wil zeggen: als de volheid der heidenen daar is, dan is ook de genadetijd voor de Joden voorbij, dan zal Christus wederkomen
c. het is een verborgenheid, hier mogen we niet in doordringen; we moeten dit laten rusten.

4. In vers 26 staat: 'En alzo zal geheel Israël zalig worden'. Hoe moeten we deze tekst lezen? Betekent dit dat alle Joden zalig zullen worden, of dat op een gegeven moment Israël nationaal tot bekering zal komen, of anderszins?

5. Wat heeft de bekering van Israël met jou(w toekomst) te maken?

6. Lees Rom. 11 : 28-29.
a. Wat wil het zeggen dat de Joden de beminden, om der vaderen wil zijn?
b. Wat betekent vers 29:
- voor Israël
- voor de ware gelovigen
- voor jongeren van de kerk

Literatuur: 

Mivo +16, 12e jaargang, nr. 5. (1992). Israël. Uitgeheven boven de volkeren. 

Ds. C. Sonnevelt (2003). Gods weg met Israël. Zestien Bijbelstudies over Romeinen 9-11. 

Ds. C. Sonnevelt (2002). Israël van binnenuit. 

Baruch Maoz (2001). Beginnende van Jeruzalem. De verbreiding van bet Evangelie onder het Joodse volk vandaag. 

Ds. W. Silfhout (1997). Landsbelofte. Een studie naar de vraag of de landsbelofte van het Oude Testament haar vervulling vindt in de huidige ontwikkelingen van het land Israël. Gehouden op de studiedag 1997 van het Deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten. 

Ds. C.J. Meeuse (1995). Joodse orthodoxie en bekering. Openingswoord en lezing op de studiedag 1995 van het Deputaatschap voor Israël van de Gereformeerde Gemeenten. 

Ds. P. den Butter e.a. (1991). Israël. 

I.A. Kole en H.G. Leertouwer (red.) (2001). Kerken, sekten en wereld godsdiensten. 

Drs. C.J. Meeuse, e.a.. Trouw aan Israël,
(Verwacht D.V. mei 2004)

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 2004

Mivo +16 | 24 Pagina's

Israël het uitverkoren volk

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 2004

Mivo +16 | 24 Pagina's