Boekbesprekingen
Met heil bezocht
De eerste steen voor dit boek – om het zo eens te zeggen – werd gelegd in 2011, toen de auteur voor Oude Paden een gesprek had met de heer M.C. van der Slikke uit Poortvliet. ‘Memoires van een oude ambtsdrager. Diaken M.C. van der Slikke uit Poortvliet blikt terug op zijn lange leven’, dat was de titel van het artikel. Van der Slikke vertelde vooral over zijn moeder en over hoe de Gereformeerde Gemeente te Poortvliet tot stand was gekomen en ook over dr. C. Steenblok, die in 1943 de Gereformeerde Kerken verliet en predikant werd van de Gereformeerde Gemeente te Poortvliet. Dr. Steenblok was namelijk zijn zwager. Bij nader onderzoek kwamen veel levensbijzonderheden van Gods kinderen in Poortvliet naar voren. Ook over dr. Steenblok, over wie toch in het verleden veel gepubliceerd is, vond de auteur veel gegevens, met name over de periode waarin hij de Gereformeerde Kerk in Lopik als predikant gediend heeft. Stof te over voor een boek. Van een nicht van dr. Steenblok, mevrouw E.M. de Lezenne Coulander-Steenblok, ontving de auteur ook informatie. (Wat een mooi stukje proza trouwens – die naam.)
In hoofdstuk 1 gaat het over Poortvliet in lang vervlogen tijden. Aan Kruisgezinden en Bakkerianen in Poortvliet wordt in hoofdstuk 2 aandacht gegeven. In hoofdstuk 3 gaat het over Jacobus Geluk en Steven de Rijke, twee mensen die zonder God in de wereld leefden, maar in het hart gegrepen werden. Toen er eens een begrafenis was, hoorde Ko Geluk de klok luiden. Hij meende stellig dat als de klok wéér geluid zou worden, het voor hem zou zijn. Het bracht hem tot nadenken en hij kreeg het erg benauwd. ‘Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, verloste hem uit al zijn benauwdheden en deed hem niet alleen de weg ontsluiten om zalig te worden maar schonk door het geloof Zijn enig geliefde Zoon aan zijn ziel weg en in zeer korte tijd werd hij door het recht Gods afgesneden in de vierschaar der consciëntie en in de dadelijkheid verzoend met God in Christus, vergezeld door Gods Geest in de bewustheid van zijn ziel’, zo lezen we. Steven de Rijke verdiende, samen met zijn eerste vrouw, zijn brood door met een accordeon en een draaiorgel door de straten te trekken. Als hun dagtaak erop zat, zochten ze in de stad of het dorp waarin ze waren onderdak. Doorgaans slaagden zij daarin. Behalve die ene avond in Delft. Nergens een plaats. Ten slotte werd een plekje onder een afdak gevonden. Het was een afdak van een hoefsmederij. Daar sloeg Steven in de vroege ochtend zijn ogen open. Het was Gods tijd om tevens zijn blinde zielsogen te openen en hem bekend te maken dat hij ook voor die grote eeuwigheid geen onderdak had als hij onbekeerd voortleefde. Ook in zijn leven werd genade verheerlijkt. Geluk en De Rijke werden de eerste ouderlingen van de Gereformeerde Gemeente in Poortvliet. Ds. Lamain heeft de beide ouderlingen goed gekend. Hij schreef: ‘En de ontmoetingen in Poortvliet met Steven de Rijke en Ko Geluk, soms vroeg in de morgen en soms laat in de nacht. (…) En dan wat die zielen mochten uitdrukken vanwege hetgeen door Gods Geest was ingedrukt en overgedrukt. En dan die eerbied en dat diepe ontzag voor de allerhoogste Majesteit Gods. (…) Nu zijn op de meeste plaatsen degenen die in de banken zitten voor ouderlingen en diakenen, meer aanvulling dan vervulling. Och, dat wij het met ware droefheid en smart neer mochten schrijven.’
In hoofdstuk 4 gaat het over Cornelia van der Slikke-Bergers. We lezen van nood en uitkomst, van gebedsverhoringen. De ruimte laat het niet toe om veel weer te geven, daarom slechts een enkel voorbeeld.
In 1944 stond het eiland Tholen onder water. Het gezin Van der Slikke-Bergers had in Halsteren een onderkomen gevonden bij roomse mensen. Dochter Adriana (de latere echtgenote van ds. Steenblok) kreeg daar difterie. Moeder Van der Slikke, die zelf ook met deze ziekte was bezocht, zei ineens tegen haar man: ‘Piet, pak Jaan (Adriana) op, want de Heere zegt tot mijn ziel: “Sta op en vertrek.”’
Adriana lag op bed, onder het raam. Zij werd opgepakt en weggebracht. Nog geen drie minuten later werd het huis door een voltreffer geraakt. Door de klap vlogen de ruiten het huis binnen, precies dáár waar Jaan op bed had gelegen. Dit gebeuren maakte grote indruk op de mensen bij wie ze onderdak gekregen hadden. Ze schaarden zich zelfs onder het gehoor van Van der Slikke als hij ’s zondags een preek voorlas.
In de hoofdstukken vijf tot en met tien gaat het over dr. Steenblok. De auteur legt in zijn Woord vooraf verantwoording af hoe hij ertoe gekomen is om in dit boek zoveel aandacht aan dr. Steenblok te schenken: ‘Wie van mening is dat er veel aandacht aan het verblijf van ds. Steenblok in Lopik is gegeven, heeft helemaal gelijk. Toch meende ik er goed aan te doen om ds. Steenblok recht te doen door het weergeven van de feiten. Dat hij het op den duur niet meer kon uithouden in de Gereformeerde Kerken, wordt zo alleszins duidelijk. In dit boek is dus géén volledige biografie over ds. Steenblok opgenomen. De periode na zijn vertrek uit Poortvliet hebben we slechts in heel korte trekken vermeld, aangezien dit tijdvak geheel buiten het bestek van dit boek ligt.’ Wat weergegeven wordt over het verblijf van ds. Steenblok in Lopik heeft wel een ander karakter dan het overige van het boek. Het is niet bepaald stichtelijk te lezen hoe men hem in Lopik het leven zo zuur heeft gemaakt, dat hij uiteindelijk gedwongen was emeritaat te vragen. Lezenswaardig is het overigens wel en vanuit kerkhistorisch oogpunt bezien is wat beschreven wordt zelfs ook belangrijk. Maar dat neemt niet weg dat het wat ‘wringt’. Dat de auteur dit ook beseft heeft, is duidelijk tussen de regels te lezen.
In de hoofdstukken elf tot en met vijftien gaat het achtereenvolgens over Sientje Geuze, Jan Marinus Uijl, Jozina Pieternella Heijboer-Vos, ouderling J.P. Geluk, die vijftig jaar in het ambt gediend heeft, en het echtpaar Hage-Baaij.
Over Josina Pieternella Heijboer-Vos lezen we: ‘Jozien had een nabij en teer leven. Toen zij haar einde voelde naderen, zei ze: “Als ik er niet meer ben, moet je boven de rouwkaart zetten: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen. Maar wat er verder staat niet, want dat is te groot voor me” (Openbaring 7:14). Dat is gebeurd; ook op haar grafsteen staan deze woorden.’ (Het vervolg van deze tekst luidt: ‘… en zij hebben hun lange klederen gewassen en hebben hun lange klederen wit gemaakt in het bloed des Lams.)
En dan de foto’s. Er zijn boeken waarin foto’s zijn opgenomen die zo vaak zijn afgedrukt dat je er eigenlijk automatisch niet meer naar kijkt: ze staan al op je netvlies. Maar in dit boek is het anders. Veel onbekende foto’s. Mevrouw Steenblok (toen heette ze nog Jaan van der Slikke) bezig met de koeien te melken enzovoort. In 1964 is dr. Steenblok met de Statendam naar Amerika gereisd, om daar kandidaat A. Breeman te bevestigen. Op de boot werd een foto van het echtpaar Steenblok gemaakt, mét zwemvesten. Mevrouw Steenblok staat vriendelijk lachend op de foto, maar haar man kijkt of hij zich op een zinkend schip bevindt.
Er zijn ook foto’s waarnaar je lang kunt kijken, soms is op de gezichten iets te lezen wat jaloers maakt.
J. Mastenbroek, Met heil bezocht. Herinneringen aan dr. C. Steenblok en Gods volk in Poortvliet. Uitgave Den Hertog, Houten. Gebonden, 196 bladzijden, prijs €19,50. (A.B.)
Meer dan 150 oudvaders in een band
Onlangs verscheen het tweede deel van de Encyclopedie Nadere Reformatie (ENR) met daarin de beschrijving van meer dan 150 godgeleerden uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw, van wie het merendeel vasthield aan het orthodoxgereformeerde protestantisme. Liefhebbers van oude schrijvers en van kerkgeschiedenis kunnen dus hun hart ophalen, temeer omdat voor de biografieën gedegen onderzoek is verricht en ze goed leesbaar beschreven zijn. Voeg daarbij dat het geheel is uitgevoerd met een fraaie bladspiegel en voorzien is van welgekozen illustraties.
Ook voor geïnteresseerden in de ‘Kleine Kerkgeschiedenis’ is deze uitgave van groot belang. Zoals bekend, steunden en steunen voorgangers van bevindelijke kerken op schrijvers uit de Nadere Reformatie en om hen beter te leren kennen reikt de ENR een veelheid van gegevens aan. Wie de meest bekende erflaters erop naslaat, merkt dat meer dan eens lijnen doorgetrokken worden naar het heden. Zo schrijft dr. R. Bisschop in zijn lemma over de Utrechtse dominee Jodocus van Lodensteyn (1620-1677) dat deze als ‘dé dichter van de Nadere Reformatie’ wordt gezien. En verder: ‘De erkenning van zijn literaire kwaliteiten dateert echter pas van na 1950.’ Bevindelijken lazen zijn gedichten, preken en verhandelingen graag, Bisschop: ‘Door zijn preken en liederen behoort Van Lodensteyn tot de invloedrijkste predikanten die een mystieke ader in de bevindelijke gereformeerde vroomheid aanbrachten. Dat is een lijn die tot op heden herkenbaar is binnen de bevindelijke gereformeerde traditie. Die uit zich bijvoorbeeld in de schroom om aan het Heilig Avondmaal deel te nemen, maar ook in een sobere levensstijl en een sombere visie op de toestand van Kerk en samenleving.’
Een andere invloedrijke predikant voor de bevindelijk gereformeerden is de Middelburgse pastor Bernardus Smijtegelt (1665-1739) geweest. Over hem schreef dr. S.D. Post: ‘ ‘Vader’ Smijtegelt heeft in zijn werken lijnen uitgezet die voortdurend als motieven terug te vinden zijn in piëtistische preken na hem. Hij had door de voortdurende lectuur van zijn preken invloed op de gedachtewereld van eenvoudige piëtisten in de negentiende en twintigste eeuw’. Vervolgens wordt vermeld: ‘Nog steeds is er markt voor de werken van Smijtegelt. In de tweede helft van de twintigste eeuw hebben meer dan dertig heruitgaven het licht gezien en in de eerste vijftien jaar van deze eeuw nog eens tien. Deze cijfers laten zien dat er bijna driehonderd jaar na zijn dood nog gelovigen zijn die zijn preken waarderen’.
Meer namen uit dit tweede deel zouden genoemd kunnen worden, meer zou aangehaald kunnen worden, gedacht kan worden aan mannen zoals Willem en Johannes Teellinck, Wilhelmus Schortinghuis, Johan Temmink, Abraham van de Velde, Justus Vermeer, Gisbertus Voetius en Herman Witsius.
Veel wordt dus geboden in dit deel van ENR, evenals in het eerste deel. Dat was ook een doelstelling van deze uitgave, maar er is nog iets want in de Inleiding staat: ‘De redactie koestert de hoop en verwachting dat een uitgave als deze verder onderzoek zal stimuleren en dat ook nieuwe personen – al dan niet academisch gevormd – zullen toetreden tot de Gideonsbende die er vermaak in schept om zich te verdiepen in de Nederlandse gereformeerde vroomheid uit de zeventiende en achttiende eeuw’.
Dit is een wens waarmee zonder meer ingestemd kan worden want onderzoek naar aspecten, geschriften en personen uit de gereformeerde vroomheid (niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten) is iets wat enorm verrijkend is, niet alleen voor de wetenschap maar ook voor ieder persoonlijk.
W.J. op ’t Hof e.a. (red.), Encyclopedie Nadere Reformatie. Deel 2 (L-Z). Uitg. De Groot Goudriaan – Utrecht 2016. 551 blz. Prijs € 39,99. (H.F.)
Geen blijvende stad
Onder deze sprekende titel verscheen een boek over de kleine kerkgeschiedenis van een klein kerkje in een klein dorp. Alles klein – maar toch worden in dit boek de grote daden des Heeren door de heer P. Kieviet zo duidelijk en gevoelvol beschreven!
De titel is een pure vondst. De Gereformeerde Gemeente te Stad aan ’t Haringvliet werd in 2015 samengevoegd met de gemeente te Middelharnis, na vanaf 1836 een deeltje van de grote Wijngaard te zijn geweest. Treffend merkte ds. S. Maljaars in zijn Woord vooraf op dat ‘de boodschap van zonde en genade werd aan de harten van de hoorders gelegd. Gods volk kreeg onderwijs op de levensweg. Het was alles voor een tijd.’ Over dat Goddelijke onderwijs kunnen we in dit boek lezen. Het begint bij het ontstaan van Stad. Toen nog klein, later was er groei en bloei. In 1847 waren er 980 inwoners. Bijna allen Nederlands Hervormd. Maar als daar de prediking verwatert, verlaten sommigen de hervormde gemeente. Zij komen aanvankelijk samen rond een oude schrijver, in een leesgezelschap. Later ontstaan er een gereformeerde kerk en een Bakkeriaanse gemeente. Veel (ook onbekende!) gegevens over predikanten worden vermeld. We lezen over de predikanten H.P. Scholte, C. van der Meulen, L.G.C. Ledeboer, P. van Dijke, D. Bakker en vele anderen, onder wie ook ds. H.H. Dieperink Langereis. Laatstgenoemde verhuisde minstens zestien keer in ons land, waarna Dieperink Langereis de lange reis naar Amerika maakte. Van hem is een prachtige, voor ons onbekende gezinsfoto geplaatst. Trouwens, het boek bevat heel veel onbekend fotomateriaal. Het zijn niet alleen predikers die aan ons oog voorbijtrokken, ook ouderlingen. H. Borgdorff was één van hen. Deze man kreeg onder het schaatsen hemels onderwijs aangaande zijn hoogmoed. Het schaatsen was abrupt verleden tijd, ook voor zijn gezin. We lezen over een onbevestigde diaken, over ouderling J. Kieviet, de vader van ds. H. Kieviet uit Veenendaal, die aan een moordaanslag ontkwam. Voorgangers blijven mensen, met al het menselijke dat hen aankleeft, ook na ontvangen genade. Dat blijkt uit een passage (blz. 96) over ds. L. Hubregtse, die eens een consistoriegebed aanhoorde. Daarin merkte de biddende ouderling op dat ‘de knechten van heden maar nachtpitjes waren in vergelijking met de oudvaders’. Die opmerking valt in zijn vlees. Als vanuit deze gemeente hem later wordt gevraagd een doopdienst te leiden, schrijft hij de kerkenraad dat ze maar moeten vragen of een oudvader wil voorgaan …!
Helaas kunnen we maar wat aanstippen en in vogelvlucht het een en ander noemen. Duidelijk blijkt dat de auteur blijk heeft gegeven niet alleen over een vaardige pen en een stichtelijke schrijftrant te beschikken, maar ook over speurzin en bovenal oog voor het werk Gods te hebben. Dat laatste blijkt, om maar een voorbeeld te noemen, uit de beschrijving van het feit dat van het gezin Hogerwerf vier van de acht kinderen tot bekering komen. Als dochter Mina inwendig moppert dat ze haar laatste kolen uit het kolenhok heeft gehaald, komt er nog dezelfde ochtend een kolenboer langs om namens een onbekende kolen te bezorgen. Dan verdwijnt de opstand uit haar hart. Beth, een andere dochter, breekt met de kerk, laat haar kinderen ongedoopt en leeft midden in de wereld. Tot de Heere haar krachtdadig stilzet tijdens de begrafenis van haar moeder.
Dit boek telt een aantal overzichten: en een persoonsnamenregister. De zeer ernstige, laatste preek, gehouden door ds. S. Maljaars over Openbaring 21:6, is eveneens aan dit boek toegevoegd.
Overbodig te melden dat dit een buitengewoon mooi boek is, vlot geschreven, goed uitgevoerd en een regelrechte aanwinst binnen dit genre boeken. Gods daden, Zijn werk in zondaarsharten, óók in Stad, zijn het waard om bewaard te worden voor de navolgende geslachten. Ook buiten Stad.
P. Kieviet, Geen blijvende stad. Geschiedenis van de Gereformeerde Gemeente te Stad aan ’t Haringvliet (1836-2015), 224 blz. Bestellingen: telefonisch onder 0187-482614, per e-mail: boomboek@filternet.nl of via www.boekhandelvanderboom.nl De prijs is € 19,95 excl. porto. (J.M.)
‘Uw naam geef eer’
Onder deze titel verscheen een gedenkboekje, met als ondertitel Gods Woord in Sas. Kerkelijke Stichting Strijensas 1936-2016. Een jubileumuitgave dus. Daarin wordt een overzicht gegeven van het 80-jarig bestaan van deze Kerkelijke Stichting. Een globale beschrijving die is nagelaten door het bestuurslid A. Hitzert, die vanaf 1954 tot 2006 deel uitmaakte van het bestuur, aangevuld door anderen.
Ds. A.C. Rijken voorzag deze uitgave van een meditatie over Psalm 115:12a. Daarna volgt een historisch overzicht. ‘Nadat Ds. Kroon van Strijen vertrokken was, ging ook de prediking in de Nederlandse Hervormde Kerk achteruit. Het ware volk van God hoorde niet meer dat de mens bekeerd moest worden, dat uit vrije genade naar de verkiezing Gods.’ Men zocht de waarheid bij een oudvader, terwijl er door de weeks werd uitgeweken naar de Christelijke Gereformeerde kerk te Puttershoek. In 1936 werden de eerste diensten gehouden in een oud schoollokaal. Het aantal bezoekers groeide tot wel 80 à 90. De predikanten die in de eerste tijd voorgingen, zoals M.S. Roos, F. Bakker, M. Baan en P. Sneep, behoorden tot de Christelijke Gereformeerde Kerken. De prediking werd gezegend. De hoorders kwamen uit diverse kerkgenootschappen. Ook toen het aantal bezoekers wat minderde, bleven de predikers komen, soms van ver, zoals uit Urk, Staphorst en Rijssen. Het interkerkelijk samengestelde bestuur vormt een eenheid en er is liefde en verdraagzaamheid, zo lazen we. Deze preekbeurten worden op zaterdagavonden gehouden; jarenlang lezen we in de preekbeurten, voorheen in De Banier en al sinds jaren in het Reformatorisch Dagblad wie er voorgaan. Een goede voorbereiding op de zondag! In deze diensten spraken voorgangers uit diverse kerkverbanden, van Nederlands Hervormd tot (Vrije) Oud Gereformeerde Gemeenten (in Nederland). Het gebouw kent géén kerkmuren! Zaterdagavond beginnen de diensten om 18.30 uur op het adres Havenstraat 5 in Strijensas.
Het boekje besluit met een overzicht van bestuursleden, sprekers, kosters en organisten, alsook met de Akte van oprichting in 1953.
Het gebrocheerde boekje is een goed initiatief, dat waard is om gelezen te worden. De afhankelijkheid van de zegen des Heeren is het belangrijkste element in deze Kerkelijke Stichting Strijensas. Daarvan getuigt dit dertig bladzijden tellende geschrift.
‘Uw Naam geef eer’.
Besteladres de heer H. Ottema, Binnendams 106 te 3373 AE Hardinxveld-Giessendam, telefoon 0184-611358, e-mail: ottema@kliksafe.nl Dit boekje is gratis(!) verkrijgbaar. Een tegemoetkoming in de (porto-en verzend)kosten kan worden overgemaakt op rekening NL42RA-BO0361831609 t.n.v. Kerkelijke Stichting Strijensas. (J.M.)
Het wonder van het westland
Het boek was al langer aangekondigd: een biografie over het veelbewogen leven van de bekende en originele hervormde prediker Jac. van Dijk. Ds. M. van Kooten, onze vaste scribent van Oude Paden heeft een treffende poging gedaan om zijn leven met veel ups en downs te beschrijven. Opgegroeid in Rotterdam en begonnen als hulpprediker in Eindhoven en vervolgens vrijzinnig predikant in Zaltbommel – zeker niet in de geest van Abraham Hellenbroek - vertrok hij naar de eveneens vrijzinnige afdeling (De Unie) van de Nederlandse Protestanten Bond te ’s-Gravenzande. In de zomer van 1944 kwam er echter een kentering in leven van Van Dijk: hij begon zich los te maken van de vrijzinnigheid, innerlijke vrede bezat dominee Van Dijk niet. Hij bestudeerde de Institutie van Calvijn en kwam ook onder het gehoor van ds. A.F.P. Pop te Monster. Vervolgens maakte hij een bijzondere vrijlating mee, nadat hij was weggevoerd na een razzia. Van Dijk was bang dat hij terecht zou komen in Dachau in plaats van de dwangarbeid in Duitsland, omdat hij zich vaderlandslievend uitliet op de preekstoel. In het geheim bood het echtpaar Van Dijk een Joods jongetje onderdak.
Na terugkomst bleef de onrust in zijn leven. Hij begon de wet voor te lezen in de eredienst. Tijdens het lezen van een preek van Smytegelt gebeurde de verandering in zijn leven ‘in een punt des tijds’. Later zei hij van dat moment: ‘Ik werd toen met het geloof begiftigd. Zoals Kohlbrugge dat zegt: Sneller dan de bliksem.’ Vanaf dat moment was hij geen vrijzinnig voorganger meer. Hij kon het zijn vrouw niet uitleggen: ‘Dit is van hogerhand’ zei hij tegen haar. Het leven in de pastorie was toch al bijzonder voor haar. Loes van Dijk was operazangeres en na haar scheiding getrouwd met een theoloog. De verandering werd nog groter toen Van Dijk voorging in rechtzinnige gemeenten en evangelisaties. Totdat er een beroep uitgebracht werd door hervormd Monster. Van Dijk vroeg aan de ouderlingen hoe het mogelijk was dat zij aan iemand dachten die tot voor kort predikant was van De Unie en die ze nog nooit hadden horen preken. De ouderlingen spraken uit dat zij maar al te goed wisten dat het Gods bedoeling was. Zij gaven als antwoord: ‘Punt 1. Monster zit zonder dominee. Punt 2. Wij kunnen door de staking niet gaan horen. Punt 3. Op het dorp naast Monster wordt een dominee bekeerd. Punt 4. Het dorp is op de fiets te bereiken.’ In deze gemeente noemde men de nieuwe predikant: Het wonder van Monster. Later schreef Van Dijk over zichzelf als het monster van Monster. Hij heeft zichzelf maar al te goed leren kennen.
Het leven van Jac. van Dijk kende hoogten en diepten. Hij raakte bevriend met ds. P. Zandt, die hem in zijn volgende gemeente Putten bevestigde. Hij trad toe tot het hoofdbestuur van de SGP, maar trad daar weer snel uit omdat ten onrechte zijn naam stond onder een verkiezingsbiljet. Waardering kreeg hij ook niet vanwege zijn politieke overtuiging van zijn collega’s G. Boer en L. Kievit. Weliswaar was Van Dijk enige tijd correspondent van het Gereformeerd Weekblad, hoewel hij ook niet onder stoelen of banken stak dat hij niet veel ophad met de kring van jonge predikanten die hoofdredacteur ds. I. Kievit om zich heen verzamelde en waartoe beide collega’s uit Putten behoorden.
Ds. Van Kooten tekent ds. Jac. van Dijk als iemand die niet gemakkelijk te plaatsen viel. Enerzijds sympathiseerde hij met de rechterflank van de hervormd-gereformeerden, anderzijds raakte hij bevriend met pater Henri de Greeve en nam hij ruimere standpunten in over onder meer het inenten. Van Dijk had een voorliefde voor de prediking van ds. J.P. Paauwe, zat dikwijls onder zijn gehoor en las met regelmaat zijn preken. Zelf was Van Dijk buitengewoon populair bij de jeugd en een veelgevraagd spreker met originele thema’s, ook voor de radio.
Van Dijk diende na Putten Gameren, Garderen en Nijkerk. Kritiekpunt is wel vanuit de notulen van de kerkenraad te Nijkerk dat genoemd wordt dat ds. J. Koele tegenstander was van het beroep op ds. Van Dijk. Er is toch wel zoiets als van beslotenheid van de kerkenraad.
Ds. Van Dijk trok in zijn gemeenten volle kerken met zeer veel jeugd. Daarnaast was hij enige jaren hulpprediker van de Evangelisatie Elim te Zwolle. Na Nijkerk vertrok ds. Van Dijk in 1965 naar Den Haag, om daar docent godsdienst te worden aan een MULO voor meisjes. Hij zei daar later van dat het voor hem een roeping was om de jonge mensen in aanraking te brengen met de Bijbel in zijn geheel. Hij bleef niettemin voorgaan en was mentor van de Evangelisatie in Barendrecht. Totdat Monster een beroep op hem uitbracht. Deze periode was geheel anders dan de eerste: de kerkelijke gemeente was er breder geworden, het aantal kerkgangers fors toe-genomen zodat het werk voor een predikant alleen veel was. Van Dijk kreeg een depressie wat een tol eiste in zijn leven. Hij kreeg een benoeming voor een mavoschool in Zutphen, dat hij aannam. Het echtpaar besloot om in Arnhem te gaan wonen. Herhaaldelijk leed hij echter aan depressies en in 1974 werd hij emeritus. Op 14 april 1984 overleed deze markante predikant. Dr. C.A. Tukker leidde de rouwdienst. Treffend is wat deze predikant schreef bij het veertigjarig ambtsjubileum in 1980: ‘Ds. Van Dijk is een teruggetrokken mens, wiens pad niet over rozen is gegaan, maar vaak door grote diepten. Echter, sedert de tijd dat het Gode behaagde om Zijn Zoon in hem te openbaren, zoals hij dat zelf bij voorkeur uitdrukt, is ds. Van Dijk vooral een mens die met al wat hij is en niet is, wat hij kan en niet kan, wat hij durft en niet durft, voor rekening van de Heere Jezus leeft.’ Eén anekdote wil ik u niet onthouden, er waren namelijk twee predikanten in Nijkerk met dezelfde naam en voorletter, het was soms lastig, want ze openden soms elkaars post om het daarna door te geven. Eens vroeg iemand uit Hilversum: ‘Bent u ds. Van Dijk uit Nijkerk? ‘Ja mevrouw’. ‘Van artikel 31?’ ‘Nee mevrouw, van Psalm 32: Welzalig hij wiens zonden zijn vergeven.’ Hij schreef bij deze anekdote: ‘Maar dat maakte het niet duidelijk, want mijn vrijgemaakte collega belijdt dat eveneens. Zo blijft het dus uw: Jac. van Dijk.’
Ds. Van Kooten heeft voor dit boek met episoden uit het leven van ds. Jac. van Dijk veel speurwerk verricht. Hij mocht dankbaar gebruik maken van de dagboeknotities van mevrouw Van Dijk-Snel, wat deze biografie ten goede gekomen is. Het wonder van het Westland, dat fraai is uitgegeven door uitgeverij De Banier, wordt van harte aanbevolen!
M. van Kooten v.d.m., Het wonder van het Westland, Episoden uit het leven van ds. Jac. van Dijk. Gebonden, 352 blz. Prijs: € 19,95.(J.P.N.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2016
Oude Paden | 64 Pagina's