Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Redactioneel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Redactioneel

2 minuten leestijd

Wat ons tegenwoordig overkomt wordt wel de coronacrisis genoemd. We hoeven niet uit te leggen wat voor invloed die op de Nederlandse samenleving heeft, het is algemeen bekend. Werkzaamheden worden thuis verricht, allerlei festiviteiten worden afgelast, voornemens kunnen niet worden uitgevoerd. En dat betreft ook het Oude Paden-symposium dat we in september 2020 wilden houden. We hadden er de kerk van Buren al voor gereserveerd, maar de afspraken moeten geannuleerd worden: het kan niet. Dus: geen ‘Oude Paden-dag.’ Jammer, want we verheugen er ons altijd weer op. En velen van de lezers ook.

De impact van de coronacrisis is groot. Maar zo was het meer dan 150 jaar geleden ook met de uitbraak van de cholera. Daar zijn toen heel wat beschouwingen aan gewijd, sommige overbodig, andere oppervlakkig, een enkele diepgaand. Een van degenen die zich over die pandemie heeft uitgesproken, was de voormalige koopman van vreemde vogels, de Amsterdamse voorganger Woutherus Bekker. Hij publiceerde in 1853 een uitgewerkte preek onder de titel Eenig behoedmiddel tegen de cholera, gevonden in Gods onfeilbaar Woord (1853). Daarin schreef hij: ‘Roept er een stem in uw binnenste, die niet gesmoord kan worden: “De cholera is een straf en oordeel op de aarde!” Welaan dan, laat het een straf en oordeel op aarde zijn, wat ik ook geloof; maar nu komt de grote vraag: Is er bij God ook raad voor deze pestilentie?’ Hij antwoordde: ‘Al zien wij de oordelen, waar wordt dan de breuk gezocht? In een besmette lucht, in spijs en drank, in leefregel en reinheid?’ Zeker, dat waren zaken die niet onbelangrijk zijn, maar toch, het waren ‘tweede oorzaken’. Wat was dan de eerste oorzaak? Deze: ‘Is het Nederlands schuld niet dat wij het verbond met God gebroken hebben?’ Vanuit deze vaststelling kon Bekker het ‘eenig behoedmiddel’ aanwijzen en hij verwoordde dat als volgt: ‘Bij de Heere zijn alleen uitkomsten tegen de dood, Jes. 1:18. Kom, zegt God, laat ons tezamen richten. Kom geliefden, vertel de Heere uw redenen. Roep Mij aan in de dag der benauwdheid. Ik zal u uithelpen. Bij Hem is veel verlossing. Och, roept die hoge God, dat gij naar Mijn stem geluisterd had! Jeruzalem, Jeruzalem! tranen van een wenende Christus hebben uw hart verstokt en het einde daarvan was uw ondergang! Nederland, ziet toe, dat gij in hetzelfde oordeel niet valt!’

Het blijft altijd weer verrassend om te zien hoe actueel woorden uit een kerkhistorisch verleden kunnen zijn.

H. Florijn, eindredacteur

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2020

Oude Paden | 64 Pagina's

Redactioneel

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juni 2020

Oude Paden | 64 Pagina's