Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

6 minuten leestijd

Antwoord per brief

Ds. F. Mallan, Antwoord per brief. ISBN 978-90-79879-21-2.

206 bladzijden. Uitgever: Sola Gratia Alblasserdam. Prijs: e 19,90.

(A. Bel)

‘Antwoord per brief’, zo heette de rubriek waarin ds. F. Mallan (1925-2010) bijna veertig jaar lang antwoord gegeven heeft op vragen die hem toegestuurd werden door lezers van De Wachter Sions. Ruim 1.200 brieven heeft hij zo in de loop van de jaren beantwoord. ‘Antwoord per brief ’ was ook hetgeen waar veel lezers als eerste naar keken. Zo ook ds. O.M. van der Tang, zo schreef hij in zijn Voorwoord, en het is ook mijn persoonlijke ervaring.

In de brieven komen veel verschillende onderwerpen aan de orde. Het is dan niet eenvoudig om in een boek waarin dertig onderwerpen zijn opgenomen een zekere lijn aan te brengen, maar dochter Maaike Mallan, die de uitgave heeft verzorgd, is er toch in geslaagd een evenwichtige bloemlezing samen te stellen. Na het lezen heb je beslist niet de gedachte dat het hier gaat om allerlei onderwerpen die weinig samenhang hebben. De rode draad in dit boek is namelijk de praktijk van het geestelijk leven. Dat is heel waardevol, maar toch dient de vraag zich aan of dan een bespreking in Oude Paden wel op zijn plaats is. Ons blad is toch een kerkhistorisch tijdschrift? Ja, maar ds. Mallan haalde in zijn brieven ook regelmatig herinneringen op uit zijn leven, en in ons blad schenken we toch wel graag aandacht aan het geestelijk leven in vroeger dagen. Vandaar dat een bespreking van dit boek helemaal passend is.

Enkele voorbeelden. In een antwoord op een vraag over psalmen en geestelijke liederen schreef ds. Mallan: ‘Vroeger zat er een vrouwtje bij ons in de kerk te Rotterdam de psalm mee te zingen, tot wie de vrouw die naast haar zat de opmerking wist te maken: “Och mens, wat zing jij toch lelijk.” Ze gaf toen ten antwoord: “Och, het mag voor mij wel eens zo groot zijn dat de Heere behagen schept zowel in het gekras van de raaf als in het zingen van de nachtegaal.”’

In een antwoord op een vraag of hij wat wilde schrijven over de regenboog, schreef ds. Mallan over het sterfbed en de begrafenis van dr. C. Steenblok (overleden in 1966). ‘Ik kan het niet laten als ik daarover schrijf, om in herinnering te brengen het zalig afsterven van onze geliefde dr. C. Steenblok. Toen ik bij zijn sterfbed kwam, lag hij daar niet als een doctor in de godgeleerdheid, maar als een arme zondaar. Toen ik afscheid van hem nam, deed hij de vraag: “Och, zou de Heere nog naar mij willen omzien?” Ik werd toen nog jaloers op hem, want ik zag dat hij in geen betere zielsgestalte daar kon liggen. En dat werd de andere dag ook wel duidelijk toen de Heere hem met de woorden uit Jesaja 54 ging vertroosten. Wat echter zeer opmerkelijk was, werd door ons gezien bij zijn begrafenis. Toen we daar stonden bij het geopende graf, kwam de regenboog daar zo boven te staan, zo helder als dat maar weinig is te zien. (…) Ja, zo gaf de Heere getuigenis aan het werk van deze getrouwe en door velen verachte dienstknecht.’

Meer voorbeelden zouden er genoemd kunnen worden, bijvoorbeeld van wat ds. Mallan schreef over ds. E. Fransen en ds. C. Pieneman, maar dat voert te ver. We besluiten met de opmerking dat het mooi is dat op deze manier weer iets waardevols bewaard blijft.


Volk van de Veluwe

L. Vogelaar, Volk van de Veluwe. Kerk en gezelschap in Ermelo, Putten en Driedorp. Gebonden, 129 pagina’s. Uitgeverij Gebr. Koster te Barneveld. Prijs e 17,90

(J.P. Neven)

De laatste pennenvrucht van de heer L. Vogelaar beschrijft kerk en gezelschap in Ermelo, Putten en Driedorp. Veel aandacht wordt besteed aan het ontstaan van de Gereformeerde Gemeente te Ermelo. Tientallen jaren hield men weekdiensten in de buurtschap Telgt voordat er een gemeente ontstond. De naam van G. van Bentum is daaraan verbonden. Hij kocht van de gemeente in 1923 het openbare schoolgebouw en liet doordeweeks predikanten voorgaan van de Gereformeerde Gemeenten, zoals H. Kievit, H. Roelofsen, J. Fraanje en J.R. van Oordt. Ds. W.C. Lamain noemde de kerkgangers in Telgt ‘schapen en lammeren, die uit verschillende plaatsen dan opkwamen om Gods Woord te horen. Daar was gewoonlijk veel belangstelling onder jong en oud. Bovenal betoonde de Heere in die samenkomsten menigmaal Zijn gunst. Wat toch het allervoornaamste is. Zijn komst is het toch alleen maar die ons heil volmaken kan.’ Er mocht vaak voedsel zijn, geestelijk voedsel voor hongerige zielen, mocht deze predikant zeggen. Ds. Lamain schreef ook over een bijzondere ontmoeting met Bastiaan de Bruin, voorlezer in de samenkomsten.

De Bruin was bevriend met Willem van Dompseler, die elke morgen bij hem kwam koffiedrinken. Van Dompseler had een nauwe band met godsdienstonderwijzer H.J. Schoonderbeek, die verbonden was aan de Hervormde Gemeente Putten. Van Dompseler was ouderling, maar bedankte in 1921 voor het ambt en ging ’s zondags thuis preeklezen. Hij hield thuis gezelschappen en leidde begrafenissen. Van zijn negen kinderen werden er drie zoons weggevoerd tijdens de Puttense razzia, ze overleden alle drie. Van Dompseler bezocht de weekdiensten in Telgt, hij zong met luide stem boven iedereen uit. Aan die bezoeken kwam een einde toen een predikant eens tegen het eind van de dienst tegen hem zei: ‘Ben jij die vrome zanger?’ Relatief veel aandacht wordt besteed aan een aantal ambtsdragers die de in de jaren ’50 ontstane Gereformeerde Gemeente dienden, zoals A. van der Maas, W. van Bentum en J. van Belzen. Eerst hield men de zondagse erediensten in de school, maar dat veranderde in 1963 toen men het jeugdgebouw huurde van de Hervormde gemeente. Op 12 april 1966 werd de gemeente geïnstitueerd door herbevestiging van de vijf ambtsdragers, in 1971 mocht men kerken in een eigen kerkgebouw.

Het laatste gedeelte van dit boek beschrijft de Hervormde evangelisatie in Driedorp, waar G. Mouw voorganger was. Van hem zei men: ‘Mouw preekte de afbraak van de mens en zijn werk, en de verheerlijking van God en Zijn deugden.’ De voorganger diende de gemeente van 1946 tot 1953, toen hij naar Moordrecht vertrok. Met godsdienstonderwijzer Mouw was de evangelisatie meer in rechtzinniger vaarwater gekomen. De diensten werden ook meer bezocht door mensen uit de omgeving. Enige tijd bezat voorganger Mouw preekconsent in de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland en was werkzaam in Rijssen en Vriezenveen. In 1960 werd hij toegelaten door het Curatorium van de Gereformeerde Gemeenten. Het boekje eindigt met een hoofdstuk met herinneringen van ds. J.T. Doornenbal, altijd lezenswaardig. Een minpunt is het ontbreken van het Woord vooraf. Ik had graag van de schrijver willen weten hoe hij tot zijn keuzes gekomen is. Bijvoorbeeld waarom beperkt aandacht is gegeven aan de Hervormde Gemeente Putten. Was daar – buiten Van Dompselaar - dan geen ander gezelschapsleven?

Volk van de Veluwe heeft echter een rijke inhoud, is fraai uitgegeven, de opgenomen kaderteksten geven deze uitgave iets extra’s mee. Er zijn tal van afbeeldingen opgenomen van de personen die beschreven worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2022

Oude Paden | 64 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 maart 2022

Oude Paden | 64 Pagina's