Redactioneel

Indrukwekkend. Dat zijn de aantallen catechisanten die in de jaren na 1825 belijdenis deden tijdens de opwekking in Doornspijk. Er was wel wat aan voorafgegaan: een zware stormvloed richtte grote schade aan in het Veluwse dorp. Scribent B. Hooghwerff schrijft erover in het artikel waarin de stormvloed centraal staat. Uit de mond van ds. G.W. Bisschop werd in 1831 opgetekend dat de Heere ‘uit de grootste rampen de heilrijkste zegeningen kan doen voortkomen.’ Hij deed de uitspraak bij de ingebruikname van het nieuwe kerkgebouw, een Waterstaatskerk, op grotere afstand van de Zuiderzee. Het oude gebouw was verwoest, eerst gedeeltelijk door de storm en vervolgens geheel door blikseminslag.

Diepe indruk maakt ook het geloofsvertrouwen van Cornelia Ruit tijdens de Watersnoodramp van 1953. ‘Wij konden in geen angst komen.’ Haar moeder kreeg met kracht de woorden in haar hart: ‘Ik zal u bewaren als het zwart des oogappels.’ Dat alles te midden van de grote verwoestingen die het water aanrichtte, zoals duidelijk blijkt uit de foto’s bij het artikel van de hand van L. Vogelaar.

Het zijn geschiedenissen die laten zien hoe de Heere ons land meermalen door rampen heeft bezocht. David drukt het uit in Psalm 29 vers 3: ‘De stem des Heeren is op de wateren, de God der ere dondert; de Heere is op de grote wateren.’ Hij heeft gezeten over de watervloed (vers 10a).

Maar hoe troostrijk is dan voor Zijn volk, wat David uitroept aan het slot van die psalm: ‘De Heere zal Zijn volk sterkte geven; de Heere zal Zijn volk zegenen met vrede’ (vers 11). Ook anno Domini 2025 mogen we uit de geschiedenis van de opwekking in Doornspijk en door de getuigenissen van Cornelia Ruit en andere kinderen van God nog horen hoe de Heere heeft gewerkt door de rampspoeden heen.

Dit jaar mogen we ook herdenken dat ons land tachtig jaar geleden werd bevrijd na vijf jaar Duitse bezetting. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleven rampspoed en verdriet ook velen van Gods kinderen niet bespaard. Annemarie Fokker schrijft in het artikel over haar grootvader Pieter van Holten over de honger in de oorlogsjaren. Maar dwars door alles heen mag ook daarin getuigd worden hoe de Heere heeft willen voorzien en hoe Hij heeft uit- en doorgeholpen. Hij voorzag, in de tijdelijke nood, maar ook in de verkondiging van Zijn Woord.

Deze geschiedenissen geven we in dit maartnummer graag door.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen