Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kuyper En Bavinck, Twee Vaders Van Het Neocalvinisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kuyper En Bavinck, Twee Vaders Van Het Neocalvinisme

Honderdste sterfdag gereformeerde leiders wereldwijd herdacht

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Abraham Kuyper en Herman Bavinck, twee vaders van het neocalvinisme. Hun honderdste sterdag wordt dit en volgend jaar herdacht. Onbetwiste leiders van de Gereformeerde Kerken in Nederland en ook internationaal van grote invloed, al bestaat tussen de stijl van beiden een wereld van verschil.

Wanneer het gaat over het neocalvinisme, worden de namen van Abraham Kuyper en Herman Bavinck altijd in één adem genoemd. Hoewel Kuyper (1837-1920) zeventien jaar ouder was dan Bavinck (1854-1921) gelden zij toch samen als de vaders van het neocalvinisme. Zij zijn, zoals de genoteerde leefjaren laten zien, kort na elkaar overleden. Dit jaar zullen we herdenken dat het honderd jaar geleden is dat Kuyper overleed; volgend jaar zullen we aandacht besteden aan de honderdste sterfdag van Bavinck. In deze bijdrage zal ik kort bij beiden stilstaan. Wie waren zij? Wat is hun betekenis?

Kuyper

Abraham Kuyper heeft vele rollen en functies bekleed: theoloog, predikant, ouderling, kerkleider, redenaar, journalist, schrijver, hoogleraar, organisator, politicus. Het maakt hem tot een kleurrijk en omstreden figuur. Een eenduidig portret is nauwelijks mogelijk.

De karikaturist Albert Hahn tekende hem als ‘Abraham de Geweldige’; Jan Romein typeerde hem als ‘de klokkenist der kleine luyden’; Peter van Rooden omschreef hem als ‘een geboren massapoliticus, een uitzonderlijk begaafd agitator die als geen ander mensen wist te mobi-liseren’. Anderen plakten zonder aarzelen etiketten als: demagoog, scheurmaker, reformator of universeel genie. Al deze uiteenlopende typeringen maken één ding duidelijk: je was voor Kuyper of tegen hem. Een middenweg bestond er niet. Kuyper wordt geboren als zoon van een orthodox predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk. Hij studeert theologie in Leiden, waar hij onder invloed staat van de daar toen toonaangevende liberale theologie. Na zijn promotie wordt hij (1863) predikant in het plaatsje Beesd in de Betuwe. Daar maakt hij een soort bekering door, die hem richting orthodoxie leidt. Vervolgens is hij dominee in Utrecht (1867- 1870) en Amsterdam (1870-1874). In de jaren in Utrecht en Amsterdam ontwikkelt hij zich tot een sleutelfiguur in het kerkelijke én het politieke leven van die dagen. Hij raakt betrokken bij tal van theologische, kerkelijke en politieke debatten en conflicten. De kerkelijke conflicten lopen in 1886 uit op een schisma: de Doleantie. Kuyper en zijn volgelingen verlaten de Nederlandse Hervormde Kerk. De ‘dolerenden’ gaan in 1892 samen met een deel van de ‘afgescheidenen’, die al eerder (1834) de Hervormde Kerk vaarwel hebben gezegd. Samen vormen ze de Gereformeerde Kerken in Nederland.

Enkele jaren eerder (1880) heeft Kuyper met hulp van anderen de Vrije Universiteit gesticht. De stichter wordt benoemd tot hoogleraar en meer dan twintig jaar (1880-1901) doceert hij dogmatiek. Hij schrijft veel. Vaak zijn het gelegenheidspublicaties zoals de befaamde Stone-lezingen over Het Calvinisme. Lange series vervolgartikelen in het weekblad De Heraut – waarvan hij tientallen jaren lang de hoofdredacteur is – worden gebundeld in vaak meerdelige werken, zoals De gemeene gratie en E voto Dordraceno.

Naast zijn theologische en kerkelijke activiteiten vindt Kuyper ook tijd voor een politieke carrière. Zijn politieke ideeën draagt hij voornamelijk uit via het dagblad De Standaard. Ook van dit blad is hij tientallen jaren lang de hoofdredacteur. Van 1874-1877 heeft hij zitting in de Tweede Kamer. Korte tijd later richt hij de Antirevolutionaire Partij op – de eerste moderne politieke partij in Nederland – en schrijft haar partijprogramma: Ons Program. Van 1894- 1901 zit hij namens de ARP opnieuw in de Tweede Kamer. Na de verkiezingen van 1901 te hebben gewonnen wordt hij Minister President. Het kabinet-Kuyper is zeker niet in alle opzichten een succes. Vooral na het neerslaan van een spoorwegstaking (1903) daalt Kuypers populariteit. Als gevolg daarvan verliest hij de verkiezingen van 1905.

Abraham Kuyper was dus een uiterst veelzijdig figuur. Door middel van de stichting van de Antirevolutionaire Partij, de Vrije Universiteit en de Gereformeerde Kerken in Nederland heeft hij de emancipatiebeweging van de ‘kleine luyden’ in gang gezet. Hij wil dat het orthodox-christelijke volksdeel niet alleen in de kerk, maar ook op cultureel en wetenschappelijk erf een duidelijke (gereformeerde!) partij meeblaast in plaats van een lijdelijke geloofsbeleving te koesteren. Daarmee legt Kuyper de fundamenten voor de verzuiling. Zo heeft hij zijn stempel gedrukt op de Nederlandse samenleving.

Bavinck

Met Bavinck komen we in een andere wereld. Evenals Kuyper is hij een domineeszoon, maar in een andere kerkelijke traditie: die van de Afscheiding van 1834. Ook hij besluit in de voetsporen van zijn vader te treden en schrijft zich in 1873 in als student theologie aan wat toen de Theologische School te Kampen heette. Na een jaar verhuist hij naar Leiden om daar zijn studie voort te zetten – een stap die binnen de kringen van de Afscheiding veel stof heeft doen opwaaien. Want wat moet hij in Leiden? Loopt hij niet het risico daar zijn geloof te verliezen?

De jonge student zet zijn plannen echter door en maakt in Leiden grondig kennis met de moderne theologie van zijn tijd. In 1880 sluit hij zijn studie af met een promotie op een proefschrift over de ethiek van de reformator Zwingli. Na twee jaar als predikant te hebben gewerkt in Franeker, wordt hij in 1883 benoemd tot hoogleraar aan de Theologische School te Kampen. Bijna twintig jaar doceert hij in Kampen tal van vakken. De nadruk valt op de dogmatiek en de ethiek. In 1902, wanneer niet voor de eerste keer een poging om de Theologische School te laten fuseren met de Vrije Universiteit mislukt, besluit hij een benoeming in Amsterdam te aanvaarden. Hij volgt aan de Vrije Universiteit Kuyper op als hoogleraar dogmatiek. Hij zal dit ambt tot zijn dood uitoefenen.

Gedurende zijn jaren in Kampen schrijft Bavinck zijn vierdelige Gereformeerde Dogmatiek. In dit standaardwerk, dat voor vele generaties predikanten hét leerboek voor de dogmatiek is geweest, probeert hij – en dit verbindt hem met Kuyper – de theologische traditie van het historisch Calvinisme zowel te bewaren als te vernieuwen. Wanneer je de dikke boeken openslaat, valt op dat hij voortdurend langs drie lijnen argumenteert: bijbel, traditie en eigen tijd. Over welk onderwerp hij ook schrijft, altijd inventariseert hij bijbelse gegevens, is hij in gesprek met de gehele theologie- en filosofiegeschiedenis, tracht hij moderne inzichten uit de natuurwetenschappen en de psychologie te verwerken en voert hij discussies met tal van contemporaine denkers.

Zo is het beeld ontstaan van Herman Bavinck als de gereformeerde dogmaticus bij uitstek. Pas sinds kort is dat beeld bijgesteld. Bavinck was niet alleen dogmaticus, maar ook ethicus. Het is geen toeval, dat hij promoveerde op de ethiek van Zwingli. Aan het eind van zijn leven schreef hij over De navolging van Christus en het moderne leven (1920).

In diezelfde tijd publiceert hij naar aanleiding van de Eerste Wereldoorlog ook verscheidene keren over het oorlogsvraagstuk. Zijn afschuw over de verschrikkingen doet hem, hoewel hij het recht van oorlog niet principieel afwijst, langs de rand van het pacifisme scheren.

Zo hadden we kunnen weten, dat Bavinck zijn leven lang geïnteresseerd is geweest in de ethiek. Vorig jaar werd daar een dikke streep onder gezet met de publicatie van Bavincks Gereformeerde Ethiek. Het manuscript daarvan is bewaard gebleven in het Archief Bavinck. Later dit jaar zullen nog drie andere manuscripten voor het eerst onder de titel Filosofische Ethiek worden gepubliceerd. De eerdere publicaties en deze manuscripten uit het archief maken duidelijk, dat Bavinck altijd een brede interesse heeft gehad. De dikwijls verdedigde these, dat Bavincks interesse zich pas in zijn Amsterdamse jaren heeft verbreed in de richting van de cultuur klopt niet. Die interesse heeft hij altijd gehad. Wel kan men zeggen, dat deze zich op bepaalde punten ontwikkelt.

Een treffend voorbeeld daarvan is zijn visie op de positie van de vrouw. Waar deze in de Gereformeerde Ethiek nog zeer traditioneel is, laat hij in zijn boek De vrouw in de hedendaagsche maatschappij (1918) blijken oog te hebben voor ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving. Zo toont hij zich voorstander van het kiesrecht voor vrouwen. Dat was een standpunt waar hij binnen de Antirevolutionaire Partij – eerder (1905-1907) was hij korte tijd voorzitter van deze politieke partij – de handen niet voor op elkaar kreeg.

Kuyper en Bavinck

Zo hebben Kuyper en Bavinck zich dus ontwikkeld tot de vaders van het neocalvinisme. Lange tijd zijn zij de onbetwiste leiders geweest van de Gereformeerde Kerken in Nederland en hebben ook daarbuiten grote invloed uitgeoefend. Dat neemt niet weg, dat tussen de stijl van beiden een wereld van verschil bestaat.

Zowel in zijn kerkelijk-theologische als in zijn politieke loopbaan was Kuyper de man van de grote greep en soms flitsende, originele ideeën en inzichten. De theoloog en de politicus hangen in Kuyper nauw samen. Terwijl theologische ideeën soms zijn politieke stellingnames kleuren, kan hij als kerkelijk leider als een ware politicus optreden, bijvoorbeeld door het maken van strategische keuzes of door bewust tegenstellingen te creëren, ook daar waar deze niet voor de hand liggen. De trait-d’union tussen de theoloog en de politicus is de journalist. Met zijn schitterende stijl van schrijven en spreken slaagt hij erin grote groepen mensen te inspireren en te mobiliseren. Zonder zijn grote journalistieke en retorische gaven had hij nooit de grote rol in de Nederlandse kerk en politiek kunnen spelen die hij daadwerkelijk heeft vervuld. Dankzij zijn polemische stijl van optreden en dankzij het feit dat hij de kunst van het schelden bijna tot in de perfectie beheerste, heeft hij ook mensen van zich vervreemd.

Bavinck is het tegendeel van een controversiële figuur: hij bezit een irenische geest en is er altijd op uit te willen begrijpen wat anderen beweegt. Hij is een geleerde –misschien wel de grootste geleerde die de Gereformeerde Kerken in Nederland ooit hebben gekend– die bedachtzaam zijn weg heeft gezocht. Opvallend is dat er internationaal op dit moment sprake is van een Bavinck-revival. Deze is een gevolg van de Engelse vertaling van zijn

magnum opus: Reformed Dogmatics. De populariteit daarvan heeft geleid tot andere vertalingen, bijvoorbeeld in het Koreaans. Aan een Engelse vertaling van zijn Reformed Ethics wordt op dit moment gewerkt (het eerste deel is afgelopen jaar reeds verschenen). Dit jaar en komend jaar zal de honderdste sterfdag van Kuyper en Bavinck worden herdacht. Tijdens conferenties en in publicaties zal bij tal van aspecten van hun persoon en werk worden stilgestaan. Dit jaar zijn drie conferenties aan Kuyper gewijd: 27-29 april in New York, 25 september in Göttingen en 19-20 november in Amsterdam. Data voor bijeenkomsten rond Bavinck zijn nog niet bekend.


Dr. Dirk van Keulen is medewerker van The Neocalvinism Research Institute (NRI) te Kampen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2020

Protestants Nederland | 28 Pagina's

Kuyper En Bavinck, Twee Vaders Van Het Neocalvinisme

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2020

Protestants Nederland | 28 Pagina's