Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verschil Tussen Avondmaal En Eucharistie Onthult Dilemma Rond Kerk En Ambt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verschil Tussen Avondmaal En Eucharistie Onthult Dilemma Rond Kerk En Ambt

Duitse theologen breken tevergeefs lans voor intercommunie

11 minuten leestijd

Wat is het verschil tussen avondmaal en eucharistie? Hoe komt het dat rooms-katholieken terughoudender zijn dan protestanten om elkaar toe te laten tot deze gemeenschapsmaaltijd? De in Duitsland ontstane discussie onthult diepere verschillen in de visie op kerk en ambt.

Voor een Duitse theologenwerkgroep was het duidelijk: het is niet alleen mogelijk, maar ook wenselijk dat rooms-katholieken en protestanten samen het avondmaal vieren, zo stellen zij in het rapport Gemeinsam am Tisch des Herrn (waar ook de christelijke gereformeerde theoloog Gerard den Hertog bij betrokken was). Dat is opmerkelijk omdat juist dit punt een van de grootste verschillen tussen beide confessies markeert.

Er waren volgens de werkgroep drie obstakels: de transsubstantia-tie, het belang van de apostolische successie (alleen gewijden mogen de eucharistie vieren, want zo alleen bewaart de kerk haar trouw aan haar oorsprong) en de relatie tussen viering en kerkelijke eenheid. Volgens de werkgroep is de afgelopen decennia een zodanig grote overeenstemming bereikt, dat de blijvende verschillen tussen Rome en Reformatie op dit punt niet meer als kerkscheidend gezien mogen worden.

Het rapport is niet meer dan een advies gericht aan de Duitse rooms-katholieke bisschoppenconferentie en de kerkleiding van de Evangelische Kirche in Deutschland (EKD), dit met het oog op de gezamenlijke Kirchentag dit jaar in Frankfurt. De EKD heeft vorig jaar dit rapport aanvaard. Maar Rome heeft afwijzend gereageerd. De verschillen in het begrip van avondmaal en eucharistie zijn “nog zo zwaarwegend” dat gemeenschappelijke viering niet mogelijk is.

Rome vindt dat de band tussen eucharistie en kerk, “waardoor de eucharistie de eenheid met de kerkgemeenschap en haar geloof veronderstelt en bewerkt” in het document is “ondergewaardeerd”, zo schrijft kardinaal Luis Ladaria, hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer. De band tussen eucharistie, gewijd ambt en kerk wordt volgens hem “niet genoeg” behandeld.

De Duitse theologen lieten deze kritiek niet over hun kant gaan. Zij typeerden de kritiek als eenzijdig, rommelig en gebrekkig. Zij stelden dat over eucharistie en avondmaal zodanig grote theologische overeenstemming is bereikt dat gezamenlijke viering zeker mogelijk is. Daarmee lijkt alles in een impasse terecht te komen.

Kerk

Het is voor de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) eenvoudig: het sacrament van de eucharistie kan alleen samen gevierd worden als de kerk één is. Niet-katholieken mogen de eucharistie niet meevieren omdat ze niet één kerkgemeenschap met de RKK vormen. Ook een dominee is niet bevoegd om deze viering te leiden omdat hij geen rechtstreekse opvolger is van de apostelen en de bisschoppen.

In het Oecumenisch Directorium, vorig jaar opnieuw uitgegeven, staat duidelijk dat de gezamenlijke viering van de eucharistie “een door de bedienaren van de Rooms-Katholieke Kerk vertolkte zichtbare uitdrukking is van de volledige gemeenschap in geloof, eredienst en gemeenschappelijk leven van die kerk.” Vandaar dat het niet toegestaan is om samen met andere kerken aan één tafel te zitten.

De eucharistische tafelgemeenschap is onverbrekelijk verbonden met “de volledige kerkelijke gemeenschap en met de zichtbare uitdrukking daarvan.” Tegelijk zegt Rome dat gedoopte leden van andere kerken in “een werkelijke, zij het niet volkomen gemeenschap” verkeren met de RKK en is er in incidentele gevallen (maar het blijft een uitzondering) deelname mogelijk in geval van een gemengd huwelijk.

Het Duitse rapport redeneert precies andersom: Christus is de Gastheer aan de tafel. De vraag naar het ambt wordt opvallend genoeg niet gesteld. Het samen vieren kan volgens de Duitse theologen zelfs de weg effenen naar een volledige en zichtbare eenheid van de kerk. De werkgroep kiest voor het beleven van eucharistische gemeenschap als de weg naar de volledige en zichtbare eenheid van de kerk. Overigens is dit aspect ook aanwezig op het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) waar de eucharistie niet alleen een teken en symbool van eenheid is, maar ook een middel en instrument waardoor gemeenschap gesticht wordt.

Transsubstantiatie

Een belangrijk aandachtspunt is het leerstuk van de transsubstantiatie, een term die voor het eerst gebezigd werd in 1215 tijdens het Vierde Lateraanse Concilie. De Amerikaanse rooms-katholieke theoloog Brett Salkeld zegt in zijn recente boek over dit leerstuk dat we het niet eens zijn over een woord dat bijna niemand, rooms-katholiek of protestant, werkelijk begrijpt.

Volgens Salkeld was Luther bereid de transsubstantiatie te accepteren als een “theologische opinie”, omdat hij een sterk voorstander was van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het avondmaal, echter niet als een kerkelijke doctrine en zeker niet wanneer die opgelegd werd. Er wordt vaak gezegd dat Luther de consubstantiatie leerde, maar noch Luther noch de lutherse confessies gebruikten deze term. Men had de voorkeur voor een sacramentele vereniging met Christus, aldus Salkeld.

Salkeld probeert de impasse rond de transsubstantiatie te doorbreken door een herijking van het Latijnse begrip anamnesis, dat veel meer betekent dan simpel ”herinnering”. Christus is werkelijk in het sacrament aanwezig, maar niet materieel-fysiek of magisch (door de woorden van de consecratie, de zegening van brood en wijn), maar sacramenteel. Christus’ offer is uniek en eenmalig, niet te herhalen, maar het wordt in de anamnesis “tegenwoordig” gesteld.

Thomas van Aquino brengt de transsubstantiatie in verband met een wereldbeschouwing die sacramenteel is. Brood en wijn kunnen Christus worden alleen omdat zij deel uitmaken van de schepping, die alleen bestaat in Christus. Luther en Calvijn staan volgens Salkfeld hier niet ver van af. Hadden zij Thomas van Aquino (goed) gelezen dan zouden zij gezien hebben dat de door hem geponeerde eucharistische tegenwoordigheid ook voor hen bruikbaar was, aldus Salkeld. Luthers accent op het voortbestaan van brood en wijn na de consecratie is volgens hem hetzelfde als wat Thomas van Aquino en de RKK vandaag verstaan onder transsubstantiatie.

Thomas én Calvijn

Salkfeld ziet Thomas van Aquino en Calvijn elkaar naderen op het punt van de eucharistische theologie. Hij stelt dat Calvijns sacramentele theologie een van de sterkste papieren heeft voor de oecumenische dialoog tussen calvinisme en rooms-katholicisme. Hoezeer Calvijn de transsubstantiatie verwierp als een poging om God op te sluiten in het sacrament en zo tot ‘beschikking’ van de mens kwam, brood en wijn zijn niet slechts tekenen van een afwezige realiteit (Zwingli) of simpele tekenen van een tegenwoordige realiteit (Bullinger), maar tekenen die Christus’ lichaam en bloed overdragen en present stellen (exhibere), waardoor Christus werkelijk aanwezig is in het avondmaal.

Kortom, transsubstantiatie is een begrip, zo vat Salkeld samen, dat teken en werkelijkheid zorgvuldig onderscheidt, wijn en brood een echte betekenis geeft zonder het primaat van Christus’ lichaam en bloed in het sacrament aan te tasten. Zij erkent het essentieel symbolische karakter van het sacrament zonder Christus’ tegenwoordigheid te reduceren tot iets van alleen dat in de geest van de gemeenschap plaatsvindt. Zij beschrijft een realisme dat niet grof of naïef is. Protestanten hoeven daarom volgens Salkeld de term transsubstantiatie niet te verwerpen als strijdig met het geloof van de kerk noch hoeven de katholieken alleen bij deze term te zweren. De uitdrukkingen bij Rome en Reformatie kunnen elkaar aanvullen. Thomas, Luther en Calvijn geloofden volgens Salkeld allen oprecht dat Christus werkelijk tegenwoordig is in de eucharistie en dat zij veel dichter bij elkaar stonden als op het eerste gezicht lijkt. Kortom, transsubstantiatie hoeft geen oecumenische struikelblok te zijn.

De vraag naar het ambt

De RKK heeft na Vaticanum II de sacramentaliteit steeds vaker direct verbonden met het kerkelijke ambt, zo betoogt Gregor Predel in de bundel Zeichen und Werkzeug. De ambtsstructuur van de kerk vooronderstelt een sacramentele structuur. Dorothea Sattler stelt dat Rome en Reformatie de gedachte delen dat het ambt teruggaat op een goddelijke oorsprong. Verschil is dat de Reformatie de apostolische successie niet bindt aan een keten van opvolgers van de apostelen, maar aan de verkondiging van het Woord. Sattler ziet bij Rome openingen door de hernieuwde aandacht voor het charismatisch karakter van de kerk en het algemeen priesterschap van de gelovigen, waardoor het kerkelijk ambt minder massief en hiërarchisch ingebracht wordt in het gesprek tussen Rome en Reformatie.

Kardinaal Kurt Koch, verantwoordelijk bij het Vaticaan voor de wereldwijde oecumene, wil echter toch eerst verder praten over het offerkarakter van de eucharistie en de visie op het ambt. Hij legt de nadruk op het feit dat avondmaal en eucharistie niet hetzelfde zijn. Uit de bundel Eucharistie verstehen, leben, feiern, die aan Koch is gewijd, blijkt hoe sacramenteel de RKK nog steeds denkt. De eucharistie is de samenvatting van het christelijk geloof en kern en middelpunt van het christelijke leven. De kerk viert de eucharistie als bron en hoogtepunt van haar leven. De eucharistie is geen gewone liturgische viering, maar drukt de kern van het heilsmysterie uit.

Toch wil Rome ook in deze bundel niets weten van een herhaling van het offer van Christus. Paus Johannes Paulus II stelde dat de mis niets toevoegt: er wordt wel wat herhaald, maar het is een herhaling in de herinnering (anamnesis), waardoor het enige en definitieve verlossingsoffer van Jezus Christus in de tijd tegenwoordig gesteld wordt. Kardinaal Gerhard Müller stelt in de bundel dat de luthers-rooms-katholieke consensus over de rechtvaardiging in 1999 een vervolg nodig heeft in die over de relatie tussen het “historisch-eenmalige kruisoffer” en het “liturgisch-herhaalbare misof-fer”. Hij laat duidelijk weten: zonder eenheid van het eucharistische offer van de kerk is zichtbare eenheid van de kerk onmogelijk.

Verschillen blijven

De term transsubstantiatie is voor veel moderne katholieken problematisch geworden. De meerderheid gelooft er zelfs niet meer in, zo tonen diverse recente onderzoeken aan. Ralph Weiman, hoogleraar in Rome, stelde dat slechts een minderheid in de RKK nog gelooft in de werkelijke en lichamelijke tegenwoordigheid van Jezus Christus in de eucharistie. Een groot deel wijst zelfs de transsubstantiatie af en interpreteert de eucharistische gaven van brood en wijn symbolisch. Bovendien neemt de meerderheid van de rooms-katholieken niet meer deel aan de eucharistie als zodanig, die veelal bediend wordt in bijna lege kerken.

Dat is voor hem des te zorglijker omdat de eucharistie juist het centrum van het christelijk geloof is. Omgekeerd is in moderne protestantse kerken het avondmaal meer een gemeenschapsmaal waarin gelovigen samen het brood breken en dat biddend delen, dan de gedachtenis van Christus’ lijden en sterven voor de zonden. Ook op dit punt is er veel in protestantse kring verschoven.

De RKK heeft als haar doel verwoord dat ze de kerken oproept tot “het doel van de zichtbare eenheid in één geloof en in één eucharistische gemeenschap”. Wie de reacties vanuit Rome leest, beseft dat zij nog niet snel tot interkerkelijke communie zal overgaan. Daarvoor zijn de noties van kerk en ambt voor haar toch te heilig. Toch zal het Duitse rapport wel zijn effect hebben en reikt zijn invloed inmiddels ver boven Duitsland uit. Immers, het zijn vaak dit soort informele theologische discussies die de grondslag hebben gelegd voor verdere kerkelijke overeenstemmingen.

In de praktijk wordt de theologische soep vaak niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. In 2016 was er de oproep van de Raad van de Kerken in Nederland in een notitie om elkaar te vinden in de beleving van avondmaal en eucharistie, niet vanuit de theologie en de liturgie. Men zag er van af om opnieuw (eindeloze) theologische discussies op te rakelen, die alleen maar de verschillen aan het licht brachten.

Het is daarom een trend in de oecumenische discussies om niet in te zetten op de theologie, maar op de wederzijdse spiritualiteit. Dat kan een gevaar opleveren van relativering van de leer van de kerk. De RKK is hiervoor bezorgd als zij zich keert tegen de vrijzinnigheid in protestantse kring waar het avondmaal innerlijk uitgehold wordt tot een gemeenschapsmaaltijd. Bovendien zijn het tegenwoordig vooral de ethische en maatschappelijke vraagstukken en niet zozeer theologische controverses die verdeeldheid in kerken oproepen. We hoeven hier alleen maar te verwijzen naar de discussies over huwelijk, seksualiteit en transgenders.

Dat neemt het belang van theologische discussies niet weg. Die kunnen opheldering geven over bestaande dilemma’s en struikelblokken. Het is daarbij echter van belang om intensief naar elkaars intenties te luisteren, wat de ander nu precies bedoelt met sacrament, mis, transsubstantiatie, werkelijke aanwezigheid van Christus. De openheid binnen de RKK voor bepaalde aspecten van Calvijns leer van de werkelijke tegenwoordigheid (meer dan een teken of herinnering) en parallellen tussen Calvijn en Thomas van Aquino is een interessante ontwikkeling. Voorlopig is er nog genoeg huiswerk te doen, maar gelukkig ook veel nieuw bezinnend materiaal dat verrassend licht kan werpen op aloude kwesties.


Mede naar aanleiding van:

- Gemeinsam am Tisch des Herrn. Ein Votum des ökumenischen Arbeitskreises evangelischer und katholischer Theologen; Verlag Herder, Freiburg im Breisgau, 2020; 143 blz.; € 25.

- Richard Hartmann/Stefan Sander (hg.), Zeichen und Werkzeug. Die Sakramentale Grundstruktur der Kirche und Ihrer Dienste und Ämter; Matthias Grünewald Verlag, Ostfildern, 2020; 150 blz.; € 22.

- Brett Salkeld, Transubstantiation. Theology, History and Christian Unity; Baker Academic, Grand Rapids, 2019; 270 blz.; $ 29,99.

- Georg Augustin (Hg.), Eucharistie verstehen, leben, feiern. Festschrift für Kurt Kardinal Koch; Matthias Grünewald Verlag, Eschbach, 2020; 360 blz.; € 32.

- Oecumenisch Directorium. Richtlijnen voor de toepassing van de beginselen en normen inzake de oecumenische beweging; Katholieke Vereniging voor Oecumene ’s Hertogenbosch; tweede druk, 2020; 136 blz.; te bestellen via secretariaat@oecumene.nl; € 7 (ex. verzendkosten).

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2021

Protestants Nederland | 28 Pagina's

Verschil Tussen Avondmaal En Eucharistie Onthult Dilemma Rond Kerk En Ambt

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2021

Protestants Nederland | 28 Pagina's