Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Drie Prominenten: Één in Belijden, Verschillend in Attitude

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Drie Prominenten: Één in Belijden, Verschillend in Attitude

Persoonlijk Portret Van Ds. G. Boer, Ds. L. Kievit En Dr. A. Van Brummelen

12 minuten leestijd

Het waren drie prominente hervormd-gereformeerden: ds. G. Boer, ds. L. Kievit en dr. A. van Brummelen. Drie personen, één in belijden maar verschillend in geestelijke attitude, zeker ook in de gestalte van de bevinding. In hun onderscheidenheid kunnen ze getypeerd worden als respectievelijk profetisch, priesterlijk en koninklijk.

De serie van hervormd-gereformeerde theologen is met het verschijnen van het deel van ds. L. Kievit Op verhoogde toon (uitg. De Banier, Apeldoorn) voltooid. Eerder verschenen werken van ds. I. Kievit (twee delen), ds. G. Boer (twee delen) en dr. A. van Brummelen (één deel). In dit artikel concentreer ik mij op Boer, Van Brummelen en L. Kievit, omdat van hen recent werk is verschenen.

Breed spectrum

Driekwart eeuw geleden stond in mijn geboorteplaats Ridderkerk een gereformeerd predikant, die ’s zomers met een wit pak en een strooien hoed door het dorp liep. Zijn hervormde collega liep stemmig, donkergrijs tot zwart gekleed. Hij zei daarover dat waar hervormden leervrijheid hadden, hij kleervrijheid had.

Die hervormde leervrijheid klopte wel, althans tot op zekere hoogte. Dat geldt in zekere zin ook voor hervormde gereformeerden. Hoewel zij zich willen bewegen binnen de grenzen van “Schrift en belijdenis”, vertonen zij in de praktijk een breed spectrum. Geen ‘leer’ van veronder-stelde wedergeboorte, geen drieverbondenleer, geen leeruitspraken over verbond en verkiezing, waaraan ieder zich gebonden weet of zelfs moet weten.

Dat wil niet zeggen dat in de breedte van de hervormd gereformeerde beweging niet altijd ook dogmatische thema’s rondom Schrift en traditie, zonde en genade, verbond en verkiezing, wet en Evangelie, geloof en bevinding aan de orde kwamen. Daarin zit naar zijn aard het leerstellige. Daarover waren ook best interne (soms scherpe) discussies. Maar niet binnen vast omlijnde kaders.

In de breedte van het kerkelijk leven worden de hervormd gereformeerden tot de bevindelijken gerekend, voor anderen zijn ze vaak niet bevindelijk genoeg. Ds. W. L. Tukker, ooit voorzitter van de Gereformeerde Bond, placht te zeggen: “Bevinding is geen locus in de dogmatiek”. Ook bevinding wordt niet leerstellig vastgelegd. Het vertoont zich in onderscheiden gestalten.

In dat licht geef ik, desgevraagd, aandacht aan drie prominente hervormd gereformeerden: ds. G. Boer, ds. L. Kievit en dr. A. van Brummelen. Drie personen, één in belijden maar verschillend in geestelijke attitude, zeker ook in de gestalte van de bevinding. In hun onderscheidenheid zou ik ze willen typeren als respectievelijk profetisch, priesterlijk en koninklijk.

Verzoening

Men moet onder de prediking van ds. G. Boer hebben gezeten om deze op de juiste waarde te schatten. Zijn stem alleen al, samen met zijn gespierde taal, boezemde ontzag in. Maar hij daagde de gemeente altijd voor het aangezicht van de heilige God. Onvergetelijk is voor mij een preek over zondag 20 van de Heidelbergse Catechismus. De Heilige Geest is “samen met de Vader en de Zoon waarachtig en eeuwig God”. De heiligheid van de Geest werd indrukwekkend aan de orde gesteld. Maar dan ook “dat Hij ook mij gegeven is”.

Dan ging het register van het Evangelie open. In dat contrast –heilig maar ook ‘voor mij’– lag de diepte, de impact ook van zijn verkondiging. Ooit zei ds. J. Maasland dat je zat te beven in de bank onder zijn preken. Ik zou zeggen: niet uit angst maar vanwege de indringendheid waarin zonde en genade werden verkondigd.

Hij preekte verder bijvoorbeeld niet over de wedergeboorte maar over “de wederbarende Geest” (in actu!), niet over de uitverkiezing maar over “de verkiezende Vader” (in actu!). Met de verzoening door voldoening als het hart van de prediking.

Hier ben ik direct al bij het hart van zijn theologie. Ds. Boer was in zijn prediking profetisch scherp maar hij heeft ook profetisch in de kerk gestaan waar het Evangelie in het geding was. En dat was in de zestiger jaren het geval rondom het belijden aangaande de verzoening. Prof. dr. P. Smits betoogde in een Goede Vrijdagoverdenking in het orgaan Kerk en wereld dat het zijn eer te na was dat een ander voor zijn schuld zou betalen. Hij wenste te staan voor de gevolgen van zijn eigen daden: “Geef mijn portie maar aan fikkie!”

De hervormde synode sprak uit, vast te houden aan de belijdenis van het Lam Gods dat de zonden der wereld wegdraagt maar riep een commissie in het leven die de vragen inzake de verzoening nader zou uitwerken. Boer ging deel uitmaken van die commissie. Voor hem was God zowel subject als object van de verzoening: God verzoent en wordt verzoend.

Twee weken nadat Smits zich had uitgelaten over de verzoening refereerde Boer op de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond over “De prediking van de verzoening”. Aan het binnenkerkelijke geding aangaande de verzoening is Boer, naar de mens gesproken, bezweken. Zijn nagedachtenis zij juist hierom nadrukkelijk in ere. 1

Wanneer Boer in herinnering wordt geroepen, komt vaak zijn “gedachtewisseling” met H. Berkhof ter sprake. 2 Hij zei: “Waar u eindigt, begint het pas. Immers dieper dan de aangevretenheid van de moderne mens in deze cultuurfase, gaat de ontdekking van de Heilige Geest, wanneer wij gesteld worden in de ontmoeting met de levende God, die ons verbrandt in onze problemen en aanvechtingen en de grondvraag aan de orde stelt, nl. onze schuld.”

Ook wordt nog vaak gerefereerd aan een referaat van Boer op een conferentie van het COGG over de gereformeerde gezindte. 3 Helaas is hij niet meer in herinnering in zijn doorwrochte stukken over de geestelijke gaven. Dat de bijzondere gaven van profetie, tongentaal en genezing aan de vroegchristelijke periode zouden zijn voorbehouden, vindt bij hem geen instemming. Daarvoor was hij te veel een integraal bijbels-theoloog en is hij tot vandaag actueel.

Ds. L. Kievit

Als ik ds. L. Kievit vooral priesterlijk wil duiden, komt dat niet in mindering op het profetische. Immers, iedere rechtgeaarde dienaar verkondigt het profetische Woord dat zeer vast is. Maar polemiseren, zoals Boer deed, deed Kievit niet. Hij was meer thetisch dan antithetisch.

De ambtelijke bediening van ds. Kievit is gestempeld door de tijd direct na de oorlog, toen hij in Putten predikant was. Hij kwam er in 1945 en moest de berichten aan de huizen brengen van de mannen die naar Duitsland waren weggevoerd en niet waren teruggekomen. Daar was hij, in prediking en pastoraat, priester in de verwerking van het grote leed dat Putten had getroffen: “Om alle treurigen te troosten” (Jes. 61:2).

Hij ging een keer met een ouderling naar Ladelund waar velen begraven liggen. De ouderling wees drie graven aan: hier ligt een zoon van mij, hier ook, daar ook. Kievit was geraakt omdat hij erbij zei: “Er is er Een, Die had er maar Eén en gaf Hem over in de dood.” Hoezeer Kievit aan Putten verbonden raakte, blijkt uit het feit dat hij er een tweede keer predikant werd (1957-1964) en er na zijn emeritaat ging wonen.

In gesprek

Typerend voor Kievit was dat hij in allerlei verbanden “in gesprek” was. Onder die titel had hij een rubriek in De Waarheidsvriend. Hij was in gesprek met gezinnen, met jongeren en ouderen, of met allen in actuele situaties. Maar ook in knellende situaties. Aan het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw was er grote spanning in de kring van de Gereformeerde Bond. Graafland schreef zijn Verschuivingen in de Gereformeerde Bondsprediking, de predikanten S. Meijers, M. J. G. van der Velden en W. Balke De eigen wijs.

Ds. Boer, toen voorzitter van de Gereformeerde Bond, ging de polemiek met hen aan. “Hij trok het harnas aan”, zei Graafland. Kievit echter bleef in zijn rubriek in De Waarheidsvriend met hen, hoewel ook kritisch, in gesprek. Hij verliet toen het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond en zei tegen de voorzitter: “Willen we goede vrienden blijven, dan moet ik gaan.” Toen Boer echter overleed (januari 1973) gedacht Kievit hem terwijl hij de gemeente liet staan in de Goudse Sint Jan, gevolgd door een ontroerend gebed, indrukwekkend. 4

Kievit was ook in gesprek met Van Ruler inzake diens kritiek op “de predestinatieidee” binnen de “ultragereformeerde” kringen, zoals hij die naar voren had gebracht in zijn artikel in Wapenveld “Ultragereformeerd en vrijzinnig”. 5 W. Balke zegt daarvan: 6

“Helaas is over de verkiezing Gods, het hart der kerk, veel strijd gevoerd en heeft er daarover veel onverstand geheerst. In de controverse tussen ds. I. Kievit en dr. J.G. Woelderink ging het ten diepste om het rechte verstand van dit geheimenis. Het is ds. L. Kievit die in een bespreking van prof. Van Rulers laatste artikel “Ultra-gereformeerd en vrijzinnig” deze controverse te boven kwam. Beter gezegd: ds. Kievit jr. brengt hier onder woorden hetgeen zijn vader in diens Tweeërlei kinderen des verbonds voor ogen stond. Het is een kort artikel, dat getuigt van een diep en gerijpt inzicht. Prof. Berkouwer spreekt terecht van een belangwekkend antwoord van L. Kievit.” 7

Wat ik tenslotte nog over ds. Kievit zeggen wil is dat hij stond op de schouders van een hervormd-gereformeerd voorgeslacht. Daarmee was hij van huis uit, vanwege ook de predikantenkring rondom zijn vader, vertrouwd. Ik noem hier zijn verknochte vriendschap met ds. J. T. Doornenbal in Oene, waar ik van tijd tot tijd getuige van was. Die schreef over hem in diens jonge jaren: “Ds. L. Kievit heeft voor mij iets van een jonge Samuël, misschien liever van een jonge Timotheüs, in elk geval van een jonge Nazireeër, die het werk des Heeren werkt en door wie Zijn Woord uitgaat in de Kerk van Nederland in deze nieuwe tijd, na het heengaan van zijn onvergetelijke vader.” 8

Dr. A. van Brummelen

Als ik dr. Van Brummelen als koninklijk typeer is, dat niet monomaan bedoeld. Maar hij had iets seigneuraals over zich, in gelaat, gewaad en gepraat. In zijn ambtelij-ke stijl was hij een 19 e- eeuwse dominee. Hij verdiepte zich ook sche theologen. Niet voor niets was graag in de 19 e- eeuwse vooral ethi- hij gepromoveerd op de theoloog J. J. van Oosterzee. Van ds. W. L. Tukker werd ooit door ds. M. Groenenberg gezegd: “Die past niet in een Lelijk Eendje”. Dat zou men ook van Van Brummelen kunnen zeggen. Net voorstellen in casual kledij. zomin als men hem zou kunnen Overdenkingen in stilte is de titel die ik gaf aan een bundel preken en meditaties na zijn heengaan. 9 Want mediterend verzorgde hij zijn preken. Mediterend over wat een rend over de toepassing ervan naar Schriftwoord te zeggen had, medite- het hart, maar ook mediterend over de Sitz im Leben van gewone mensen.

Vanaf de bovenverdieping van zijn Huizer pastorie keek hij naar voorbijgaande mensen en maakte hij met potlood aantekeningen. Met potlood zette hij ook streepjes bij teksten van anderen die hij las. Maar men trof hem ook regelmatig aan in de Openbare Bibliotheek, waar hij het moderne leven tot zich nam uit boeken en magazines. En verder had hij al wandelend gesprekjes “over de heg”. Dit alles stempelde zijn prediking.

Met hartenlust preekte hij over de Heidelbergse Catechismus. Dan was hij zelf een leermeester in de praktijk der godzaligheid. Als men hem bevindelijk wil noemen, dan is het naar de inhoud van de Heidelberger. Maar soms kon hij ook met lichte humor een gnuif in de gemeente oproepen. In zijn preekstijl was hij intussen uniek.

Gemeente

De gemeente was zijn arbeidsveld. Men zag hem niet in de brede kerkelijke verbanden. Ook begaf hij zich niet in actuele kerkelijke of theologische discussies. Maar als hij voor studenten in de theologie over welk onderwerp dan ook refereerde was het ademloos stil. Vanwege de meditatieve ondertoon, de geestelijke attitude, de kennis van het hart en het leven en soms door zijn onderkoelde humor.

Van Brummelen was ook drie jaar voorzitter van de Gereformeerde Bond, in de roerige jaren van Samen op Weg, die ook de bond intern niet onberoerd lieten. Het liefst bleef hij buiten dat ‘geruis’. Hij wist waar hij blijven moest: in de kerk waarin hij in Barneveld was opgegroeid. Met Afscheiding had hij niets. Als daarom verzameld werk van hem is uitgegeven door vier hersteld hervormde broeders, dan kan dat nergens anders om zijn dan om de inhoud van zijn meditatieve en bezinnende bijdragen. 10

Opvallend was dat hij na zijn proefschrift nooit meer theologische werken schreef, hoewel zijn promotor hem prees vanwege zijn theologische eruditie. Hij voelde zich vooral dorpsdominee, wat hij was in de verschillende dorpen die hij gediend had. Hij was verknocht aan de Hervormde Kerk, mede door zijn ethische inslag.

Ik kom tot een afronding. Ik heb Boer, Van Brummelen en L. Kievit persoonlijk goed gekend, binnen en buiten het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. Ik kijk dan ook met enige weemoed terug op de serie die nu tot een afronding is gekomen en die bij mij veel herinneringen heeft opgeroepen. Het heeft zelfs veel bij mij losgewoeld. De drie prominenten vertegenwoordigden een unieke hervormd-gereformeerde traditie die bewaard moet worden voor het nageslacht.


Dr. ir. Jan van der Graaf is oud algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk.


Noten

1. Zie verder J. van der Graaf, Passie voor het Evangelie. Leven en werk van ds., G. Boer, Heerenveen 2005.

2. H. Berkhof en G. Boer, Gedachtenwisseling over positie en problemen van de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk, ’s Gravenhage 1956.

3. G. Boer, “De gereformeerde gezindte nu en in de toekomst” , Huizen 1964.

4. Zie: Passie voor het Evangelie, p. 286, 287.

5. Het artikel en de reactie van ds. Kievit is te vinden in Op het scherp van de snede. Postuum gesprek met prof. Dr. A. A. van Ruler (1908-1970), Amsterdam 1972.

6. In een Intermezzo, in: Op verhoogde toon. Verzameld Werk van ds. L. Kievit, uitgave De Banier Apeldoorn, 2021.

7. G.C. Berkouwer, Een halve eeuw theologie. Motieven en stromingen van 1920 tot heden, Kampen 1974, 110v.

8. In: Vreugde bij de Bron. Verspreide Geschriften van Ds. I. Kievit, Apeldoorn 2014, 40; eerder ds. J.T. Doornenbal, Overpeinzingen van een pelgrim, Utrecht 1980, p. 72.

9. Uitgave Den Hertog, Houten 2001.

10. Stilte van het hart, uitgave De Banier, Apeldoorn 2020.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 2021

Protestants Nederland | 40 Pagina's

Drie Prominenten: Één in Belijden, Verschillend in Attitude

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 2021

Protestants Nederland | 40 Pagina's