Ja, Dominé
Aan Ds. A.J. de Jong, Ds. J.C. v. Ravenswaay en Ds. L. Lagerwey, in antwoord op hun “bezinningsure” in de Nieuwe Kerk te Scheveningen.
Ja, dominee, ik bèn zo’n roomse paap,
des Pausen dienaar ben ik en satraap,
ik houd nog steeds dat Luther zich vergist heeft
en dat de Reformatie glad haar doel gemist heeft.
Ja, dominee, ik ben zo’n vuig papistje,
ultramontaan ben ik en afgodistje.
Want ik geloof in Christus’ Katholieke Kerk
en in Zijn Doopsel als genademerk.
Ik ben zo onbetrouwbaar als de pinnen,
schijnschoon van buiten en verrot van binnen,
want ik vereer Gods Moeder als de Maagd,
Die mede ’s werelds lot in Hare handen draagt.
Ik ben zo’n duist’re, ondergrondse wroeter
en steek blijmoedig nu de roomse toeter,
wijl Gij mij zo luidruchtig daartoe daagt
vanwege dat schandaal daar in Den Haag.
Ik voel – als paap – het nochtans met U mee:
de pil is bitter en de nasmaak wee.
Wat blijft er zo van Uwe protestantse natie
en wie verdraagt een roomse burgemeesters-facie?
’t Is alles Moskou wat de klok thans slaat,
ook dat is roomse list en roomse baat;
Let op mijn woorden, dominee, Gij hebt geen keuze,
Moskou of Rome is voor U geen leuze!
Gij zijt nog altijd liever Turks dan paaps,
die roomse penetratie kost U uren slaaps,
maar ’k geloof dat met dit al Gij toch één ding vergeet:
de juiste maat waarmede men de dingen meet.
Den Haag was katholiek voordat het protestant werd
(en daarmee naar mijn smaak helaas ontmand werd),
en Gij waart katholiek, want Uwe vaad’ren waren ’t,
en Derk en Willemien en Dieuwertje en Barend.
Wanneer Gij U beroept dus op traditie,
loert hier de adder reeds der rooms’ ambitie:
die d’ oudste rechten heeft, die moet ze laten gelden.
Ik groet U, Driemanschap, Gij hebt geblaft als helden.
In 1956 ontstond onder protestanten beroering, omdat er in Den Haag een katholieke burgemeester werd benoemd. Er werd een getuigenisavond georganiseerd in de Nieuwe Kerk te Scheveningen, waar drie predikanten het woord voerden: A.J. de Jong, J.C. van Ravenswaay en L. Lagerwey. De laatste was op dat moment vice-voorzitter van Protestants Nederland. Het zijn de dagen waarin de antithese Rome-Reformatie springlevend is. Als reactie op de protestantse protestbijeenkomst schrijft Martin Bruyns (1903-1969), katholiek dichter en onderwijzer, in De Gelderlander een gedicht. Van protestantse zijde reageert men dan weer in De Waagschaal met een soortgelijk maar iets korter en bovendien anoniem rijm. Beide gedichten werden in PN opgenomen in maart 1957.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2023
Protestants Nederland | 76 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2023
Protestants Nederland | 76 Pagina's