Voorbereiden op Morgen
Zijn pensioen – of emeritaat – had hij zich wel iets anders voorgesteld. Nu hij het op hoge leeftijd iets rustiger aan gaat doen, krijgt hij meer vrije avonden. Ds. J. Westerink werd op 24-jarige leeftijd predikant en heeft sindsdien veel meegemaakt en veel moeten leren. “Je moet er als mens tussenuit.”
Hoe bent u predikant geworden?
Dat zie ik als de leiding van de Heere. Eerst ben ik naar het gymnasium gegaan, toen was er nog geen sprake van om theologie te gaan studeren. Later heb ik de roeping ontvangen om dienaar van het Woord te worden, toen heeft de Heere Zelf de wegen gebaand. Ik weet nog dat professor Kremer altijd zei: “Jullie hebben als predikant maar één middel om te concurreren met de wereld: dat is het Woord.”
Wat betekende dit ambt voor uzelf en voor uw gezin?
Ik was ervan overtuigd dat ik dienaar van het Woord moest en mocht zijn. Daar heb ik veel tijd in gestoken. Vooral in de voorbereiding van preken, dat was het belangrijkste. Het is altijd iets bijzonders dat je geroepen wordt tot dienaar van het Woord. Elk werk heeft in zekere zin een roeping: een boer heeft ook een roeping. Maar ik heb dit wel als een grote verantwoordelijkheid ervaren.
Mijn vrouw ervaarde het ook als roeping om predikantsvrouw te zijn en dat ze daarin een taak heeft. Mijn vrouw heeft in de gemeentes altijd een grote plek gehad. In mijn voorlaatste gemeente zei iemand bij mijn afscheid: “Dat de dominee weggaat, vind ik al wat. Maar dat zijn vrouw weggaat, vind ik het ergste.” Ze heeft mij altijd met de gemeente gedeeld. Dat werk moet voorgaan, zei ze.
Hoe ervaart u het met emeritaat te zijn?
Toen ik met emeritaat ging (in 2008, red.), zijn we op Urk blijven wonen, mede ook omdat hier enkele kinderen al woonden. De eerste jaren hadden we nog echt geen gevoel met emeritaat te zijn. In die tijd hebben mijn vrouw en ik gezegd: we hadden ons het emeritaatschap wel anders voorgesteld. Tot voor kort bleef het ambtelijk werk doorgaan. En ik preek bijna elke zondag. Nu ga ik minder preken, je groeit daar iets naar toe. Ook de ambtstaken in de avond worden nu minder. Dat ik ’s avonds minder bezet ben, vind ik wel fijn. Nog maar kort geleden kreeg ik het gevoel: nu ben ik toch met emeritaat.
Wat betekent het ouder worden voor u?
Eigenlijk wel het besef: mijn leven gaat opschieten. Twee weken geleden heb ik aan het graf gestaan van een medestudent en vriend uit mijn studietijd. Ik ben nu nog de enige die overgebleven is. Er kan een moment komen dat ik niet meer preken kan. In mijn eerste gemeente zeiden oudere mensen vaak: “Als ik mijn verstand maar houd, niet ga dementeren.” Aan de andere kant: je mag toch geloven dat je leven in Gods hand is. Ik heb een paar keer meegemaakt dat ik kanker had, maar ik ben wonderlijk hersteld. Sterven betekent geen ‘punt’, maar een overgang van de tijd naar de eeuwigheid. De Heere weet wanneer het mijn tijd is, dat geeft rust.
Wat zijn de belangrijke levenslessen voor u?
Ja, ik heb aardig wat lessen geleerd, en moeten leren. Ik denk dat ik een heleboel dingen anders zou doen. Omdat je moet zeggen: je zit er als zondig mens tussenin. Je moet er als mens tussenuit. De belangrijkste les is wel: je moet van genade leven. Ook een dominee moet uit genade zalig worden. Er is geen enkele verdienste, geen enkele waardigheid, je hebt niets meer dan een ander. Het geeft alleen maar vrede wanneer je mag geloven dat je gekocht bent met het bloed van Christus.
Ik mág nog verder: dat is ook één van de lessen die ik geleerd heb. Het besef dat ik nu bijna 80 ben, terwijl mijn vader slechts 49 jaar is geworden. Dit leven is niet het belangrijkste, maar dat je mag geloven dat je het eigendom van Christus bent.
Hoe moeten we ons voorbereiden op morgen, in het aardse, voor ons pensioen?
Als je met pensioen gaat, is het goed om je daarop voor te bereiden. Hoe ga ik mijn tijd invullen? Heb ik een bepaalde hobby? Dat kan een volkstuin zijn of hengelen. Of vrijwilligerswerk: wat kan ik voor een ander betekenen? Een zinvolle tijdsbesteding is belangrijk, dat je dienstbaar kan zijn. Denk ook aan diaconaal werk: waar is er zorg nodig bij mensen? Boodschappen doen voor iemand die hulp nodig heeft of een wandeling maken met iemand in een rolstoel.
Ook belangrijk is: je voorbereiden op het sterven. Hoe wil je begraven worden? Er kunnen hierover verschillende gedachten zijn ontstaan bij de kinderen. Dan moet je heel duidelijk maken hoe je dat wilt. Bijvoorbeeld dat je niet gecremeerd wil worden. Vertel dat aan je kinderen, maar ook aan de kerkenraad. Leg dat vast.
Wat wilt u als laatste meegeven aan de lezers?
Ga niet tot het laatste toe op in je leven, in het zakelijke, in het lichamelijke, in tijdelijke zaken. Ook als je bijvoorbeeld nog werkt of andere taken hebt. Jezus zegt: Zoek eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid. Je weet niet hoe lang of kort (!) die laatste levensfase duurt. Het hele leven is voorbereidingstijd. Dan is de vraag: waar is mijn reis naartoe?
DS. J. WESTERINK (79) is geboren in Elburg. Hij is getrouwd met Co van der Kamp en ze hebben vijf kinderen en 11 kleinkinderen ontvangen. Na het lyceum heeft hij een jaar gestudeerd aan de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Kampen, maar die studie heeft hij onderbroken om zijn moeder te helpen in de viszaak. In 1956 is zijn vader overleden. In 1959 ging hij studeren aan de toenmalige Theologische School van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn (nu de TUA). Ds. Westerink begon zijn ambtswerk in de Christelijke Gereformeerde Kerken van Kerkwerve en Haamstede (1963), gevolgd door Nunspeet (1971), Urk-Maranatha (1976), Bunschoten-Spakenburg (1987), Utrecht-West (1999) en opnieuw Urk-Maranatha (2005). In 2008 ging ds. Westerink met emeritaat.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2019
RMU 55+ | 12 Pagina's