Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stevige Uitdagingen Voor RMU

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stevige Uitdagingen Voor RMU

9 minuten leestijd

“De RMU heeft goud in handen om een weg te banen in de tegenstellingen van onze tijd.” “Als het gaat over het beheer van de schepping, heeft de RMU een blinde vlek.”

De inleiders tijdens het afscheidssymposium van RMUbestuurder Peter Schalk, eind vorig jaar, namen geen blad voor de mond. Zowel prof. dr. Jan Hoogland, hoogleraar christelijke filosofie aan de Universiteit Twente als dr. ir. Roel Jongeneel, universitair docent in Wageningen, hielden de RMU de spiegel voor en presenteerden een aantal stevige uitdagingen voor de unie in de komende jaren. Prof. Hoogland stelde dat christelijke vakorganisaties vanwege hun strijd voor sociale rechtvaardigheid worden aangeduid als “christelijk sociaal: organisaties die vanuit een perspectief gaan voor een sociale en rechtvaardige samenleving.”

Het christelijk sociaal denken vindt zijn oorsprong in het eerste Christelijk Sociaal Congres in 1891. De grote tegenstelling van die tijd was kapitaal en arbeid: tussen liberalisme en socialisme. Hoogland: “De eigen inbreng, ‘de derde weg’, van het christelijk sociale denken toen was de ‘architectonische kritiek’: een sociaal rechtvaardiger inrichting van het maatschappelijke gebouw. Die weg heeft destijds vorm gekregen in een veelheid van maatschappelijke organisaties die een bijdrage aan het gebouw van onze maatschappij hebben willen geven.”

De grote tegenstelling van onze tijd lijkt volgens de Twentse hoogleraar steeds meer: “Progressief, neo-liberaal en kosmopolitisch denken enerzijds en conservatief nationaal denken anderzijds.” Deze tegenstelling is zichtbaar in het klimaatvraagstuk, bij immigratie, Europa en internationale samenwerking. “En zelfs bij Zwarte Piet.”

De zorg van Hoogland is dat het christelijk sociaal denken in deze hedendaagse kwesties niet komt met een helder eigen antwoord. “Sterker: het lijkt er vaak op dat christenen zelf ongeveer volgens dezelfde wereldse scheidslijnen onderling verdeeld raken. Denk in de VS bijvoorbeeld aan de verdeeldheid onder christenen voor het al dan niet steunen van Trump.” De hoogleraar denkt dat bij eigentijdse sociale kwesties de afstand tussen CU en SGP de laatste tijd ook is gegroeid.

Hoogland vindt “het bijzonder jammer dat christenen over actuele vraagstukken zo verdeeld zijn.” Hij zou dat graag anders zien.” Het is naar zijn mening de uitdaging van het christelijk sociaal denken om te bevorderen dat christenen eensgezind zijn in hun antwoorden op de vragen van deze tijd.

Hoogland zoekt naar “een derde weg.” “Onbegrensde vooruitgang is een onbegaanbare weg. Dat geldt ook voor de weg terug door het veiligstellen en beschermen van onze eigen identiteit en tradities, onze nationale belangen en onze grenzen dicht. Wij leven, of wij willen of niet, in een verregaand gemoderniseerde wereld. Ons klimaatgedrag leidt ertoe dat mensen aan de andere kant van de wereld geen droge voeten meer hebben.”

Hoogland citeerde met instemming de Amsterdamse filosoof en psychiater Damiaan Denys dat we in een pre-apocalyptisch tijdperk leven: “Een soort einde van Rome. Alle luxe is er, iedereen is gelukkig én iedereen heeft ik weet niet hoeveel leed, iedereen is te dik, we blijven maar eten en drinken en feesten, het milieu gaat om zeep… De sociale onrust komt langzaam op, er zijn te weinig huisartsen, te weinig politie, onvrede in het schoolsysteem… En we feesten maar verder.”

Volgens de Twentse hoogleraar moeten we stoppen met ontkennen en de werkelijkheid onder ogen gaan zien: “Bijbels gezegd: we moeten de waarheid niet langer in ongerechtigheid ten onder houden.”

Hoogland zoekt naar een christelijk alternatief voor de tijd waarin we leven. “Juist christenen hebben een perspectief en een bijbehorend vocabulaire dat juist in deze tijden hoop geeft en inspiratie biedt. We hoeven slechts te kijken naar de wijze waarop Christus Jezus zich in allerlei vraagstukken en dilemma’s van zijn tijd opstelde. Hoe scherp Hij ook was in het zichtbaar maken van de problemen en de zonden van zijn tijd, tegelijk was hij een groot wandelend voorbeeld van hoop.”

Volgens de Twentse hoogleraar heeft de RMU “op basis van haar sterke traditie en haar grote voorman Jezus Christus goud in handen om een derde weg te banen in de tegenstellingen van onze tijd.”

Roel Jongeneel spitste zijn betoog nog meer toe op de RMU. Hij reikte vanuit het denken van de vorig jaar overleden Apeldoornse christelijke gereformeerde hoogleraar dogmatiek en ethiek, Velema, een weg aan die de RMU kan bewandelen. Hij ziet drie mogelijke houdingen. Het eerste is het distantiemodel, namelijk terugtrekken in eigen kring om jezelf te zuiver te bewaren van de boze buitenwereld.

Dat is geen Bijbelse lijn omdat je dan niet de roeping die een christen in de wereld heeft, navolgt. Het participatiemodel is de tegengestelde variant, maar die leidt in de praktijk vaak tot aanvaarding van secularisatie.

Velema zag ook nog een derde variant die Jongeneel vertaalde als het spanningsmodel. Die is samen te vatten met de uitspraak: “Wel in de wereld, maar niet van de wereld.” Volgens de Wageningse docent leidt dit adagium tot een zekere onrust: “Die ligt daarin dat de waarden en normen van de wereld op veel terreinen haaks staan op wat God ons in de Bijbel aanreikt: welbegrepen eigenbelang tegenover naastenliefde, opkomen voor jezelf tegenover zelfverloochening, het recht van de sterkste tegenover zorg voor het zwakke, enzovoort.”

Hoe dienen christenen nu om te gaan met die spanning? Dat is volgens Jongeneel luisteren naar de Bijbel. Hij noemde de Bergrede en de Tien Geboden. Ook wees Jongeneel op de uitwerking in de mozaïsche wetgeving: “Die is vaak verrassend actueel.”

Volgens Jongeneel heeft de RMU de handschoen zeker opgepakt. Hij noemde de normenwijzer en de serie “Christen zijn op de werkvloer.” Maar het werk is volgens Jongeneel niet af: “Hier ligt een levenslange taak voor de RMU, namelijk om steeds weer de Bijbelse boodschap in rapport met de tijd te brengen.”

Jongeneel maakte de opdracht voor de RMU op een punt heel concreet: “Met betrekking tot arbeid, onderwijs en medisch-ethische issues zijn er -denk ik- goede dingen gebeurd. Maar als ik denk over zaken als duurzaamheid, of liever gezegd het verantwoord beheer van de schepping en over wat dat betekent voor levensstijl en consumptiegedrag, is er denk ik sprake van een omissie, zo niet van een blinde vlek.”

Jongeneel adviseerde de totstandkoming van een breed beraad voor een nadere visievorming in eigen kring: “Ik denk dat er, met de oplopende maatschappelijke urgentie, grote behoefte is aan duiding en leiderschap. Er is veel kennis in de achterban over duurzaamheid en verduurzaming.”

Volgens Jongeneel kunnen christenen wereldwijd het verschil maken in hun omgang met geld en goed: “Als westerse christenen echt hun tienden zouden gaan geven, dan is het extra wat daardoor binnenkomt genoeg om de wereldhongerproblematiek niet eenmaal, maar zelfs twee- of misschien wel driemaal op te lossen. Zeg dus niet dat een echt christelijke leefstijl geen verschil kan maken of dat we machteloos staan tegenover het massieve hongerprobleem! Zeg ook niet dat wij niet verantwoordelijk zijn voor die problematiek, want het lenigen van zulke noden past helemaal binnen goed diaconaat. Bovendien, wat een getuigenis zou het zijn als christenen dit in navolging van hun Heiland deden?”

De heiliging van het leven is volgens Jongeneel een ondergeschoven kindje in de gereformeerde gezindte. “De reformatorische theologie is vooral en vooreerst rechtvaardigingstheologie. Wat daarna komt blijft nogal eens vaag en onuitgewerkt. Dat helpt dan natuurlijk ook niet erg om mensen te bewegen ook dit aspect van het christen-zijn actief ter hand te nemen. Velen blijven in een ‘persoonlijke vroomheid’ steken en dat piëtisme krijgt de impliciete goedkeuring van hen die geestelijk leidinggeven.”

Dat persoonlijk hoort er volgens Jongeneel helemaal bij, maar daarmee blijft de gezindte wel “onder de maat van het Evangelie.” De RMU zou, juist vanwege haar rol en de manier waarop ze met haar voeten in de klei (of moet ik zeggen: de modder) van de maatschappij staat, hierover meer met de kerken in gesprek moeten om samen te zoeken naar de weg die de Heere ons wijst.”


Als lid van de Raad van Toezicht was Johan Flier gast op het symposium. Welke aandachtspunten neemt hij mee voor zijn werk voor de RMU?

“Met veel genoegen heb ik deelgenomen aan het symposium ter gelegenheid van het afscheid van Peter Schalk. Niet zozeer vanwege zijn vertrek maar meer in verband met de inhoud van de beide bijdragen op deze middag.”

“De analyse van prof. dr. J. Hoogland met betrekking tot de veranderende scheiding tussen groepen in onze samenleving heeft mij bijzonder aangesproken. ‘Vroeger’ hadden we het liberaal kapitalisme tegenover het socialisme. Nu gaat het meer om het progressief neo-liberalisme aan de ene kant en het conservatief nationalisme aan de andere kant. De tegenstelling hiertussen lijkt steeds steviger te worden wat op diverse manieren zichtbaar is. De bijdrage van prof. Hoogland gaf mij het verrassend inzicht dat de steeds scherper wordende scheidslijn tussen beide ook terug te zien is bij christenen. Misschien is dit wel het probleem bij tal van fricties die zich voordoen binnen christelijke groeperingen. Ook hier zien we namelijk steeds meer een verscherping in de dialoog optreden. Het kan mijns inziens geen kwaad een oproep te doen hier waakzaam op te zijn en uit te stralen: ‘Opdat zij allen één zijn (…); opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt’. Ik citeer tenslotte Hoogland: “Juist christenen hebben een Perspectief en een bijbehorend vocabulaire dat juist in deze tijden hoop geeft en inspiratie biedt”.”

In het forum op het symposium was een van de deelnemers Josine Westerbeek-Huitink, voorzitter van het Christelijk Sociaal Congres. Welke zaken vielen haar op?

“Tijdens het afscheid van Peter Schalk als bestuurslid van RMU zijn er in de lezingen over het christelijk sociaal denken door prof. dr. Jan Hoogland en dr. ir. Roel Jongeneel een aantal interessante zaken benoemd. Zo bracht Jan Hoogland naar voren dat christenen veel meer naar gemeenschappelijke standpunten zouden moeten kijken dan naar de tegenstellingen die er onderling zijn. Het christelijk sociaal denken biedt hiervoor een goede basis.

Hij stelde ook dat we moeten zoeken naar een christelijk alternatief voor de tijd waarin we leven. Hij noemde dit het derde pad. Onbegrensde vooruitgang, het eerste pad, is geen alternatief. Het teruggaan in de tijd en het veiligstellen en beschermen van eigen identiteit en tradities, het tweede pad, is ook geen begaanbare weg.

Roel Jongeneel zei dat christenen wereldwijd het verschil kunnen maken in hun omgang met geld en goed. In tegenstelling tot het distantiemodel en het participatiemodel hield Roel een pleidooi voor het spanningsmodel. Een keuze waarbij we wel in de wereld staan maar niet van de wereld zijn.

Tot slot gaf hij nog aan dat het belangrijk is dat we met twee benen in de maatschappij staan en zelf niet alleen met woorden maar zeker ook met daden invulling moeten geven aan het christelijk sociaal denken.

Deze leerpunten ondersteun ik van harte! Laten we daar samen aan werken.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2020

RMU.NU | 52 Pagina's

Stevige Uitdagingen Voor RMU

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 2020

RMU.NU | 52 Pagina's