Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het 1000-jarig rijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het 1000-jarig rijk

Openbaring 20 : 1-10

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. Aanwijzingen voor het gebruik

1. Over dit onderwerp is al heel veel literatuur verschenen.

Raadpleeg je alle literatuur over dit onderwerp, dan is de kans groot dat je door de bomen het bos niet meer ziet.

Je moet je in het raadplegen van boeken beperken.

2. Je doet er daarom goed aan in eerste instantie eens rustig een aantal malen deze schets door te nemen.

Je hebt dan een indruk van wat de chiliasten beweren.

3. Vervolgens lees je het artikel over „Het chiliasme", geschreven door Ds. J. van Haaren in „Toekomst", Mivo-map nr. 12, verkrijgbaar op het bondsbureau.

4. Pas daarna neem je wat andere artikelen door, b.v. „Het Chiliasme", geschreven door drs. A. Maljaars in het Ref. Dagblad van januari/ februari 1975.

5. En om voor jezelf een Bijbelse konklusie te trekken, doe je er goed aan de kanttekeningen en Bijbelverklaringen te raadplegen bij Openb. 20.

B. De leer van het chiliasme

Het woord chiliasme is gevormd van het Griekse Chilioi = 1000.

Op grond van wat Openbaring 20 meedeelt komen sommigen (de chiliasten) tot de konklusie dat gedurende een periode van 1000 jaar Jezus Christus op aarde als Koning zal heersen, waardoor het leven op aarde een heel ander karakter zal hebben:

— Christus zal voor het laatste oordeel weer lichamelijk op de aarde verschijnen als Koning, niet om te oordelen de levenden en de doden, maar om de satan te binden en hem voor een tijd van 1000 jaar onschadelijk te maken.

— Christus zal 1000 jaar op aarde heersen.

— Christus sticht een aardse heerlijkheid. Hier vestigt Hij Zijn troon.

— Met Hem regeren allen, die deel hebben aan Zijn eerste opstanding d.i. Jezus' komst aan het begin der duizend jaren. Zij zullen niet meer bespot of veracht worden maar zullen het feest van hun koningschap vieren.

Als deze 1000 jaren voorbij zijn, houdt dit schone rijk op:

— Christus vaart met de Zijnen die reeds gestorven zijn, naar de hemel.

— Satan wordt ontbonden. Hij krijgt volkomen vrij spel.

— Gods volk zal de meest bange, benauwende eindstrijd meemaken, waarin de duivel alle volkeren tegen God zal verzamelen.

— Deze tijd zal in een verschrikkelijke worsteling z'n voltooiing vinden in de tweede komst van de verheerlijkte Koning, Die het gericht zal houden dat tot in alle eeuwigheid beslissend is.

C. Onderscheidingen

A-chiliasme

— zij die het 1000-jarig rijk als toekomstig rijk verwerpen.

pré of grof chiliasme

— zij die een persoonlijke wederkomst van de Heere Jezus verwachten vóór het 1000-jarig rijk en een opstaan van de ontslapen heiligen, om met Christus lichamelijk en zichtbaar te regeren.

post of gematigd chiliasme

— hier geen lichamelijke wederkomst van Christus en geen opstanding der heiligen, dan eerst na het duizendjarig rijk.

D. Kleinere verschillen

Naast de hoofdgedachten genoemd onder B zijn er nog andere facetten. Vele chiliasten verwachten met Christus' komst een terugkeer van de Joden naar het heilige land, waarbij Jeruzalem het middelpunt zal zijn van het Godsrijk.

Nog andere verschillen bestaan er onder de chiliasten:

— Waar zal Christus Zijn heerlijkheid vestigen?

1. Niet hier op de aarde, omdat naar hun mening in Openbaring 20 hiervan niets te lezen is. Zie punt H.

2. De meesten willen van geen ander centrum weten dan een aards. (Zie grof chiliasme onder C).

— In welke plaats zal dat dan gebeuren?

1. Het blijft voor sommigen bij een vage uitlating.

2. Het merendeel denkt aan het weer opgebouwde en verheerlijkte Jeruzalem.

— Wie zullen delen in de heerlijkheid die Christus op aarde bereidt?

1. martelaren

2. 144000 verzegelden = leden van hun groepering (b.v. de Apostolischen)

3. Joden

4. alle gelovige christenen.

— Hoe zal dat vrederijk zijn?

1. De aardse werkelijkheid blijft zoals ze is.

2. Stoffelijke orde der natuur zal plaats maken voor andere.

Het menselijk lichaam heeft geen voedsel meer nodig.

— In dat rijk is de zonde al of niet mogelijk.

Er is een verscheidenheid van opvattingen, zodat men van het Chiliasme in wezen niet spreken kan.

E. Het chiliasme door de kerkvaders verworpen

Het chiliasme heeft in de geschiedenis van Gods kerk nooit ingang gevonden.

— Augustinus heeft in zijn „De Civitate Deï" het chiliasme aan een verpletterende kritiek onderworpen.

Het gevolg hiervan was dat eeuwenlang de chiliastische ideeën weinig ingang vonden in de kerk des Heeren.

Alleen bij enkele sekten vinden we ze terug.

Luther en Calvijn hebben de chiliastische ideeën scherp veroordeeld.

— De Statenvertalers hebben in hun kanttekeningen bij die teksten, waarop de chiliasten zich beroepen, er duidelijk blijk van gegeven, dat ze zich afwenden van het chiliasme.

Er is voor hen slechts één toekomst van Christus, en die zal intreden aan het eind der tijden, en voor die tijd zal geen vrederijk in de wereld dalen.

— De meeste predikers van de Nadere Reformatie zijn in het voetspoor gebleven van de Reformatoren.

Zowel Voetius als Walaeus hebben de chiliastische dwaling met alle nauwkeurigheid bestreden. Echter, er zijn ook enkelen geweest die een gematigd chiliasme aanhingen.

F. Brakel, een gematigd chiliast?

W. ä Brakel verdedigt in zijn „Redelijke Godsdienst" een zeer gematigd chiliasme.

Volgens hem zal in de laatste tijd van de wereld een heerlijke staat van de kerk op aarde openbaar worden; de duivel zal zo gebonden zijn, dat hij „geen strijdende partij tegen de kerke zal können ter bane brengen". De gehele Joodse natie zal de Heere Jezus erkennen; onder de heidenen zal een wondere begeerte naar Christus openbaar worden; in het vrederijk zal „uytnemende vreedtsaemheyt" en „kennisse der Goddelijken verborgentheden" en „uytnemende heyligheyt" heersen. Jezus zal alleen Koning zijn; de kerk zal haar eigen kerkstaat bezitten, en op de aarde zal wondere vruchtbaarheid wonen.

Echter neemt Brakel geen tweeërlei komst van Christus, en geen tweeërlei opstanding aan. Christus zal niet lichamelijk op aarde heersen in die duizend jaren, maar uit de hemel, en de martelaren regeren geestelijk en door middel van de door hen gepredikte waarheid. Ook zullen in dat vrederijk nog wel huichelaars in de kerk voorkomen, maar het getal der ware bekeerden zal ongelooflijk groot zijn.

De overheden behouden hun eigen ambt, maar zullen godzalige leden van de kerk zijn. En de Joden zullen, wat de politieke regering aangaat, hun eigen overheden hebben. Wanneer Brakel gevraagd wordt, wanneer die schone heilstaat zal intreden, antwoordt hij: „verwacht van my niet een nette bepaling, van den tydt, alleen segge ik, dat ik se niet sal beleven". En hij heeft althans in dit laatste gelijk gehad!

Brakel verwerpt dus de leer, dat de Heere Jezus gedurende duizend jaren lichamelijk op de aarde zal wederkomen, ook ontkent hij dat de martelaren lichamelijk zullen verrijzen en duizend jaar hier op aarde heerschappij zullen uitoefenen. Van zulke aardse gedachten is Brakel geheel afkerig. Daarmee verwerpt hij twee van de voornaamste grondgedachten van het chiliasme, zie punt B. Hij komt eigenlijk tot een geheel andere voorstelling van zaken. Voor hem is het millennium (tijdperk van 1000 jaar) alleen de gezegende staat van de kerk, die nog te wachten staat, en een gouden eeuw, die vooral ten zegen zal zijn voor de Joden. Men mag Brakel dus geen chiliast noemen. Hij zelf keert zich van hen af door te zeggen: daar zal woor de algemene opstanding geen lichamelijke opstanding der martelaren zijn, gelijk de chiliasten of „duizendjarigen" verzinnen uit Openbaring 20.

Ook bij andere mensen uit de Nadere Reformatie, zowel in Schotland als in ons land, vinden we hier en daar ideeën, als boven omschreven.

G. Wat zegt de Bijbel?

Openbaring 20 is voor vele chiliasten het uitgangspunt van hun vaak rijk gevarieerde chiliastische beschouwing.

Gaan we de kanttekeningen na, dan komen we echter tot de volgende konklusie:

— Wie Openbaring 20 oppervlakkig leest, zal tot de mening van de chiliast komen.

Bij grondige overweging missen deze ideeën alle grond, omdat:

— in hfdst. 19 : 19 en 20 en uit 2 Thess. 2 : 8 wordt aangetoond dat de antichrist en zijn rijk niet geheel zal teniet gedaan worden, dan in de laatste komst van Christus' oordeel.

— nergens de Kerk des Heeren rust en vrede beloofd wordt in déze bedeling, in tegendeel. Zie 2 Tim. 3 : 12: „Allen die godzalig zullen leven in Christus Jezus, zullen vervolgd worden".

— de doden allen tegelijk, pas op de jongste dag zullen opstaan. Zie Joh. 5 : 28 en 6 : 44 en 11 : 24. 1 Cor. 15 : 52 en T Thess. 4 : 16.

Om deze en andere dergelijke redenen moet dit hoofdstuk op een andere wijze verstaan worden, zoals de kanttekeningen van de Statenvertalers ons duidelijk maken.

H. Hoe verstaan wij Openbaring 20?

Wij willen vers voor vers nagaan van dit moeilijk te verklaren hoofdstuk. We beperken ons tot de eerste 10 verzen. Neem de Bijbel erbij.

Vers 1:

Wie is deze „engel"? De kanttekeningen van de Statenvertaling menen, dat het de Heere Jezus is. Andere uitleggers denken aan een machtige hemelgeest. Wij denken liever aan Christus Zelf, omdat er van Hem gezegd wordt dat Hij „de sleutel des afgronds" heeft. In Openbaring 1 : 18 lezen wij dat Hij zegt: „Ik heb de sleutels der hel en des doods". Hij heeft ook een grote keten in Zijn hand. Natuurlijk moet dit zinnebeeldig worden verstaan. Het ziet op de ontzaglijke kracht, die Christus gaat gebruiken om de duivel te binden.

Vers 2:

Met niet minder dan vier namen wordt in dit vers de vijand van Christus en Zijn volk aangeduid. Daarmee wordt gewezen op de vreselijke macht van de duivel (de draak, de oude slang, de satanas) en op de grote kracht, die het Christus kostte om deze oude draak te binden. Hij bond hem duizend jaren. Nu hebben wij bij het getal 1000 voortdurend in het ook te houden, dat het staat geschreven in het boek Openbaring, en niet b.v. in de Handelingen der Apostelen. Het is een zinnebeeldig getal, dat op een volkomen tijdperk wijst.

Vers 3:

Van het grootste belang is de korte zin in dit vers: „opdat hij de volken niet verleiden zou". Er staat in Openbaring 20 nergens, dat de duivel in de „duizend jaren" niets meer op aarde en onder mensen zal doen. Eén ding zal hij echter niet meer kunnen doen: hij zal de volken gedurende lange tijd niet meer kunnen verleiden zoals vroeger. En wanneer hij na 1000 jaren weer wordt losgemaakt, dan zal hij... uitgaan om de volken te verleiden. Zie vers 8. Er staat met nadruk, dat hij na de 1000 jaren moet worden ontbonden, d.w.z. zó is het in Gods heilige raad bepaald. Op grond van het bovenstaande is er veel te zeggen voor de opvatting, dat het 1000-jarig Rijk begonnen is met de tijd, dat Christus met Zijn Evangelie door de wereld is gegaan, zodat volken, die tot dusverre onder het juk van de duivel hadden verkeerd, tot bekering kwamen.

Vers 4:

De grote vraag, die zich aan ons opdringt, is: waar staan die tronen? Staan zij in de hemel, of op de aarde? Wij menen, dat Johannes hier in de hemel ziet, voornamelijk op grond van het feit, dat hij de zielen ziet dergenen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus. De zielen van deze kinderen Gods waren nog niet herenigd met hun lichamen. Daarom is het uitermate onwaarschijnlijk, dat hier van gebeurtenissen op aarde gesproken wordt. Vers 4 ontneemt aan het grof chiliasme (zie C) alle grond.

Zo ziet Johannes tronen staan in de hemel. Wie zitten erop? Martelaren. Gestorven kinderen Gods, onthoofd om het getuigenis van Jezus en om het woord Gods. Maar niet alleen martelaren. Ook „degenen die het beest en zijn beeld niet aangebeden hadden, en die het merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand". Dus: alle gestorven kinderen des Heeren!

En zij leefden, zie Johannes 11 : 25, 26. En zij heersten als koningen met Christus de duizend jaren. Na hun sterven worden Gods kinderen, die hier op aarde de goede strijd strijden mochten, met koninklijke heerschappij bekleed, zie Zondag 12 van de H.C., antwoord 32.

Vers 5:

„De overigen der doden" zijn de mensen, die zich verhard hebben, en niet hebben gewild, dat Christus Koning over hen zijn zou. Zij worden niet weder levend, d.w.z. zij worden niet hersteld in Gods gemeenschap, zolang de 1000 jaren duren. De eerste opstanding ziet op het ogenblik, dat de ziel van Gods kinderen naar de hemel gaat. Dit is de eerste, de voornaamste opstanding. Wie aan deze voornaamste opstanding geen deel heeft, zal ook aan de zalige opstanding op de jongste dag geen deel hebben.

Vers 6:

Die deel hebben aan deze eerste opstanding, over hen heeft de tweede dood geen macht. De tweede dood is de eeuwige dood, het eeuwig straftijden in de hel, zie vers 14. Eerst is gesproken over het koninklijk heersen van Gods volk met Christus na hun dood, nu wordt ook hun volmaakt priester-zijn genoemd. Vers 7:

Vers 7:

Wat zal er nu gebeuren na dat lange tijdperk (de „duizend jaren") waarin Christus met Zijn Evangelie alle volkeren der aarde zal hebben bezocht? Dan laat de Heere de satan een korte tijd uit zijn boeien los.

Vers 8:

Daar vat de satan zijn vroegere werk weer op. Hij verleidt de volken in de vier hoeken der aarde, d.w.z. de volken die aan de verste einden der aarde wonen. Enorm is hun getal. Het zijn niet-christelijke natiën, hetgeen wij af mogen leiden uit de namen Gog en Magog, zie Ezechiël 38 en 39. Deze geweldige tegenmachten worden door de satan gemobiliseerd.

Vers 9:

Gemobiliseerd tegen... de legerplaats der heiligen, de geliefde stad. Wij moeten hierbij niet — oppervlakkig — denken aan het aardse Jeruzalem, maar veeleer aan de plaats waar de Heere Zijn volk nog zal hebben in die tijd. Een zeer benauwde tijd zal dan nog aanbreken voor het volk dat de Heere vreest. Totdat. . . vuur van de hemel zal komen. God staat op tot de strijd. Volkomen onverwacht zal het einde zijn. Die bange dagen zullen verkort worden om der uitverkorenen wil.

Vers 10:

Dan wordt de oude draak voor eeuwig geworpen in de poel van vuur en sulfer, waar hij samen met de antichrist en de valse profeet én degenen die hem gehoor gaven gepijnigd zal worden in eeuwigheid.

Daarna volgt het laatste oordeel, zie vers 11-15.

I. Wenken

Ter afsluiting van je inleiding of van de vergadering zou je art. 37 van de N.G.B. en/of vraag 52 en 57 van de Heidelbergse Catechismus kunnen (laten) voorlezen.

J. Gespreksvragen

1. Waarom zou de Openbaring aan Johannes een profetisch boek genoemd worden?

2. In Openbaring wordt gesproken over de wederkomst van Christus.

Wat is het verschil tussen Christus verwachten en afwachten?

Wie verwachten de Heere Jezus?

3. Van wanneer tot wanneer is het duizend-jarig rijk?

4. Welke verwachting is er in dit verband voor het volk Israël?

5. Zie je iets van het 8e vers in deze tijd vervuld worden?

Denk aan het wereldcommunisme.

6. Noem andere tekenen van de eindtijd.

7. Hoe zal het met Gods kerk gesteld zijn in de eindtijd?

8. Wat is er nodig om door de tweede dood niet beschadigd te worden?

K. Literatuur

Algemeen:

Zie onder A.

De kanttekeningen.

De Bijbelverklaring van b.v. M. Henry.

Dr. S. Greydanus in de Korte Verklaring. Deel Openbaring.

Dr. J. H. Bavinck, „En voort wentelen de eeuwen". Uitg.: N.V. Gebr. Zomer en Keuning, Wageningen.

Ds. G. H. Kersten, „De Gereformeerde Dogmatiek". Hfdst. „De voleinding der eeuwen", blz. 309 e.v. Uitg.: De Banier, Utrecht.

Ds. H. Veldkamp, „De dag van de Zoon des mensen". Uitg.: T. Wever, Franeker.

Voor verdere studie:

W. a Brakel, „De Redelijke Godsdienst".

Ds. A. G. Kornet, „De Pinksterbeweging en de Bijbel", blz. 47-154. Uitg.:

Kok, Kampen. Boeket-reeks.

* Hall Lindsey, „Op weg naar een nieuwe wereld". Uitg.: Nova Press, Laren.

* C. J. Buys, „Israëls aanneming, Het leven uit de doden". Uitg.: Tolle- Lege, Bleiswijk (Z.H.).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

Salvo | 76 Pagina's

Het 1000-jarig rijk

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

Salvo | 76 Pagina's