Schepper
Week 1
Lezen: Hebreeën 1:1-4 Met zeven typeringen omschrijft de auteur de Persoon en het werk van Christus. Deze omschrijvingen heeft hij aan het Oude Testament ontleend. Door zijn omgang met de Schrift leert de schrijver ons hoe wij in het Oude Testament Christus mogen herkennen.
De tweede typering in Hebreeën 1:2 belicht hoe Gods Zoon deelneemt aan Gods schepping.
De woorden „door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft” zinspelen op Spreuken 8:22- 31. Dit gedeelte beschrijft hoe God samen met de Wijsheid alle dingen geschapen heeft. God bezat haar vanaf de eeuwigheid. God zalfde haar. Samen met God schiep zij hemel en aarde. Zij speelde voor Gods aangezicht en had haar vermaak met mensenkinderen.
Door Zijn Zoon heeft God de wereld gemaakt. Eigenlijk staat er ”werelden”. Dit meervoud drukt alle aspecten van Gods veelzijdig scheppen uit. God schiep door Zijn Zoon hemel en aarde in zes dagen. Scheppend richtte Hij door Zijn Zoon alles in. God de Schepper draagt door Zijn Zoon nog steeds zorg voor heel Zijn schepping. God heerst door Zijn Zoon over alles.
Deze korte typering omschrijft verschillende aspecten van Gods Zoon. In de eerste plaats benadrukt deze omschrijving de eenheid tussen Vader en Zoon. Al verhouden Beiden Zich tot elkaar als Vader en Zoon in de herschepping, in de schepping openbaren Vader en Zoon Zich als één God. Eén in hun scheppingswerk, verschillend van Persoon. In de tweede plaats valt de unieke volgorde op. Voordat God alles schiep, stelde Hij eerst Zijn Zoon tot Erfgenaam van alles aan. Op dat moment was er niets. Pas ná de aanstelling van de Zoon schiep God alles door Hem. Hij was al de Erfgenaam voordat alles er was. God hoefde niet te ‘improviseren’ toen wij in Adam tegen Hem opstonden. Hij had de Erfgenaam al aangesteld. In de derde plaats belicht deze omschrijving de onlosmakelijke eenheid tussen schepping en herschepping.
De herschepping is gefundeerd in de schepping én de schepping staat in de toekomst van de herschepping. In de derde plaats maakt de volgorde Erfgenaam-Schepper duidelijk wat het karakter van Gods werk is. Door de Zoon staat Gods schepping in het perspectief van Christus’ toekomst. Door Hem brengt God Zijn schepping tot haar bestemming in Christus’ toekomst. In de laatste plaats wordt zó zichtbaar Wie de Zoon is. Christus is de Alfa en de Omega. Hij omvat alles. Hij heeft gesproken: „Zie, Ik maak alle dingen nieuw!”
Stelling: Wie het geloof in Gods schepping betwijfelt, ontkent vroeg of laat de noodzaak van het kruis.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 augustus 2019
Terdege | 98 Pagina's