Verbonden door de liefde voor Hebreeuws
De belangstelling voor het Bijbelse Hebreeuws groeit. Door het hele land worden cursussen gegeven, onder meer door dr. Pieter Siebesma. Vrijwel al zijn cursisten stromen door naar een leeskring. Een blik achter de schermen: samen Psalm 132 in de grondtaal lezen en het Hebreeuwse alfabet zingen.
In de woonkamer van de tussenwoning in Harskamp staat een dienblad met lekkernijen gereed. Om de salontafel is een kring stoelen gereedgezet voor de bezoekers. Vanuit de kleine hal klinkt een kakafonie van begroetingen, waarna de leden van de Hebreeuwse leeskring de woonkamer betreden.
Joop heeft gemeld dat hij voorlopig niet kan komen, laat Pieter Siebesma weten. De combinatie van zijn werk en de tweewekelijkse leeskring wordt hem te zwaar. Alle leden tonen begrip voor de beslissing, tegelijk is de teleurstelling voelbaar. In de loop der jaren raakten ze steeds nauwer aan elkaar verbonden. „Cor en ik volgden in 1993 en ’94 de beginnerscursus bij Pieter, daarna zijn we in deze leeskring beland”, vertelt Herma. Ook de meeste andere leden van de oudste leeskring van Siebesma lopen al meer dan twintig jaar mee.
De beginnerscursus leverde het basisgereedschap voor het kunnen lezen en ontleden van Hebreeuwse tekst. „Het was doorbijten”, blikt Herma terug. „Daarna werd het pas echt leuk. Het is heel bijzonder om met elkaar het Oude Testament in de grondtaal te lezen. Elke keer ontdekken we dingen die ik nog nooit had gezien of gehoord.”
CURSUS
Het opzetten van een cursus Hebreeuws had destijds vooral een praktische reden, bekent Siebesma. „Ik solliciteerde op een baan die ik tot mijn teleurstelling niet kreeg. Om toch wat geld te genereren, ben ik hiermee begonnen.
Daarnaast was er het verlangen om mensen in aanraking te brengen met de Bijbel of hen de Bijbel beter te leren begrijpen.”
Na zijn benoeming tot docent Oude Testament, Hebreeuws en wereldreligies aan de Christelijke Hogeschool Ede en hoogleraar godsdienstwetenschappen aan de Evangelische Theologische Faculteit te Leuven zette hij de cursussen en leeskringen voort. De drie leeskringen tellen gezamenlijk een kleine dertig leden. Eens in de drie, vier jaar organiseert hij een basiscursus. In september ging er weer een nieuwe van start.
De meeste cursisten stromen door naar een leeskring. „De variatie, zowel kerkelijk, maatschappelijk als qua leeftijd, is groot. De jongste zal zo’n 30 zijn, de oudste is 86.”
De concrete invulling van de avonden laat Siebesma aan de groepsleden over. „Op één kring lezen we nu 1 en 2 Samuël, op de tweede kring beginnen we aan Esther, hier lezen we verschillende gedeelten. Ze worden aangedragen door de leden.”
SION
Voor deze avond staat Psalm 132 op het programma, op verzoek van Rika. De Psalmen hebben haar grote liefde, vooral de liederen die Sion en de trouw van Sions God bezingen. „Als het over Sion gaat, denk ik aan een enorme periode, van 2 Samuël tot Openbaring. God heeft Sion verkoren om daar te wonen. Al de beloften die Hij erover deed, zijn uitgekomen of zullen nog uitkomen, want de Bijbel is waar.”
Nadat Siebesma de avond officieel met gebed heeft geopend, mag de oud-verpleegkundige de aftrap geven door het lezen van vers 1. Ze heeft zich thuis grondig voorbereid en leest vlot de Hebreeuwse tekst. „Een lied Hammaälôth is een bedevaartslied”, licht ze toe. „Letterlijk een lied van de trappen of van de opgangen.”
Aan de zuidkant van Jeruzalem ligt een trap met vijftien treden, hoorde Hans van een archeologe en kunsthistorica van de Vrije Academie in Amsterdam. „De bedoeling is dat je op elke trede een vers van déze psalm citeert.” „O Heere, gedenk aan David, aan al zijn lijden”, vervolgt Rika.
„Is lijden hier een infinitief?” wil Cor weten. „Een infinitief dat als zelfstandig naamwoord functioneert”, doceert Siebesma. „Al zijn verdrukt worden. En wat moeten we verstaan onder gedenken?”
„In ieder geval meer dan denken of bedenken”, zegt Cor.
Siebesma knikt instemmend. „Gedenken is een vorm van denken die met handelen gepaard gaat. Denk aan het vierde gebod. Dat roept ons er niet toe op te gaan zitten bedenken dat we die dag niets hoeven te doen, maar juist tot een ijver om die dag te houden.” „Goede werken dus”, constateert Hans. „Nee, uit dankbaarheid”, corrigeert Herma lachend. „Dat is altijd weer het duel tussen rooms en protestants.”
KEPPELTJE
De gereformeerd vrijgemaakte inwoonster van Barneveld raakte tijdens haar universitaire studie psychologie in relatie tot taal betrokken op Israël en werkte drie maanden in een kibboets. „Daar ging een nieuwe wereld voor me open.
De Bijbelverhalen las ik daarna met andere ogen.” Ze studeerde af in fonetiek en volgde als bijvak colleges modern Hebreeuws. Met de droom zich ooit het Bijbels Hebreeuws eigen te maken.”
Die droom werd vroeger dan ze dacht realiteit. Het openbaar komen van een chronische ziekte brak haar carrière in de academische wereld abrupt af. „Ik heb wat af gejankt, maar de knik in mijn leven bracht me wel op deze kring. Sindsdien heb ik zó veel geleerd. Deze avonden zijn voor mij heel kostbaar.”
Hans, actief in de oecumenische beweging, deed haar eerste kennis van het Hebreeuws op aan het stedelijk gymnasium in Arnhem. „Je kon dat vak facultatief volgen, naast Grieks en Latijn. Het werd gegeven door ds. Janse uit Nijmegen. Voor hij begon, zette hij een keppeltje op.” Na het gymnasium ging ze in Utrecht klinische psychologie studeren. Daarnaast volgde ze colleges theologie. De gepensioneerde schoolpsychologe, afkomstig uit een roomskatholiek gezin, typeert zichzelf als cultureel katholiek. „Ik ben het meest heidens in deze kring, maar ze nemen me zoals ik ben.”
KLAMBOE
Wim leest het tweede vers. „Wat is de relatie met het eerste vers?” vraagt Siebesma. De econoom, oud-medewerker van de Belastingdienst, ziet vooral een verbinding met vers 3. „Het lijden uit vers 1 slaat volgens mij op alle moeiten die gepaard gaan met het treffen van voorbereidingen voor de bouw van de tempel, die David zelf niet mag bouwen.”
„De meeste christelijke exegeten denken dat deze psalm gaat over de plaats die hij uitzoekt voor de ark van het verbond”, weet Siebesma. „Volgens Joodse uitleggers over het feit dat hij de plek heeft gevonden waar de tempel moet verrijzen. Jij kiest dus meer voor de Joodse exegese.”
Op grond van de eerste twee verzen is voor de kringleden in ieder geval duidelijk dat David niet de auteur kan zijn. De dichter citeert David. „Salomo misschien?” oppert Rika.
Siebesma reageert verrast. „Dat zou inderdaad goed het geval kunnen zijn.”
„Dan lees ik nu Psalm 132 en daarvan nader het derde vers”, meldt Cor plechtig. „En na lezing van het vers: „Het viel me op dat het woord ”allah” wordt gebruikt. Betekent dit dat het bed hoog stond? Het doet me denken aan de bedstee van mijn opa.”
En vanwaar de formulering ”“tent van mijn huis”, legt Pieter aan de kringleden voor. „David woonde toch al in een paleis?”
„Misschien wil hij de relatie leggen met de ark, die nog steeds in een tent staat”, brengt Herma naar voren. „Hij heeft een huis, God nog niet.”
„Je zou ook kunnen denken aan een tent om zijn bed, een soort klamboe”, vult Siebesma aan, „maar misschien is dat wat vergezocht. Waarschijnlijk is het een dichterlijke manier van spreken: de tent die mijn huis is.”
OOGLEDEN
Vers 4, vertaald door Herma, levert een discussie op over het verschil tussen ogen en oogleden, slaap en sluimering. Tot met algemene instemming wordt vastgesteld dat sprake is van een parallellisme, waarbij twee keer hetzelfde wordt gezegd met andere woorden. Herma: „Net als in de tekst die zegt dat de Almachtige sluimert noch slaapt.”
Ook het vijfde vers, vertaald door Hans, stelt voor vragen. Waarom gebruikt David hier de meervoudsvorm woningen? „Omdat de tempel meerdere vertrekken zal krijgen?” poneert Rika met enige aarzeling. Siebesma lost het raadsel op. Het Hebreeuws kent ook het meervoud van belangrijkheid. „Elohim, meervoud van goden, is een belangrijkheidsmeervoud voor de ene God van Israël. Behemoth is een meervoudsvorm om de grootte van dit dier aan te geven. En als Psalm 137 spreek over de rivieren van Babel, moeten we denken aan de grote rivier de Eufraat. In onze tekst wil woningen dus zeggen: een geweldig mooie woning.”
Na vers 5 is er pauze. „Met elkaar Hebreeuws lezen en op je in laten werken wat er echt staat, is behoorlijk intensief, ook voor mij”, bekent Siebesma. „Soms behandelen we maar vijf verzen op een hele avond.” Onder het consumeren van koffie, thee en bonbons ontspint zich een gesprek over het gebod van God tot Ezechiël om eerst 390 dagen op zijn linkerzij te gaan liggen om de ongerechtigheid van Israël te dragen, vervolgens 40 dagen op zijn rechterzij om die van Juda te dragen. Aanleiding is een preek die Cor recent over dit gedeelte hoorde.
„Ik weet niet meer precies hoe die predikant het uitlegde. Ik had wat last van sluimering van de oogleden, waardoor het fijne me ontging. Ik had trouwens de indruk dat het de man zelf ook enigszins ontging.”
WELKOM
Wim ging Hebreeuws studeren omdat hij soms vragen had bij de uitleg die hij vanaf de kansel hoorde. Een cursus van ds. Bert van Veluw, de huidige voorzitter van de Confessionele Vereniging, leverde hem de gewenste kennis van het Hebreeuws op. Door de leeskring van Siebesma probeert hij die op peil te houden.
„Iedereen is hier welkom”, zegt Siebesma, „maar de mensen moeten wel mijn orthodox christelijke uitgangspunt respecteren. Ik heb de cursussen en kringen ondergebracht in een instituut dat ik de naam Da’at gaf, het Hebreeuwse woord voor wetenschap of kennis.
In Spreuken 9 vers 10 staat dat de vreze des Heeren het beginsel is van de Da’at, is. Daarom begin ik de avonden met gebed, om onze afhankelijk van God en Zijn Geest te onderstrepen.”
Het lezen van de Bijbel heeft in zichzelf kracht, is de ervaring van de hebraïcus. „Jaren geleden had ik een leeskring in Hoogeveen. De deelnemers daar dachten nogal vrijzinnig, maar in de loop der jaren werden ze steeds orthodoxer, door hun toenemende ontzag voor de Bijbel.” De belangstelling voor Bijbels Hebreeuws zag hij in de loop der jaren gestaag toenemen.
„Ik schat dat er door het hele land wel zo’n honderd groepen actief zijn, onder leiding van iemand die de taal beheerst. Ik behoor tot het orthodoxe segment.”
PERFECTUM
Na de pauze is Rika weer aan de beurt, voor het vertalen van vers 6. „Jaär is naar haar overtuiging Kirjath-Jearim, de plek waar de ark stond voordat die werd teruggebracht naar Jeruzalem. De klassiek christelijke uitleg, beaamt Siebesma. „Joodse uitleggers vatten Jaär op als de dorsvloer van Arauna.”
Inhoudelijke opmerkingen worden afgewisseld met taalkundige kwesties over perfectum of imperfectum, de gewone infinitief of absolute infinitief. En waarom over de ark in de vrouwelijke vorm wordt gesproken, terwijl het een mannelijk woord is.
Het einde van de psalm wordt deze avond niet gehaald. Na vers 9 is de tijd op en sluit Siebesma af met gebed. „Ik leer hier zelf ook steeds weer van”, laat de kenner van het Hebreeuws vergenoegd weten. „De vragen en opmerkingen van kringleden openen geregeld mijn ogen voor dingen die ik nog niet had gezien en die ik ook in commentaren niet ben tegengekomen. Dat is het mooie van deze avonden.”
„Dan lees ik nu Psalm 132 en daarvan nader het derde vers”
ANDERS DE BIJBEL GAAN LEZEN
NAAM:
Cor Russcher (84) Burgerlijke staat: gehuwd, vader van twee kinderen, opa van zes kleinkinderen
WOONPLAATS:
Kootwijk
BEROEP:
oud-conrector van het christelijk streeklyceum in Ede
KERKVERBAND:
Protestantse Kerk in Nederland (hervormd)
„In mijn jonge jaren heb ik talen gestudeerd: Engels en Duits. Na wat jaren als conrector te hebben gewerkt, gingen de dingen me wat soepeler af en besloot ik er iets naast te gaan doen. Mijn eerste vrouw wees me op een cursus Hebreeuws door Siebesma. Het leek me leuk om het Nederlands, Engels en Duits te vergelijken met een taal met een heel andere structuur. Bovendien had ik belangstelling voor Hebreeuws als de taal van het Oude Testament. Tijdens de jaren waarin ik in Zeeland woonde, volgde ik al een cursus Grieks, om het Nieuwe Testament in de oorspronkelijke taal te kunnen lezen.
Door de kennis van de grondtalen ging ik de Bijbel anders lezen, met meer openheid voor wat er staat. Dat is vaak iets anders dan wat je bij oppervlakkige lezing denkt. „Liever langer luisteren”, zegt professor Peels van de TUA vaak tegen zijn studenten. Ook mijn houding in de kerk is daardoor veranderd. Vroeger liep ik een beetje de preektijgers na. Nu accepteer ik de mensen die komen zoals ze zijn, en probeer ik zo onbevangen mogelijk te luisteren. Als het tegenvalt, ga ik in gedachten soms zelf aan de gang. Heel leuk is dat ik die gedachten naderhand kan bediscussiëren met mijn eigen zoon, die predikant is.
Op zondag laat ik mijn Griekse en Hebreeuwse Bijbel thuis. De kerkdienst is geen college, ik wil met laten raken. Wel gebeurt het geregeld dat ik na thuiskomst even de Hebreeuwse of Griekse tekst erbij pak. Teksten die veel voor me betekenen, heb ik in de grondtaal uit het hoofd geleerd, zoals Jesaja 43 vers 25. „Ik, Ik ben het Die uw overtredingen uitdelg, om Mijnentwil, en aan uw zonden denk ik niet.” God neemt redenen uit Zichzelf, zeiden ze vroeger, en zo is het. Anders kwam er niets van me terecht.”
OVER TWEE JAAR DE HEBREEUWSE BIJBEL LEZEN
NAAM:
Trijnie Slingerland (52)
BURGERLIJKE STAAT:
gehuwd, moeder van acht kinderen, oma van drie kleinkinderen
WOONPLAATS:
Elspeet
BEROEP: huismoeder, eigenaar van een stoffenatelier, vrijwilliger op de Eben-Haëzerschool
KERKVERBAND:
Gereformeerde Gemeenten
„Twee jaar geleden ben ik onverwachts met mijn broer en vader mee geweest naar Israël. Ds. Ben Zvi was onze gids. Die reis heeft grote indruk op me gemaakt, vooral door wat ds. Ben Zvi ons vertelde. Twee keer per jaar geeft hij in Nederland een seminar over het Oude Testament; die ben ik gaan bezoeken. Door de reis en de seminars heb ik een sterke liefde voor het Joodse volk gekregen. Ik heb ook ontdekt dat de Hebreeuwse tekst nog meer inhoud heeft dan onze Statenvertaling, zelfs met de kanttekeningen erbij.
Na mijn terugkeer uit Israël werd binnen de Gereformeerde Gemeenten een Hebreeuws projectkoor gestart. Daar heb ik me voor aangemeld. Als ik iets zing, wil ik ook weten wat ik zing. Ik heb thuis al wat zelfstudie gedaan, via internet, maar dan zit er geen druk achter. Ik hoop dat ik nu met regelmaat ga studeren. Eigenlijk ben ik meer van de cijfers dan van de letters. Talen heb ik altijd mooi gevonden, maar ik ben er geen ster in. Volgens Siebesma hoeft dat geen probleem te zijn, interesse en doorzettingsvermogen zijn het belangrijkst.
De eerste cursusmorgen vond ik heel leuk. Door de sfeer, het samen aanleren van het Hebreeuwse alfabet en de anekdotes die Siebesma tussendoor vertelt. Via e-mail heeft hij ons een YouTube-filmpje met een Engels lied gestuurd, waarmee je op een heel schoolse manier het alfabet onder de knie kunt krijgen. Tijdens de cursusmorgen oefenden we met een Nederlands vers. Heel grappig. Ik ga nu het schrijven van de 22 letters oefenen. Dat is wel een klus, want het zijn wonderlijke tekens. Het voordeel van zo’n cursus is, dat je heel gericht aan het werk gaat. Als het goed is, kan ik over twee jaar de Hebreeuwse Bijbel lezen. Ja, dat lijkt me gewéldig.”
Zie video: terdege.nl/hebreeuws
VERLIEFD OP HEBREEUWSE LETTERS
Naam:
Rika Wuck (65)
Burgerlijke staat:
ongehuwd
Woonplaats:
Barneveld
Beroep:
oud-verpleegkundige
Kerkverband:
geen
„Ik kom uit een gezin met veertien kinderen, alle meisjes gingen naar de huishoudschool. Langs een omweg heb ik mijn droom verwezenlijkt en ben ik verpleegkundige geworden. In 2003 besloot ik bij Pieter Siebesma een cursus Hebreeuws te gaan volgen, in het gebouw van het Johannes Fontanus College in Barneveld. Wij gingen thuis nooit naar de kerk, maar zaten wel op een christelijke school. In Renswoude, waar ik ben opgegroeid, had je niet anders. Op zondag renden we met z’n allen naar de zondagsschool van de hervormde kerk.
De verhalen van de Bijbel raakten me vanaf de eerste dag. Toen ik in 1975 tot bekering kwam, kreeg ik nog meer liefde voor het Joodse volk. Aan hun zijn de woorden van God toevertrouwd. Ik ben naar Israël gegaan en heb daar drie maanden gewerkt. Dat volk heeft me nooit meer losgelaten. In 2005 ben ik begonnen met het opknappen van joodse begraafplaatsen.
Nadat ik de cursus met goed gevolg had afgerond, was het voor mij vanzelfsprekend dat ik doorging op een leeskring. Ik was helemaal verliefd geraakt op die Hebreeuwse letters, de grammatica en het lezen van het Oude Testament in de grondtaal. Het gedeelte dat we gaan lezen, bereid ik heel goed voor. De Bijbel is het centrale boek in mijn leven. In een periode waarin ik het heel moeilijk had, las ik elke dag een psalm, van 1 naar 150 en dan weer terug. Alleen de psalmen konden me troosten.
De kringavond is elke keer weer een feest. Ik vind het geweldig om wat ik thuis heb ontdekt, aan de groep te vertellen en te luisteren naar de anderen. Jan Pieter is de man achter de website Bijbelaantekeningen.nl. Hij heeft heel veel kennis over allerlei details in de Bijbel. Hans weet heel veel over culturele dingen in de Rooms-Katholieke Kerk. Pieter blijft onze leermeester op taalkundig gebied. Zo leer je van elkaar.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 oktober 2019
Terdege | 132 Pagina's