Hellenbroek
Wordt in het gebed aan tafel ook aandacht gegeven aan de catechisatie?
Het catechisatieseizoen is weer begonnen. In heel wat gemeenten wordt nog altijd het vertrouwde boekje van Hellenbroek gebruikt. Weliswaar in een nieuw jasje, maar met de ”oude waarheid” als inhoud. In het oude boekje is een voorrede (een ”kleine schets”), gericht tot de catechisant, opgenomen. Het lezen van deze voorrede blijft nuttig; voor de catechisanten, maar zeker ook voor de ouders. Ik benoem enkele van zijn adviezen. Allereerst benadrukt de oudvader dat het oogmerk van de catechisant zuiver moet zijn. Lees maar mee: „Laat de gestalte uws harten nederig zijn, en zoek overtuigd te worden van uw eigen natuurlijke onkunde en onbekwaamheid in het geestelijke.” Je hoort onze jongeren nogal eens zeggen: „We weten alles al, want we krijgen ook godsdienst op school.” Ze willen daarom vaak liever discussie in plaats van behandeling van dogmatische stof. Het blijft nodig dat onze jongeren beseffen dat verstandelijke kennis nodig is om tot bevindelijke kennis te kunnen komen. De Heere werkt met Zijn Geest in de weg van de middelen.
Het tweede aspect is gehoorzaamheid. De catechisant moet bereid zijn om gehoorzaam aan het onderwijs en de onderwijzer te zijn. De oudvader verwijst naar Hebr. 13:17: „Zijt uw voorgangers gehoorzaam en zijt hun onderdanig.” Ook dat is nog volop actueel. Zijn onze jongeren bereid om te leren en te maken wat hun is opgedragen door de catecheten? (En zien wij er als ouders op toe?) In de derde plaats wordt het gebed genoemd. Het is zo nodig dat de leerling zich biddend zal voorbereiden, schrijft Hellenbroek. Doen we dat als ouders met onze kinderen? Wordt in het gebed aan tafel ook aandacht gegeven aan de catechisatie die ’s avonds wordt gegeven? Onze oude leermeester schrijft dat onder meer moet worden gebeden om „een opgehelderd verstand om de zaken te begrijpen, een geheiligd oordeel om die te waarderen, een sterk geheugen om dit te onthouden.” Hellenbroek wijst zijn (jonge) leerlingen in de vierde plaats op de voorbereiding van de lessen. Het is niet voldoende dat ze alleen de vragen en antwoorden uit het hoofd leren. Nee, ze moeten de bij de vragen behorende Schriftgedeelten overdenken en zich eigen maken.
Daarmee wordt voor hen ook duidelijk welke zaken voor hen bekend zijn en welke nog niet. Hij waarschuwt voor papegaaigedrag: „Zult gij ook tonen, dat gij het niet als een papegaai hebt geleerd en opzegt.” De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik persoonlijk al heel blij ben als catechisanten dergelijk papegaaiengedrag vertonen. Ten vijfde noemt Hellenbroek de innerlijke verwachting. Na een gedegen voorbereiding dienen de jonge mensen met verwachting naar catechisatie te gaan. Wat een zegen als onze kinderen met geestelijke honger naar de catechisatielessen gaan. Laat ze (zó) tot Mij komen, zegt Christus.
Woerden,
Ds. W.A. Zondag
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 16 oktober 2019
Terdege | 132 Pagina's