Op zoek naar zekerheid
Het is een vraag die veel christenen de eeuwen door bezighield. Is de zaligheid ook voor mij? Hoe daarmee om te gaan. "We moeten niet beginnen bij de mens, maar bij God, Zijn Woord en de Christus der Schriften."
De pastorie ligt verscholen achter de monumentale dorpskerk van Waarder. Achter de predikantswoning beginnen de weilanden. Ds. D. Breure heeft er net de hond uitgelaten. Op kaplaarzen, vertrouwd schoeisel voor de hervormde predikant. Hij groeide op in het buitengebied tussen Fijnaart en Willemstad, waar het land nog vlakker is dan bij Waarder. Zijn vader runde er een agrarisch bedrijf.
De boerenzoon denkt met dankbaarheid terug aan zijn jeugdjaren en de opvoeding die hij ontving. „Mijn ouders hielden ons voor dat we altijd welkom zijn bij de Heere. Als er twijfels opkomen -die zijn er ook in mijn leven- weet ik dat ik me mag laten zakken en zinken op God en Zijn Woord. Hij meent wat Hij zegt en doet wat Hij belooft.”
In de gemeenten die hij diende -Haaften, Wilnis, Barneveld, Bruchem- Kerkwijk en Waarder- werd en wordt hij geregeld geconfronteerd met vragen rond de zekerheid van het geloof. Op zichzelf is hij daar niet ongelukkig mee. „Het geloof kent de spanning van het nochtans. Denk aan het antwoord op de vraag uit de Heidelbergse Catechismus hoe we rechtvaardig zijn voor God. „Al is het dat mijn geweten me aanklaagt dat ik tegen al de geboden van God zwaar gezondigd en geen daarvan gehouden heb, en nog steeds tot alle boosheid geneigd ben, nochtans...” Elke vanzelfsprekendheid is vreemd aan het Bijbelse geloof. Bovendien krijgt het te maken met beproeving door God en aanvechting van de duivel, soms gelijktijdig.”
EENVOUDIG
Dat maakt het voor de hervormde predikant begrijpelijk dat gelovigen een aangevochten zekerheid hebben. Het wordt bedenkelijk als de twijfel chronisch is. „Zelfs Heman, die niets dan donkerheid ervoer, begon zijn klaaglied met de woorden: „O HEERE, God van mijn heil.” Die basiszekerheid vind je in alle psalmen. Je komt er enorm veel strijd in tegen, maar niet zozeer de vraag: Ben ik wel een kind van God? De Bijbel loopt over van zekerheid, ook in de apostolische brieven. Omdat het geloof niet gebaseerd is op onze werken, maar op de verdienste van Christus.”
Pastorale gesprekken leerden ds. Breure dat chronische twijfel vaak niet losstaat van de opvoeding en de prediking in de vroege jeugd. Die zetten een stempel dat door later onderwijs moeilijk kan worden weggenomen. „Dat laat zien hoe belangrijk een gezonde geestelijke opvoeding en een evenwichtige prediking zijn.
We moeten niet beginnen bij de mens, maar bij God, Zijn Woord en de Christus der Schriften. De Heere is gewillig om Hem aan zondaren te schenken, tot verzoening én vernieuwing. Wie Hem zo nodig heeft, die kome. Zo eenvoudig is de Bijbelse boodschap.”
BROCHURE
Voor De Waarheidsvriend, het orgaan van de Gereformeerde Bond, schreef de predikant uit Waarder een brochure over de zekerheid van het geloof, waarin hij onder meer verwees naar het spreken van Calvijn en Ebenezer Erskine over dit onderwerp. „Je kunt naar twee kanten ontsporen. Aan de ene kant is er het gevaar van geloof zonder bekering, aan de andere kant het gevaar van lijdelijkheid zonder geloof. „Je moet er maar veel om vragen, meer kan een mens niet doen.” Alsof het ongewis is of God het gebed om genade en zekerheid wil verhoren.”
Naast de opvoeding spelen de volksaard en het karakter van mensen een rol in de vragen rond geloofszekerheid, ontdekte ds. Breure. „Ik ken plaatsen waar de jaren door een zeer heldere prediking is gebracht, maar toch een chronische twijfel bleef bestaan. Wat het karakter betreft: iemand die in alles aarzelend is, zal dat ook in het geestelijke zijn. Met al deze aspecten moet je rekening houden in het pastoraat.”
Onder jongeren die zijn beïnvloed door het evangelische denken komt de hervormde predikant nogal eens een ander soort onzekerheid tegen.
„Ze zijn ervan overtuigd dat Jezus voor hen is gestorven, maar stellen zichzelf tegelijk de vraag: Houd ik het wel vol om te geloven? Zo komt de twijfel via de achterdeur toch weer binnen.”
NIET ZELFVERZEKERD
Ds. D. Heemskerk, onder meer auteur van de boeken “Geloof en gevoel” en “Geloof en vrucht” , verwijst kerkgangers met vragen op dit gebied steevast naar de reformatorische belijdenisgeschriften en werken van oudvaders. In de gemeenten die hij diende hield hij in de week van voorbereiding op de viering van het heilig avondmaal een samenkomst waarin hij met de bezoekers in gesprek ging aan de hand van het klassieke avondmaalsformulier of een boek van een oudvader. „Die bijeenkomsten werden goed bezocht, ook door leden die niet aan het avondmaal gingen. Daar was ik blij mee. De Schrift roept op tot zelfonderzoek. Het is verstandig om die aansporing serieus te nemen.”
De hersteld hervormde emeritus predikant weet zich bijzonder aangesproken door de wijze waarop twijfelmoedige zielen in de Dordtse Leerregels worden aangesproken. Ze moeten niet mismoedig worden wanneer ze over de verwerping horen spreken, noch zichzelf onder de verworpenen rekenen, maar in het waarnemen van de middelen vlijtig voortgaan, naar de tijd van overvloediger genade vurig verlangen en die met eerbiedigheid en ootmoedigheid verwachten.
De grond van de zekerheid ligt voor ds. Heemskerk in de boodschap van het Evangelie van vrije genade. „Daar worden we persoonlijk bij betrokken als de Heilige Geest door Zijn kracht ons ogen, oren en een hart geeft om die boodschap te omhelzen. Dat blijft niet vruchteloos. Het gaat samen met boetvaardigheid en een voortdurende strijd tegen de oude mens, die zich nooit onderwerpt aan de wil en het werk van God. Zonder deze vruchten is er sprake van een valse zekerheid. De Bijbelse zekerheid is geen zelfverzekerdheid, laat staan een vanzelfsprekendheid.”
AANVECHTING
Ook in zijn eigen leven is er soms de aanvechting. „Het Woord is voor mij een eeuwige vastheid, maar de persoonlijke zekerheid is er alleen als het geloof in oefening is. We hebben met allerlei omstandigheden te kampen. En met onszelf. Dat is niet iets van onze tijd of onze kring, je vindt het ook bij de reformatoren.
Neem Luther. Juist deze reformator, die met grote kracht over de zekerheid van het geloof sprak, getuigt veelvuldig van de duisternis waarmee hij te worstelen had. De vraag is waar de aanvechtingen ons brengen. Voor Luther waren ze een reden te meer om zich op het vaste fundament van Gods beloften te laten zinken.”
Het onderscheid tussen bekommerde en bevestigde christenen vindt de predikant uit Nieuw Milligen niet zo functioneel. „Het Woord en het werk van God zijn vast en zeker; in de gelovige kan veel wisseling zijn. De Schrift biedt daar vele voorbeelden van. Belangrijk is dat we steeds meer gaan beseffen en beleven dat de zekerheid verankerd ligt in het werk van Christus. Geloven is aanhoudend en volhardend daarop betrouwen, welke hindernissen we ook tegenkomen en welke stormen er ook waaien. Vaak wordt de verzekering van het gevoel pas voor de oefening van het geloof gehouden. Dat is naar mijn mening de belangrijkste reden waarom mensen die duidelijk blijk geven van een leven met de Heere, toch blijven worstelen met de vraag of de zaligheid wel voor hen is.”
VOLGORDE
Een kerngedeelte over geloof en zekerheid is voor ds. Breure het zegelied van Paulus aan het slot van Romeinen 8. „Dat lied betreft alle uitverkorenen van God; mensen met een sterk en mensen met een zwak geloof. Ook de geschiedenis van de Kananese vrouw is bijzonder instructief. Je ziet daarin het door Ebenezer Erskine gemaakte onderscheid tussen de zekerheid van het geloof en de zekerheid van het gevoel. Ze wordt schijnbaar door de Heere afgewezen, maar laat zich daardoor niet afschrikken en klemt zich vast aan Zijn eigen Woord. Dat is het fundament van haar zekerheid. Als de Heere haar vervolgens prijst vanwege haar geloof, ontvangt ze ook de zekerheid van het gevoel.”
De hervormd-gereformeerde predikant begrijpt dat voorgangers van de Nadere Reformatie in hun strijd tegen voze zekerheid en spanningsloos geloof nadruk gingen leggen op de merktekenen van het ware geloof. Zelf spreekt hij liever over vruchten. „De Westminster Catechismus typeert het geloof als „een zaligmakende genadegave van God, waardoor wij Christus zoals Hij ons wordt aangeboden aannemen en op hem alleen rusten ter zaligheid.” Eerst verzoening en vernieuwing zoeken buiten mijzelf in Jezus Christus. Dan komt er ook verdriet over de zonde, verlangen naar het gevoelen van Gods gunst en strijd tegen de zonde, maar altijd in die volgorde. Ik zal mensen nooit bemoedigen op grond van bepaalde kenmerken terwijl ze nog niet de toevlucht tot Christus hebben genomen.”
AANSPORING
Ook als ze daartoe werden gebracht, pleit de predikant uit Waarder voor terughoudendheid in het bepreken van kenmerken om geloofszekerheid te werken of te versterken. Hij kan zich vinden in wat de hervormd-gereformeerde predikant H. Visser ooit zei: „Als het licht is heb ik die kentekenen niet nodig, als het donker is kan ik ze niet vinden.”
„Ik preek de vruchten van het geloof tot ontdekking van het schijngeloof en tot aansporing van de ware gelovigen. De vruchten moeten groter worden, daar hebben we naar te jagen, maar laten we de grond van de zekerheid niet verplaatsen naar iets in ons. Hooguit kun je de merktekenen zien als een vijfde poot onder de tafel.
Hetzelfde geldt voor tijden waarin je op een bijzondere manier overspoeld mag worden door de verzekerende kracht van Gods Geest. Die zijn er ook in mijn eigen leven wel geweest. Daar ben ik dankbaar voor, maar die ervaringen zijn niet onmisbaar voor de zekerheid van het geloof en vormen al helemaal niet de grond ervan. Ze horen bij de zekerheid van het gevoel. Dat gevoel is heerlijk, maar de Bijbel leert dat het grootste geloof een geloof is dat aan God vasthoudt tegen alle uiterlijke omstandigheden en innerlijke aanvechting in. Ik heb het bij de behandeling van het Hooglied weleens zo gezegd: Een ware gelovige steunt op het Woord en verlangt naar het gevoel.”
VEELKLEURIGHEID
Het verschil in zekerheid tussen kinderen van God laat voor ds. Heemskerk ook iets zien van de veelkleurigheid binnen Gods huisgezin. „Net als in een gewoon gezin zijn geen twee kinderen gelijk. De een worstelt met dit, de ander met dat. De een is aarzelend, de ander voortvarend. Sommigen zijn snel in tranen, anderen kunnen zelfs in moeilijke omstandigheden geen traan uit hun ogen krijgen. Daarom ben ik beducht voor schematiek in het geestelijk leven. Laten we de vrijmacht van God aanbidden en Zijn werk niet in onze opvattingen persen. Dan komt de oude oerzonde weer boven: als God willen zijn. Tegelijk mag de erkenning van Gods vrijmacht er niet toe leiden dat we onzekerheid gaan vergoelijken. De apostel Petrus roept de verkoren en geroepen heiligen ertoe op hun roeping en verkiezing vast te maken. Dat laat overigens zien dat de zekerheid ook in die tijd geen vanzelfsprekendheid was.”
Maak de vruchten van het geloof en je gevoelens nooit tot grond van de zekerheid, benadrukt de emeritus predikant net als zijn collega uit Waarder. „Dan werp je het anker in eigen lading. Wij hebben vrijmoedigheid om in te gaan door het bloed van Jezus, zegt de schrijver van de brief aan de Hebreeën, waarna hij oproept om toe te gaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten en het lichaam gewassen zijnde met rein water.
Alleen het bloed van Jezus biedt toegang tot het heiligdom en schenkt vrijmoedigheid. Het steunen op dat bloed gaat gepaard met een breken met de zonde en de wereld, maar we raken de vrijmoedigheid kwijt als we de kenmerken tot de grond van de zekerheid maken. Dan raken we verstrikt in de vraag of we wel voldoende van dit en van dat hebben. Christus moet wassen, ik minder worden. Dat is ook de lijn in onze Heidelbergse Catechismus en ons avondmaalsformulier. Als Christus meer waarde in ons leven krijgt, zal ook de zekerheid toenemen.”
IN ZIJN HOGE OUDERDOM SCHREEF DS. C. HARINCK OPNIEUW EEN LIJVIG BOEK, OVER DE ZEKERHEID VAN DE ZALIGHEID. OM ZOEKERS NAAR ZEKERHEID DE WEG TE WIJZEN EN HEN EEN HART ONDER DE RIEM TE STEKEN.
Het is niet voor het eerst dat ds. C. Harinck over dit onderw erp publiceert. Zo verscheen in 2004 zijn studie over geloof en zekerheid. Twee jaar geleden besloot hij een nieuw werk aan de zekerheid van de zaligheid te wijden. Nu meer pastoraal getoonzet. „Hoewel ik al jaren geen eigen gem eente meer heb, word ik nog vaak benaderd door mensen. Veel vragen gaan over de toe-eigening van het heil. Wat is de zekerheid van het geloof en hoe ve rkrijg je die? Veel twijfel is helaas het gevolg van uitspraken van predikanten die mensen in verwarring brengen." In zijn jongste boek, dat onlangs verscheen, sluit de 86-jarige em eritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten aan bij paragraaf 10 van hoofdstuk 5 van de Dordtse Leerregels. Daarin wordt gezegd dat de zekerheid van het geloof voortkomt uit het vaste vertrouwen op de beloften van God, het innerlijke getuigenis van de Heilige Geest en het oefenen van een goed gew eten en goede werken.
Opvallend is voor ds. Harinck dat de vraag naar persoonlijke zekerheid in de Vroege Kerk niet leek te spelen. „Je komt die in de brieven van Paulus en de werken van de kerkvaders in ieder geval niet tegen. Ze spreken wel over de strijd tegen de zonde en de wereld waarin ze staan, maar doen dat vanuit de diepe zekerheid door Christus verlost te zijn. Voor een deel is dat denk ik te verklaren uit de duidelijke om mekeer in het leven van de eerste christenen. Ze waren zo overw eldigd door de liefde van God, betoond in Jezus' dood en opstanding, dat er geen plaats was voor twijfel. De tweede verklaring ligt in de prediking, die hun zekerheid bood. Lees de brie ven van Paulus; hoe hij deze mensen aanspreekt en wat hij hen voorhoudt. Er is vandaag veel onzekere prediking. Een onzekere prediking van de wet -e r lijkt toch nog wel wat hoop te zijn voor de ernstige en vrome mens - en een onzekere prediking van het Evangelie. De mensen wordt veel te weinig verkondigd dat het God ernst is als Hij hen roept. Zijn beloften zijn betrouw baar."
ABNORMAAL
Veel mensen die de emeritus predikant uit het Zeeuwse Kapelle benaderen, tobben met wat ze hebben gehoord van een godvrezende vader of oma. „Je moet het begin van je verandering weten, je moet een bijzondere openbaring van Christus kennen en meer van dat soort uitspraken. Die heb ben ook mij verward toen ik vanuit een onkerkelijk gezin tot geloof was gekomen. Na een diepe worsteling mocht ik geloven in Christus begrepen te zijn. Daarvoor wilde Hij Jesaja 53 gebruiken. Zijn liefde vervulde mijn hart, de winter was voorbij, de zangtijd genaakte. De prediking van ds. A. F. Honkoop, die veel voor me heeft betekend, bracht me toch weer aan het twijfelen. Honkoop preekte een rijke Christus, maar als het om de toepassing van het heil ging, eiste hij toch bepaalde ervaringen. Ik denk dat dit de bevrijdende kracht van het Evangelie in de weg staat.”
Veelzeggend is voor ds. Harinck de klassiek roomskatholieke opvatting dat eerlijke twijfel beter is dan ijdele zekerheid. „Die hoor je vandaag van reformatorische kansels. Natuurlijk moeten we beducht zijn voor ijdele zekerheid, maar eerlijke twijfel bestaat niet. Twijfel is zonde, en zonde mogen we niet in bescherming nemen. In Gods Woord is onzekerheid bij Gods kinderen niet normaal maar abnormaal.”
BIJBELS ONDERWIJS
Bijbels onderwijs is het belangrijkste middel tot verzekering, weet de bejaarde predikant uit ondervinding. „Bij het schrijven van dit boek werd ik opnieuw diep geraakt, bemoedigd en verzekerd door het werk van John Owen over de Heilige Geest. Alles wat deze mensen schreven, was op de Bijbel gegrond.”
Een van de kernteksten over de vastheid van de zaligheid werd voor ds. Harinck Johannes 5:24. „Voorwaar, voorwaar zeg ik u: Die Mijn woord hoort en gelooft Hem die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven.” „De eigen woorden van Jezus, zeker als Hij ze begint met ”voorwaar, voorwaar”, vormen een sterke grond van zekerheid. Het bijzondere getuigenis van de Heilige Geest en de merktekenen van het nieuwe leven zijn niet zonder betekenis, maar de sterkste verzekering komt voort uit het vertrouwen op Gods beloften. Wat is vaster? Gods kinderen moeten zich schamen als ze zo vaak in onzekerheid verkeren, terwijl God Zelf heeft gezegd: Ik zal je nooit begeven of verlaten.”
Meer dan eens werden Schriftwoorden met zo’n kracht in het hart van de Zeeuwse predikant afgedrukt dat hij een hemelse vreugde ervoer. „Daardoor getuigde de Heilige Geest met mijn geest dat ik een kind van God mag zijn. Dat zijn onvergetelijke momenten. Toch vormen ze niet de grond van de zaligheid. Zijn we gekomen tot het omhelzen van Christus zoals Hij ons in het Evangelie wordt aangeboden, daar gaat het om. Wat me in aanvechtingen ook bijzonder troost, is Christus’ voorbede. Daar mag ik me soms zó door gedragen weten.”
GEZEGENDE ZEKERHEID
In het verkrijgen van zekerheid uit de merktekenen van het geloof zit een spanning, erkent de emeritus predikant. „De Bijbel noemt ze om het zwakke geloof te versterken. Vooral in de brieven van de apostel Johannes kom je ze tegen. Denk ook aan de zaligsprekingen van Jezus. Bij het preken over de kenmerken moet je wel oppassen. We kunnen er onbedoeld de onzekerheid door aanwakkeren. Daar zijn ook mannen als Smytegelt niet geheel aan ontkomen, zo eerlijk moeten we zijn. Het eerste merkteken dat de Dordtse Leerregels noemen, is een waar geloof in Jezus Christus. Al te gemakkelijk wordt dat ergens achteraan geplaatst.”
Uit zijn eigen leven weet hij dat de Heere door de kenmerken van genade kan bemoedigen en verzekeren. „Dankzij de Heilige Geest kunnen we ze soms met een innerlijke blijdschap bij onszelf waarnemen, zoals de Dordtse Leerregels zeggen. Toch vormen ze vergeleken met Gods beloften een wankele grond. In dit leven blijft er de onvolkomenheid. We dragen een verdorven bestaan mee met verdorven gedachten, die alles zomaar weer in de war kunnen schoppen. Dan blijft er slechts één houvast over: Gods eigen Woord.
Mijn schoonvader had over zichzelf veel twijfel en strijd, maar van de Heere sprak hij nooit een kwaad woord. Daardoor heeft hij veel indruk op me gemaakt. Hij had een grote hoogachting voor God, Zijn dag, Zijn werk, Zijn dienaren. Opmerkelijk is dat deze mensen vaak ruim heengaan; dat zag ik ook bij mijn schoonvader. God is teer op Zijn eer. We moeten staan naar zekerheid, maar het is heel ongezond als we met die zekerheid iets worden. Zekerheid dient een christen vruchtbaarder te maken. ”Blessed assurance”, zei Wesley. De Bijbelse zekerheid maakt nederig. Ootmoed is hét kenteken van genade, zei Augustinus, en zo is het.”
N.A.V. ”DE ZEKERHEID VAN DE ZALIGHEID”, DOOR DS. C. HARINCK; UITG. DEN HERTOG, HOUTEN; 264 BLZ., PRIJS € 19,90
MY HOPE IS BUILT ON NOTHING LESS
THAN JESUS BLOOD AND RIGHTEOUSNESS
I DARE NOT TRUST THE SWEETEST FRAME
BUT WHOLLY LEAN ON JESUS’ NAME
ON CHRIST THE SOLID ROCK I STAND
ALL OTHER GROUND IS SINKING SAND
ALL OTHER GROUND IS SINKING SAND
WHEN DARKNESS HIDES HIS LOVELY FACE
I REST ON HIS UNCHANGING GRACE
IN EVERY HIGH AND STORMY GALE
MY ANCHOR HOLDS WITHIN THE VEIL
ON CHRIST THE SOLID ROCK I STAND
ALL OTHER GROUND IS SINKING SAND
HIS OATH, HIS COVENANT, HIS BLOOD
SUPPORT ME IN THE WHELMING FLOOD
WHEN ALL AROUND MY SOUL GIVES WAY
HE THEN IS ALL MY HOPE AND STAY
ON CHRIST THE SOLID ROCK I STAND
WHEN HE SHALL COME WITH TRUMPET SOUND
OH MAY I THEN IN HIM BE FOUND
DRESSED IN HIS RIGHTEOUSNESS ALONE
FAULTLESS TO STAND BEFORE THE THRONE
ON CHRIST THE SOLID ROCK I STAND
ALL OTHER GROUND IS SINKING SAND
ALL OTHER GROUND IS SINKING SAND
Hymn Edward Mote
Tussen hoop en vrees
Ze wordt al jaren heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees. Hoop op God en de vrees dat ze zichzelf bedriegt. Soms wordt Ingrid er moedeloos van. „Kom ik wel op de juiste manier en zál Hij me wel aannemen?”
Dit jaar heb ik belijdenis gedaan; dat vond ik een heel grote stap. Het is tegen God zeggen: Ik kom tot U en wil U volgen. Dan komt bij mij steevast de vraag op: hoe doe ik dat? In onze gezindte is er veel te doen over het komen tot Christus. Het is onvoorwaardelijk, maar het voelt toch als een enorme berg waar je overheen moet. Kom ik wel op de juiste manier en zal Hij me wel aannemen?
Op een gegeven moment ben ik maar belijdeniscatechisatie gaan volgen, want als je in jezelf wroet, blijven er redenen om het uit te stellen. Ik hoopte dat het doen van belijdenis me meer zekerheid zou geven. Dat blijkt helaas niet zo te zijn. Een paar vriendinnen van mij gaan wel aan het avondmaal. Ze wijzen me vaak op de ruimte die er is bij Christus. Dan denk ik: je moet toch eerst weten hoe zondig je bent, anders heb je geen arts nodig? Dat ik een zondaar ben en mijn schuld dagelijks vermeerder, belijd ik eerlijk. Maar is dat voldoende, denk ik dan. Misschien komt dat door de prediking. Ik hoor elke zondag hoe ziek ik ben, maar weinig hoe ik beter kan worden. Soms wordt alleen in de toepassing nog even gezegd dat er bij Christus genoeg bloed is tot vergeving.
Veel mensen in de gereformeerde gezindte groeien op met de gedachte dat het wel prima is om onbekeerd te zijn. Dat merk ik ook in mijn werk onder bejaarde mensen uit reformatorische kring. "We kunnen niet meer doen dan bidden en afwachten." Dat grijpt me aan. Tientallen jaren hebben ze onder het Woord van God gezeten en het heeft hen geen stap verder gebracht. Zou het ook bij mij zo gaan? Misschien speelt in mijn twijfel mee dat ik een gevoelsmens ben. Mijn gemoedstoestand bepaalt of ik mijn geestelijke vragen kan relativeren of er moedeloos van word. Het verwart me ook dat zo veel mensen in onze kring worstelen met de toe-eigening van het heil. Maken we God daarmee niet verdacht en denken we niet te gering over de genade van de Heere Jezus? Onze dominee preekt veel over de weg waarin Gods ware volk tot bekering komt. Je kunt er bijna een soort afvinklijstje van maken.
Staat overal een vinkje, dan ben je er, maar ik vraag me voortdurend af of ik dit of dat wel écht heb? De bekeringen in de Bijbel vind ik veel eenvoudiger. Neem de Moorman. Die zoekt naar God, Filippus legt hem het Evangelie uit, hij gelooft dat Jezus de Zaligmaker is, wordt gedoopt en vervolgt zijn weg met blijdschap. Bij ons wordt maar één weg gepreekt, die veel ingewikkelder is. Zouden bekeerde mensen uit het buitenland die herkennen?
Ik wil niet twijfelen aan wat onze dominee zegt. Hij is door God als dienstknecht naar onze gemeente gestuurd. Wel lees ik ter aanvulling boeken die over dit onderwerp gaan, nu een boek van Octavius Winslow over de volheid van Christus, belicht vanuit het leven van Jozef als onderkoning. Elke bladzij is een aanmoediging om de Heere te zoeken en op Hem te vertrouwen. Die benadering is zó anders. Ik zit te wachten op een soort wonder, maar hét wonder is volgens Winslow al gebeurd in de komst van de Heere Jezus. Als ik daar moed uit put, begin ik weer te twijfelen wanneer de dominee waarschuwt voor valse zekerheid. Alleen God kan denk ik mijn probleem oplossen.
De momenten van zekerheid heb ik vooral als ik bid. Dat doe ik te weinig, omdat ik vaak moedeloos ben. Voor mij kan het toch niet. Bij mijn ouders zie ik dezelfde gelatenheid. In die sfeer groei je op. Op zondag gaan we naar de kerk, want daar kunnen we het Woord horen en daardoor kunnen we bekeerd worden. Het kan allemaal, maar het gebeurt niet en dat vindt iedereen normaal. Dan voel je volgens mij niet echt de noodzaak van verzoening met God.
Als ik er met vriendinnen over praat, heb ik altijd een beetje een dubbel gevoel. Omdat we het in gewone taal doen, niet met de termen die ik in de kerk hoor. Ik weet dat het niet om de termen gaat, maar ondertussen kun je er wel mee zitten. Graag had ik op belijdeniscatechisatie meer over dit onderwerp gesproken, maar daar ging het eigenlijk nooit over het persoonlijk geloof. We leerden er hoe het zit in de dogmatiek. Toch wil ik de dominee niet de schuld geven van mijn twijfels. Het hoofdprobleem zit in mijn eigen hart. Ik moet leren beter naar het onderwijs van de Heere Jezus Zelf te luisteren."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 december 2019
Terdege | 212 Pagina's