Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ramp

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ramp

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als ik haar, een vrouw op leeftijd uit de gemeente die ik mag dienen, de vraag stel hoe zij zich de watersnoodramp van 1 februari 1953 herinnert, blijft het niet lang stil. Ze begint te vertellen alsof het over vorige week gaat. Hoe de dijken breken. Het water de ouderlijke woning binnendringt en al hoger en hoger stijgt. Tot vlak onder de balken van de zolder waarop het gezin een schuilplaats vindt. Wachtend op hulp kijken ze uit over de immense watervloed. Niet ver van hen vandaan zien zij een wat hoger gelegen woning, waar meer dan twintig mensen dachten veilig te zijn, instorten. Allen verdrinken. De boerderij van de achterburen staat in brand. Later zingt het gezin: „Hier scheen ons ’t water t’ overstromen, daar werden wij bedreigd door ’t vuur; maar Gij deedt ons ’t gevaar ontkomen, verkwikkend ons ter goeder uur” (Ps. 66:5b ber.). Onze ouderen zullen het niet vergeten. Niet kunnen vergeten. Hele gezinnen werden gemist. Kinderen verdronken voor de ogen van hun ouders. En ouders voor de ogen van hun kinderen. Het water gaf, het water nam. Anderen werden juist wonderlijk gespaard. Velen konden worden gered. En de oorzaak? Ik hoor u denken: „Het waren in die februarinacht toch wel uitzonderlijke omstandigheden. De dijken waren niet zeewaardig. Het was niet zozeer de vraag óf de ramp zou komen, maar wanneer deze zou komen. En gelukkig is dat allemaal ten goede veranderd. Laat u informeren op Neeltje Jans.” Ja, juist. Zó dachten velen ook in 1953. Zij kwamen niet verder dan denken in ”oorzaak en gevolg”. Ds. W. van Gorsel, die zijn ambtelijk werk begon in het zwaar getroffen Oude Tonge, schrijft in zijn persoonlijke memoires: „Werden er in de rest van Nederland vlak na de ramp felle discussies gevoerd over de oorzaken van de ramp –moest alles worden toegeschreven aan een samenloop van omstandigheden of was het een oordeel van God over de zonden van land en volk?– in het rampgebied was dat geen vraag. In de watersnood had God van de hemel gesproken. Hij is het immers Die, naar het woord van de profeet Amos, de wateren der zee neemt en ze uitgiet op de aardbodem? Zijn wij dat in onze gezindte niet steeds meer aan het kwijtraken? Het geloof in de hand van God? In Gods slaande hand, in Gods sparende hand, in Gods helende hand... Laten wij toch doen, zoals Asaf het zijn volk heeft voorgehouden: „Wij zullen het niet verbergen voor hun kinderen, voor het navolgende geslacht, vertellende de loffelijkheden des Heeren, en Zijn sterkheid en Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft.” Waarom? Opdat de kinderen het weer aan hun kinderen zullen vertellen. Van geslacht op geslacht. „En dat zij hun hoop op God zouden stellen en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren” (Ps. 78:7). Om te leren zingen: „Want deze God is onze God; Hij is ons deel, ons zalig lot” (Ps. 48:6a ber.).

Dordrecht,

Ds. W.A. Zondag

Wachtend op hulp kijken ze uit over de immense watervloed...

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 februari 2020

Terdege | 98 Pagina's

De ramp

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 februari 2020

Terdege | 98 Pagina's